Omnibus Dokter Dick

Dokter Dick, chirurg

1 Even voorstellen: Dokter Dick, chirurg in het Amalia ziekenhuis ergens in Nederland. Een slanke man die door de meeste verpleegsters aanbeden wordt en waarschijnlijk ook door verplegers – Ik wil niet discrimineren. Maar niet allemaal. Eén zet hem een hak (ik zal niet verklappen de linker- of rechter hak). Hij wordt op non-actief gesteld. Raakt aan lagerwal, wordt dakloos. Verpleegkundige Annemarie heeft een oogje op hem. Wordt het wat tussen die twee? In 62 korte afleveringen schets ik hoe deze coningskinderen het water tussen hen overbruggen.

2 De stemming in het ziekenhuis waar de geliefde chirurg dokter Dick werkte, is tot een nulpunt gedaald sinds hij vertrokken is. De verpleegsters en verplegers lopen met bedrukt gezicht rond. Nooit meer knipoogjes en schalkse lachjes wanneer ze de arts op de gang tegenkwamen. En nooit meer vechten om een plaats in de OK, als hij een operatie zou verrichten. Waar hij nu verblijft, is onbekend. Na zijn vertrek is hij aan de drank geraakt. Hij heeft zijn huis te koop gezet en zwerft ergens rond. Degene die hem een hak heeft gezet, is ontmaskerd. Het was een (overigens lelijke) verpleegster die kwaad was dat hij niet op haar avances inging.

3 Het gonsde van de geruchten in het Amalia ziekenhuis. Dokter Dick, ontslagen na een lastercampagne, zou gesignaleerd zijn. Zuster Annemarie had hem gezien, maar ze kon dat niet bevestigen want ze had een vrije dag. Hij lag te slapen onder een viaduct. Het was geen aangenaam gezicht. Hij was vervuild, zijn kleding was gescheurd en hij stonk. Hoe kon iemand zo diep zinken? Een briljant chirurg, summa cum laude afgestudeerd en alom gerespecteerd. Een knappe man ook, aanbeden door verpleegsters. Zijn privéleven had hij altijd afgeschermd. Vragen daarover wimpelde hij af: Niks bijzonders. Maar was dat zo?, vroegen zijn bewonderaars zich af.

4 Ja, ik heb hem gezien, vertelde zuster Annemarie toen ze na haar vrije dag weer terug in het ziekenhuis was. Tijdens de lunchpauze hing het overig personeel aan haar lippen. Veel kon ze niet vertellen over ‘onze Dickiedick’, zoals het koosnaampje van de geliefde chirurg luidde. En ze wilde niet zeggen waar ze hem gezien had. Stel je voor dat haar collega’s als ramptoerist massaal zouden gaan kijken. De Filipijnse zuster Conception had een idee: een actiegroep met als slogan ‘Dickiedick moet terug’. Dat vonden de anderen een goed idee. Ze zouden de volgende dag over de details vergaderen, want de lunchpauze was nu voorbij.

5 De directie had lucht gekregen van de actie ‘Dickiedick moet terug’. Alhoewel ze sympathiek stond tegenover het doel, was ze er niet blij mee. Het zou maar onrust geven in het ziekenhuis, wat niet bevorderlijk zou zijn voor het herstel van de patiënten. De directie zat met de hele affaire in haar maag. Ze had dokter Dick op non-actief gesteld op basis van wat later een verzinsel bleek. Maar toen was het al te laat. Dokter Dick was spoorloos, reageerde niet op zijn mobiele telefoonnummer en bij zijn huis stond het bord Te koop. De buren hadden hem al een tijd niet gezien. Dus waar was hartenbreker Dick?

6 Voor de te koop staande woning van dokter Dick bestond veel belangstelling, maar geen enkele gegadigde hapte toe. De mannen wilden vaak wel, de vrouwen niet. Ze voelden zich ongemakkelijk in het huis. Alsof er een vloek op rustte. Ze meenden ook stemmen te horen: Hel, hel, hellep. Zuster Annemarie die de arts had gesignaleerd, slapend onder een viaduct, was er ook al eens wezen kijken. Ook zij meende stemmen te horen. Maar aan het huis was niks bijzonders te zien. Het zag eruit alsof de dokter elk ogenblik kon thuiskomen. Het was alleen een beetje stoffig.

7 Zuster Annemarie was de enige verpleegster die ooit buiten het ziekenhuis een afspraakje met dokter Dick had. Ze hadden in een intiem Spaans restaurant gedineerd bij kaarslicht. In het begin van de maaltijd kon ze haar handen nauwelijks stilhouden, zo zenuwachtig was ze. Ze verdronk in de ogen van haar tafelgenoot, bestudeerde zijn lippen. Hoe zouden zijn kussen smaken? Maar allengs ontspande Annemarie zich, vooral door de lichtvoetige conversatie. Ze aten paëlla en dronken rioja. Dick was een matige drinker, Annemarie beperkte zich tot twee glazen. Tot besluit dronken ze cortado. Dokter Dick nam afscheid met een kus op haar wang. Annemarie was blij dat hij geen avances maakte, maar in stilte hunkerde ze naar zijn omarming.

8 Zuster Annemarie lag te woelen in haar bed. Ze kon maar niet de slaap vatten. Telkens doemde het beeld op van dokter Dick, slapend op straat. Het contrast met de chirurg, vastberaden benend door de gangen van het ziekenhuis kon niet groter zijn. Annemarie moest denken aan die ene keer toen ze in een Spaans restaurant aten. Waarom had hij juist haar uitgenodigd? Ze had het niet verteld tegen haar collega’s, die zouden maar jaloers zijn en er elke keer seksueel getinte toespelingen op maken. Waarom, ja waarom? Zo’n beauty was ze nu ook weer niet, vond ze van zichzelf. En dat was geen valse bescheidenheid.

9 De actie ‘Dickiedick moet terug’ gaat niet door. Nog voordat het personeel had kunnen vergaderen over actieplannen, besloot initiatiefneemster zuster Conception op verzoek van de directie de actie af te blazen. De directie had wel gelijk: de actie zou schadelijk zijn voor het image van het ziekenhuis en het welzijn van de patiënten. Conception haalde de posters die al op enkele informatieborden hingen, schielijk weg. Maar ze bleef peinzen: Wat nu? Hoe kunnen we dokter Dick helpen? Ze vroeg zuster Annemarie om raad. ‘Kun je hem niet eens opzoeken en met hem praten?’ Maar die hield de boot af. ‘Hmm, ik weet niet of hij daarop zit te wachten.’

10 Het verplegend personeel en de medische staf van het ziekenhuis hadden lange tijd geen idee waarom dokter Dick ineens was verdwenen. Ja, er deden geruchten de ronde: over ongewenste intimiteiten, over drugsgebruik, over geweldpleging, maar niemand wist er het fijne van. De directie had destijds alleen een korte verklaring uitgegeven dat ze ‘in goed overleg hadden besloten bla bla bla’. Eén verpleegster wist de werkelijke reden. Zij had dokter Dick beschuldigd van aanranding. Om te voorkomen dat ze aangifte zou doen, had de directie toegezegd hem zijn congé te geven. Maar de deal was uitgelekt. De collega’s konden het niet geloven dat de dokter zich zo misdragen had en dat lieten ze duidelijk merken.

11 Zuster Annemarie trok de stoute schoenen aan. Ze ging terug naar de plaats waar ze dokter Dick had gezien. Hij lag toen te slapen. Ondanks dat hij vervuild was, smolt ze toen ze haar held zag. Want dat was hij voor haar. Dat hij zo diep gezonken was, was des te onbegrijpelijker voor haar. Ze had een tijdje staan te kijken, maar durfde hem niet wakker te maken. Deze keer zou ze dat wel doen. Ze wilde weten wat er aan de hand was. Kon ze misschien iets voor hem doen? Een douche en schone kleren was wel het minste. Maar hij lag er niet.

12 Dokter Dick had de grote stad verlaten, die herinnerde hem te veel aan het ziekenhuis waaruit hij was weggestuurd. Hij had op het platteland onderdak gevonden bij een boer. Een keuterboertje met een gemengd bedrijf. Je had ze dus nog. Dick mocht op de deel slapen, in het stro. Als tegenprestatie voor zijn kost en inwoning hielp hij het bejaarde boerenechtpaar met kleine klusjes: eieren rapen, de varkens voeren, het erf schoon vegen, boodschappen doen in het dorp. Hij waste zich ’s ochtends aan de waterpomp. Aan het ijskoude water raakte hij allengs gewend. De herinnering aan de onverkwikkelijke affaire in het ziekenhuis vervaagde, maar ‘s nachts droomde hij van zuster Annemarie.

13 Het etentje met zuster Annemarie stond hem nog helder voor de geest. Ze hadden in de hoofdstad, ver weg van het ziekenhuis, in een Spaans eethuisje gedineerd. De trillende handen van Annemarie aan het begin van de maaltijd waren hem niet ontgaan. Hij zelf had een knoop in zijn buik. Waarom hij juist haar had uitgenodigd, wist hij niet. Annemarie was niet uitzonderlijk knap. Maar ze verspreidde een warmte waarbij hij zich wel voelde. Na afloop liepen ze hand in hand naar zijn auto en terug in hun woonplaats kuste hij haar op de wang ten afscheid. Afspraakjes waren er niet meer van gekomen, want kort daarna had hij het ziekenhuis moeten verlaten.

14 Wat dokter Dick niet wist was dat zuster Annemarie zijn mobiele telefoonnummer had. Tijdens het etentje had ze stiekem op zijn mobieltje gekeken toen hij naar de wc was. Ze had hem eenmaal gebeld, maar er was geen verbinding. Nadien had ze niet meer gedurfd te bellen. Dat vertelde ze ook de directie die haar had uitgenodigd voor een gesprek. ‘Wij betreuren de gang van zaken ten zeerste’, verontschuldigde directeur Hermans zich. ‘We hebben geen behoorlijk feitenonderzoek gedaan en zuster Petra op haar woord geloofd. Maar ze chanteerde ons. We wilden een van onze meest gerenommeerde chirurgen niet in diskrediet laten brengen.’ Hij vroeg wat het ziekenhuis kon doen. Zuster Annemarie wist het ook niet.

15 Nadat dokter Dick gedwongen was het ziekenhuis te verlaten, werd zijn plaats ingenomen door een nieuwe chirurg: een jonge knaap, pas afgestudeerd, niet erg ervaren. Alhoewel niet onaantrekkelijk, verwierf hij niet de populariteit van zijn voorganger. Dat ergerde hem. Hij vond het niet leuk in de schaduw te moeten staan van iemand die hij nooit gekend had en die ook nog eens afwezig was. Dokter John zinde op een manier in het gevlei te komen van verpleegsters. Gebruikte een sterkere lotion, liet een artistiek ringbaardje staan, flirtte met verpleegsters. Maar die trapten er niet in, het was te opzichtig. Hij kon niet winnen van dokter Dick.

16 Soms droomde zuster Annemarie van een hete nacht met dokter Dick. Ze zou zich helemaal aan hem overgeven. Geen gêne, geen verlegenheid. Ze was weliswaar geen verpletterende schoonheid, zou ook nooit een schoonheidswedstrijd winnen, maar haar lichaam mocht er zijn. Niet te dik, niet te dun, slanke benen, fraai gevormde borsten. Als ze die betastte, fantaseerde ze dat Dick met zijn handen haar borsten omvatte en ze met zijn slanke vingers licht masseerde. Haar tepels zouden opzwellen en ze zou zachtjes kreunen van genot. Ja, dat waren heerlijke dromen. Ze kon er opgewonden van raken. Zouden ze ooit werkelijkheid worden? Dat hoopte ze vurig.

17 Dokter Dick was door een diep dal gegaan, maar hij was opgekrabbeld. Hij dronk niet meer en verzorgde zijn lichaam weer. Onder zijn nagels waren geen geen rouwrandjes meer te zien. Hij was naar de kapper geweest en had nieuwe kleren gekocht. Zijn nieuwe leven als boerenknecht beviel hem na een jachtig bestaan in het ziekenhuis met lange werktijden en veel stress. Het leek alsof een nieuwe Dick was opgestaan: hij werd niet meer geregeerd door zijn agenda, werkroosters en patiëntenbesprekingen. Hij at beter en sliep langer. Maar diep in zijn hart knaagde iets. En dat iets begon met de letter A. Hoe kon hij haar bereiken?

18 Diezelfde vraag hield zuster Annemarie bezig: hoe kon ze hem bereiken? Ze had alleen het mobiele telefoonummer van de dokter en zijn huisadres. De telefoon was buiten bedrijf, het huis stond nog steeds te koop. Wat nu? Ze wist dat iemands gangen kunnen worden nagegaan aan de hand van het telefoonnummer, maar wie kon haar daarbij helpen? Naar de politie gaan om hem als vermist op te geven, had geen zin. Tenslotte was ze geen familie van hem. Een privédetective dan? Dat zou een kostbare geschiedenis worden, waarvoor ze het geld niet had met een uiterst minieme kans op succes. Het was om gek van te worden.

19 Wat was er gebeurd met zuster Petra, de aanstichtster van de afgang van dokter Dick? Nadat bekend was geworden dat zij de aanbeden chirurg had beschuldigd van aanranding, had ze geen leven meer. Haar collega’s konden het niet geloven en meden haar zoveel mogelijk. Petra raakte overspannen en meldde zich ziek. Ze kwam niet meer terug en vond werk in een ander ziekenhuis. Maar een duiveltje in haar stond op. In het verpleegsterstijdschrift verscheen een interview met haar. Niet alleen de dokter kreeg ervan langs maar ook de directie die aangifte had tegengehouden. Het artikel sloeg in het Amalia ziekenhuis als een bom in.

20 Annemarie was furieus. Ze kon dat loeder wel wurgen. Ze had dokter Dick weg gekregen en moest hem zonodig een trap na geven. Hoe durfde ze de goede dokter zo door het slijk te halen. Wat een misselijke streek. Petra kreeg er flink van langs in ingezonden brieven. En de directie die zich had laten chanteren, niet minder. Slechts een enkeling prees haar. Artsen moeten zich niet verbeelden dat ze zich alles kunnen permitteren, schreef iemand. Annemarie reageerde ook. De beschuldiging is een verzinsel van een afgewezen vrouw. Onbewezen en uit wraak geboren, betoogde ze. Daarna sloot de redactie de discussie.

21 Zonsopgang was voor dokter Dick zijn nieuwe wekker. Zijn eerste gang was naar het keukentje van de boerderij. De boerin had meestal al koffie gezet. Hij schonk een mok in en ging op het bankje naast de keukendeur zitten. Alhoewel zomer, was het ’s ochtends nog kil. In zijn dunne T-shirtje rilde hij wat. Elke ochtend zette hij zijn mobieltje even aan om het nieuws van de dag te raadplegen en te zien wat hij aan berichtjes had gekregen. Vaak waren er berichten van medische organisaties waarvan hij lid was geweest. Maar nooit van A. Dat kon ook niet, want ze had zijn telefoonnummer niet. Dacht hij.

22 Zuster Annemarie had vaak op het punt gestaan Dick te sms-en. Tenslotte had ze zijn telefoonnummer, maar ze aarzelde. Wat moest ze hem schrijven? Waren het ene etentje en de afscheidskus op haar wang genoeg aanwijzingen voor zijn sympathie, misschien voor zelfs iets meer. Was hij wel gediend van verder contact? Hoe zou hij reageren als ze hem schreef dat ze hem miste? Misschien zou hij niets van zich laten horen of haar zelfs bot afwijzen. Nee, dat kan toch niet, verwierp ze die gedachte snel. Maar wat dan wel? Dus bleef een levensteken van haar uit.

23 Na de koffie waste Dick zichzelf aan de pomp en deed wat hij noemde zijn ochtendcorvee: eieren rapen, de kippen voeren, het erf vegen dat altijd bezaaid lag met bladeren. Hij stapte op de roestige fiets van de boer en peddelde naar het bakkertje, een stuk verder langs de weg waaraan de boerderij stond. Kocht brood, vers gebakken en heerlijk geurend. Het deed hem denken aan zijn kinderjaren toen de bakker elke dag met zijn kar langs kwam. Toen hij terugkwam, stonden er twee flesjes melk naast de keukendeur. Hij ging aan de keukentafel zitten, sneed twee boterhammen van het brood af en belegde ze met marmelade en appelsiroop. Laat de nieuwe dag maar beginnen, zei hij welgemoed tegen zichzelf.

24 Het was zomer, zuster Annemarie had twee weken vakantie. Hoe heerlijk zou het zijn als ze die met dokter Dick had kunnen doorbrengen. Samen naar een tropisch eiland, luierend in ligstoelen aan het strand. Wel onder parasols want Annemarie had een tere huid die niet tegen de brandende zon bestand was. Daar hielp geen zonnebrandolie tegen. Hand in hand de zee in, niet te lang, met elkaar stoeien alsof ze weer kleine kinderen waren. Elkaar afdrogen, in slaap vallen, weer de zee in, terug naar het  hotel, douchen, verkleden en op naar een strandtentje om vis te eten. Ze zag het helemaal voor zich.

25 Het was de directie ter ore gekomen dat de nieuwe chirurg die de plaats van dokter Dick had ingenomen, over de tong ging. Zijn flirterig gedrag was te opzichtig, de meeste verpleegsters moesten er niets van hebben. Een enkeling zei hem dat ook, zij het in bedekte termen, maar hij haalde grijnzend zijn schouders op. Tijdens zijn eerste functioneringsgesprek, drie maanden na zijn aanstelling, bracht de directeur het onderwerp ter sprake. Hoe beviel de omgang met het verplegend personeel? Het dubbeltje viel niet, hij begreep niet waar de directeur op doelde. Die liet de zaak voorlopig maar verder rusten, want op zijn werk was niets aan te merken.

26 De boerderij waar dokter Dick onderdak had gevonden, stond aan een lange plattelandsweg die liep vanaf een dorp en voor de meeste mensen eindigde bij enkele vakantiecomplexen. Dokter Dick liep er wel eens heen om in het hoofdgebouw van één vakantieoord koffie te drinken, een praatje te maken met vakantiegangers en de provinciale krant te lezen. Op een keer viel zijn oog op een advertentie waarin een ‘scharrelaovond’ werd aangekondigd. Wat dat was, vroeg hij later aan de boerin. Die legde hem uit dat de VVV van het dorp de avond organiseerde. Bezoekers kochten een nummertje, speldden dat op hun borst en speurden naar iemand met hetzelfde nummer.

27 Dokter Dick ging zondags ook wel eens naar de kerk, een rooms-katholieke. Niet dat hij godsdienstig was maar veel meer was er niet te doen in het dorp. Het had geen bioscoop, wel een winkelcentrumpje, maar daarop was Dick snel uitgekeken. De roomse mis bracht rust in zijn kop en die kon hij wel gebruiken, want de gebeurtenissen in het ziekenhuis knaagden bij tijd en wijle nog aan hem. Dick bezocht ook de scharrelaovond, meer uit nieuwsgierigheid dan uit de wens een partner te vinden. De meeste bezoekers waren trouwens teenagers, te jong voor hem. En die ene, de engel van het ziekenhuis, kwam hij er niet tegen. Dat gebeurt alleen in boeken, nooit in het echt.

28 Miste dokter Dick zijn werk in het ziekenhuis niet? Hij was toch een kundig, toegewijd en ervaren chirurg, nooit te beroerd om lange werktijden te maken, altijd begaan met het lot van zijn patiënten. Als een patiënt op de operatietafel onder zijn handen stierf of na de operatie, was hij er ondersteboven van. Natuurlijk mocht dat nooit lang duren, want de volgende patiënt wachtte, maar Dick’s hart was nu eenmaal niet van steen. Dat pleitte ook voor hem. De operatiezusters werkten graag voor hem. Nimmer raakte hij geërgerd als een zuster hem te laat zijn instrumenten aanreikte. Ja, hij miste dat wel, maar hij stond er niet te lang bij stil.

29 Op zijn verjaardag trakteerde dokter Dick zichzelf op een etentje. Hij nam de bus naar de grote stad. Het moest een sentimental journey worden, dus ging hij op zoek naar een Spaans restaurant. De wereld was culinair goed vertegenwoordigd: China, India, de Balkan, Thailand, Griekenland, Suriname, maar hij kwam geen Spaanse restaurant tegen dus werd het Italië. Italiaanser kon de zaak niet zijn met mandflessen Chianti hangend aan het plafond  en muurschilderingen van het Lago Maggiore. Dick was vroeg, hij was de enige klant. Daar zat hij dan, moederziel alleen, en probeerde het naar zijn zin te hebben. Het lukte, maar niet van harte.

30  Diezelfde avond, vele kilometers verder in het land, zat ook iemand moederziel alleen aan een tafeltje. Annemarie wist wanneer Dick jarig was en wilde dat ook met een etentje vieren. Niet in een Spaans restaurant, dat zou te beladen voor haar zijn, maar een Indiaas. Annemarie was gek op de Indiase keuken. Ooit hoopte ze op vakantie naar India te gaan. Op huwelijksreis, mijn lief, mon amour,  fluisterde ze. Misschien konden ze er zelfs een baan vinden in hetzelfde ziekenhuis. Dat zou helemaal ideaal zijn. Annemarie bestelde kip marsala, haar favoriete gerecht. ‘Hoe heet wilt u het hebben?’, vroeg de ober. ‘Vijftig procent’, antwoordde ze. Dat kon ze wel aan.

31 Maar vijftig procent in Nederland is geen vijftig procent in India, want de vlammen sloegen haar na enkele happen uit en het zweet parelde op haar voorhoofd. Maar Annemarie liet zich niet kennen, ze had voor hetere vuren gestaan. Na een tijdje wende het trouwens, dus zo’n ramp was het nu ook weer niet. Ze liet de gebeurtenissen in het ziekenhuis nog eens de revue passeren. Het intieme etentje met dokter Dick, zijn abrupte vertrek, de schokkende confrontatie met de dokter slapend onder een viaduct, de haatcampagne van zuster Petra, de slappe knieën van de directie en de komst van de nieuwe chirurg. Er was veel gebeurd.

32 Op zekere dag kreeg Annemarie een sms-je van een onbekend telefoonnummer met de tekst ‘Ik mis je’. Zou het, zou het, zou het dan toch…? Ze belde het nummer, maar er werd niet opgenomen. Ook niet toen ze het later nog eens probeerde. Zou iemand haar een poets bakken of was het toch afkomstig van dokter Dick? Misschien had hij zijn telefoonnummer gewijzigd. Dat leek haar de meest aannemelijke verklaring. Ze sms-te terug ‘Ik ook’, maar er volgde geen antwoord op. Annemarie werd er kribbig van. ‘Antwoord me’, riep ze in stilte. ‘Laat iets van je horen. Waarom reageer je niet?’

33 Annemarie moest denken aan een gedicht dat ze ooit toen ze op het atheneum zat, uit het hoofd had geleerd. ‘Het waren twee koninghs kindren, Sy hadden malkander soo lief; Sy konden by malkander niet komen, Het water was veel te diep.’ Maar met die twee liep het slecht af, dat zou haar en dokter Dick niet overkomen. Ze konden alle twee zwemmen, dus wat maakte het uit dat het water veel te diep was? En zo groot kon de afstand niet zijn tussen hen. Geografisch misschien wel, maar psychologisch niet. Dat gaf haar moed. De vergelijking met de koningskinderen mocht niet opgaan.

34 Dokter Dick bewaarde nare herinneringen aan zijn dakloze periode. Hij wilde er liever niet over nadenken. Hij had zijn huis te koop gezet en was gaan zwerven. Hij verkaste naar een andere stad uit angst dat ziekenhuispersoneel hem zou zien. Was aan de drank geraakt, waste zich niet meer en zijn kleren waren gescheurd toen hij een keer, zwaar in de lorem, gestruikeld was. Onder een viaduct had hij een slaapplaats gevonden met karton als deken. Het kon hem allemaal niets meer schelen. Hem was groot onrecht aangedaan. Als hij zuster Petra zou tegenkomen – wat niet te hopen was – stond hij niet voor zichzelf in. Maar dat was gelukkig allemaal voorbij.

