De auto en de auto

Wasstraat op zijn Thais: allemaal handwerk.

Je hebt twee soorten auto’s in Thailand. De eerste categorie bestaat uit wagens die net uit de showroom lijken te zijn gekomen: ze glimmen en worden door geen enkel krasje of deuk ontsierd. Ze krijgen regelmatig een wasbeurt, waarbij het interieur minutieus met een stofzuiger onderhanden wordt genomen. Dat doe je niet zelf als eigenaar, maar je laat het doen. De tweede categorie bestaat uit afgeragde wagens, meestal vrachtwagens, waarin je niet eens je schoonmoeder zou willen vervoeren. Dat Thaise chauffeurs erin slagen hun wagen deuk- en krasvrij te houden, lijkt een wonder, want het verkeer met name in de grote stad is een heksenketel en op de snelweg wordt behoorlijk hard gereden.
Hoe doen ze dat? In de eerste plaats door uiterst behoedzaam te parkeren. Op parkeerterreinen staat altijd een mannetje dat met handgebaren aangeeft, hoever de auto nog is verwijderd van het einde van het parkeervak. En bij het wegrijden loopt het mannetje de weg op om het overige verkeer te waarschuwen dat een auto op komst is. In de tweede plaats gebeurt het wisselen van rijstrook al even behoedzaam. In de grote stad rijden auto’s bijna bumper aan bumper, dus zo’n wisseling is nog niet zo eenvoudig. De chauffeur stuurt zijn wagen centimeter voor centimeter naar de gewenste rijstrook totdat er een gaatje valt. Abrupte bewegingen zijn bij deze manoeuvre absoluut uit den boze.
Typisch voor het Thaise autoverkeer is ook dat alle wagens twee goed functionerende buitenspiegels hebben, die voortdurend worden geraadpleegd. Dat moet ook wel, want inhalen gebeurt vaak aan beide zijden, op de snelweg is dat helemaal niet raar. Dus is het zaak de naastgelegen rijstroken goed in de gaten te houden Het voortdurend wisselen van rijstrook zoals in Nederland wordt gedaan, komt er weinig voor. In dit opzicht hebben de Thaise automobilisten een Engelse rijstijl, waar de Highway Code automobilisten zelfs voorschrijft zoveel mogelijk in de eigen rijstrook te blijven. Maar dit voorschrift lappen ze weer aan hun laars als ze op de snelweg in de file staan. Dan springen ze voortdurend als vlooien heen en weer om maar een paar centimeters te kunnen opschuiven.

  • Geen Trackbacks
  • Reacties (1)
    • Jan van de Weg
    • 2 mei 2013 12:25pm

    U vergeet het altijd aanwezige fluitje van de parkeerwachter, waarvan niemand begrijpt, wat hij ermee aanduidt