Cancan met hondenpoep

Tenminste twee Vlaardingers zijn blij dat hun handen, vingers en gezicht nog ongeschonden zijn: hovenier Eibert-Jan en zijn maatje Robert-Paul.
Vorig week was Eibert-Jan in Krimpen aan de IJssel bezig een tuin op te hogen. In de aangevoerde aarde stuitte hij op een met klei bedekt rond, plat voorwerp dat, zei Robert-Paul, wel eens een personeelsmijn zou kunnen zijn. Die maat heeft in het Franse vreemdelingenlegioen gezeten, dus als iemand er verstand van heeft, is hij het wel.
Gelukkig had Eibert het voorwerp aan de zijkanten beet, want zo kun je een mijn zonder risico beethouden. Robert-Paul nam de mijn over en deponeerde hem enkele tientallen meters verder op een grasveld. Daarna waarschuwden ze de politie.
De politie bekeek het voorwerp, vroeg Robert-Paul of hij kon bewijzen dat hij in het vreemdelingenlegioen had gezeten (dat kon hij aan de hand van zijn soldatenpasje), haalde er nog meer politie bij, zette het terrein af met de bekende roodwitte linten en waarschuwde de Explosieven Opruimingsdienst.
Ook de man van de EOD nam het zekere voor het onzekere. Met een niet-magnetisch mesje schrapte hij wat aarde van het voorwerp om het nummer bloot te leggen. Daarna klom hij in de telefoon en na enkele gesprekken, kwam het verlossende woord: het is geen mijn. Wat was het dan wel? Een vrachtwagenclaxon.
Dus kon iedereen weer opgelucht adem halen. Maar er moest nog wel even een klein vuiltje worden weggewerkt. Het desbetreffende grasveldje lag namelijk bezaaid met hondenpoep. Dus eindigde het hachelijke avontuur met een rijtje agenten – als dansten ze in een Franse revue de cancan – die aan de trottoirrand hun schoenzolen schoonschraapten.

  • Geen Trackbacks
  • Reacties (0)
  1. Nog geen reacties