35 ‘Hé Kees, jij hier? Wat een verrassing.’ Op het terras van het vakantiepark, waar hij wel eens koffie dronk, liep dokter Dick een oud-collega van het ziekenhuis tegen het lijf. Kees was zaalarts, ze kenden elkaar van de lunchpauzes. Kees had met zijn gezin een huisje gehuurd. Leuker voor zijn kinderen dan een buitenlandse vakantie. Kees was al net zo verbaasd als Dick om hem hier aan te treffen. ‘Wat doe jij hier?’ Dick aarzelde wat hij zou vertellen. Kees begreep dat wel. ‘Nou ja, maakt ook niet uit. Zeg, je ziet er goed uit, man.’ ‘Nou, jij mag er ook zijn’, grinnikte Dick. ‘Hollands welvaren.’ Het viel hem op dat Kees aardig was uitgedijd.

36 Zonder in details te treden, vertelde Dick dat hij na de onverkwikkelijke affaire in het ziekenhuis – ‘Geen commentaar, vriend’– in retraite was gegaan. ‘Ik woon hier in de buurt. Hoe gaan de zaken in het ziekenhuis? Nog nieuwe ontwikkelingen?’ Nee, die waren er niet, vertelde Kees, behalve dan dat Dick’s plaats was ingenomen door een nieuwe chirurg, maar die had hij nog nooit gesproken. ‘Zeg wat dacht je ervan om hier vanavond een vorkje te prikken? Je kunt hier behoorlijk eten. Ik moet nou met de vrouw en de kinders naar het zwembad.’ Dick vond het prima. Ze namen afscheid met een stevige handdruk. ‘Tot vanavond, 6 uur oké?’

37 De maaltijd met Kees, zijn vrouw Annetje en de twee kinderen verliep in een aangename sfeer. Ze aten andijviestamppot, een gerecht dat Dick in lange tijd niet had gegeten. Het stond in het ziekenhuisrestaurant altijd op vrijdag op het menu. Na de maaltijd verkasten ze naar de serre voor koffie met een likeurtje. Dick oogstte bij de kinderen veel succes met de kaarttrucs die hij kende. Ze pakten een kaart uit het deck, stopten hem terug, Dick schudde de kaarten waarna hij ze een voor een zogenaamd aandachtig bekeek totdat hij zei: Dit is ‘m. Over het ziekenhuis spraken ze niet.

38 Dick had Kees gevraagd niet in het ziekenhuis te vertellen dat hij hem gezien had. Een ziekenhuis is een kleine gemeenschap waar toch al veel geroddeld wordt. Als hij het vertelde, zou iedereen binnen de kortste keren op de hoogte zijn. Nee, dat nooit. Het ziekenhuisleven was passé, althans voor het moment, want een terugkeer naar de OK sloot hij niet uit. Kees vond het moeilijk zijn mond te houden, vooral tegenover zuster Annemarie die hem na zijn vertrek als enige had gezien. De manier waarop ze over die ontmoeting had gesproken, wekte bij hem de indruk dat ze in stilte op hem verliefd was. Wat natuurlijk ook zo was.

39 Het was hooitijd en Dick hielp een handje mee. Dat gebeurde nog met de hand. Het duurde even voordat Dick de slag te pakken had om de zeis in een sierlijke boog door het hoog opgeschoten gras te zwaaien. Het was zwaar werk, zijn armen raakten snel vermoeid. Hij was het niet gewend, als chirurg was hij de man van de fijne motoriek. Werd hij overmoedig of was het de vermoeidheid?, maar de zeis schoot uit en raakte zijn been. De scheur in zijn broek was nog het minst erge, erger was de jaap in zijn been die behoorlijk bloedde. Dick ging strompelend terug naar de boerderij en legde een noodverbandje aan.

40 De boer bracht hem op de fiets naar de dorpsdokter om de wond te laten hechten. Het was alsof de tijd had stil gestaan in de praktijk. De spreekkamer leek uit de vorige eeuw te stammen met donkerbruine lambrizering, een houten boekenkast met medische werken en een kast met medicijnflesjes. Dick zei niet dat hij ook arts was. Hij bleef liever in cognito. In de behandelkamer reinigde de dokter de wond, hechtte hem en verbond de wond. Vakkundig en snel. Voor alle zekerheid gaf hij antibiotica mee, voor het geval dat. Hij wilde ook een pijnstiller geven, maar dat vond Dick niet nodig.

41 De vakantie zat er al weer op voor Annemarie. Ze had een busreis voor alleenstaanden gemaakt. Tien dagen Wenen. Als Parijs de stad is van de liefde, dan is Wenen een goede tweede. In de bus had ze kennis gemaakt met Marloes, ook een verpleegster. Marloes was een gezellige meid, die nooit om een woord verlegen zat. Ze vergaapten zich aan de pracht en praal van Schloss Schönbrunn,  bewonderden de dressuuroefeningen in de Spaanse rijschool en tracteerden zich in café Sacher op Sacher Torte. Het absolute hoogtepunt was een rijtoer met een koetsje. De dagen waren omgevlogen. Maar er knaagde toch iets.

42 Marloes had haar ogen niet in haar zak. Ze werkte op de psychiatrische afdeling van haar ziekenhuis, misschien dat ze daardoor zag dat Annemarie niet goed in haar vel zat. Annemarie leek soms zo afwezig, alsof ze ergens anders was. Maar ze schroomde ernaar te informeren. Het gaf geen pas in het privéleven te wroeten van iemand die je pas enkele dagen kent. Maar het lag op het puntje van haar tong om te vragen: Is er wat? Je lijkt soms zo afwezig. Wie weet, kwam het er nog  eens van als ze elkaar beter kenden. Want ze hadden afgesproken om na de vakantie contact te houden.

43 Die gelegenheid deed zich weken later voor toen Annemarie op bezoek was bij Marloes en ze herinneringen ophaalden bij vakantiefoto’s. Marloes stelde de vraag die ze in Wenen had willen stellen, maar niet stelde. ‘Is er wat? Je leek soms zo afwezig in Wenen.’ Marloes raakte een gevoelige snaar bij Annemarie. De tranen welden op in haar ogen. En ze brak. Vertelde wat er was gebeurd in het ziekenhuis, vertelde over haar etentje met Dick en de schokkende confrontatie toen ze hem vervuild onder het viaduct zag liggen. Marloes hoorde het alemaal geduldig aan, zei niets, vroeg niets en pakte haar hand vast. Dat simpele gebaar deed Annemarie goed.

44 Marloes’ commentaar was nuchter. ‘Als hij werkelijk van je houdt, neemt hij wel contact met je op. Hij weet je te vinden, jij weet niet waar hij is. Ik denk dat hij na die hele affaire in de war is en rust nodig heeft voor verwerking. Dat kan soms heel lang duren. Gun hem die rust. De zaak haasten, heeft geen zin. Jullie relatie zou onder een enorme druk komen te staan.’ Annemarie was blij met Marloes’ advies, alhoewel het geen soelaas bood voor de korte termijn. Maar soms moet je in het leven geduld hebben, een stapje terug doen om een sprong voorwaarts te kunnen maken.

45 De zomer was voorbij, de herfst brak aan en de winter kondigde haar komst aan met koude nachten. De boerin stelde voor dat dokter Dick zou verhuizen naar de bedstee in de beste kamer. Nou graag, zei Dick, die al enkele nachten op zijn strobed had liggen rillen onder een dun dekentje. De bedstee was een uitstekend alternatief. Als de deurtjes dicht waren, steeg de temperatuur al snel. De beste kamer bevond zich aan de voorkant van de boerderij. De boer en boerin zaten er nooit, die bivakkeerden liever in de schuur, die ze als woonkamer hadden ingericht. De beste kamer had een voordeur, maar die mocht alleen gebruikt worden bij uitvaarten, zo vereiste de traditie.

46 Het vakantiepark, waar Dick wel eens kwam, was grotendeels verlaten. Alleen in de herfstvakantie logeerden enkele gasten in het hoofdgebouw. De huisjes stonden leeg, op het kampeerterrein stond nog een enkel iglotentje van een moedige kampeerder. Er was nog een tweede grote accommodatie voor groepsgebruik, de Schaapskooi geheten, maar ook die was aan een lange winterslaap begonnen. Niettemin bleef Dick er komen. Het terras was ontruimd, maar binnen in het hoofdgebouw smaakte de koffie net zo goed. Het liefst zat hij in de serre, een smalle ruimte van glas, met uitzicht op het zwembad en de speeltuin. Zomers had hij er vaak eekhoorns gezien, hij genoot van hun capriolen, maar nu vertoonden ze zich niet.

47 Dick at er wel eens een uitsmijter. Drie spiegeleieren, ‘met meegebakken spek’ zei hij altijd bij de bestelling, op twee witte boterhammen. Glas melk en koffie tot besluit. Rond hetzelfde tijdstip was het pauze in het ziekenhuis. Hij stelde zich voor dat Annemarie nu lunchte. Meestal met knäckebröd en een hard gekookt eitje, en een kop soep vooraf. Annemarie was geen grote eter. Dick had wel eens gegrapt: ‘Ben je aan het lijnen? Dat heb jij toch niet nodig.’ Ze moest glimlachen bij die opmerking en alleen daarom al had Dick het later nog eens gezegd. O, die verrukkelijke, lieve glimlach, wat hield hij daarvan.

48 De vraag hoe nu verder met zijn leven, hield Dick niet echt bezig. Een enkele keer stond hij op het punt een ziekenhuis te zoeken, waarin hij weer aan de slag kon, maar het kwam er niet van. Het boerenleven was goed, zoals het was. Dat wil zeggen voorlopig, want hij zag zich niet zijn hele leven op klompen lopen. Daarvoor was hij hij toch te veel een intellectueel die geestelijk voedsel nodig had. Zijn alleenstaande status drukte ook niet echt op hem. Hoezeer hij verlangde naar een vrouw in zijn armen, het gemis was dragelijk. Ach, dacht hij: Komt tijd komt raad.

49 In het dorp was een biljartcentrum geopend met één snookertafel en twee pooltafels. Je kon er ook darten en er stonden enkele gokautomaten. Gokken deed dokter Dick niet, snooker ging hem boven zijn pet, maar poolbiljart lukte wel. Het kostte geen enkele moeite een tegenspeler te vinden. Meestal waren ze bedrevener dan hij zodat hij werkeloos moest toekijken hoe ze de ene na de andere bal in een pocket speelden. Daarop had hij wat gevonden: de moyenne oftewel handicap. De tegenspeler mocht per beurt 1 bal spelen. Niettemin verloor hij de meeste keren. Maar ach, het was maar een spelletje, hij was geen fanatieke speler.

50 Kees kon zijn mond niet houden en vertelde Annemarie dat hij de dokter had ontmoet. ‘Hij woont in een buurtschap op de Veluwe. Is in retraite gegaan. Hij heeft me gevraagd het niet te vertellen, maar ik heb niets beloofd. Oké, slap excuus natuurlijk. Ik denk dat hij het heel leuk zou vinden als je hem opzocht.’ Annemarie stond perplex, ze wist niet wat te zeggen. Diep in haar hart brak gejuich uit. Wat zou het heerlijk zijn hem in haar armen te sluiten. Maar zover was het nog niet. Kees wist geen precies adres. En had Marloes niet aangedrongen op geduld? Om hem tijd te gunnen zijn leven op de rails te zetten?

51 Annemarie vertelde Marloes dat Kees ‘haar Dick’ had ontmoet. Marloes was een beetje bijgelovig, ze legde wel eens Tarotkaarten en die haalde ze nu ook tevoorschijn. Was Kees’ onthulling ingegeven door een medium? Had het iets te maken met de stemmen in Dick’s huis waarover Annemarie had verteld? De kaarten gaven geen eenduidig antwoord. Marloes zag wel dat Annemarie enorm opgefleurd was, nu ze wist dat Dick zijn zwerversleven vaarwel had gezegd en een ordentelijk leven leidde. ‘’t Is zwaar’, zei Annemarie, ‘maar ik kan wachten.’ En met een verwijzing naar het lied van de koningskinderen: ‘We kunnen alle twee zwemmen.’ Maar Marloes begreep niet waar dat op sloeg.

52 Het was een rare situatie. Er was niets veranderd. Nog steeds waren Annemarie en Dick niet samen, maar toch had Annemarie het gevoel als ze ’s avonds naar bed ging, alsof ze in de armen van Dick kroop. Ze lagen dicht tegen elkaar aan, buik tegen buik. Hij keek in haar onwaarschijnlijk lichtblauwe ogen, zij in zijn onpeilbaar diepe donkere ogen. Ze bedreven de liefde. De levenskracht die hij bezat, vloeide in haar over waarna ze vermoeid lepeltje-lepeltje in slaap vielen. Alhoewel fantasie, was het een aangename sensatie. Annemarie was ervan overtuigd dat het ooit werkelijkheid zou worden. Dat moest wel, ze waren voorbestemd voor elkaar.

53 De herfst bracht gure winden, de winter sneeuw en ijs. De elfstedenkoorts brak uit, maar de vorst zette niet door. Het leven op de boerderij viel Dick zwaar. Hij was de kou niet gewend. Hij had altijd in verwarmde ruimtes gewoond en gewerkt. Hij zat daarom het liefst in het keukentje, want de beste kamer werd niet verwarmd. Alleen de bedstee beschermde hem tegen de kou. Zijn dagelijkse fietstocht naar de bakker was geen lolletje. Maar Dick was er de man niet naar om zich laten kennen. Twee hemden, een katoenen en een wollen, een dikke trui, jack, corduroy broek, oorwarmers en wanten vormden zijn pantser tegen koning Winter.

54 De lente brak aan, de eerste krokussen staken hun kopje boven de grond uit. In het biljartcentrum kwam dokter Dick in contact met Peter, al net zo’n brekebeen aan de pooltafel als hij. Peter was onderwjzer op een driemansschool in het dorp. Nog wel, want de overheid wilde van alle kleine scholen af. Ze moesten fuseren of opgaan in grotere scholen. Grote scholen hadden meer faciliteiten, dus zouden beter onderwijs bieden. Peter geloofde er niets van. Dick vroeg zich af of dit ook voor ziekenhuizen geldt. Bieden grote ziekenhuizen betere medische zorg dan kleine? De zorg is er uitgebreider, maar ook beter?

55 Peter had humor, dat beviel Dick. Ze spraken een vaste poolavond af, die na enkele keren werd uitgebreid met een etentje vooraf. In een eenvoudig eethuisje met zeiltjes op de tafels. De keuze aan gerechten was beperkt. Prominent op het menu stond draadjesvlees met twee soorten groente en gekookte aardappelen. Alsof je bij je moeder at. Allengs werden de gesprekken intiemer. Peter had een ongelukkige liefde achter de rug, zijn vriendin had hem bedrogen. Dick had een naar het scheen onbereikbare liefde. Maar cynisme was hen vreemd. Ze geloofden beiden heilig in De Liefde. Echte liefde, niet de nepliefde van tv-soaps.

56 Dreven Annemarie en Dick uit elkaar? Het leek er wel op met Annemarie die veel optrok met Marloes en Dick die in Peter een gesprekspartner had gevonden. Hij had hem iets, maar niet alles, verteld over de ziekenhuisaffaire en zijn tijd als zwerver. ‘Ach, zo gaan de dingen nu eenmaal in het leven. Soms zit het mee, soms zit het tegen. Vechten heeft geen zin, we moeten accepteren dat je niet altijd je leven kunt sturen in de richting die je wenst’, en dat vond Dick een verstandige opmerking. Nee, Annemarie en Dick dreven niet uit elkaar. Zoals Dick’s moeder wel eens had gezegd: De  dag is om te lachen, de nacht om te huilen.

57 De nachtdiensten waren voor Annemarie het moeilijkst. Ze had meestal niet veel te doen. De dagdienst was beter, dan was ze constant bezig. De enige afleiding ’s nachts waren de rondes over de afdeling. Een enkele patiënt belde wel eens om haar hulp. Ze piekerde veel, wat eigenlijk niet goed was. Dat wist ze ook wel. Het was inmiddels een jaar sinds ze Dick voor het laatst had gezien. Het leek een eeuwigheid, hoe lang zou het nog duren voor er een einde aan kwam? Soms wenste ze religieus te zijn. Dan had ze een kaarsje kunnen branden. Of boeddhist, dan had ze wierookstokjes aangestoken. Minstens negen, minder hielpen niet.

58 De vakantiegangers begonnen langzaam terug te keren, nu de lente was aangebroken. Het voorseizoen bood altijd aantrekkelijke prijzen voor mensen die niet gebonden waren aan de schoolvakanties. In de Schaapskooi streken groepen leerlingen en studenten neer, die op werkweek waren. Dick nam er een keer een kijkje. In de centrale ruimte speelden leerlingen tafeltennis, ze waren aan het darten en enkelen streden aan de sjoelbak. Dick keek geamuseerd toe. Wat een vrolijk stel, kwetterend als vogels in een vogelbadje. Dick had veel gesjoeld in zijn jonge jaren. Was ik maar net zo oud als deze knapen en meiden. Ik zou ze allemaal verslaan, dacht hij.

59 Dick gebruikte bij het sjoelen een speciale techniek. Zette zijn duim op een schijf en gaf die dan een enorme zwieper. Door de grotere snelheid kon hij beter mikken op een van de poortjes. Toen de sjoelers even pauzeerden, keek hij of hij de techniek nog beheerste. En jawel, het lukte nog steeds. De schijven vlogen met de snelheid van een formule-1 racewagen naar het einde van de bak. Een enkele ketste af tussen de poortjes, maar de meeste belandden in een vakje. Hij scoorde 63 punten, alleszins acceptabel na zo’n lange periode, waarin hij het spel niet had gespeeld.

60 Dick hakte de knoop abrupt door. Na zijn retraite van bijna een jaar voelde hij zich sterk genoeg om een poging te doen het hart van Annemarie te veroveren. Hij belde Kees en vroeg of hij wilde fungeren als postillon d’amour. Kees deed het graag. Had hij niet destijds gezegd een ontluikende liefde te ontwaren bij Annemarie? Dick stuurde een kort briefje met de drie magische woorden Ik mis je en een uitnodiging om naar de boerderij te komen. Annemarie’s hart sloeg over toen ze het las. Ze antwoordde met een geparfumeerd briefje in de vorm van een hart. Ja natuurlijk, kwam ze. Ze had al verlof geregeld.

61 Dick had een kamer gehuurd in het hoofdgebouw, tevens hotel van het vakantiepark waar hij vaak kwam. Hij wilde de boer en boerin niet betrekken bij zijn privéleven. Annemarie arriveerde met de provinciale bus. Toen ze uitstapte, verscheen de glimlach op haar gezicht die Dick zo goed kende en nooit was vergeten. Met een simpel ‘Hallo, hoe gaat het met je?’, begroette hij haar. In de serre gebruikten ze de lunch. Ze spraken weinig, geluk heeft geen woorden nodig.  Een ouder echtpaar keek hen onderzoekend aan. ‘Iets te vieren vandaag?, vroeg de vrouw. Ze lachten wat schaapachtig.

62 Na de lunch liepen ze hand in hand de trap op naar de eerste verdieping, naar Dick’s kamer. Daar ontlaadde zich de spanning die ze het voorbije jaar hadden opgebouwd. Ze omhelsden elkaar, knuffelden, kusten, lachten en huilden tegelijk. Het was een eruptie van gevoelens die al die tijd gesluimerd hadden. Het script van die middag lag al vast, ze hadden er vaak over gedroomd. ‘Ik heb je zo gemist’, fluisterde Annemarie. Dick legde zijn vinger op haar lippen: ‘Dat is nu voorbij. Niets kan ons meer scheiden. Voor altijd de jouwe.’ Annemarie knikte. En wie weet, werd die middag de basis gelegd voor een nieuwe Dickiedick.

Bangkok, 18 augustus 2017.

Epiloog
Dick en Annemarie waren nu een half jaar samen. Dick’s huis was verkocht, de geheimzinnige stemmen waren niet meer te horen. Dat zou voor altijd wel een mysterie blijven. Dick had een kamer gehuurd in de verpleegstersflat van het ziekenhuis waar hij was gaan werken, Annemarie was hem gevolgd. De flat stond grotendeels leeg, hij zou gesloopt worden, maar een besluit was daarover nog niet genomen. Annemarie had een eigen kamer. Ze had wisselende diensten en wilde Dick’s nachtrust niet verstoren. Ze studeerde voor nurse-practitioner. Annemarie had Dick verteld over haar droom: een baan in India. Dick was gelijk enthousiast. Welk land lieten ze van het toeval afhangen.

Dokter Dick en Annemarie in Thailand

1 Het toeval was Dick en Annemarie gunstig gezind. Dick kwam een oud-studiegenoot tegen die directeur was van het Christian Hospital in Bangkok. Hij kon Dick wel gebruiken in zijn chirurgenteam. ‘Wat denk je schat?’, vroeg Dick aan Annemarie. ‘Doen?’ ‘Tuurlijk’, vond Annemarie. ‘Zo’n kans krijg je misschien maar eenmaal in je leven.’ Er was wel een kleine complicatie. Annemarie was nog bezig met de opleiding tot nurse-practitioner en die wilde ze graag afmaken. Niet alleen uit interesse, maar ook omdat die functie beter betaalde dan verpleegster. Dus ging Dick eerst en zou Annemarie later volgen, want het ziekenhuis kon zo’n ervaren super-verpleegster ook wel gebruiken.

2 En weer waren Dick en Annemarie gescheiden. Ze waren er niet blij mee na het jaar waarin Dick spoorloos was. Maar de periode was te overzien en ze konden met Skype en email in contact met elkaar blijven. Ze namen afscheid in het ziekenhuis, Dick had dat liever dan op Schiphol. Hij vond afhalen oké, maar aan weggebracht worden had hij een hekel. Op de luchthaven stuurde hij nog een sms-je met de tekst ‘Ik houd van je, mijn lief. Voor altijd de jouwe’ en Annemarie antwoordde ‘Ja, mon amour’, waaraan ze had willen toevoegen ‘Tot de dood ons scheidt’, maar dat had ze geschrapt. Want wie wil nu praten over de dood als je verliefd bent?

3 Dick had het naar zijn zin op zijn nieuwe standplaats. Hij was verbaasd over de uitrusting van het ziekenhuis dat het nieuwste van het nieuwste aan medische apparatuur had. Met de hiërarchische verhoudingen had hij wel moeite. Hij was de informele omgangsvormen tussen arts en verpleegster in Holland gewend. Hij mocht ook niet meer patiënten zelf ophalen. Die werden door een verpleegster naar zijn spreekkamer gebracht. Maar hij paste zich aan: ‘s lands wijs, ‘s lands eer. Het werk slokte hem op. Hij had nauwelijks tijd om de stad te verkennen. Dat kon wachten totdat Annemarie er was. Hij probeerde ook wat Thais te leren, maar dat lukte maar matig. Die vermaledijde toonhoogtes wilden maar niet beklijven.

4 Het ziekenhuis had een appartement gezocht voor Dick en Annemarie. Twee slaapkamers, woonkamer met kitchenette en badkamer, voorzien van air-conditioning. Het appartement bevond zich op de twintigste verdieping van een flat die dertig verdiepingen telde. Dick kon er lopend naar toe, wat wel zo handig was, dan hoefde hij geen taxi te nemen. Of een motortaxi, maar daar was Dick niet gek op. De bestuurders reden hem te wild, vond hij na enkele keren achterop te hebben gezeten. Bovendien zat hij altijd opgevouwen vanwege zijn lange benen. Omdat de werkdag pas ‘s avonds eindigde, had hij geen last van de brandende zon. Dat scheelde een heleboel zweet.

5 Vanuit de woonkamer had Dick een adembenemend uitzicht op de stad. Hijzelf was in een grote stad opgegroeid, maar vergeleken met Bangkok was zijn geboorteplaats een dorp. Bangkok bleek een krankzinnige metropool, uit zijn krachten gegroeid waardoor het verkeer regelmatig in de knoop zat. Een taxirit is dan een oefening in geduld. Erg gezond kon de stad niet zijn met die honderdduizenden auto’s, bedacht Dick. Astmalijders kunnen de stad maar beter mijden. Een rumoerige stad ook. Zelfs in het Lumpinipark, het grootste groengebied, is geen stil plekje te vinden. Dick kwam er niettemin graag. Je kon er heerlijk wandelen en joggen of in een prieel een boek lezen.

6 De overige chirurgen in het ziekenhuis waren blij met de komst van Dick. Ze kenden hem van publicaties in vaktijdschriften en hadden respect voor zijn vakmanschap. De verpleegsters in de OK leerden veel van hem. Ze moesten wel wennen aan zijn soms informele omgangsvormen, die zo heel anders waren dan van de Thaise chirurgen. Dick had geen klagen over hen, ze waren vakkundig en werkten efficiënt. Buiten de OK had hij geen contact met hen. Toen hij eens in het ziekenhuisrestaurant bij hen aan tafel ging zitten, tikten zijn collega’s hem later op de vingers dat dit not done was.

7 Twee maanden verstreken. Dick en Annemarie hadden de meeste dagen Skype contact met elkaar. Soms liet de verbinding het afweten, soms zorgden het tijdverschil en hun beider diensten ervoor dat er geen gemeenschappelijk tijdstip was te vinden. Ze wisselden lieve woordjes uit en vertelden wat ze gedaan hadden. Ze haalden herinneringen op aan het half jaar dat ze samen waren geweest en droomden over hun toekomst. Annemarie had zich met volle overgave op de studie geworpen. Ze wilde in één keer slagen zodat ze zo snel mogelijk naar haar amour kon. Zo noemde ze Dick vaak. Annemarie hield van dat woord. Het klonk als een liefdeslied.

8 Het weerzien op luchthaven Suvarnabhumi was in één woord hemels. Het was alsof Dick en Annemarie een poging deden het wereldrecord langzoenen te verbeteren. Dick moest lang wachten totdat Annemarie in de aankomsthal verscheen. Ze had meer dan een uur bij Immigration moeten wachten met als enige voordeel dat ze niet hoefde te wachten op haar bagage. De bloemen die hij had meegenomen, begonnen al te verwelken – bij wijze van spreken dan. Annemarie had ook iets meegenomen: kaas uit Edam verpakt in rood cellofaan. In de hypermarkten was weliswaar kaas uit Holland te koop: Edam, Gouda, Maasdam, in plakjes, maar er gaat toch niets boven kaas uit het vuistje van je geliefde.

9 ‘Wat doen we? Eerst vrijen of eerst eten?’, vroeg Dick toen ze gearriveerd waren in hun nieuwe liefdesnestje. Daarover hoefden ze niet lang na te denken. Het werd dus vrijen, waarna ze de douche indoken want ondanks de airconditioning waren ze behoorlijk bezweet geraakt. Naar een restaurant hoefden ze niet lang te zoeken, want die waren ruim vertegenwoordigd in de buurt. Dick nam haar mee naar het restaurant, waar hij meestal ’s avonds at als het werk erop zat. Veel honger had Annemarie niet, want ze had een uur voor aankomst in het vliegtuig gegeten en zo’n grote eter was ze niet. Dick at Pad Thai, een populair Thais eenbordsgerecht van gebakken rijstnoedels.

10 Annemarie was moe. Ze had niet veel geslapen in het vliegtuig en ze had last van een jetlag. Terwijl Dick van zijn maaltijd genoot, kon ze haar ogen bijna niet openhouden. De vrijage was uitputtend geweest, de douche erna bood slechts kort verlichting. Dick zag het wel: ‘Je bent moe hè?‘ Annemarie knikte. Dick propte het eten snel naar binnen, rekende af en hand in hand liepen ze snel terug naar hun appartement. Annemarie viel als een blok in slaap. Dick ging verder in Four reigns, een klassieker over de veranderende samenleving onder het bewind van vier monarchen. Maar na tijdje begon ook hij te knikkebollen . Hij kroop naast Annemarie in bed, drukte een kus op haar voorhoofd en zeilde weg naar dromenland.

11 Na enkele rustdagen ging Annemarie aan het werk. Ze werd rondgeleid door de directeur himself wat niet onopgemerkt bleef bij het verplegend personeel en bijdroeg aan haar gezag. Evenals Dick had Annemarie moeite met de hiërarchische verhoudingen in het ziekenhuis. Aan de ene kant stond ze als nurse practitioner een treetje hoger dan de overige verpleegsters, aan de andere kant werd van haar een soort respect voor artsen verwacht dat ze soms vond neerkomen op onderdanigheid. In Nederland kon ze als verpleegster een arts behoeden voor een uitglijder, in Thailand vereiste dat enige omzichtigheid zodat de arts geen gezichtsverlies zou lijden.

12 In Thailand-gidsen wordt het begrip Losing face vaak genoemd. Gezichtsverlies is iets wat Thai te allen tijde proberen te vermijden; anderen houden daar rekening mee. Dick en Annemarie spraken vaak over de verschillen tussen Nederland en Thailand. Zijn die wel zo groot? Zijn Nederlanders dan niet bang voor gezichtsverlies? Want ook in Nederland vereist kritiek enige tact om de werkverhoudingen niet te laten verzuren. Was het begrip assertiviteit enkele jaren geleden niet ineens opgedoken? Het was ook een gewild gespreksonderwerp bij etentjes, want de meeste Thaise collega-chirurgen hadden ook in het buitenland gestudeerd. Vaak aan gerenommeerde universiteiten.

13 Annemarie voelde zich soms als een vreemdeling in Jeruzalem. De stad was een maatje te groot voor haar. De hitte, het krankzinnige verkeer, de herrie, de chaos, de ongezonde lucht, niet onderhouden voetpaden, bouwvallen naast protserige nieuwbouw – alles ergerde haar. Vriendinnen had ze niet, de Thaise verpleegsters leken in een andere wereld te leven. Als ze even vrij waren, speelden ze een dom spelletje op hun mobieltje of chatten over volmaakt nutteloze onderwerpen. Ondanks Dick’s aanwezigheid en ondanks het werk voelde ze zich eenzaam. Haar isolement bedrukte haar. Maar daarin kwam verandering toen ze een collega van Dick ontmoette, een Amerikaan, de enige andere buitenlander in het chirurgenteam.

14 Het werk slokte Dick en Annemarie op. Ze waren ’s avond vaak te moe om meer te doen dan een beetje knuffelen. Zat de sleet in hun relatie? Nee, de hartstocht was gebleven, maar de frequentie was wel teruggelopen. Alsof dat een graadmeter zou zijn voor liefde. Annemarie vroeg wel eens: Hou je nog wel van me? Maar dat was meer gekscherend bedoeld dan een serieuze vraag. Voor Dick een schot voor open doel. Vijftig procent, grapte hij. Waaat?, riep Annemarie en gaf hem een speels tikje op zijn hoofd. Proestend van het lachen vielen ze elkaar in de armen, waarna ze een demonstratie hartstocht gaven die er niet om loog.

15 En toch schuurde er iets. Annemarie was op een avond later dan normaal thuisgekomen. Dick kon de Cabernet Sauvignon ruiken. Ze deed er heel luchtig over. Had met enkele verpleegsters wat gedronken. Het was gezellig en ze was de tijd vergeten. Dick zei er niets over, maar hij herinnerde zich ineens dat hij Annemarie een keer in het ziekenhuisrestaurant had gezien, terwijl ze in een wat leek intiem gesprek was verwikkeld met een collega-chirurg. Hij had er toen niets achter gezocht. Nu wel, maar hij verwierp die gedachte direct. Hij kon zich niet voorstellen dat Annemarie hun relatie op het spel zou zetten voor een ander.

16 Op zekere avond kwam het hoge woord eruit. Ja, ze had een ander, maar het was niet wat Dick wellicht dacht. Ze hadden een platonische verhouding. Het klikte met Mac, een Amerikaan die al vele jaren werkzaam in het ziekenhuis was. Hij liet haar een ander Bangkok zien: groene parken, historische wijken, luxueuze paleizen, rijk versierde tempels. Die trips hielpen om Annemarie’s sluimerende depressie te voorkomen. Met Dick was Annemarie wel eens in het Lumpini park geweest, maar de stad bleek veel meer groen te hebben. Haar favoriet was Bang Kra Chao, een groot woud met mangroves en boomgaarden, waar het gekwetter van vogels het geluidsdecor vormde.

17 Dick was blij voor Annemarie. Hij had al langer het idee dat ze vereenzaamde. Hij voelde zich ook schuldig dat ze elkaar zo weinig zagen omdat hij lange werkdagen maakte en weinig vrije dagen had, die bovendien zelden samen vielen met die van Annemarie. Dick vertrouwde Annemarie onvoorwaardelijk, hij dacht trouwens dat Mac gay was, dus van vreemd gaan was geen sprake. Gelukkig maar want hij herinnerde zich hoe Peter, zijn poolmaatje uit het dorp, hem destijds verteld had in een diep zwart gat te zijn gevallen, toen hij erachter kwam dat zijn vriendin hem bedroog. Het duurde lange tijd voordat hij er overheen was.

18 Dick wist een Spaans tapasrestaurant in de buurt van het ziekenhuis. ‘Mon amour’, Dick had Annemarie’s woordgebruik overgenomen, ‘wat dacht je van een Spaans etentje wanneer je jarig bent? En nodig Mac dan ook uit.’ ‘Helemaal top’, vond Annemarie die dit soort modieuze uitdrukking overigens maar zelden gebruikte. Het kostte wel enige moeite om hun roosters op elkaar af te stemmen en altijd was er de kans dat Dick en Mac voor een spoedoperatie werden opgeroepen. Het restaurant had een menuutje van drie tapas naar keuze, ideaal voor Annemarie die zo wist Dick uit Nederland een kleine eter was. Hij had haar er wel eens mee geplaagd toen hij zag dat haar lunch in het ziekenhuis bestond uit een kop soep, knäckebröd en een ei. ‘Ben je soms aan het lijnen?’

19 De keuze voor de Spaanse keuken was niet toevallig. Dick en Annemarie hadden een keer in Nederland in een Spaans restaurant gegeten. Daar was ‘alle ellende’ begonnen, zoals Dick hun liefde wel eens gekscherend noemde. Annemarie herinnerde zich dat in het begin van de maaltijd haar handen trilden, zo zenuwachtig was ze. Maar daar had ze bij dit etentje geen last van. Ze voelde zich perfect op haar gemak in het gezelschap van haar amour Dick en vriend Mac. Die twee konden het trouwens goed met elkaar vinden, alhoewel ze iets te veel over het werk praatten tijdens de maaltijd, vond Annemarie. ‘Zeg jongens, moeten jullie het altijd over je werk hebben? Praat eens over iets leuks.’

20 ‘Geachte jarige’, begon Dick met de zachte g, die niet erg paste bij iemand die Zuid-Limburg alleen uit zijn jonge jaren kende, toen hij tijdens vakanties samen met een neef op de fiets van jeugdherberg naar jeugdherberg trok. ‘Nu ge deze belangrijke mijlpaal in uw leven heeft bereikt, is het mij een grote eer u een blijk van waardering te overhandigen, waarbij ik wel wil opmerken dat u de meest charmante glimlach ter wereld heeft. Thailand mag dan het land van de glimlach heten, maar die valt in het niet bij de uwe.’ Waarna hij uit zijn rol viel met ‘Schat, van harte. Nog vele jaren, vooral met mij. En nu mag je je cadeautje uitpakken.’t Is een kleinigheidje, maar het komt uit een goed hart.’

21 Dat kleinigheidje was een 24 karaat gouden halsketting. Een Thai zou onmiddellijk willen weten hoeveel die gekost heeft, maar in Nederland wordt zo’n vraag ongepast gevonden. Annemarie bloosde er een beetje van en zei, de luchtige toon doortrekkend die Dick had gezet met zijn toespraak: ‘Dat had je nou niet moeten doen’, wat Dick verleidde tot ‘Nou, dan geef je hem toch terug.’ Dat alles ontging Mac volledig want ze hadden Nederlands gesproken en ondertiteling ontbrak. Maar hij begreep wel dat ze aan het keten waren. En dat bleef de hele avond zo. De ene kwinkslag volgde op de andere, totdat ze pijn in hun kaken kregen van het lachen.

22 Annemarie kreeg een verrassend emaíltje van Marloes: ze had zich verloofd. En raad eens met wie? Met Peter, de vriend van Dick. Ze hadden elkaar ontmoet na de hereniging van Dick en Annemarie. Dick had Annemarie over Peter verteld, met wie hij al poolend een vriendschap had opgebouwd, en Annemarie had Dick over Marloes verteld, die ze tijdens haar Wenen reis had ontmoet en die nadien een hartsvriendin was geworden. ‘Zullen we die twee eens koppelen?’, opperde Annemarie, toen ze over hun wederzijds vrienden spraken. ‘Ze passen vast heel goed bij elkaar.’ Dick wist het niet, maar waarom niet? Een etentje met zijn vieren was nooit weg.

23 Het etentje werd tevens een afscheid, want Dick zou kort daarna naar Thailand vertrekken, waar hij ging werken in het Christian Hospital in Bangkok. Annemarie zou hem volgen wanneer ze klaar was met haar opleiding tot nurse practitioner. Dick had maar kort op zijn nieuwe standplaats gewerkt, Annemarie werkte part-time in verband met haar studie. Ze spraken af in een centraal gelegen plaats. Vooraf een aperitief, daarna eten en na afloop uitbollen. Marloes vermoedde wel een verborgen agenda achter de uitnodiging, Peter had voor dit soort dingen geen antenne. Ze troffen elkaar in een bar-bodega. Aan gespreksstof geen gebrek. Leuke jongen, zou Marloes over Peter opmerken, toen zij en Annemarie even naar de wc waren.

24 Voor het eten verkasten ze naar een Indonesiër. Ze waren de enige klanten. Het restaurant moest het hebben van de bezoekers aan de nabijgelegen jaarbeurs, maar er waren nu geen beurzen. Dick bestelde een rijsttafel voor vier personen. Water erbij, geen bier of wijn, want die bedierven maar de smaak van de heerlijke Indonesische gerechten. ‘Hoe is het in het dorp? Werk je nog steeds in dezelfde school?’ ‘, vroeg Dick. ‘Nog wel’, antwoordde Peter, ‘maar ik weet niet hoe lang nog. Het fusieplan is nog steeds niet van tafel. Maar we blijven ons ertegen verzetten. Een kleine school werkt veel prettiger dan een mammoetschool.’

25 Voor 22,50 euro per persoon aten ze hun buikje vol en rond. Keus genoeg: daging semur, sate ayam, ayam rica-rica, krupuk udang, acar ketimun, serundeng, daging rendang, sayur lodeh, pisang goreng, acar campur, emping melinjo, daging rujak, gado gado, op smaak gebracht met sambal goreng telur, sambal goreng kentang en rujak manis. Een waarlijk feestmaal, voorafgegaan door soto ayam. Alhoewel Annemarie niet veel at, genoot ze van de oriëntaalse smaken. Aan Indiaas eten was ze al verslingerd, Indonesisch werd aan haar favorieten toegevoegd. De Thaise keuken had ze nog niet omarmd. Italië en Spanje namen een tussenpositie in. Nederland stond niet op haar lijstje. Was er eigenlijk wel een typisch Nederlandse keuken?

26 Voor het uitbollen na de maaltijd was geen tijd meer. Het was al laat en ze moesten alle vier de volgende dag weer werken. ‘Heb je nog een goede raad?’, wilde Marloes op de valreep van Annemarie weten. ‘Accepteer Peter zoals hij is. Probeer hem niet te veranderen. Dat leidt alleen maar tot ruzie. Mensen veranderen niet.’ Daar kon Marloes wel mee leven. ‘En jij, Dick, wat is jouw advies?’, vroeg Peter. ‘Ik sluit me bij de vorige spreekster aan’, zei Dick. ‘Leven en laten leven en niet zeuren. Dan worden jullie heel gelukkig.’ Peter, quasi geërgerd: ‘Hoezo, worden? Dat zijn we al.’ Ze namen afscheid en beloofden contact te houden.

27 Marloes en Peter hadden elkaar dus gevonden. De koppelpoging van Annemarie was gelukt. Ze was er eigenlijk wel een beetje trots op dat ze een bescheiden rol had kunnen spelen als koppelaarster. Marloes had het al vermoed toen ze hoorde dat Peter ook was uitgenodigd voor het etentje, bij Peter drong het besef later door, maar hij was er niet rouwig om. Marloes was heerlijk gezelschap, altijd opgewekt, nooit chagrijnig en hartstochtelijk in de liefde. Het was liefde op het eerste gezicht. Marloes waardeerde in Peter zijn bezonken oordelen en zijn kleine attenties, vaak grappig zoals een cadeau-ei uit een automaat of een lolly die van kleur veranderde wanneer je erop sabbelde.

28 Over de bestemming van hun huwelijksreis hoefden ze niet lang na te denken: Thailand natuurlijk. Ze zouden enkele dagen in Bangkok logeren om te acclimatiseren en daarna doorreizen naar een vakantie-eiland. Maar zover was het nog niet. Eerst kwam het verlovingsfeest. Ze vierden het in een uitspanning aan de rand van het Veluwemeer, die redelijk centraal lag tussen het dorp van Peter en de stad waar Marloes werkte. Bovendien gemakkelijk te bereiken met het openbaar vervoer, hoewel de meeste gasten met eigen vervoer kwamen. Dick en Annemarie feliciteerden het paar via Skype. Annemarie hoopte dat zij en Dick de volgende zouden zijn om hun verloving aan te kondigen.

29 Ze hadden geluk. De weergoden waren hen gunstig gezind. Dus verhuisde het feest naar het terras. Alleen het koud buffet bleef binnen. Beter voor de smaak, vond de eigenaar. Peter liet zich de haring goed smaken. Peter was gek op haring. Ook paling en garnalen behoorden tot zijn favoriete zeebanket. In het dorp waar hij woonde, was geen viswinkel, dus hij was vaak te vinden bij het buffet. ‘Zeg, laat je ook wat voor de gasten over?’, zei Marloes. Ze kende inmiddels wel Peter’s culinaire voorkeuren. Zelf hield ze niet van haring, wel van krab en kreeft maar die ontbraken op het buffet.

30 Het begon bijna een sleur te worden. Elke dag vroeg uit de veren, schone en gestreken kleding aantrekken, waarvoor een wasvrouw in de buurt zorgde – tegen een habbekrats: 10 baht per kledingstuk en op naar het ziekenhuis. Werken, lunchen, werken en naar huis. De lunchpauzes waren lang, langer dan in Nederland. Eenmaal per week een vrije dag op een wisselende weekdag. Annemarie pikte de Thaise taal sneller op dan Dick. Ze was altijd al op het atheneum goed in vreemde talen geweest. Annemarie had alleen moeite met de hoge toon, maar gelukkig kwam die niet veel voor. Met laag, midden, stijgend en dalend had ze geen moeite.

31 Aan Annemarie’s isolement kwam behalve door haar contacten met Mac een einde toen ze in gesprek raakte met een Filipijnse verpleegster. Filipino’s, ook Filipina’s, beheersen doorgaans de Engelse taal veel beter dan Thai, die vaak Thenglish praten met on-Engelse constructies als ‘I no go’ in plaats van ‘I don’t go’ en moeite hebben met de articulatie van medeklinkers. Merkwaardig toeval, zij heette ook Conception net als de verpleegster in Nederland die de actie Dickiedick moet terug had bedacht. Elke dag lunchten ze, als het even mogelijk was, samen waarbij ze honderduit kletsten.

32 Conception was non geweest, maar ze had haar habijt afgelegd en had haar eigen naam Theresia weer aangenomen. Wat haar had bewogen afstand te doen van haar religieus leven, was Annemarie niet geheel duidelijk. Misschien had het iets te maken met haar naam. Conception verwijst naar de onbevlekte ontvangenis van Maria; misschien geloofde ze daarin niet meer. Of ze had genoeg van de gehoorzaamheid die het kloosterleven als eis stelde en soms neerkwam op kadaverdiscipline. Theresia was op haar plaats in de verpleging. Met haar zoetgevooisde stem wist ze patiënten gerust te stellen die voor een zware behandeling of operatie stonden. Niet alle verpleegsters kunnen dat.

33 Theresia werkte op oncologie, een van de zwaarste afdelingen van het ziekenhuis met de hoogste mortaliteit. Ze moest vaak patiënten voorbereiden op een chemokuur, vooral gevreesd vanwege de mogelijke bijwerkingen. Ze sprak de patiënten moed in, maar gaf hen geen valse hoop. Verpleegsters stonden niet te trappelen om op de afdeling te werken. Het werk stelde hoge eisen aan de patiëntbegeleiding. Theresia had er een natuurlijke aanleg voor. Annemarie bewonderde haar empathisch vermogen. Alhoewel ze geen enkele afdeling uitsloot, was ze blij er niet te werken. Ze zou zich het lot van de patiënten te veel aantrekken. Theresia wist daar een goede balans in te vinden. Ze nam het werk niet mee naar huis.

34 Dick begroef zich in zijn werk. Op een keer moest hij een operatie doen, die hij niet eerder had gedaan. Dat betekende literatuurstudie. Dus zat Dick de hele avond met zijn neus in de boeken. Annemarie sleepte liters thee aan en neuriede telkens als ze thee inschonk, een oud liedje ‘Als je pas getrouwd bent, krijg je koekjes bij de thee, honing op je brood, kind’ren op je schoot. Als je pas getrouwd bent, is het leven nog een feest, het is nog nooit zo leuk geweest.’ Ze waren weliswaar niet getrouwd, maar samenwonen stond voor Annemarie gelijk aan trouwen. Dick vond het leuk, het doorbrak even het inspannende leeswerk.

35 Theresia was alleenstaand. Ze had ook geen vriendje. Over haar leven in de Filipijnen was ze opvallend zwijgzaam. Annemarie vroeg er niet naar, maar ze vroeg zich wel af of ze iets voor haar verborgen hield. Het zou wel nog wel een keer ter sprake komen, alhoewel sommige mensen hun hele leven een geheim bij zich kunnen dragen. Maar dat gebeurde niet. Toen de gesprekken tussen beide vrouwen intiemer werden, vertelde Theresia jarenlang door een oom te zijn misbruikt. Ze was zwanger geraakt en had zich laten aborteren. Illegaal, met als resultaat dat ze vermoedelijk nooit meer kinderen kon krijgen, had de arts gezegd die haar destijds na de abortus had behandeld. Dat bedrukte haar.

36 Hoe graag had Theresia een kleintje in haar armen willen wiegen, de borst geven, slaapliedjes zingen, leuke kleertjes kopen. Om daar niet dagelijks aan herinnerd te worden, had ze nooit op een kinderafdeling willen werken. Het werd oncologie. Als daar kinderen lagen, waren die ouder en was de confrontatie minder schrijnend. Zodra ze haar verpleegsteropleiding op de Filipijnen had afgemaakt, vertrok ze naar Thailand. Ze stopte haar herinneringen diep weg, maar soms kwamen ze naar de oppervlakte. Annemarie bood een luisterend oor, dat hielp de pijn te verzachten. Annemarie zag wel dat het haar goed deed erover te kunnen praten. In eigen land had de familie het incident dood gezwegen. Zelfs geen aangifte gedaan. Niemand hing er de vuile was buiten.

37 En weer deed Annemarie een koppelpoging. Niet uit bemoeizucht maar omdat ze twee mensen gelukkig wilde maken. Dick vond het geen goed idee, maar als Annemarie eenmaal iets in haar hoofd had, dan was ze er niet vanaf te brengen. Dus werd weer een etentje gearrangeerd, zogenaamd om hun 1-jarige verbintenis te vieren. Die twee waren – hoe kan het ook anders –  Theresia en Mac. Ze spraken af in Uno Mas op de 54ste verdieping van Centara Grand. De keuze was om een bijzondere reden gevallen op een Spaans restaurant, maar dat wisten alleen Dick en Annemarie. Waren zij niet verliefd geraakt in een Spaans restaurant?

38 Theresia moest denken aan de geschiedenislessen op school, waarin ze geleerd had over het Spaanse koloniale bewind. Veel wist ze er niet meer van. Ja, het had ruim driehonderd jaar geduurd tot 1898, toen de Amerikanen het bewind overnamen. En in 1946 werd de republiek der Filipijnen uitgeroepen. Maar haar geboorteland kon haar gestolen worden; ze praatte er liever niet over. Toen Mac meer wilde weten over haar roots, hield ze de boot dan ook af. Annemarie wist waarom. En toen gebeurde het onvermijdelijke. Mac kreeg een telefoontje van het ziekenhuis of hij onmiddellijk voor een spoedoperatie wilde komen. Hij nam snel afscheid en wenste de achterblijvers nog een prettige voortzetting van de maaltijd.

39 Omdat Dick ingeroosterd stond voor een operatie en Annemarie gemakkelijker gemist kon worden, ging ze alleen naar Suvarnabhumi om Peter en Marloes op te halen, die aan hun huwelijksreis waren begonnen. Ze zouden drie weken blijven: de eerste paar dagen in Bangkok om te acclimatiseren en daarna op het vakantie-eiland Koh Phi Phi. Marloes meldde telefonisch dat ze aangekomen waren en nu wachtten bij Immigration. Annemarie herinnerde zich haar lange wachttijd van destijds. De autoriteiten hadden beloofd dat er maatregelen waren genomen om die terug te brengen tot maximaal een uur, maar zoals zoveel in Thailand bleef het bij mooie woorden. Het duurde en duurde maar; Annemarie werd er kriegelig van.

40 Annemarie was gekomen met de Airport Rail Link, een light rail verbinding met het centrum van Bangkok en zo ging ze ook weer terug, nu in het gezelschap van Peter en Marloes. De ARL was sneller en goedkoper dan een taxi en bood op twee stations een overstapmogelijkheid op de metro. Annemarie had voor hen een hotelkamer geboekt, niet ver van het ziekenhuis. In de lobby van het hotel voegde Dick zich bij hen. Marloes zag dat hij zijn blik richtte op haar buik. Ze glimlachte: ‘Nee, nog niet.’ Peter stortte zich op de Engelstalige Bangkok Post. Waardeloos systeem, zo’n stokkrant, vond hij en hing hem snel weer terug in het rek.

41 De volgende dag gingen de dames als eerste winkelen. Annemarie had enkele dagen vrij genomen en Theresia gevraagd mee te gaan. Wel zo gezellig met zijn drieën. Op naar terminal 21, een shoppingmall met een ruime hoge hal, waar elke verdieping een landenthema heeft. Zoals Annemarie zei: Je kunt er tenminste ademhalen in plaats van MBK. Nauwe bedoening, daar krijg ik bijkans last van claustrofobie. Ze dronken koffie en aten een taartje, want ook Marloes en Theresia hoefden zich geen zorgen te maken over de lijn. Peter ging niet mee. Hij hield niet van winkelen, een afkeer die hij met veel mannen deelde. Hij keek in de krant wat er zoal te beleven was en ging naar het Bangkok Art and Culture Centre, een trefplaats van alternatievelingen, snobs en nerds.

42 Annemarie’s poging Theresia en Mac aan elkaar te koppelen was mislukt door het vroegtijdig vertrek van Mac omdat hij was opgeroepen voor een spoedoperatie. Maar Annemarie was er de persoon niet naar om snel op te geven. Ze peinsde over een tweede kans. Vroeg Dick om na te gaan wat Mac van Theresia vond, maar hij had geen trek in de spelletjes van Annemarie. Ze kon het natuurlijk zelf ook vragen, maar dat zou wel erg doorzichtig zijn. Misschien was het beter het aan het toeval over te laten. De lunchpauze was daarvoor het geschiktste moment alhoewel artsen niet geacht worden met verpleegsters aan één tafel te zitten. Afwachten maar.

43 Annemarie en Theresia spraken vaak af om samen te lunchen in het ziekenhuis restaurant, een restaurant opgezet volgens het foodcourt systeem. Er waren keukentjes waarin Thaise gerechten werden bereid, elk met een beperkt aantal, en er was een keukentje met farang gerechten. Bij de ingang kregen de bezoekers een creditcard die bij de uitgang moest worden afgerekend. Het lot was hen gunstig gezind, want ze zagen dat Mac er was. Hij zat alleen aan een tafeltje, een ideale positie om Cupido aan het werk te zetten. ‘Do you mind if we sit down with you?’, vroeg Annemarie quasi-nonchalant. Mac had geen bezwaar. De strenge hiërarchie kon hem gestolen worden. De twee vrouwen haalden hun eten op, elk bij een andere keuken, en schoven aan.

44 Het gesprek wilde niet erg vlotten. De tijd was ook te kort om een meer dan oppervlakkig gesprekje te voeren. Annemarie had er wel een beetje de p over in, want ze had lang gewacht op een gelegenheid als deze dag. Bij Peter en Marloes was het stukken gemakkelijker gegaan. Bij Theresia en Mac was het nog lang geen gelopen race. In tegendeel, ze stonden nog niet eens in de startblokken. Dick reageerde nuchter toen ze over de lunch vertelde. ‘Liefje, je kunt niets forceren. Het gaat zoals het gaat. Laat het los. Jij kunt de vonk niet ontsteken. Dat moeten ze zelf doen.’ Dat besef drong ook langzaam tot Annemarie door.

45 Marloes en Peter hadden Bangkok verruild voor Koh Phi Phi. In de hoofdstad hadden ze het rustig aan gedaan en de tijd genomen om enkele bezienswaardigheden te bekijken, zoals het Grand Palace en Wat Phra Kaew, Wat Arun en Wat Pho. De avondmaaltijden hadden ze samen met Annemarie en Dick gebruikt. Marloes vond de avondmarkt op Patpong tegenvallen: veel van hetzelfde met de onzekerheid of de merkartikelen die er te koop waren, wel echt waren. Ze slenterden ook door Soi Cowboy, een luidruchtig straatje met veel neon, waar de dresscode voor de bargirls zo bloot mogelijk is. Peter en Dick konden er niet opgewonden van raken. Dat voorrecht genoten alleen hun partners.

46 Dick was eenmaal een avondje naar Soi Cowboy gegaan, toen Annemarie nog in Nederland was. Hij had een bar uitgezocht met een toepasselijke naam, Crazy House. Voor de bar deden de bargirls, gekleed in korte rokjes en geschoeid in knielaarsjes, alle mogelijke moeite klanten naar binnen te lokken. Daar stonden andere Barbies op een verhoging verveeld te kronkelen om palen. Het was er aangenaam koel, maar het geluidsvolume maakte elk gesprek onmogelijk. Dus nam Dick voor de bar plaats aan een hoge partytafel en bestelde een biertje. Een meisje kwam ongevraagd naast hem zitten. Ze stelde de standaard-vragen What’s your name, Where you from, You marry, You buy me drink, I want come with you, waarna haar Engelse vocabulaire uitgeput was.

47 Zelden duurde een cafébezoek zo kort als toen. Hij rekende af, stopte een briefje van 100 baht in haar bh-tje, stelde de diagnose siliconen en vertrok. Ook de biljartzalen trokken hem niet of beter gezegd het publiek beviel hem niet. Veel mannen met bierbuik, tatoeages, kaalgeschoren schedel en behangen met kettingen en andere sieraden. Niet het soort publiek waarmee hij een interessant gesprek zou kunnen voeren. Dus slenterde hij naar het eind van de straat en streek neer op de patio van The Old Dutch, een café-restaurant ooit begonnen door een Nederlander getuige de vele oude inmiddels vergeelde ansichtkaarten van Amsterdam aan de muur. Sindsdien was hij nooit meer in Soi Cowboy geweest.

48 Mac had Nederlandse wortels. Zijn ouders waren kort na de oorlog geëmigreerd naar de VS. Maar over Nederland wist hij niet veel en Nederlands sprak hij niet. Zijn ouders wilden dat ook thuis Engels werd gesproken. Hij was wel een keer op vakantie in Nederland geweest. In Amsterdam een boottochtje over de grachten gemaakt, zich in Volendam laten fotograferen in de traditionele dracht die alleen nog maar voor toeristen wordt gedragen, Rotterdam bekeken vanuit de ronddraaiende Space Tower en een uitstapje naar de molens van Kinderdijk gemaakt. Nederland vormde naast het werk een frequent gespreksonderwerp met Dick. Over hun persoonlijk leven spraken ze niet veel, misschien is dat wel typisch voor mannen. Vrouwen hebben er geen moeite mee.

49 Mac was een heel andere man dan Dick. Mac was gemoedelijk, nam overal de tijd voor en hij was een tikje dikker dan Dick. Dick daarentegen was een pietje precies, niet alleen in de OK maar ook in zijn dagelijkse leven. Hij zou nooit vergeten na gebruik het dopje op de tube tandpasta terug te draaien. Hij at met kleine hapjes. Mac niet. Mac bunkerde, zodat hij altijd sneller klaar was met eten dan Dick. Zijn werkkleding was onberispelijk schoon, maar zijn dagelijkse kloffie kon hem niet schelen. Ahoewel ze hun beste tijd hadden gehad, waren spijkerbroek en T-shirt buiten werktijd goed genoeg. Hoe anders dan de Thaise collega’s die ook in hun vrije tijd hechten aan decorum.

50 Wanneer ze naar bed gingen, las Dick Annemarie voor. Dat deed hij al toen ze in Nederland samen waren. Annemarie luisterde graag naar zijn sonore stem. Ze lag met haar hoofd op zijn borst, terwijl hij haar in proza en poëzie meevoerde op de reizen van de scheepsarts Slauerhoff naar Azië. Ze vond het spijtig dat hij op jonge leeftijd was overleden, maar gelukkig had hij wel een indrukwekkend oeuvre achtergelaten. Annemarie liet tijdens die voorleessessies haar handen soms naar Dick’s kruis glijden. Dick maakte geen bezwaar, hij ging rustig door met voorlezen totdat de spanning hem te veel werd en hij het boek terzijde legde. Hij rolde zich op haar en zei, nog in de ban van de literatuur: ‘Laten we minnekozen, schat.’

51 Het kwam niet vaak voor dat Dick en Annemarie tegelijk klaar waren met hun werk. Maar als ze samen terug gingen naar het appartement, wilde Annemarie altijd over Patpong lopen. Niet om iets te kopen op de avondmarkt, maar ze hield van de gezellige drukte. Dick nam de route ook wel eens en werd dan steevast aangeklampt met ‘Pingpongshow?’. Dick vroeg dan in onberispelijk Thenglish of ze ook een volleybalshow hadden, ‘I  no like pingpong.’ Nee, die hadden ze niet. Dat het een grapje was, ontging de vragensteller volledig. Maar over het algemeen kon hij vrij ongestoord over de markt lopen en in het gezelschap van Annemarie zeker.

52 Het was wel duidelijk dat Thai een ander gevoel voor humor hadden dan Dick. Mac legde Dick uit dat veel grappen alleen te begrijpen zijn als je de taal beheerst. Maar, zo had Dick op de tv gezien, Thai lagen ook slap van het lachen als tijdens een komische show iemand een klap met een mokerhamer op zijn hoofd kreeg en daarna op de grond viel. Gelukkig wel van rubber, stel je voor. Dick keek zelden tv. In zijn appartement was de enige Engelstalige zender Fox, maar die verafschuwde hij. CNN en BBC ontbraken, dat vond hij wel jammer. En voor een Nederlandse zender moest hij zijn toevlucht nemen tot zijn laptop.

53 Annemarie en Theresia trokken vaak samen op als ze even vrij waren. Mac ging wel eens mee. Als gids, want die kende de stad op zijn duimpje. Ze begonnen altijd met koffie en een taartje in Terminal 21, de winkelmall in Asok waar het oog kon weiden dankzij de ruim bemeten centrale hal, van waaruit een roltrap direct naar de tweede verdieping leidde. Het was er altijd druk, ongeacht de dag van de week, behalve om 10 uur wanneer het winkelcentrum open ging. Annemarie verbaasde zich elke keer weer over de winkeltjes met dure merkproducten. Hoe overleefden ze, want de meeste bezoekers waren funshoppers, vaak ook schoolkinderen, die het Nederlandse principe van ‘kijken, kijken, niet kopen’ leken te huldigen.

54 Tijdens een van de uitstapjes die ze met zijn drieën maakten, moet de vonk tussen Mac en Theresia zijn overgeslagen. Annemarie hoefde er niets voor te doen. Ze stond erbij en keek ernaar. Ze zag hoe Mac naar de hand van Theresia tastte en ze hand in hand verder liepen. Mac gaf Annemarie een vette knipoog, Annemarie stak haar duim omhoog en op het gezicht van Theresia verscheen een gelukzalige glimlach. Annemarie had de neiging in zingen uit te barsten: ‘Daar moet op gedronken worden, hi ha ho’, maar dat deed ze toch maar niet want ze waren in Terminal 21 op weg naar Engeland, naar de verdieping met een Engels thema. Daar poseerden Mac en Theresia voor de dubbeldeks bus naar Camden Town, Covent Garden en Bond Street en legde Annemarie het liefdespaar op haar mobieltje vast.

Bangkok, 28 augustus 2017.

Epiloog
Een auteur is als een poppenspeler. Hij is heer en meester over zijn personages en kan die alles laten doen en zeggen. Maar soms gaan ze hun eigen gang, gaan ze in een richting die de auteur niet voorzien heeft. Dick en Annemarie hebben niet te klagen over de aandacht die ze hebben gekregen, Marloes en Peter waren in hun wittebroodsweken maar Mac en Theresia voelen zich verwaarloosd door de auteur. Schrijf over ons, vragen ze. Aan dat verzoek voldoe ik gaarne in het volgende feuilleton Dokter Mac en Theresia vinden het geluk. Maar ik beloof jullie: ik ga niet door het sleutelgat gluren.

Dokter Mac en Theresia vinden het geluk

1 Theresia had nooit liefde gekend. Het misbruik dat haar oom van haar had gemaakt, had haar getekend voor het leven. Dacht ze. Haar ouders spraken er nooit over, maar ze verboden de oom wel nog een voet in hun huis te zetten. Theresia ontwikkelde een afschuw van mannen, wat de voornaamste reden was om zich in het klooster terug te trekken. Maar het kloosterleven was hard en de moeder-overste was een autoritaire vrouw. Die gaf haar de naam Conception, vernoemd naar de onbevlekte ontvangenis van Maria. Intussen volgde Theresia de opleiding verpleegkundige en toen ze daarmee klaar was, legde ze haar habijt af en vertrok naar Thailand, naar het Christian Hospital in Bangkok.

2 Kort nadat Annemarie bij het Christian Hospital in Bangkok in dienst was getreden als nurse-practitioner raakten zij en Theresia met elkaar in gesprek. Ze was Annemarie opgevallen tijdens een lunchpauze omdat ze alleen aan een tafeltje zat en niet met haar mobieltje in de weer was, zoals de meeste verpleegsters die geen minuut zonder hun heilig speeltje konden. Geen Thai, dacht Annemarie, uit welk land zou ze komen? Ze ging aan Theresia’s tafeltje zitten en stelde zich voor: ‘Hi, I am Ann.’ ‘Hello Ann. Nice to meet you. I am Teresa’, antwoordde Theresia. Het viel Annemarie direct al op dat ze aanzienlijk beter Engels sprak dan de meeste Thaise verpleegsters. Ze bleek uit de Filipijnen te komen en op de afdeling oncologie te werken.

3 Het klikte tussen die twee. Misschien omdat ze beiden vreemdeling waren in een vreemd land en geen contacten met andere verpleegsters hadden. Beiden waren op hun manier eenzaam. Ze spraken af – als het even kon – gezamenlijk te lunchen. Ze kletsten honderduit, de tijd was vaak tekort. Allengs kwamen ze ook meer van elkaar te weten. Annemarie vertelde over de ziekenhuisaffaire en Dick’s zwerversbestaan, Theresia over het misbruik door haar oom en de abortus. Dat waren emotionele gesprekken, maar ze luchtten hen op. Vooral Theresia die in tegenstelling tot Annemarie geen partner had om haar hart bij uit te storten. Die gesprekken voerden ze niet in het ziekenhuisrestaurant maar na werktijd in een intieme tearoom.

4 De contacten tussen Theresia en Mac waren spaarzaam. Theresia en Annemarie schoven tijdens de lunch wel eens aan zijn tafeltje aan en later ging Mac wel eens mee als die twee meiden een verkenningstocht door de stad wilden maken. Als gids, want hij kende de stad op zijn duimpje. Ze bezochten de bekende bezienswaardigheden van Bangkok en maakten een tocht per longtail boot over de khlongs aan de andere kant van de rivier. Hij fungeerde als klaar-over en behoedde hen voor zakkenrollers en oplichters. Taxi’s gebaarde hij door te rijden als de bestuurder de meter niet wilde aanzetten en een altijd te hoog bedrag noemde. Mac kende de klappen van de zweep.

5 Ogenschijnlijk broeide er niets tussen Mac en Theresia. Ze plaagden elkaar wel eens, Mac corrigeerde soms het Engels van Theresia, Theresia tikte hem wel eens op zijn vingers vanwege zijn tafelmanieren, die hem evenals zijn vrijetijds kleding weinig konden schelen. Ze probeerde hem soms te overhalen om ‘iets leuks’ te kopen wanneer ze door Robinson banjerden, waar alle kledingmerken ter wereld te koop zijn, maar hij zei zich gelukkig te voelen in zijn huidige plunje. Aan de andere kant vond Theresia die flierefluiters houding van hem wel charmant. Als ze daaraan dacht, vroeg ze zich af of Mac een aantrekkelijke partner zou kunnen zijn.

6 Annemarie bezag die plagerijtjes licht geamuseerd. Ze beschouwde dat gekibbel als een prelude op een ontluikende liefde, maar dat kan wishfull thinking zijn geweest. Vroeg recht op de man af: ‘Ben je verliefd op Mac?’, maar Theresia wuifde die suggestie weg. ‘Hoe kom je daarbij? ‘t Is een aardige man, maar verliefd? No way.’ Dat zei ze tegen beter weten in, want er fladderden wel degelijk vlindertjes door haar buik als ze hem zag. Ze wilde dat niet toegeven. Ooit had ze zich voorgenomen dat ze niets met mannen te maken wilde hebben en daar hield ze zich aan. Koppigheid was haar niet vreemd.

7 Theresia had soms nachtmerries waarin ze de bezoekjes van haar oom herleefde. Ze waren aan het eind van haar lagere-schooltijd begonnen. Oom koos tijdstip en plaats altijd zorgvuldig uit. In het begin haalde hij haar op van school, at met haar een ijsje bij Swensen’s en nam haar daarna mee naar een groezelig kamertje in een love-hotel. Later werd hij brutaler en ging in het ouderlijk huis naar haar kamertje. Haar ouders hadden niets in de gaten of deden of ze niets zagen. Hij had altijd gedronken en verspreidde een zure alcoholgeur. Theresia vertelde het aan Annemarie. Die adviseerde haar psychiatrische hulp te zoeken. Dat deed ze, ze ging in therapie.

8 Theresia ging in therapie bij een vrouwelijke psychiater, een man vond ze te confronterend. Ze had tot nu toe de gebeurtenissen zo diep mogelijk weggestopt, de psychiater zette het mes in haar wond. De etter moet eruit, zei ze. Ze adviseerde haar op te schrijven wat er allemaal gebeurd was. Dat zou helpen bij het verwerkingsproces. Theresia volgde haar advies op. Het was pijnlijk, in het begin zette ze zich met tegenzin aan de schrijftafel, maar toen ze merkte dat schrijven inderdaad hielp, wist ze niet meer van ophouden en schreef door tot diep in de nacht. Of ze het ooit zou laten lezen aan Annemarie, wist ze niet. Misschien toch maar niet. De strijd moest alleen gestreden worden. Niemand kon haar daarbij helpen. Ook de psychiater niet.

9 Mac was een workaholic, een boekenwurm en nieuwsjunkie. Hij had talloze boeken over Thailand verslonden en sprak en las redelijk Thais. ’s Avonds uitgaan deed hij niet, maar de stad overdag verkennen, trok hem wel. Hij nam dan op de bonnefooi een van de roestige en rammelende stadsbussen en zag wel waar hij uitkwam. In de VS had hij altijd op een jongensschool gezeten, bij vrouwen voelde hij zich zelden op zijn gemak. Zoals de uitdrukking luidt: Vrouwen komen van Venus, mannen van Mars. Maar Theresia was een uitzondering op die regel. Ze was geen kwebbelkous, was niet verslaafd aan haar mobieltje, gebruikte nauwelijks make-up en was net zo easy-going als hij.

10 Toen Annemarie en Theresia in zijn leven verschenen, nam hij ze wel eens mee op zijn ontdekkingsreizen, zoals hij de bustrips noemde. Maar de meiden waren er niet gek op. De bussen waren doorgaans vuil en vaak waren alle zitplaatsen bezet. Alleen de air-conditioned bussen waren comfortabel. Nee, Annemarie en Theresia bezochten liever tempels, paleizen en musea, afgewisseld met bezoeken aan leuke winkeltjes en tearooms. Bangkok bood een ruime keus aan tearooms, waar werkelijk alle theeën van de wereld werden geschonken. Na zo’n ontdekkingsreis waren ze aardig uitgeput en hongerig, en gebruikten gezamenlijk de maaltijd. Niet op straat , hoewel Bangkok’s straatvoedsel vermaard is, maar ze wilden niet in de uitlaatgassen van passerende auto’s zitten.

11 Mac wist niet van Theresia’s grote drama. Het was hem wel opgevallen dat ze nooit over haar Filipijnse verleden sprak. De keren dat hij ernaar vroeg, reageerde ze afwerend. ‘Wat valt daar nu over te vertellen?’, om er verder het zwijgen toe te doen. Annemarie had er een keer een vage toespeling op gemaakt, zoiets als ongelukkige jeugd, waar hij ook niet veel wijzer van was geworden. Pas toen hij er bij toeval achterkwam dat ze in therapie was, vermoedde hij iets ernstiger al wist hij niet precies wat. Huiselijk geweld? Seksueel misbruik? Niet onmogelijk, die dingen kwamen in Thailand relatief veel voor, dus misschien in de Filipijnen ook wel.

12 De eerste signalen die Mac van Theresia kreeg dat er wellicht meer dan sympathie was, kreeg Mac op straat. Wanneer ze elkaar in het drukke voetgangersverkeer raakten, trok ze zich niet terug. En ze reageerde ook niet afwijzend wanneer hij bij het oversteken haar hand vastpakte en ondeugend in haar handpalm kriebelde. Ze leken wel twee pubers die hun eerste stappen op het liefdespad zetten. Verlegen en zoekend naar contact. Maar verder ging Mac niet. Eigenlijk wist hij niet goed hoe haar gevoelens voor hem te peilen en hoe zijn gevoelens te tonen. Dat leerde je niet op school bij de lessen seksuele voorlichting. Die gingen over SOA’s, HIV, condooms, ongewenste zwangerschap, geslachtsorganen maar niet over liefde.

13 Mac vroeg Dick om raad. Die lachte stilletjes in zijn vuistje dat een volwassen man als Mac nog zo’n stuntelaar in de liefde was. Mac was 32 jaar, hij zal toch eerder vriendinnen hebben gehad? Of was hij nog maagd? Dick gaf als raad: Recht op het doel af, geen omtrekkende bewegingen meer. Het ergst wat je kunt overkomen is dat je een blauwtje loopt. Dus toen ze in Terminal 21 op de lange roltrap naar de Engelse verdieping stonden, had hij Theresia’s hand vastgepakt en er licht in geknepen. Voor de dubbeldeks bus kuste hij haar. Heel voorzichtig, heel teder. Voor het eerst. Van dat moment maakte Annemarie met haar mobieltje een foto.

14 Het werd een feestelijke dag. En een lange dag want ’s avonds gingen ze naar Tawan Daeng (De Rode Zon), een zaal ter grootte van een veilinghal, met een show van muziek en dans uit de Isaan, het armere Noordoosten van Thailand. Ze namen plaats aan een van tafeltjes die dicht bij elkaar stonden. Een bedienster scheen met haar zaklantaarn bij toen ze de menukaart bestudeerden. Een gesprek voeren was nauwelijks mogelijk, zo hard stond de muziek. Om beurten traden zangers en zangeressen twee uur onafgebroken op, afgewisseld door een dansgroepje. Geleidelijk liep de zaal vol en begonnen aan enkele tafeltjes bezoekers te dansen, voornamelijk vrouwen. Om elf uur hielden ze het voor gezien en vertrokken met tuitende oren, blij dat die rust kregen.

15 Die avond sliepen Theresia en Mac voor het eerst bij elkaar, maar ze hadden geen gemeenschap. Het was een vermoeiende dag geweest, dus ze vielen snel in slaap. Ze zouden er nog vaak aan terugdenken. De volgende dag begon al vroeg dus erg uitgeslapen waren ze niet. Samenwonen was er nog niet bij. ‘We doen langzaam aan’, zei Mac. Theresia was het daarmee eens. Ze had tijd nodig om alles op zich te laten inwerken. Het was allemaal nieuw voor haar. Ze was nooit eerder op iemand verliefd geweest. De sessies met haar psychiater waren een grote steun.

16 Dick was blij voor Theresia dat Mac en zij verliefd waren. Hij was ook blij voor Mac. Mac was een loner, maar had OLH niet Eva geschapen om met Adam te verkeren. Ze leken geschapen voor elkaar. In het ziekenhuis bleef de relatie onopgemerkt. Collega’s zagen haar wel eens in het restaurant aan één tafeltje bij elkaar zitten, meestal in gezelschap van Annemarie, maar ze zochten er niets achter. Misschien dat hun buitenlandse afkomst een band vormde. Zo ging dat ook bij Thai die uit dezelfde geboortestreek kwamen. Die klitten vaak samen.

17 De avond dat Mac en Theresia voor het eerst met elkaar sliepen, had Theresia zich verkleed in zijn badkamer. Ze had een T-shirt van hem geleend en een boxershort. Zo kwam ze de kamer in waar Mac al in bed lag. Hij had niet eens de moeite genomen om zich te verkleden. Ze knuffelden wat waarbij Mac een zekere reserve bespeurde. Of was ze te moe na die lange dag? Ze kroop wel tegen hem aan, maar bleef stil liggen. ‘Je bent moe hè?’, vroeg Mac. Theresia knikte. Hij drukte een kus op haar voorhoofd, wenste haar Good night, waarna Theresia zich omdraaide en in slaap viel. Mac volgde al snel.

18 Mac begon te vermoeden wat haar overkomen moet zijn in haar jonge jaren, al wist hij niet precies wat. Maar dat zou niet lang duren. Theresia’s psychiater stelde voor dat hij een aantal keren zou meekomen. Dat leek haar bevorderlijk voor Theresia’s herstel. ‘Hij laat je echt niet in de steek en als hij het wel doet is hij jou niet waard.’ Klare taal waar Theresia niet direct een antwoord op had. Ze moest daar nog eens over nadenken. ‘Neem je tijd, maar kom wel een beslissing. Wat je me verteld hebt over je vriend, denk ik dat hij je verhaal wel aankan.’

19 Theresia voelde zich opgelucht toen ze haar verhaal had gedaan. Hoe haar oom met bloeddoorlopen ogen elke keer haar kamertje was binnen geslopen en zich aan haar vergrepen had. Ze vertelde over de pijn, de avonden dat ze huilend in bed had gelegen, zijn voetstappen op de trap, zijn verwrongen gezicht als hij klaarkwam, de abortus. Ook haar stilzwijgen totdat ze de moed had haar ouders in te lichten die het aanvankelijk niet wilden geloven. Oom mocht niet meer komen, maar er werd niet over gesproken. Ze vertelde over haar schaamte en de angst voor mannen die zich bij haar ontwikkeld had. Het was één lange litanie die ze besloot met de simpele vraag: Hou je nog van me?

20 Na die eerste sessie liepen ze stilzwijgend terug. Als vanzelfsprekend ging Theresia met hem mee naar zijn appartement. Onderweg kocht Mac massage-olie. Theresia ontspande zich onder zijn handen. En nog steeds spraken ze geen woord. De eerste sessie werd nog door ettelijke gevolgd, maar die gingen niet meer over Theresia’s drama. Ze spraken over hun gevoelens voor elkaar, over verwachtingen en dromen. Mac vertelde over zijn jeugd, die betrekkelijk rimpelloos was verlopen. Hij vertelde ook over de eenzame avonden in het begin van zijn verblijf in Thailand. Hoe miste hij toen een partner, een buddy tegen wie je alles kon vertellen. Het waren intensieve sessies én ze hielpen.

21 Soms leek het of Mac op de spreekwoordelijke divan lag. Hij vertelde over zijn gestuntel met meisjes. In de VS had hij altijd op jongensscholen gezeten, hij was naar jongens zomerkampen geweest. Nooit een meisje gehad, nooit geleerd hoe de liefde man en vrouw kunnen binden. Dat liefde geven en krijgen is, niet geven en nemen. Zo kwamen hij en Theresia steeds dichter bij elkaar. De sessies waren geen sessies meer maar ontmoetingen van twee mensen op zoek naar hun identiteit en gevoelens voor elkaar. Ze waren heilzaam voor Theresia die ontdekte dat seks een uiting van liefde is en niet zoals bij haar oom zelfbevreding van de man. Ze was er niet meer bang voor en begon ervan te genieten.

22 De sessies eindigden, ze waren niet meer nodig. Maar er was nog een los eindje: de abortus en de diagnose van de Filipijnse arts dat ze nooit meer zwanger zou kunnen worden. Mac twijfelde aan die voorspelling. Het leek hem verstandig een gynaecoloog een inwendig onderzoek te laten doen. Die Filipijn was waarschijnlijk geen specialist, maar dat wist Theresia niet. Ze gingen daarvoor naar een ander ziekenhuis, waar niemand hen kenden. Theresia was zenuwachtig, ze was blij dat Mac was meegekomen. Ze hoefden niet lang te wachten en de uitslag kwam snel. De gynaecoloog begreep niet hoe de Filipijn die diagnose had kunnen  stellen. Op grond waarvan? Hij zag niets bijzonders. Hij adviseerde nog wel een HIV-test te laten doen. Dat kon nog dezelfde dag met een sneltest. Duurde een halfuurtje.

23 Op de terugweg tracteerden Mac en Theresia zichzelf op een ijsje bij Gelateria Ghignoni, een nieuwe ijssalon in de buurt van het ziekenhuis. Echt Italiaans ijs, geen ijs zoals bij Swensen’s dat opgeleukt wordt met stukjes banaan, nootjes, hagelslag, chocolade en een belediging vormt voor het ambacht van ijsmaken. Ja, er was wat te vieren. Theresia was virusvrij en ze was niet onvruchtbaar. Het was een pak van haar hart. De eerste die ze het wilde vertellen was Annemarie maar haar mobieltje stond op de call-back service. Toen ze elkaar de volgende dag troffen en Annemarie het goede nieuws hoorde, kreeg ze tranen in haar ogen, zo blij was ze voor haar vriendin.

24 Het contact met Peter, Dick’s poolmaatje tijdens zijn verblijf bij de boer, en Marloes, die Annemarie tijdens haar Wenenreis had ontmoet en een hartsvriendin was geworden, stond al een tijdje op een laag pitje. Ze waren elkaar niet vergeten – stel je voor –, Peter en Marloes hadden hun huwelijksreis naar Thailand gemaakt, maar daarna nam de emailwisseling in frequentie af. Peter en Marloes hadden het druk met het betrekken van een nieuwe woning, Annemarie en Dick maakten lange werkdagen en hadden daarna weinig puf meer om te schrijven. Maar uit het oog, betekende niet uit het hart. Marloes schreef dat ze hun volgende vakantie een Azië-reis wilden maken waarbij ze ook Thailand zouden aandoen. ‘Super’, schreef Annemarie terug. ‘We verheugen ons op jullie komst.’

25 Het was een feestelijk weerzien op Don Mueang, de oude luchthaven waarvan de meeste budgetmaatschappijen gebruik maken. Dick was deze keer meegekomen. Hij had ze willen begroeten met ballonnen, maar die waren inmiddels ineen geschrompeld tot de gerimpelde huid van oude mensen. Peter en Marloes kwamen uit Vietnam. Ze hadden Hanoi bezocht, de oude keizerlijke hoofdstad Hué en Dalat met zijn gematigd klimaat. In Thailand stonden Chiang Mai in het Noorden op het programma en Cha-am, een badplaats die voornamelijk door Thai wordt bezocht. Dick en Annemarie zouden meegaan. Mac en Theresia bleven in Bangkok, ze gunden de Ollanders hun eigen feestje.

26 De Nederlandse vrienden betrokken een hotel in de buurt van het ziekenhuis. Niet goedkoop, maar een vakantie leent zich nu eenmaal niet voor een bezuinigingsoperatie. Nadat ze ingecheckt hadden, een douche hadden genomen en zich verkleed, was het tijd voor Happy Hour. Ze hadden afgesproken in de Irish pub, op loopafstand van het hotel en ziekenhuis, waar de banden van weleer stevig werden aangehaald bij een straffe pint Guinness Stout en een voedzame Irish stew. Nachtbraken was er niet bij. Dick en Annemarie moesten de volgende dag weer vroeg uit de veren en Peter en Marloes wilden niet alleen op pad. Samen uit, samen thuis.

27 De reis naar Cha-am maakten ze met zijn vieren per trein. Niet per minibusje, want daar gebeurden te veel ongelukken mee. De trein had zijn beste tijd gehad, erg comfortabel waren de zitplaatsen niet, erg snel reed hij ook niet, maar wat gaf het, het was vakantie? ‘Da’s nog eens wat anders dan een intercity van de NS’, zei Peter. Hij voelde zich door het kedeng kedeng van de trein terug gezet in de vorige eeuw. In Cha-am betrokken ze een hotel aan de boulevard met uitzicht op zee. Het was inmiddels avond, ze gebruikten de avondmaaltijd in een eenvoudig eethuisje en trokken zich terug voor de nacht.

28 De volgende ochtend installeerden ze zich na een continental breakfast van scrambled egg, hotdogs, ham en toast op het strand. In ligstoelen onder parasols. Het eerste wat hen opviel waren de tandems voor vier personen. ‘Zullen we?’, stelde Marloes voor, maar de heren bleven liever luieren met als verklaring dat hun benen te lang waren. Dus stapten Marloes en Annemarie op een tweepersoons exemplaar en peddelden over de boulevard. Voortdurend kwamen verkopers langs met eetwaren: mosselen, garnalen, inktvis, en masseuses die hun diensten aanboden. Drank en ijsblokjes waren verkrijgbaar bij de verhuurder van de ligstoelen, hij zette ook een afvalbak bij hen neer. Zo nu en dan liepen ze even de zee in om af te koelen, maar het effect daarvan was van korte duur.

29 Marloes en Annemarie bleven lang weg. De mannen begonnen zich al bijna zorgen te maken. Ze hadden de hele boulevard tot aan de stadsgrens verkend en, vrouwen eigen, bij tal van kledingkraampjes gestopt op zoek naar leuke kleertjes. Toen de transpiratie begon te irriteren, waren ze afgestapt bij een uitspanning voor een koel drankje en in gesprek geraakt met Nederlandse toeristen die hun laatste vakantiedagen in de badplaats doorbrachten net als Marloes en Peter. Inmiddels liep het tegen de middag, het werd nu wel erg warm, dus ze pakten hun spullen bij elkaar en gingen naar het hotel om te rusten.

30 De volgende dag huurden ze een busje om de omgeving te verkennen. Ze hadden een lijstje met bezienswaardigheden gemaakt. In de Wat Huay Mongkol vergaapten ze zich aan het enorme standbeeld van Luang Phor Thuad, een van Thailand’s bekendste monniken: 12 meter hoog en 10 meter breed. En ze bewonderden het station van Hua Hin, dat wel op een paleisje leek. Maar eigenlijk was het te warm voor sight-seeing. Ze keerden eerder terug dan ze van plan waren geweest en brachten de rest van de dag op het strand door met dolce far niente. De volgende dag keerden ze terug naar Bangkok en ’s avonds vlogen Peter en Marloes terug naar Nederland.

31 Theresia en Mac vonden het tijd worden voor een gezamenlijke woonruimte. Hun beider appartmenten waren aan de krappe kant en Theresia sliep de meeste dagen toch al bij Mac. Mac overwoog iets te kopen, maaar hij zag er bij nader inzien vanaf. De huizenprijzen waren de afgelopen jaren in het centrum omhoog geschoten, vooral van appartementen en huizen langs geplande en in aanleg zijnde metrolijnen. De inrichting zou natuurlijk ook de nodige duiten vergen. Ze schakelden een makelaar in die hen enkele overigens schaars gemeubileerde appartementen liet zien. Een nogal vermoeiende bezigheid met de afstanden die ze telkens moesten overbruggen in het altijd drukke verkeer. Op hun verlanglijstje stond een 2-kamer appartement met badkamer en kitchenette. Een volledig inrichte keuken leek hen niet nodig, omdat ze altijd in het ziekenhuis aten en buitenshuis.

32 Het was gelukt: een appartement niet ver vanaf het ziekenhuis. ‘Hoe zullen het noemen?’, vroeg Mac. ‘Moet dat dan’, vroeg Theresia. ‘Ja, alles heeft een naam, dus waarom ons huis niet. Wat dacht je van Love nest?’ Daar moest Theresia wel om grinniken. Dus zeiden ze nooit meer: we gaan naar huis, maar: we gaan naar ons liefdesnestje. Maar ze zetten die naam niet op de visitekaartjes, die ze lieten maken. Het was iets van hun beiden, daar hadden anderen niets mee te maken. Het huisraad werd nog met een bank uitgebreid – altijd leuk om op te vozen – en de stoelen die leken op martelwerktuigen, werden vervangen door gestoffeerde stoelen. Daar hadden ze na een dag hard werken wel recht op.

33 De twee tortelduifjes hadden het naar hun zin in het Love nest. Theresia genoot van Mac’s massages. Ze namen daarna altijd samen een douche, zeepten elkaar in en spoelden elkaar af. En dat was alleen nog maar het voorspel. Daarna had de hartstocht vrij spel. Voordat ze slapen gingen, oefenden ze vaak Thais. Mac sprak het redelijk, Theresia had al heel wat opgepikt van Thaise collegaatjes. Soms las Mac voor uit in het Engels vertaalde Thaise romans en hij zong ook wel eens een kinderliedje, dat hij nog kende uit zijn jeugd. Theresia hield van zijn stem. Hij knauwde niet, zoals veel Amerikanen. Als je het niet wist zou je denken dat hij Engelsman was.

34 Peter en Marloes woonden nu ook samen. Ze hadden een huis gekocht in de grote stad, zo’n 20 km vanaf Peter’s geboortedorp. Het was een twee onder één dak woning met op de begane grond een huiskamer en keuken, en op de eerste verdieping twee slaapkamers en een badkamer. Marloes zwaaide de scepter in de keuken, ze was een echte kookgek en daar genoot Peter van. Peter werkte nog steeds op het driemans schooltje, maar het zou het laatste schooljaar worden. De overheid wilde van kleine schooltjes af; ze moesten met andere kleintjes fuseren tot grotere eenheden. Hij reed elke ochtend op zijn motorfiets naar zijn schooltje, Marloes werkte in het provinciaal ziekenhuis.

35 Evenals Annemarie was Marloes aan de opleiding tot nurse practitioner begonnen, een parttime avondopleiding. Daarvoor hoefde ze niet ver te reizen, want de hogeschool die de opleiding gaf, maakte voor de lessen gebruik van een ruimte in het ziekenhuis. Ze bleef eten in het ziekenhuis. Peter hoefde niet van honger om te komen, want zijn maaltijd stond klaar in de koelkast. Hij hoefde die alleen maar op te warmen in de magnetron. Peter was altijd blij als ze er weer was. Alhoewel lange tijd single, was hij verslingerd geraakt aan haar gezelschap. De uitdrukking Il faut se quitter souvent pour s’aimer toujours was duidelijk niet aan hem besteed.

36 Zondags, als Marloes geen weekenddienst had, trokken Peter en Marloes erop uit. Ze fietsten naar de heide, die aan het eind van de zomer paars kleurde. Ze gingen naar de Sprengetjes, beken die vanuit het grondwater gevoed worden. Ze trokken hun schoenen en kousen uit en lieten hun voeten in het ijskoude water bungelen. Ze aten in een uitspanning midden in de bossen een kruimelige Veluwse pannenkoek. Geen hele maar een halve, want ze waren nogal voedzaam. Ze plukten bramen en verzamelden denneappels, eikels en bladeren die Peter naar school meenam om met de kinderen herfststukjes van te maken. Dat waren hemelse momenten die ze in de juiste stemming brachten voor een hartstochtelijke dagsluiting.

37 Als Dick en Annemarie op dezelfde dag een vrije dag hadden, gingen ze naar Cha-Am. Een taxi bracht hen de avond tevoren en haalden hen de volgende dag ‘s avonds op. Dat was stukken comfortabeler dan opgepropt zitten in een minibusje –  en veiliger, want de meeste chauffeurs waren snelheidsduivels die het niet zo nauw namen met de verkeersregels. Ze hadden een vaste taxi en een vast hotel met doorgaans dezelfde kamer. De dag brachten ze luierend op het strand door; hij in zwembroek en T-shirt, zij in bikinibroekje en T-shirt. Annemarie liet zich altijd masseren door een van de oude vrouwen die langs kwamen. Dick niet, die was niet gek op massages. Als het woensdag was, bleven ze in de stad, want dan werd het strand schoongemaakt en werden de strandstoelen en parasols niet geplaatst.

38 Regelmatig liepen ze samen de zee in, hand in hand. Van zwemmen kwam vaak niet veel, vooral niet als er een flinke golfslag stond. Ze stoeiden met elkaar en deden onder water dingen die boven water een bekeuring hadden opgeleverd wegens onzedelijk gedrag. En net als op Suvanarnabhumi de dag dat Annemarie in Thailand arriveerde, deden ze een poging het wereldrecord langzoenen te verbeteren. Ja, dat bestond echt. Elk jaar werd in Pattaya een wedstrijd zoenen gehouden. In 2011 werd daar het record van 46 uur, 24 minuten en 9 seconden gevestigd. Annemarie en Dick kwamen zelfs niet in de buurt. Annemarie was gek op zoenen. Ze vond het het meest opwindende onderdeel van het liefdesrepertoire.

39 Theresia was geen strand- en zeemens, wat voor iemand afkomstig uit een rijk van 7107 eilanden merkwaardig genoemd kan worden. Een strand had ze in haar jonge jaren zelden gezien en luieren was er helemaal niet bij in de dagelijkse struggle for life. Mac nam een tussenpositie in: strand en bos, het was ‘m om het even. Nee, voor hen geen Cha-am. Liever gingen ze naar het Lumpinipark om daar in een prieeltje te relaxen. Beiden met een boek. Of ze bezochten tempels, zoals Wat Sothonwararam in Chachoengsao, geheel opgetrokken uit wit marmer. Een juweeltje en druk bezocht door Thaise gelovigen. Toen Mac nog alleen was, ging hij er elk jaar een keer naar toe om de bouw te volgen.

40 Een heel enkele keer sloten Mac en Theresia zich aan bij Dick en Annemarie als ze alle vier op dezelfde dag vrij waren. Dan splitste het gezelschap zich in twee vrouwen en twee mannen. De mannen luierden, de vrouwen huurden een tandem, maakten een ponyrit op het strand of gingen vliegeren als de wind gunstig was. Vooral als het hard waaide, was het zwaar werk en moesten ze samen de vlieger in bedwang houden. Cha-am was een prettige badplaats, heel wat aangenamer dan Pattaya of Phuket: minder druk, minder buitenlanders. De badplaats was populair bij inwoners van Bangkok voor een weekendtrip. Dan waren de kamers ook duurder dan door de week. Enkele Nederlandse reisbureaus sloten hun Thaise pakketreis af met een bezoek aan Cha-am. Daar kwam voor de deelnemers een eind aan hun ‘droomvakantie’.

41 Voor de meeste Thai betekent strandleven: zitten, eten, drinken, kletsen en slapen. Zelden zie je volwassenen in zee en als ze wel het water in gaan, is dat om hun kinderen in de gaten te houden. Niet in zwembroek of zwempak, maar in hun dagelijkse outfit. De brandende zon zorgde voor een snel droogproces, daar kon geen centrifuge tegenop. Ze hadden ook altijd reservekleding bij zich voor de terugweg. Aan het eind van de dag namen ze een douche in een van de douchehokken aan de boulevard waar ook toiletten waren, verkleedden zich en streken neer in een eethuisje. Ook weer om te eten en te drinken met het mobieltje constant onder handbereik. Jongeren flaneerden over de boulevard. Soms had iemand een gitaar meegenomen en werd er gezongen.

42 Annemarie at in Nederland altijd om zes uur. Dat was er in haar jeugd ingehamerd. Die gewoonte liet ze in Thailand varen. Ze kwam er al snel achter dat de hitte niet erg bevorderlijk is voor de eetlust. Vaak werkte ze trouwens nog op dat tijdstip. Het werd zeven uur, acht uur, soms zelfs later. Van de Thaise keuken vond ze maar enkele gerechten lekker. Zelfs pad thai, een veel gegeten gerecht, behoorde niet tot haar favorieten.
Maar Europees eten betekende duurder eten en als Thaise koks zich waagden aan pasta-gerechten, was het resultaat om te huilen. Spaghetti bolognese bijvoorbeeld leek wel tomatensoep, pizza’s waren allemaal op Amerikaanse leest geschoeid. De bodems leken wel scheepskaak, bij ingrediënten was het motto: zoveel mogelijk verschillende, waardoor de pizza nergens meer naar smaakte. Gelukkig telde Bangkok wel enkele uitstekende Italiaanse pizzeria’s/restaurants. Dick en Annemarie aten er wel eens.

43 Theresia had zelden nog nachtmerries sinds ze gestopt was met de therapie en ze met Mac samenwoonde. Maar een enkele keer dook oom weer op in haar dromen. Dan werd ze badend in het zweet wakker. Mac, wakker geworden, nam haar dan in zijn armen en kuste de tranen weg die waren opgeweld in haar ogen. ‘Rustig maar schatje, je bent veilig. Je hebt gedroomd. Hij kan je niets doen. Hij brandt in de hel. Daar hoort hij thuis.’ Zo probeerde Mac haar gerust te stellen. ‘Zal ik je masseren?’ Maar dat was niet nodig. Theresia kwam langzaam tot rust en viel in zijn armen in slaap.

44 Theresia was rooms-katholiek opgevoed. In Thailand neigde ze steeds meer naar het boeddhisme. Ze had er het een en ander over gelezen maar praktiseerde het niet. Gaf monniken die op blote voeten hun ochtendrondes maakten, geen voedsel en ging ook nooit naar de tempel, ook niet op boeddhistische feestdagen. Haar katholieke geloof in predestinatie en een leven na de dood, had ze al lang afgezworen. Waarom zou dan wel geloven in karma en reïncarnatie? Ze had wel in een hoek van de kamer een klein altaartje ingericht met een Boeddha-beeld en kleine beeldjes van olifantjes en danseressen. Als ze iets van stress voelde, knielde ze er voor, stak een wierookstokje aan en probeerde te mediteren. Het hielp haar te ontspannen.

45 Mac moest niets hebben van het boeddhisme of beter gezegd van de monnikenorde. Hij vond monniken uitvreters die niet werkten voor hun brood, maar leefden van de goedgevigheid en goedgelovigheid van gewone mensen. Ze vraten zich vol, maar wat deden ze voor de samenleving? Niets, ze bouwden dure tempels. In de VS werkten diaconessen in de verpleging, nonnen deden sociaal werk, maar in Thailand had hij nog nooit een sociaal bewogen monnik ontmoet. Ze deden hun prevelementje bij crematies, incasseerden een envelop met geld, kregen voedsel aangeboden en spraken geen woorden van troost.

46 Toen Annemarie in Mac een vriend had gevonden, meende Dick dat hij gay was. Zo hoefde hij zich geen zorgen te maken over eventueel overspel. Maar die gedachte had hij al snel laten varen. Mac was een vrouwenmens, geen mannenmens. Hij had er met Mac wel eens over gesproken. Ze kwamen tot de conclusie dat de rigoureuze indeling hetero-homo-bi niet van toepassing is in Thailand. Thaise mannen zijn vaak nogal feminiem. Velen maken zich op, houden van mooie kleertjes en kijken tig keer per dag of hun haar goed zit. ‘Het is een glijdende schaal’, vond Mac, ‘die in de loop der tijd ook kan verschuiven.’ Hij gaf toe niet ongevoelig te zijn voor mooie jongens, maar vrijen met een man? Dat zag hij zich niet doen. Annemarie vond hij direct aan het begin van hun vriendschap een toffe meid. Lekker nuchter, geen praatjesmaker. Dat bond hen. En Theresia was zijn grote liefde.

47 Man, vrouw, ladyboy, kathoey, transgender, tomboy, gay, lesbian, bisexual, intersex – het was verwarrend allemaal, de seksen in Thailand, vonden Dick en Mac. Voor Dick nog meer dan voor Mac die al langer in Thailand woonde. In het Christian Hospital werkte ook een kathoey. Dick had het lange tijd niet in de gaten. Mooie meid, dacht hij. Mac maakte hem erop attent. Maar nog steeds zag hij het niet. Hij bleef een vrouw zien, geen omgebouwde man. Hij vertelde het tegen Annemarie en die kon het ook nauwelijks geloven. Nou ja, wat maakte het uit. Als ze maar vakkundig was en dat was ze.

48 Mac was een nieuwsjunkie. Dat was hij al in de VS en dat bleef hij in Thailand. Elke ochtend werd de krant bezorgd, hij had een abonnement op de Bangkok Post, een van de twee Engelstalige kranten. Veel tijd om die direct al te lezen, was er niet want de werkdag in het ziekenhuis begon vroeg met patiëntbesprekingen, overleg met de nachtploeg en een zaalronde. Pas tijdens de lunchpauze zag Mac kans om de krant te lezen en tijdens tussenuurtjes. Mac wilde graag op de hoogte blijven van wat er in het land gebeurde. Het nieuws vergrootte zijn kennis van het land, maar niet altijd zijn begrip. Maar daarvoor zorgden zijn Thaise collega’s wel. Ze klapten uit de boot over dingen die niet in de krant stonden en eigenlijk niet hardop gezegd mochten worden.

49 Theresia haalde altijd het Life-katern eruit en nam dat mee naar het ziekenhuis. Als eerste stortte ze zich op de cartoons. De krant deed niet niet kinderachtig: elke dag 10 cartoons en op zondag een aparte bijlage. Ze las graag het reisdagboek, waardoor ze veel plaatsen leerde kennen waar ze nooit zou komen. Thailand bood veel moois aan oude gebouwen, tempels, paleizen, landschappen. Het strandleven boeide haar niet. Verder bevatte het katern boekbesprekingen, recensies van uitvoeringen, interviews en informatie over artiesten, een agenda en elke dag twee binnenpagina’s over auto’s, gezondheidszorg of lichaamsverzorging. Net als Mac kwam zij ook veel te weten over Thailand, maar die twee Thailanden vielen niet samen.

50 Was het een restje van haar katholieke opvoeding? Dat zou heel goed kunnen. Therasia hoopte dat Mac haar ten huwelijk zou vragen. Ze zag het al voor zich: Mac knielend met een roodfluwelen doosje in zijn hand, dat hij openklapte en vergezeld liet gaan van de vraag die al door miljoenen mannen is gesteld: Will you marry me? Ze kon het hem niet rechtstreeks vragen, dus vroeg Annemarie Dick in te schakelen als postillon d’amour. Zo bereikte haar wens Mac. De vraag overviel hem, hij had er nooit over nagedacht. Mac, nuchter als altijd, dacht: Ach, waarom niet? Een feestje valt niet versmaden. Dus via de omgekeerde weg bereikte Mac’s instemming Theresia.

51 Mac onttrok zich aan de voorbereidingen. Da’s vrouwenwerk, mopperde hij. Hij kocht een ring en vond daarmee genoeg te hebben gedaan. Annemarie hielp Theresia bij de planning. Zoveel werk was dat niet. Het zou een kleine ceremonie worden met enkele collega’s als gast en wellicht familie van Mac uit de VS. Familie uit de Filipijnen wilde Theresia er niet bij hebben. Stelletje hypocrieten, getuige van een misdrijf en niets zeggen. Nee, familie bestond niet meer voor haar. Een enkele keer probeerde Mac haar op andere gedachten te brengen. ‘Je kunt niet eeuwig met wrok blijven rondlopen. Verzoen je, vergeef het hun.’ Maar ze wilde niet. ‘They have ruined my life.’

52 Hoe graag ze dat ook hadden gewild, Peter en Marloes konden er niet bij zijn. Peter was druk met de opheffing van zijn school. Die zou opgaan in een grotere school in de grote stad. Een schoolbus zou de twintig resterende kinderen elke dag heen en weer brengen. Ze zouden eerst in noodlokalen worden ondergebracht, terwijl nieuwe lokalen werden bijgebouwd. Marloes was nog bezig met haar studie tot nurse-practitioner. Die wilde ze niet onderbreken. Maar ze zouden zeker Skype contact hebben, ongeacht het tijdverschil tussen Thailand en Nederland. Dat moest te regelen zijn met het hotel waar het huwelijksfeest zou plaatsvinden.

53 Het werd een dag om nooit te vergeten. Theresia schitterde in haar bruidsjapon, Mac zag er sjiek uit in zijn tuxedo. ’s Ochtends vroeg hadden ze foto’s gemaakt in het Lumpinipark, ’s middags gingen ze naar het districtkantoor om hun huwelijk te laten registreren en ’s avonds werd er gefeest. Er stond een buffet met Thaise en Europese gerechten en er speelde een bandje dat ze op het hart hadden gedrukt de volumeknop niet voluit open te draaien. ‘Anders halen we de stekker eruit en kunnen jullie naar je geld fluiten’, had Mac gedreigd. Daar hielden ze zich aan.

54 Uit de VS waren twee neven van Mac gekomen, die er gelijk een vakantie aan vastplakten. Mac had ze alleen als baby gekend, dus er viel heel wat bij te praten. Vanzelfsprekend waren Dick en Annemarie er, ook op hun paasbest gekleed, verder collega’s van Mac en Theresia, de directeur van het ziekenhuis en de huisbaas van het appartement waar Mac en Marloes woonden. Zelfs de Amerikaanse ambassade had een vertegenwoordiger gestuurd, maar die bleef niet lang. De Skype-verbinding was niet gelukt, maar dat zouden ze later nog wel goedmaken. Peter en Marloes hadden wel een kaartje gestuurd. Tante Pos bleek betrouwbaarder dan internet.

55 De uitdrukking Van een huwelijk komt een huwelijk ging niet op voor Dick en Annemarie. Beiden hechtten niet aan het trouwboekje. Getrouwd of niet getrouwd maakte voor hen geen verschil. De liefde bond hen, daarvoor hadden ze geen ambtenaar van de burgerlijke stand nodig om dit te bevestigen. Ze waren nog net zo smoorverliefd op elkaar als de keer toen Annemarie naar Dick’s retraiteoord was gegaan. Want zo beschouwde Dick zijn verblijf op de boerderij. Die dag staat met een gouden randje in hun geheugen gegrift. Wat waren ze opgewonden toen ze elkaar voor het eerst beminden. Dat gevoel kwam nog regelmatig terug als ze in bed lagen.

56 Mac en Theresia maakten hun huwelijksreis naar de VS. Ze bezochten New York en Washington en zakten daarna af naar het Zuiden. Daar huurde Mac een auto om rond te toeren. Ze gingen op bezoek bij Mac’s moeder, al jarenlang weduwe en tobbend met haar gezondheid. Broers of zussen had Mac niet. De rest van de familie sloeg hij maar over. Hij had sinds zijn vertrek naar Thailand geen contact meer met ze gehad. Theresia vond Amerika een mooi land, maar er moesten geen Amerikanen wonen. Ze vond ze oppervlakkig en de koffiemokken waren te groot.

Epiloog: En daarmee eindigt mijn derde feuilleton. Theresia en Mac kregen waar ze om gevraagd hadden: meer aandacht. Intussen hebben Peter en Marloes belet gevraagd bij de auteur. Peter werkt inmiddels op een grotere school in de grote stad en Marloes heeft haar opleiding tot nurse-practitioner afgerond. Nu zijn wij aan de beurt, zeggen ze. Die beurt kunnen ze krijgen in het vierde feuilleton: Peter en Marloes trouwen elke dag opnieuw. 

Peter en Marloes trouwen elke dag opnieuw

Proloog: Peter en Marloes hebben belet gevraagd bij de auteur. Ze voelen zich een beetje verwaarloosd. Peter werkt inmiddels op een grotere school in de grote stad en Marloes heeft haar opleiding tot nurse-practitioner afgerond. Nu zijn wij aan de beurt, zeggen ze. Die beurt kunnen ze krijgen in het vierde feuilleton: Peter en Marloes trouwen elke dag opnieuw.

1 ’t Was een hele overgang voor Peter: van onderwijzer op een driemans dorpsschooltje naar een school met twaalf klassen. Qua onderwijs was er niet veel verschil, maar op een zonnige dag kon hij niet meer zeggen: Kom kinderen, we gaan naar buiten, madeliefjes plukken. Nee, hij moest zich nu streng aan het rooster houden. Improviseren was er niet meer bij. Er waren targets en die moesten gehaald worden. Soms voelde het als een dwangbuis. ’t Begon hem te ergeren, hij dacht erover zich te laten omscholen, maar in welk beroep zou hij dezelfde vrijheid genieten als in ’t dorp? Marloes had wel in de gaten dat hij niet lekker in zijn vel zat, maar wat kon ze doen?

2 Als de nood het hoogst is, is de redding nabij. Peter had in een mailtje aan Dick geklaagd over zijn onvrede, waarna Dick hem bijgaand artikel had gestuurd over de bamboo school in Thailand. ‘Misschien iets voor jou?’ Peter sprong een gat in de lucht. Ja, zo moet een school eruit zien. Dick bood aan uit te zoeken of ze hem konden gebruiken. Peter en Marloes bespraken de zaak. Als Peter er terecht kon, zou Marloes een Thais ziekenhuis zoeken. Daar kon Annemarie wel bij helpen. Zenuwslopende weken van wachten op een antwoord volgden. Het geluk lachte hen toe. Peter was welkom op de bamboo school, Annemarie had een ziekenhuis gevonden, waar ze wel een ervaren nurse-practitioner konden gebruiken. (Lees: Een school zoals je hem niet kent)

3 Peter en Marloes konden hun geluk niet op. Ze zouden emigreren naar Thailand, het land waarop ze tijdens hun huwelijksreis verliefd waren geraakt en dat ze daarna nog eenmaal hadden bezocht. Een periode van veel geregel volgde, eerst in Nederland waar ze een woning bezaten, en later in Thailand. Waar waren ze aan begonnen? Maar hun motto was: Keep your eyes on the prize. En dat deden ze. Het enige minpuntje was dat Peter en Marloes gescheiden zouden worden. Maar bij Thaise echtparen was dat niet ongebruikelijk. En luidde het Engelse gezegde niet: You can’t have your cake and eat it? ’t Moest maar, misschien kon Marloes later een baan vinden in de buurt van Peter.

4 Peter was aangenomen op voorspraak van dokter Dick. De school moest hem wel aannemen, Dick was een belangrijk persoon of zoals dat in het Thais heet phu yai (elite). Maar ze kregen er geen spijt van – integendeel. Peter had groene vingers, hij kwam uit een boerengezin. Hij leerde de kinderen Europese groenten te verbouwen en hij leerde ze een efficiëntere manier om gft-afval in een compostvast te composteren. Gaf Engelse les: geen grammatica, maar hij leerde ze Engelse kinderliedjes en rijmpjes. Dus liet hij Jack en Jill de heuvel beklimmen, Humpty Dumpty een doodsmak maken en drie blinde muizen voor hun leven rennen.

5 Ook timmerde hij een poppenkast, schilderde een decor van rijstvelden, maar poppen maken lukte niet erg goed. Een onderwijzeres bood hulp. Peter maakte de romp, zij naaide kleren. Begonnen werd met een boer, boerin en een grootgrondbezitter. De kinderen verzonnen het verhaal erbij. Kostte ze geen enkele moeite, ze kenden de verhoudingen. Later kregen ze gezelschap van een goede geest, slechte geest, monnik en politieagent. Het was opvallend hoeveel creativiteit het poppenspel losmaakte bij de kinderen. En het publiek liet zich ook niet onbetuigd; ze moedigden de poppen aan, scholden ze uit en waarschuwden als de slechte geest opdook.

6 Peter had het naar zijn zn in zijn nieuwe baan, Marloes was nog niet begonnen. Ze had het ziekenhuis verkend dat Annemarie voor haar had gevonden, maar vond het erg massaal. Het miste de intimiteit die ze gewend was in Nederland. Daar had ze ook in grote ziekenhuizen gewerkt, maar die hadden altijd nog een menselijke schaal. Het Thaise ziekenhuis was een paar maatjes groter. Ze had er wat verloren in rond gelopen, ook omdat alle opschriften in het Thais waren, behalve No smoking. Annemarie bij wie ze haar hart had gelucht, begreep het wel. Ze besloten naar Buri Ram af te reizen, wat een busreis van een kleine zes uur vergde om daar in de buurt van Peter’s school te speuren naar ziekenhuizen en klinieken.

7 Eigenlijk had Marloes een voorkeur voor een kliniek, geen overheidskliniek, maar een privékliniek. Daarvan waren er vele in Thailand. Ze werden gerund door artsen van overheidsziekenhuizen die zo hun bescheiden salaris aanvullen, vooral met de verkoop van medicijnen die ze kwistig voorschrijven. De patiënten verwachten dat ook; een dokter die geen pillen voorschrijft, kon geen goede geneesheer zijn. Ze namen een hotel en lieten zich de volgende dag door een tuktuk bestuurder rondrijden. De expeditie leek te mislukken, maar in de laatste kliniek die ze bezochten, kon Marloes terecht. De arts zei dat ze als geroepen kwam, want hij had zijn verpleegster moeten ontslaan omdat ze medicijnen had gestolen en verkocht. Marloes kon direct beginnen. Ze zou er niet veel mee verdienen, maar die prijs wilde ze wel betalen voor een aangename werkplek.

8 In het begin vormde de taalbarrière een handicap. Maar ze maakte zich al snel enkele uitdrukkingen eigen die veel voorkwamen en nam Thaise les. De dokter was om nog een andere reden blij met haar komst. Hij sprak zelf weinig Engels, wat lastig was want hij had ook expats als patiënt. Marloes kon daarbij helpen. Wie ook blij was, was natuurlijk Peter. Gelukkig had hun gedwongen scheiding maar kort geduurd. Ze betrokken een serviced apartment in de buurt van de kliniek en Peter kocht een motorfiets, 125 cc, om van en naar de school te tuffen. Dick en Annemarie beloofden een keer naar Buri Ram te komen voor een house warming party.

9 In de flat waar Marloes en Peter woonden, werd al snel bekend dat Marloes tarotkaarten legde. Ze verwierf er zelfs enige reputatie mee. Buren kwamen naar haar toe als ze problemen hadden of gewoon omdat ze benieuwd waren naar de lucky numbers in de staatsloterij. De staatsloterij kende twee trekkingen per maand. Het geloof in lucky numbers was groot. Gokkers zochten overal een aanwijzing in. Verkeersongeluk? Het kenteken van de verongelukte wagen leverde een hint op. Sommige monniken verdienden geld met het voorspellen van nummers. Marloes deed er vrolijk aan mee. Ze rekende 100 baht per consult.

10 Peter vond die leggingen maar onzin. Hij begreep niet waarom mensen erin geloofden en hij begreep evenmin iets van het bijgeloof van ogenschijnlijk vrome boeddhisten. De mooiste Tarotkaart was wat hem betreft De Dwaas. De Geliefden vond hij ook een mooie kaart, maar die had hij niet nodig als bewijs dat Marloes en zij geliefden waren. Peter liet Marloes maar begaan met haar kaarten. Geen woord van kritiek kwam over zijn lippen. Hij beschouwde het als een onschuldige hobby en vroeg zich zelfs af of Marloes er zelf écht in geloofde. Zelf was hij een uit de klei getrokken boerenpummel en die moeten niks hebben van al die hocus-pocus.

11 Dick en Annemarie waren gearriveerd voor de house-warming party. Ze hadden het vliegtuig op Don Meuang genomen, de oude luchthaven van Bangkok die sinds enkele jaren de thuisbasis vormde van de meeste budgetmaatschappijen. De decorwisseling van metropool Bangkok naar provinciehoofdstad Buriram kon niet groter zijn alhoewel Buriram nog altijd 30.000 inwoners telde. Die avond werd het appartement feestelijk ingewijd. In Thaise stijl met veel eten en drank, geleverd door een cateraar. Het was een klein gezelschap met enkele collega’s van Peter’s school en de arts van Marloes’ kliniek. Peter opende de eerste fles whisky en goot een klein beetje voor de deur op de gang om de geest van het appartement tevreden te stellen. Ja, geesten kunnen kwaaie jongens zijn, die moet je te vriend houden.

12 Peter had een karaoke-installatie gehuurd met programma en die bleef niet ongebruikt. De Thaise gasten kenden een ongelooflijk groot aantal liedjes en die werden luidkeels gezongen, soms tenenkrommend vals maar daar klaagde niemand over. De Nederlandse gasten zongen a capella enkele Nederlandse feestliederen en met ondersteuning van het karaoke-programma Beatles songs. De Thai raakten aangeschoten, de Nederlanders volgden niet altijd de heilwens Ad fundum. Dick en Peter waren geen grote drinkers en de twee meiden al helemaal niet. Die begonnen al na twee glazen wijn te giechelen, waar ze het dan ook bij lieten om daarna op water over te stappen.

13 De volgende dag brachten Dick en Annemarie een bezoek aan de bamboeschool. Ze waren onder de indruk. Wat direct opviel: deze kinderen stapten op het gezelschap af, leidde hen rond, legde uit wat ze deden en hadden geen enkele schroom zoals andere Thaise kinderen om vragen te stellen. Toen ze er dan ook achter kwamen dat Dick chirurg was, wisten ze niet van ophouden. De moestuin was het pronkstuk van de school: keurige strakke moestuinbedden met bordjes waarop in Engels en Thai de naam van de gewassen stond, aangeharkte looppaden, bakken met zaailingen en nergens onkruid, nog geen snippertje. De tuin van Eden kan er niet tegenop, vond Annemarie. Peter’s hand was merkbaar: ze zagen stoksnijbonen, sperziebonen en radijs.

14 Dick en Annemarie schoven aan bij de schoollunch, met broccoli en rammenas uit eigen tuin. Niet bepaald gerechten die dagelijks bij Thai op tafel staan. De lunch was door de kinderen zelf bereid onder begeleiding van een kokkin, wier omvang een garantie vormde voor de kwaliteit van de lunch. Daarna was het verplicht rusten en dat konden Dick en Annemarie ook wel gebruiken na de vermoeiende ochtend. ‘Je bent wel op je plaats hier, Peter?’, merkte Dick op. Peter knikte. ‘Nog beter dan in het dorp’, vond hij. Dick had een idee: zwemles, want de meeste Thaise kinderen kunnen niet zwemmen, waardoor gemiddeld drie kinderen per dag verdrinken. ‘Ga ik aan werken’, beloofde Peter.

15 En dat deed Peter, hij liet er geen gras over groeien. Maakte afspraken met een hotel voor het gebruik van het zwembad, een 25-meter bad, en kocht diverse oefenmaterialen zoals zwemplankjes, ballen, zwembandjes. Niet alle kinderen kregen zwemles, want dan zou Peter niet meer aan zijn andere werk toekomen. Alleen de kleinsten en nieuwe leerlingen gaf hij met hulp van een collega eenmaal per week les. Peter verdiepte zich in de nieuwste opvattingen over zwemonderwijs. Geen spreid-wijd-sluit meer, zoals hij zelf zwemmen had geleerd, maar beginnen met watergewenning. Spande een touw over de volle breedte van het zwembad ter hoogte van de waterspiegel en liet de kinderen er onderdoor kruipen.

16 De volgende ochtend vroeg keerden Dick en Annemarie terug naar Bangkok. Ze namen de eerste vlucht, die is altijd het goedkoopst. Niet dat ze arm waren, Dick werd op Europees niveau betaald, Annemarie verdiende iets meer dan Thaise verpleegsters dankzij haar functie van nurse-practitioner, maar dat vormde geen vrijbrief om geld nodeloos te verspillen. Het had de hele nacht geregend in de hoofdstad , veel straten stonden onder water omdat het riool het niet tijdig had kunnen verwerken. Chaos alom, waardoor ze te laat op hun werk arriveerden. Maar dat verbaasde niemand gezien de wateroverlast in de stad. Ze waren niet de enigen.

17 Werken in Thailand betekent lange werkdagen maken. Geen achturige werkdag, geen vijfdaagse werkweek, geen drie weken vakantie, zoals in Nederland. Marloes werkte van 9 tot 9 waarna nog opgeruimd moest worden. Meestal kwam ze pas om 10 uur thuis, nam een douche en kon pas daarna haar benen strekken. In de kliniek had ze al tussendoor gegeten. Peter had eenmaal per week nachtdienst. Dan moest hij toezicht houden op de kinderen die intern waren. Voor hun liefdesleven bleef weinig tijd over. Dat ergerde hen soms, Peter nog meer dan Marloes. Maar hij klaagde niet. Had ik maar in Nederland moeten blijven, relativeerde hij. Maar ze hadden hun schepen achter zich verbrand. Thailand was hun nieuwe vaderland, ze wilden er wel oud worden.

18 De spaarzame keren dat Peter en Marloes wel tijd voor hun liefdesspel hadden, trokken ze alle registers open. Om in de stemming te komen, speelden ze strippoker, waarbij de verliezer van een ronde telkens een kledingstuk moet uittrekken. De winnaar mocht zeggen welk. Na dit voorspel namen ze een bad. Marloes zat het liefst op zijn schoot, want ze voelde dat dit hem enorm opwond en dat liet haar ook niet onberoerd. Ze droogden elkaar af en kropen in elkaars armen. Kusten elkaars lippen schraal en probeerden de spanning zo lang mogelijk op te voeren. Na de ontlading lagen ze nog minutenlang na te hijgen en vielen verzadigd in slaap. ‘Slaap lekker, schat.’ ‘Jij ook liefje.’

19 Er kleefde nog een minpuntje aan hun huidige levenswijze. Marloes, in Nederland fervent kookgek, had nauwelijks nog gelegenheid om te kokkerellen. De kookboeken die ze had meegenomen, stonden werkeloos in de boekenkast. Slechts enkele keren per maand zette ze haar koksmuts op om Peter eens lekker culinair te verwennen. Peter zag altijd uit naar die dagen. Marloes bezat de unieke eigenschap om van een paar eenvoudige ingrediënten iets bijzonders te maken, dat niet alleen de tong streelde, maar ook het oog. Creatief koken, noemde Peter het. Ook had ze haar repertoire uitgebreid met Thaise gerechten. Haar tom yam kung kon de vergelijking met de beste garnalensoep uit een Thaise keuken doorstaan. Ze maakte haar soep wel wat minder zuur dan gebruikelijk.

20 Gelegenheid om de stad en de provincie te verkennen, was er ook nauwelijks. Natuurlijk hadden ze het Phanom Rung Historical Park bezocht, de belangrijkste bezienswaardigheid van de provincie. De Khmer tempel, gebouwd in de tiende tot de dertiende eeuw, werd op vrije dagen altijd druk bezocht door Thai. Ze waren er niet lang gebleven, de symboliek verwerkt in het complex zei hen niet veel ondanks de uitleg in een foldertje. Het bezoek aan de Bang Sai Orchid Garden, een tuin van 0,8 vierkante kilometer, beviel beter. De Keukenhof zakte een paar puntjes in hun waardering. ‘Orchideeën zijn zoveel mooier dan tulpen, vind je niet Peter?’ ‘Absolutely.’ ‘Spreek je moerstaal’, plaagde Marloes. ‘Oh pardon mevrouw, ik wist niet ik u ontriefde.’

21 Peter en Marloes deelden elkaar regelmatig plaagstootjes uit, ze hielden van dit soort lichtvoetige conversatie. Het was hun manier om te zeggen: Ik houd van je. Liefde moet voortdurend bevestigd worden. Had Márquez niet eens gezegd dat je elke dag opnieuw trouwt. Je kunt niet genoegzaam achterover leunen en er geen moeite voor doen. Daar waren ze het van harte mee eens. Planten hebben elke dag water nodig, de liefde moet elke dag onderhouden worden. Peter ging nog even door. Hij pakte het woordenboek en vertaalde ‘absoluut’. ‘’t Is een bijwoord, snap je wel?’ ‘Ja meester’, piepte Marloes en maakte met een natte kus vol op zijn mond een eind aan het gesprek.

22 Natuurlijk was het niet alle dag rozengeur en manenschijn. Er kwam een dipje – zoals ze het later noemden – in hun relatie. De plaagstootjes bleven uit, het werden serieuze verwijten. Marloes mailde Annemarie wat te doen, Peter mailde Dick wat te doen. Schrijf elkaar brieven, luidde Annemarie’s advies. Heb eens gelezen dat dit een goede methode is bij relationele problemen. Dick adviseerde: Praat met elkaar, maak van je hart geen moordkuil. Dat deden ze op papier, ze schreven elkaar elke dag een brief, waardoor de lucht geleidelijk werd geklaard. De kwinkslagen kwamen terug, hun huwelijk was gered.

23 De verklaring voor hun huwelijkscrisis lag eigenlijk voor de hand. Marloes hield van winkelen, Peter niet. Peter hield van borrelen, Marloes was er niet gek op. Marloes hield van het strand, Peter hield van bossen. Peter hield van uitslapen, Marloes niet. In veel opzichten waren ze elkaars tegenpolen. Dat was geen probleem, zolang niemand zijn wil aan de ander oplegde. De verschillen verleenden eerder kleur aan hun relatie. Niets saaiers dan partners die elkaars kloon zijn. Maar blijkbaar was er een kink in de kabel gekomen. De verschillen waren gaan opspelen. Heel ongemerkt totdat op een dag de bom barstte en Marloes huilend hun appartement verliet en pas na uren terugkwam. Peter realiseerde zich toen pas dat hij Márquez’ advies had verwaarloosd. Het zal niet meer gebeuren, nam hij zich voor, en daar hield hij zich aan.

24 De zoon van de eigenaar van het appartementencomplex waar Peter en Marloes woonden, had nog vakantie. Kai zat op een prestigieuze internationale school in Bangkok, waardoor hij uitstekend Engels sprak. Zo kwam hij in contact met Peter. Thaise jongeren, ook degenen die Engels spreken, zijn over het algemeen te verlegen om hun mond open te doen, maar deze knaap wilde graag zijn Engels oefenen op Peter. En hij wilde meer, maar dat had Peter pas in de gaten toen hij in zijn kamer zat. Een typische jongenskamer met posters van Thaise popsterren aan de muur en modellen van plastic vliegtuigjes aan draadjes opgehangen aan het plafond. ‘Can I see your cock’, vroeg hij plompverloren. ‘I’ll show you mine.’

25 Peter stond niet eens perplex. Jongens in die leeftijd zijn gebiologeerd door hun penis. Dat wist Peter nog uit zijn eigen puberteit. Kai wachtte niet op Peter’s antwoord. Hij wurmde zijn hand behendig in Peter’s broek. Die was zo verbouwereerd dat hij hem niet afweerde. En ach, het was onschuldig pubervermaak. Kai knoopte zijn broek los, schoof broek en onderbroek naar beneden en begon zijn lid te masseren. Maar Peter vond het wel genoeg zo. ‘Finished, my dear friend. Look for someone of your own age. I am too old for this kind of nonsense.’ Peter vertelde het later maar niet aan Marloes, ze zou het niet begrijpen of het ridiculiseren.

26 De school van Peter lag buiten de stadsgrenzen. Elke dag reed hij met zijn motorfiets heen en weer. Dat was een ritje van 20 minuten over deels geasfalteerde wegen. In tegenstelling tot de meeste Thaise motorrijders droeg hij een helm. Thai zetten die pas op als ze een agent in het vizier krijgen. Boeddha zou hen wel beschermen. Peter zette hem wel eens af, want als de zon brandde op zijn bolletje, zweetten zijn hersencellen zowat de helm uit. Op een deel van de weg was het oppassen geblazen, want die was van gravel. Vooral als het geregend had, slipte de motor er regelmatig weg.

27 De gravelweg was een gatenkaas. De weg was bezaaid met kuilen. De gemeente had ze al eens opgevuld – ja, met aarde. Dus na de eerste de beste regenbui waren ze weer terug. Er zat niets anders op dan er omheen te laveren. De omwonenden mopperden, hadden al enkele keren bij de gemeente aan de bel getrokken, maar die zei dat het onderhoudsbudget op was. Op aan wat, wist Peter wel. De Thaise strijkstok is berucht. Bij elke overheidsopdracht verdwijnt tea money (steekpenningen) in de zakken van topambtenaren. De uitvoerders zorgen ook goed voor zichzelf. Ze drijven de prijs op of gebruiken inferieure materialen. Iedereen weet ’t en iedereen houdt zijn mond. Ook Peter. Hij wilde zichzelf geen moeilijkheden op de hals halen.

28 Eenmaal was het zo godsgloeiend heet dat Peter op zijn motorfiets in slaap was gevallen. Hij had die nacht slecht geslapen en was te warm gekleed. Hij belandde in een greppel die overwoekerd was met struiken en dat was zijn redding. De schade viel mee: een paar schrammen maar de voorkant van de motor was wel naar de filistijnen. Een voorbijganger hielp hem de motor uit de greppel te trekken, waarna hij behoedzaam zijn weg vervolgde. Marloes schrok wel toen ze hem zag. Boeddha heeft je beschermd, zei ze, waar ze overigens niets van geloofde. Dus maakte ze er een engeltje van.

29 De keuze bos (Peters voorkeur) of strand (Marloes’voorkeur) was niet moeilijk te maken voor het vrije lange weekend dat eraan zat te komen. Ze volgden het nuchtere advies van Peter’s moeder op die dit tijdens hun huwelijksdip had gegeven: Ga je toch de ene keer naar het strand en de volgende keer naar het bos. Deze keer was bos aan het beurt. Thailand bood een ruime keuze aan nationale parken. Ze kozen voor nationaal park Khao Yai in Nakhon Ratchasima, Thailand’s eerste nationale park. Een accommodatie kiezen was moelijk, want het aanbod was groot. Liever hadden ze het gebied eerst willen verkennen, maar daar was geen tijd voor. Dus speelden ze Ezeltje prik je in aangepaste vorm.

30 Het aldus uitverkoren resort bood een aantrekkelijke kortingsprijs van 1.308 baht per nacht en was van alle gemakken voorzien. Nadat ze zich geïnstalleerd hadden en opgefrist, gebruikten ze de maaltijd in het food centre en bestudeerden de plattegrond van de omgeving. De kamerprijs was inclusief de huur van twee fietsen en die bleven niet ongebruikt. Uitslapen was er niet bij, want ’s ochtends als de temperatuur nog dragelijk was, stapten ze op de fiets. ’s Middags rustten ze, namen een duik in het zwembad van het resort en ’s avonds genoten ze bij een verfrissend drankje van de ondergaande zon. ‘Nou, dat konden we wel gebruiken’, vond Marloes. Peter knikte. ‘Ja, all work and no play, weet je wel? Moesten we vaker doen.’

31 Hij gaf haar een pakkerd en schoof zijn hand onder haar strapless dunne zomerjurkje. ‘Mooie borsten heb je toch. Ik zou ze wel op sterk water willen zetten en bewaren.’ ‘Als je dat maar uit hoofd houdt. Ben je soms een kannibaal?’ ‘Nou’, reageerde Peter. ‘Ik heb wel eens gelezen dat mensenvlees mits goed bereid heel lekker is.’ Marloes: ‘Oh ja? Dan weet ik wel welk lichaamsdeel ik van jou ga oppeuzelen.’ En zo vlogen de kwinkslagen nog een tijdje heen en weer, die zoals vaak eindigden met een hartstochtelijke vrijage. Maar daarvoor moesten ze wel naar binnen, want Peter en Marloes waren geen exhibitionisten.

32 Buriram heeft twee publiekstrekkers: het voetbalstadion, thuisbasis van FC Buriram, Thailand’s sterkste voetbalploeg, en het internationaal motorcircuit. Peter en Marloes waren er nog nooit geweest. In voetbal en motorraces waren ze niet bijster geïnteresseerd. In Nederland keek Peter wel eens naar voetbalwedstrijden op de tv, maar meestal haakte hij na een half uur al af. Marloes moest helemaal niets hebben van voetbalwedstrijden en nog minder van hooligans die het plezier van echte voetbalfans verpesten. Marloes zal wel een dolle bui hebben gehad, want ze stelde voor eenmaal een voetbalwedstrijd en een motorrace bij te wonen ‘omdat we ingezetene zijn van Buriram’, zei ze op plechtige toon.

33 Na enige gekibbel bereikten ze een compromis: wel motorraces, geen voetbalwedstrijd. Maar daar hadden ze al snel spijt van. Andere toeschouwers reageerden opgewonden op de voorbij snellende rijders, maar Peter en Marloes zei het voortdurend stuivertje wisselen niets. Alleen het bochtenwerk vonden ze leuk, wanneer de rijders de zwaartekracht leken te tarten. Het was een wonder dat niemand onderuit ging. Tussen de races door namen ze een kijkje in de pit dankzij een pasje dat Peter via zijn school had weten te regelen. Het was een drukke bedoening daar met rijders en monteurs die aan sleutelen waren. Ze probeerden met enkelen een praatje te maken, maar die hadden geen tijd.

34 De zwemlessen van Peter waren een succes. De kinderen konden er geen genoeg van krijgen en waren na het zwemuurtje moeilijk het water uit te krijgen. De kinderen die in het begin niet durfden, hadden hun angst overwonnen dankzij Peter’s spelletjes. Peter verdeelde ze in duo’s en liet ze een bal naar elkaar gooien en ze moesten watertrappelen zodat het water alle kanten op spatte. De moeilijkste oefening was onder een touw doorkruipen dat op de waterspiegel lag. Maar voordat ze allemaal hun ogen onder water open durfden te doen en hun neus niet dichtknepen, waren wel enkele lessen verstreken. Bij angstige kinderen stapte Peter zelf het water in. Hij nam ze bij de hand en samen kropen ze onder het touw door.

35 Als Marloes vrij was, kwam ze naar het zwembad om Peter en zijn Thaise collega te helpen. Ze droeg een decent badpak, geen bikini, want ze wilde niet het hoofd van de collega op hol brengen. Marloes vertrouwde Thaise mannen niet, ze las te vaak berichten in de krant over aanranding en verkrachting. Marloes was een nuttige hulp toen Peter begon met het aanleren van de schoolslag. Eerst de beenweging op het droge, daarna in het water waarbij ze een plankje vasthielden. Vervolgens de armbeweging en ten slotte de combinatie. Wie het moeilijk vond, werd door Marloes onder de buik ondersteund. De kinderen lieten zich graag door juf Marloes helpen.

36 Peter genoot van die gezamenlijke zwemlessen. Hij hield ervan dingen samen met Marloes te doen. Volgens hem waren die een uiting van hun liefde, niet de zoete woordjes die ze in elkaars oren fluisterden wanneer ze verstrengeld lagen. Natuurlijk moet je een relatie ook verbaal onderhouden, maar woorden waren gemakkelijk uit te spreken, vond hij. Ja, Peter hield van rationaliseren, Marloes handelde veel meer intuïtief. Ook zij genoot van alles wat ze samen deden, maar ze hoefde er niet over na te denken. Ze deed gewoon wat goed voelde. Zo kwamen ze beiden tot dezelfde conclusie: Geen woorden maar daden, of beter gezegd: Niet alleen woorden, maar vooral daden.

37 Evenals Peter had gedaan, verdiepte Marloes zich in de moderne inzichten over het zwemonderwijs. Toen ze er genoeg van dacht te weten, begon ze een zwemschool. Als bijverdienste, want ze verdiende maar weinig met haar baan in de kliniek en tarotkaarten leggen was ook al geen vetpot. Met haar spaargeld kocht ze de benodigde attributen, ze liet een flyer maken met een tweetalige tekst, verspreidde die in hun flat en legde een stapeltje op de balie van de kliniek en op enkele andere plaatsen. Eenmaal per week gaf ze les. Ze had geregeld dat ze dan vrij was. Peter had bewondering voor haar inzet en doorzettingsvermogen, want het succes kwam haar niet aanwaaien. Maar de aanhouder wint en Marloes was een aanhouder. Haar eerste klantje was de zoon van haar werkgever.

38 Na het eerste klantje volgden er meer, mondreclame bleek effectiever dan flyers. Marloes had zich voorgenomen de groep niet groter dan 15 te maken, dus toen dat aantal werd overschreden vormde ze een tweede groep. In de kliniek ging ze een dag minder werken, maar ze zou die baan nooit opgeven. Uit solidariteit met haar baas en als eventueel vangnet. Ze nam een Thaise assistente aan, die ze de fijne kneepjes van het vak leerde. Maar dat pakte verkeerd uit. Die begon elders een eigen zwemschool en probeerde klantjes van Marloes af te snoepen. De school bestond niet lang. Er verdronk een kindje, de school werd gesloten en de vrouw werd veroordeeld voor dood door schuld.

39 Peter was blij voor Marloes, ze leek nu echt haar draai te hebben gevonden in Thailand. Hij merkte dat dit ook hun relatie ten goede kwam. Verbeeldde hij het zich of werden hun vrijages feller, hartstochtelijker? Ze nam vaker het initiatief, waar Peter overigens geen bezwaar tegen had. Waarom zou de man altijd, letterlijk en figuurlijk, boven moeten liggen? Hun liefdesspel werd ook gevarieerder, maar daar kan de auteur niet over uitweiden. Hij is geen voyeur die door het sleutelgat tuurt. Hij hoorde wel kreten van verrukking. Ja, tussen die twee bloeide de liefde als nooit tevoren.

40 Naast Marloes werkten nog twee Thaise verpleegsters in de kliniek. Die namen bloeddruk en temperatuur van de patiënten op, noteerden hun gewicht, maakten medicijnen klaar en schreven de rekening uit, die contact betaald moest worden. Marloes maakte wonden schoon, legde verband aan en had een voorgesprek met patiënten, waarbij de Thaise collega’s tolkten en de patiëntendossiers bijwerkten. Het viel Marloes op dat ze altijd veel woorden nodig hadden om haar instructies te vertalen. De Thaise taal leek haar omslachtiger dan de efficiënte en compacte Engelse taal. Overdag was het niet erg druk, er kwamen voornamelijk huisvrouwen en kinderen. De avonden zat de wachtkamer meestal vol.

41 Dick en Annemarie vonden het nodig de banden weer eens aan te halen. Ze mailden elkaar nog maar nauwelijks, iedereen had te druk met zijn eigen besognes. Marloes en Peter bewaarden goede herinneringen aan hun weekend in Khao Yai. Ze stelden voor er een vierpersoons bungalow te huren. Het park was vanuit Bangkok en Buriram gemakkelijk bereikbaar: 120 km vanaf Bangkok en bijna 4 uur met een taxi vanuit Buriram. Dick en Annemarie vonden het een goed idee. Ze spraken af in de nieuwjaarsvakantie er enkele dagen te logeren, dus vroegboeken was geboden. Maar het lukte, zelfs in het hetzelfde resort waar Peter en Marloes hadden gelogeerd.

42 Marloes en Peter arriveerden als eerste. Het was druk op de weg met veel vakantiegangers, maar die gingen de andere kant op: uit Bangkok richting platteland. Dick en Annemarie deden daarentegen lang over de reis. Op sommige weggedeeltes reed het verkeer stapvoets. Het was een feest om elkaar na zo’n lange tijd weer te kunnen begroeten. Peter had champagne ingeslagen om het weerzien te vieren. Met een beschaafde plop opende hij de fles, vulde de kelken en proostte ‘Geachte aanwezigen, zum wohl, cheers, gezondheid, santé. Ik verklaar de vergadering voor geopend’. Hij gaf een vuistslag op tafel ter imitatie van een voorzittershamer en vervolgde: ‘Er zijn geen ingekomen stukken, we kunnen direct met agendapunt 2 doorgaan: de maaltijd. Ik schors de vergadering. Op naar het food centre.

43 En daar vielen ze op de maaltijd aan, althans: dat was de bedoeling, maar het was druk. Ze moesten lang wachten op hun eten en toen het kwam, werden de bestelde gerechten een voor een geserveerd, zoals gebruikelijk in Thaise eetgelegenheden. Eters worden niet afzonderlijk bediend, maar alle gerechten worden in het midden van de tafel geplaatst, waar iedereen een hapje van kan nemen. En natuurlijk vers bereid, niets uit chafing dishes. Om de wachttijd te overbruggen, dronken ze liters gekoeld water en was de meest gebruikte openingszin: Weet je nog? Marloes over hun uitje naar Cha-am: ‘De heren wilden niet op de tandem stappen. Omdat hun benen te lang waren. ‘Ja, ja’, schamperde Annemarie. ‘Die angsthazen durfden niet.’

44 Het duurde nog heel lang voordat ze hun kooi opzochten. Marloes vertelde over haar nieuwe passie, zwemles geven. Ze kon heel smakelijk vertellen over kindjes die stonden te beven voor het touw waar ze onderdoor moesten kruipen. De meeste voldoening kreeg ze wanneer de kindjes hun angst hadden overwonnen. Over de assistente die haar een loer had gedraaid, zei ze alleen maar: Boontje komt op zijn loontje. Ook in de kliniek had ze soms te maken met angstige kinderen, vooral als ze een injectie kregen. Maar Marloes wist hen altijd gerust te stellen. Daar had ze een natuurlijke aanleg voor.

45 Annemarie wist enkele smakelijke ziekenhuisroddels op te dissen over verhoudingen tussen artsen en verpleegsters. Vermeende, want ze waren altijd gebaseerd op hear-say. In het jaar dat ze er nu werkte, had ze nog steeds geen kans gezien vriendschappen te sluiten met verpleegsters. De ene dag groetten ze haar beleefd, de andere dag liepen ze haar straal voorbij. Thaise vriendschap leek een wegwerpartikel. Vrienden voor het leven was uitzondering, je was vrienden zolang je er beiden van profiteerde. Maar ze moest toegeven, de taalbarrière kan een rol hebben gespeeld. Veel Thais sprak ze niet, alleen het hoognodige, en het Engels van de Thaise verpleegsters was vaak moeilijk te verstaan.

46 Dick en Peter maakten zich vrolijk over de Thaise politiek, althans wat ze erover wisten, en wat ze erover wisten, was ontleend aan de krant. Beter dan het beste cabaret, vond Dick. Peter wist nog dat een minister eens had voorgesteld niet 6 gram in een suikerstick te doen maar 3 gram. ‘Zakjapannertje niet bij zich om 2 keer 3 uit te rekenen’, opperde Peter. Hilarisch waren de miskopen van het leger, zoals  een bomdetector waarvan de Engelse makers wegens oplichting de bak waren ingedraaid. ‘Weet je nog Dick? Een expert zei destijds: Een wichelroede is net zo betrouwbaar.’

47 De volgende dag was sportdag hadden ze besloten. ’s Ochtends maakten ze een pittige fietstocht, langer dan gepland, want ze raakten de weg kwijt en voordat ze weer op rechte pad waren, hadden ze een flink aantal extra kilometers gemaakt. ’s Middags stond zwemmen op het programma en daarna gingen ze nog een uurtje naar een fitnesscentrum. De dag werd besloten met een diner in het restaurant van een sterrenhotel. Dat hadden ze wel verdiend na alle inspanningen. ‘Nog een afzakkertje’, stelde Peter voor, maar de anderen hadden er geen puf meer voor, dus zochten ze hun legersteden op.

48 De derde dag van hun reunie, zoals Peter de reünie noemde, was een tourdag. Ze hadden een tour langs bezienswaardigheden in de omgeving geboekt. Het minibusje stond al klaar toen ze om 6 uur opstonden. Het pikte daarna nog enkele personen in andere resorts op. Ze bezochten de Haew Suwat waterval en het Nong Phak Chi observatieplatform, dat een prachtig uitzicht bood op de omgeving, maar de beloofde olifanten en zwijnen vertoonden zich niet. De gids die redelijk Engels sprak, overlaadden hen met weetje en anekdotes, waarvan de enige die beklijfde was: Thailand heeft drie seizoenen: hot, very hot en very, very hot.

49 Aan alles komt een eind, zoals het cliché luidt, en dat gold ook voor deze dagen. Ze vertrokken een dag eerder dan de meeste vakantiegangers om de grote drukte voor te zijn. Beloofden elkaar vaker te mailen, maar wisten dat daarvan toch niets terecht zou komen. Wel namen ze zich voor eenmaal per jaar te reunen (uitspraak Peter). Het waren verrukkelijke dagen geweest. Bijgepraat en verfrist keerden ze terug naar hun woonplaats. Zeker niet met tegenzin, want een aantrekkelijke baan wachtte. Zoals Peter wel eens zei: Ik werk niet, ik heb een betaalde hobby. Nog een paar dagen en dan was de vakantie voorbij. Een periode door de media aangeduid als de seven dangerous days vanwege het grote aantal verkeersslachtoffers. Dick zou ze wel in de operatiekamer tegenkomen.

50 Het enthousiaste verhaal van Marloes over haar zwemschool had dokter Dick aan het denken gezet. Misschien moet ik ook maar eens gaan zwemmen, dacht hij. Geen zwemles nemen, dat was niet nodig, maar om iets aan mijn conditie te doen. Want veel lichaamsbeweging had hij niet. Eén keer per week zwemmen als conditietraining trok hem wel, meer dan work-outs in een Gym. Op een loopband lopen, vond hij niks. Lopen doe je om ergens te komen. Annemarie hoefde er niet lang over na te denken toen Dick voorstelde samen te gaan. Het enige probleem was dat ze zelden tegelijk vrij waren. Maar daar viel een mouw aan te passen. Dus planden beiden een zwemuurtje in hun rooster, ook in het zwembad van een hotel.

51 Ze trokken baantjes, maar maakten er geen wedstrijd van. Geleidelijk voerden ze het aantal op. Het deed Dick denken aan zijn jeugd, toen hij padvinder was. Hij zou meedoen aan de districtszwemwedstrijden en als hij daar won aan de landelijke wedstrijden. Elke ochtend, voordat hij naar school ging, trainde hij een half uur in het Sportfondsenbad. Dankzij die training won hij beide, bij de landelijke wedstrijd op de 50 meter schoolslag. Ergens moest hij nog de medailles hebben, maar waar die waren? Misschien verloren geraakt bij de verhuizing naar Thailand. De herinnering was gelukkig niet verloren geraakt. Haarscherp herinnerde hij zich nog hoe hij zenuwachtig in startpositie stond. De badmeester had hem nog gevraagd of het wel goed met hem ging.

52 Dokter Somporn van de kliniek waar Marloes werkte, was een gemoedelijke man. Hij nam altijd de tijd voor patiënten en was niet snel tevreden met de antwoorden die ze gaven. Hij wilde altijd het naadje van de kous weten over hun klachten. Dat maakte hem geliefd bij patiënten. ’s Ochtends werkte hij in een ziekenhuis, ’s middags kwam hij naar de kliniek. Hij was blij met Marloes die hem als nurse practitioner veel werk uit handen nam. Marloes was ook blij met het vertrouwen dat hij in haar stelde. Ze werkte het liefst zelfstandig zonder dat anderen haar op de vingers keken.

52 Marloes moest in het begin erg wennen aan het heilige geloof in pillen. Een arts die geen pillen voorschreef, kon geen goede arts zijn. Dus maakte ze zich die gewoonte ook maar eigen. Ach, die placebo’s konden geen kwaad en voor de kliniek brachten ze geld in het laatje. Expats kregen een andere behandeling. Die moest je uitleggen wat ze voorgescheven kregen en wat het effect daarvan was. Die lieten zich niets op de mouw spelden. Maar Thaise patiënten vroegen er nooit naar, want: Doctor knows best. Niet ongebruikelijk was dat ze meerdere geneesheren raadpleegden, hetgeen niet zonder risico was, want die wisten niet van elkaar wat ze hadden voorgeschreven.

53 Als het erg druk was geweest en Marloes op haar tandvlees liep, nam ze na thuiskomst direct  een bad. Haar kleren leken op een spoor dat Kleinduimpje altijd legde om de weg terug te kunnen vinden. Peter wist het dan al: mijn lieve vriendin wil eens lekker verwend worden. Dat was haar remedie tegen vermoeidheid. Nou, die kon ze krijgen. In bad speelden ze blaasvoetbal, in bed imiteerden ze egeltjes en als naspel schonk Marloes espresso uit hun koffieapparaat. Dat dronken ze, nog steeds naakt, terwijl ze dicht tegen elkaar zaten, met kleine slokjes op. Eigenlijk was dat het meest intieme moment van hun liefdesspel.

Interlude
Mijnheer, de auteur. U vervalt in herhaling want u heeft al eens eerder een badscène beschreven. Ja, dat klopt, maar toen woonden ze nog in Nederland en hadden ze geen espressoapparaat. Wees blij dat ik niet elke badscène beschrijf, dan zou dit feuilleton wel erg eentonig worden. Alleen de op seks beluste lezers zouden dat misschien wel willen. Maar tegen hen zeg ik: ga je toch met je grote teen spelen.

54 Al na enkele weken ontdekte Dick dat het zwemuuurtje zijn conditie ten goede kwam. Niet dat hij een bodybuilders figuur kreeg – dat zou hij ook niet willen – maar hij voelde zich fitter en was minder snel vermoeid. Annemarie zei dezelfde ervaring te hebben. ‘Had niet zo snel al resultaat verwacht’, zei Dick. ‘Nou, zou je toch moeten weten als arts’, plaagde Annemarie. ‘Zat niet in mijn opleiding’, verweerde Dick zich. Annemarie weer: ‘Misschien een idee om in de huisartsenopleiding op te nemen. Zwemmen als preventieve gezondheidszorg. Effectief en redelijk goedkoop.’ Dick dacht: ‘Die studenten kunnen vast niet zwemmen.’ Annemarie: ‘Moeten ze maar les nemen of schamen ze zich daarvoor?’

55 Lijkt me leuk om daar een kijkje te nemen, zei Peter nadat hij in de krant een verhaal had gelezen over Ban Sanuan Nok, een dorp in de provincie waar op traditionele wijze zijde wordt gesponnen en geverfd. Marloes had het verhaal ook gelezen en had dat ook al bedacht. Het dorp had recent zijn deuren geopend om bezoekers het hele proces te laten zien: van moerbeiboom, waarop zijdewormen zich tegoed doen aan de bladeren, tot kwaliteits zijden stoffen. Peter had gelijk al weer een idee. We nemen het schoolkabinet mee om te zien of het iets voor ons is om in het lesprogramma op te nemen. (Lees: Van zijdeworm tot zijden stoffen)

56 Dus vertrok een kleine delegatie met Peter, een collega van Peter, Marloes en enkele leerlingen van Lam Plai Mat naar het zijdedorp. Ze werden enthousiast begroet door de vrouwen van de zijdeweefgroep die al telefonisch op de hoogte was gebracht van hun komst. Dorpshoofd Bunthip vertelde dat het dorp twee eeuwen geleden vernoemd was naar de sanuan, een grote boom waarvan niemand weet hoe die eruit zag. De vrouwen legden hen uit dat de cocons eerst enkele dagen in de zon te drogen worden gelegd, zodat de poppen sterven voordat de cocons gekookt worden tot zijden draden. Omdat ze te ruw zijn worden ze vervolgens gesponnen om ze zachter te maken, waarna ze geverfd kunnen worden.

57 De leerlingen hadden vooral belangstelling voor het tradionele weefgetouw waarop stoffen van verschillende patronen werden geweven. Dat leren we nooit, verzuchtten enkelen, maar de vrouwen zeiden: Wij hebben het ook geleerd, dus waarom jullie niet? Na de rondleiding aten ze enkele lokale gerechten zoals pittige en zure kippensoep met moerbeibladeren. Maar die was te heet voor Marloes en Peter evenals de nam phrik pak tom, een scherpe dip gemaakt van makreel en groentes. Met de afspraak voor een workshop keerden ze terug naar hun schooltje, waar de leerlingen hun mede-leerlingen uitgebreid uit de doeken deden wat ze gezien hadden en al een beetje geleerd.

58 Voor Peter’s collega, die was meegegaan naar het zijdedorp, waren spinnen en weven gesneden koek. Dat had ze in haar jeugd geleerd. Alleen het kweken van zijdewormen en de behandeling van de cocons waren nieuw voor haar. Het lag voor de hand dat zij een weefklasje zou leiden. Ze zouden enkele dagen in Ban Sanuan Nok doorbrengen om het proces onder de knie te krijgen. De kinderen verheugden zich er bij voorbaat op. De bamboeschool had leergierige leerlingen, hetgeen niet van alle leerlingen in het reguliere onderwijs gezegd kan worden. Vooral jongens gooien er met de pet naar, reden waarom Thaise leerlingen in internationale onderwijsvergelijkingen uiterst pover presteren.

Epiloog
De auteur neemt afscheid van Peter en Marloes. Ze hebben eenmaal een huwelijkscrisis doorgemaakt, maar ze zijn er goed uitgekomen. Beroepsmatig gaat het beiden voor de wind. Peter is op zijn plaats als leraar op de bamboeschool, Marloes werkt met veel plezier in een kliniek en runt in haar vrije tijd een zwemschooltje. Tijd om terug te keren naar de hoofdpersonen van het eerste en tweede feuilleton, Dokter Dick en Annemarie. De twee grondleggers van mijn serie feuilletons hebben vakantieplannen gemaakt. Laten we ze eens volgen in het vijfde feuilleton Dokter Dick en Annemarie maken een sentimental journey.

Dokter Dick en Annemarie maken een sentimental journey

1 ‘Schat, volgens mij…’ Oei, als Dick zo begon, wist Annemarie het al. Dan volgde er een SERIEUS onderwerp. Dat was het ook, maar het was minder serieus dan ze had verwacht. Hij maakte zijn openingszin af: ‘… moeten we maar eens op vakantie gaan. We werken alle twee hard. Als we zo doorgaan, raken we nog overwerkt. Dat mag niet gebeuren.’ Annemarie dacht na. Ja, Dick had wel gelijk. Ze werkten alle twee hard, hun enige vakantie – als je het zo mag noemen – waren weekenduitstapjes naar Cha-am. Maar die waren van korte duur. En ze waren een keer op bezoek geweest bij Peter en Marloes in Buriram.

2 Over hun bestemming hoefden ze niet lang na te denken: Nederland. Annemarie had nog familie in Nederland: tante Mathilde, Dick niet meer. Hij was enig kind en zijn ouders waren al overleden. Maar hij wilde wel Kees ontmoeten, de zaalarts uit het ziekenhuis die hij tegen het lijf was gelopen tijdens zijn retraite bij de boer. Ze spraken af de rol van toerist aan te nemen, dus namen zich voor Volendam, Kinderdijk (molens), Amsterdam (Rijksmuseum, van Gogh museum, grachtenrondvaart), de Keukenhof, Scheveningen (Panorama Mesdag) en Rotterdam (Euromast, havenrondvaart, ss Rotterdam) te bezoeken. Ze hoefden zich niet te haasten, want ze hadden drie weken uitgetrokken voor hun vakantie. Als uitvalsbasis kozen ze een hotel in Utrecht, dichtbij het station.

3 Tante Mathilde was een geval apart. Opgegroeid in ’s Gravenhage, zoals ze Den Haag consequent noemt, woont ze in Huizen in een veel te groot huis. Tot ergernis van de buren is de tuin een wildernis. Alhoewel ze slechts een klein pensioentje heeft, gedraagt ze zich als een Grande Dame. Dankzij enkele sieraden die ze geërfd had, wekt ze de indruk een gefortuneerde vrouw te zijn en die rol speelt ze met verve. Ze spreekt enigszins bekakt en schept graag op over haar buitenlandse reizen die ze volgens Annemarie nooit heeft gemaakt. Niet zo moeilijk als je de reisfolders bestudeert. Elke avond voor het slapen gaan, drinkt ze een glaasje advocaat, op zondag met slagroom.

4 Annemarie was gek op tante Mathilde. Ze hield van haar non-conformisme en vond het knap hoe ze een buitenland kon beschrijven alsof ze er zelf geweest was. Annemarie voerde haar vaak met vragen over bezoeken die ze er had afgelegd. De beste verhalen gingen over haar reisjes op de Rijn. Die zou ze trouwens wel gemaakt kunnen hebben. Dick smulde van Annemarie’s verhalen over tante Mathilde, hij zag uit naar de kennismaking met haar. Vaak vroeg hij Annemarie: Vertel nog eens over je tante. Dan volgde een of ander maf verhaal zoals over de keer dat ze in Barcelona in een zaaltje belandde waar gerepeteerd werd voor de dansscènes in de film Carmen van Carlos Saura en zij zich bij de danseressen aansloot.

5 Tante Mathilde bood onderdak voor de vakantieperiode aan, een aanbod waar Dick en Annemarie gretig gebruik van maakten. Niet alleen vanwege de financiën, maar ook vanwege de gezelligheid. Het enige minpuntje was dat de reis naar de geplande reisdoelen langer zou duren omdat ze eerst met de bus naar station Huizen moesten reizen en vandaar naar station Utrecht. Dick en Annemarie besloten in april op vakantie te gaan; dan hoefden ze Songkran niet mee te maken, een waterfestijn waar ze beiden niet gek op waren. Het was vooral in de grote stad losgezongen van zijn oorspronkelijk betekenis en een vrijbrief geworden voor misdragingen. De Keukenhof zou dan al open zijn, dus dat kwam mooi uit.

6 Dick moest denken aan het liedje De zusters Karamazov van drs P, waarin ene tante Constance en tante Mathilde ‘eendrachtig en knus’ bij elkaar wonen. De krassende doctarandus zing-zegt dat Mathilde Constance wil vergiftigen, maar helaas: wie een kuil graaft voor een ander valt er zelf in. Ze proeft van het gifmengsel, dat ze gebrouwen heeft, en ‘viel als een blok neer’. Annemarie kende het liedje niet. Toen ze het hoorde op YouTube, moest ze erg lachen. Ze sloeg het op haar mobieltje op om het Mathilde te laten horen, want die had er nooit iets over gezegd. Ze zou het ook wel niet kennen. (https://youtu.be/Heu7yfPLcrE)

7 Vind je ons reisprogramma niet erg overladen, vroeg Annemarie. Kan zijn, bromde Dick. Laten we de lijst nog eens doornemen en de plaatsen schrappen, die we al kennen, waaraan hij toevoegde met een knipoog naar het boeddhisme: In ons huidige en vorige leven. Er stond weinig gemeenschappelijks op de lijst. Dick stelde voor het bezoek aan het ss Rotterdam te schrappen. Hij was er al eens geweest en vond het toen tegenvallen. Het schip miste de levendigheid van passagiers en bemanning, het was een dood ding. Annemarie vond Volendam niet nodig. Te cliché en alleen op toeristen gericht die denken dat Nederlanders op klompen lopen.

8 In Den Haag vervingen ze Panorama Mesdag door Madurodam. ‘We kunnen natuurlijk ook alles schrappen en alleen naar Madurodam gaan’, opperde Annemarie, half-serieus. ‘Hebben we alles in één keer gehad. Bespaart een heleboel geld en gereis.’ Dick glimlachte. ‘Soms heb jij briljante ideeën.’ Maar zo rigoureus wilden ze het reisprogramma niet saneren. Wel voegden ze nog de grachten- en havenrondvaart in respectievelijk Amsterdam en Rotterdam samen. Het lot bepaalde dat het Amsterdam zou worden. Kinderdijk verviel, stel je voor dat het de bezoekdag niet zou waaien. ‘Als we zo doorgaan, blijft er niets over. Kunnen we net zo goed in bed blijven’, riep Dick, waarop Annemarie reageerde: ‘Of niet op vakantie gaan, maar dat wil ik Mathilde niet aandoen.’

9 Het reisprogramma was gesaneerd, tante Mathilde geïnformeerd over de datum, een afspraak met Kees gemaakt; vliegtickets waren gekocht, re-entry visa geregeld, niets stond meer hun vakantie in de weg. Nu nog koffers pakken en op naar Suvarnabhumi, de uit zijn krachten gegroeide luchthaven met de lange wachttijden voor Immigration. Dick en Annemarie zouden met Emirates vliegen en een tussenstop in Dubai maken. Wel zo aangenaam om even de benen te strekken en zich te vergapen aan dure merkartikelen. De luchthaven was een paar maatjes groter dan Suvarnabhumi en nog meer maatjes dan Schiphol. Maar je liep er niet verloren rond, wist Dick van de vorige keer toen hij er was.

10 Consumpties op luchthavens zijn nooit goedkoop en dat gold ook voor Dubai, dus bestelden Dick en Annemarie koffie met een plak cake. Ze drentelden wat rond en doodden de tijd met lezen. Alhoewel zelf geen roker meer, viel het Dick op dat de rookruimte, gesponsord door Winston, aanzienlijk groter en luxueuzer was dan op Suvarnabhumi en Schiphol. Beter geventileerd ook, stelde hij vast toen hij even naar binnen liep. In zijn jonge jaren had Dick gerookt, een gewoonte die hij had afgezworen toen hij merkte dat zijn uithoudingsvermogen begon terug te lopen. Annemarie had nooit gerookt. Ze vond het een smerige gewoonte en niet passen bij iemand met een medisch beroep.

11 ‘Kom binnen kinders’, begroette tante Mathilde haar nichtje en Dick. Ze gaf beiden een dikke knuffel en kwam gelijk ter zake: ‘Julie zullen wel honger hebben.’ Dick en Annemarie ontkenden dat maar niet, alhoewel ze in het vliegtuig een uur voor aankomst nog hadden gegeten. ‘Ik heb sandwiches voor jullie gemaakt en chocolademelk gemaakt. Met een dikke plak ontbijtkoek erbij met echte boter.’ ‘Goed voor de stoelgang’, lispelde Dick, maar dat verstond tante gelukkig niet. De tafel was al gedekt, een grote schaal met sandwiches stond klaar, ze schonk de chocolademelk in en zei: ‘Ga je gang. Het komt uit een goed hart.’

12 Tante zag er puik uit, om door een ringetje te halen. Ook binnenshuis hechtte Mathilde  aan decorum. Ze droeg een beige mantelpakje dat perfect om haar ranke lichaam paste. Om haar nek een parelkettinkje, een van de erfstukken waarmee ze zich tooide, om haar ringvinger een ring met robijn edelsteen. Dick rook een lichte parfumgeur. Vermoedeliijk Chanel no 5. Niet dat hij verstand van parfums had, maar het was de enige die hij ooit had gekocht voor een oudere kennis. ‘Vertel eens kinders, hoe gaat het met jullie?’ Ja, kinders, zo zou Mathilde hen de hele vakantie aanspreken. Bij anderen zou het neerbuigend klinken. Niet bij Mathilde, bij haar klonk het liefdevol.

13 Annemarie vertelde in grote lijnen hoe het met hen ging. Het jaar dat Dick spoorloos was, sloeg ze maar over. Ze zei elkaar voor het eerst getroffen te hebben in een vakantieverblijf op de Veluwe. Vandaar maakte ze een sprong naar de kans die ze hadden gekregen om in Thailand te gaan werken. Ze vertelde over de waanzinnige metropool Bangkok, over hun kennissen Peter en Marloes, de weekenduitstapjes naar Cha-am en natuurlijk de liefde die ze voor elkaar voelden. Mathilde luisterde aandachtig. ‘Misschien moet ik ook maar eens op vakantie naar Thailand gaan. Ik heb al zoveel landen gezien. Dat kan er nog wel bij.’ ‘Doen’, riepen Annemarie en Dick in koor. ‘Dan stippelen we een mooi reisprogramma voor je uit’, wetend dat het er nooit van zou komen.

14 Tante Mathilde was wat denigrerend wordt genoemd een ouwe vrijster. Ze was nooit getrouwd geweest en of ze ooit verliefd was geweest, wist Annemarie niet. Het enige dat Mathilde er eens over had gezegd, was: ‘Het is er nooit van gekomen. Zo gaan die dingen in het leven nu eenmaal. Heb nooit de ideale Jacob ontmoet.’ Dat Annemarie die wel had ontmoet, vond ze alleen maar fijn voor haar. ‘Doe je best, het gaat niet vanzelf’, drukte ze haar nichtje op het hart. ‘En jij ook, Dick.’ Dick knikte, hij kende de uitspraak van Márquez dat je elke dag opnieuw trouwt. Het geluk komt niemand aanwaaien, wist hij.

15 ‘Kom kinders, dan zal ik jullie je kamer laten zien.’ Tante Mathilde ging hen voor de trap op naar de eerste verdieping, waar twee kamers en een badkamer lagen. Een grote waar Mathilde sliep en een logeerkamer waar twee eenpersoons bedden stonden. Daarboven was nog een zolder met de verwarmingsketel en boiler. De logeerkamer was groot genoeg voor Dick en Annemarie. Ze zouden er toch allleen maar komen om te slapen. Het leven speelde zich af op de begane grond die bestond uit twee kamers en suite, een keuken en een serre. Dick vond de serre een fijne ruimte. Die deed hem denken aan de uren die hij had doorgebracht in de serre van het vakantieverblijf waar hij tijdens zijn verblijf bij de boer vaak zat.

16 Tante Mathilde was geen nachtbraakster, ze ging vroeg naar bed, zoals elke dag. ‘Blijf gerust zitten en doe het licht uit als jullie gaan slapen’, zei ze en bond hen met een lichte glimlach om de lippen op het hart: ‘En maak niet te veel kabaal.’ Maar Dick en Marie hielden het ook voor gezien. Het was een lange dag geweest, die vroeg was begonnen in het vliegtuig. Van vrijen kwam niet veel. Daar waren ze te moe voor. De smalle bedden leenden zich er ook niet zo voor. En ze waren bang dat ze Mathilde zouden wakker houden, alhoewel ze nooit veel lawaai maakten bij hun liefdesspel.

17 Toen Dick en Annemarie de volgende ochtend beneden kwamen, stond het ontbijt al klaar. Glaasje water, glaasje jus d’orange, theepotje op comfoortje, schaal met witte en bruine boterhammen, echte boter, sinaasappel marmelade. ‘Goed geslapen kinders?’ ‘Als een blok, tante.’ Mathilde ging de keuken in om scrambled egg te maken. Dat had ze op een van haar (fictieve) buitenlandse reizen geleerd. ‘Heel populair bij de overburen. Ik heb alleen de kippers, bangers en baked beans weggelaten. Morgen krijgen jullie poached egg uit een speciale egg-poacher. Heb ik in de UK gekocht.’ Mathilde zei het met enige trots. Ze noemde Engeland UK; Mathilde hield ervan haar taalgebruik met vreemde woorden te versieren. ‘Lekker, tante. In Thailand wordt ook vaak scrambled egg geserveerd bij een continental breakfast.’

18 Dick en Annemarie deden daarna de afwas. Mathilde had geen afwasmachine, vond ze niet nodig voor haar alleen. Ze had wel een wasmachine, maar daarin kun je de afwas niet doen als je tenminste wil dat het servies er heel uitkomt. Een televisie ontbrak ook, maar ze had weer wel een computer waarop ze alles wat met Den Haag te maken had, nauwgezet volgde. Zoals de foto’s van Marc Tangel met stadsgezichten van Den Haag bij nacht en zijn verhalen over zijn werk achter de kassa van een supermarkt in een Haagse volksbuurt. Ze chatte ook veel met Haagse dametjes, veelal gefortuneerde weduwes. Mathilde’s Haagse wortels waren niet afgestorven. Ze verveelde zich geen seconde.

19 Het zorgvuldig opgestelde en aangepaste reisprogramma ging de prullenbak in. Nu ze bij tante Mathilde logeerden, leek het hen veel aardiger eerst maar eens de omgeving te verkennen. Het weer leende zich ervoor: het was frisjes, maar niet koud. ’s Middags zouden ze met Mathilde boodschappen gaan doen in de lokale Albert Heijn. Dus trokken ze hun spreekwoordelijke wandelschoenen aan en gingen erop uit. Ze gingen niet ver, want – met een knipoog naar een bekend citaat van de Utrechtste schrijver Crone – hoe verder ze gingen, des te langer was hun terugweg. En het bleek toch kouder dan verwacht, waaraan hun lichaam verwend door de Thaise warmte, nog moest wennen. Annemarie liep te rillen. ‘Vanmiddag kopen we winterjassen. Dit is geen doen’, besliste Dick.

20 Alhoewel volgens de weerstatistieken april vrij zonnig kan zijn met maxima van boven de 20 graden, hadden Dick en Annemarie pech. Het bleef aan de koude kant met een gemiddelde van 8 graden, dus de winterjassen kwamen zeer van pas, maar het wende niet. En had Nicolaas Beets niet gedicht: Niet klagen maar dragen en vragen om kracht, een wijsheid vereeuwigd op een tegeltje. Als ze dat tegeltje zouden tegenkomen, zouden ze het zeker meenemen naar Thailand, want het paste wel in de Thaise boeddhistische cultuur.
‘Zo, jullie zijn al snel terug’, merkte Mathilde op toen ze na nog geen uur terugkwamen. Dat verbaasde haar niet, want ze had al kritisch naar hun kleding gekeken en geconstateerd dat die beter bij de zomer paste. ’s Middags deden ze met zijn drieën boodschappen en kochten Dick en Annemarie winterjassen. Annemarie hielp Mathilde bij het bereiden van de avondmaaltijd, een stevige zuurkoolstamppot. Dick dekte de tafel en gedrieën genoten ze van de winterkost.

21 Dick maakte een afspraak met Kees, de zaalarts die hij tegen het lijf was gelopen tijdens zijn retraite. Ze hadden na die ontmoeting in het vakantieverblijf geen contact meer gehad afgezien van verjaardagswensen op Facebook. Kees reageerde direct enthousiast. Hij popelde om te horen hoe het Dick was vergaan sinds die keer. Ze maakten er een sentimental afspraak van die qua vervoer nog heel wat voeten in de aarde had. Streekvervoer blinkt niet uit in frequentie. Maar het lukte en eigenlijk viel het wel mee. Met de trein van Huizen naar Utrecht, overstappen op de trein naar Apeldoorn en daar de bus nemen. Kees had het gemakkelijker, die had aan één trein en bus genoeg.

22 Het was die dag mild weer. Ze konden zelfs op het terras van het vakantieverblijf zitten. De hereniging was hartelijk. ‘Long time no see’, begroette Dick Kees met een in Thailand bekende uitdrukking. ‘Zeg dat wel. Wat leuk om elkaar weer te zien. En wat zien jullie er goed uit’, vond Kees. Hij wist dat ze elkaar gevonden hadden want hij was de postillon d’amour die Dick destijds te hulp had geroepen. Maar veel meer wist hij niet. Er viel dus heel wat bij te praten. Ze gebruikten een lichte lunch in de serre van het vakantieverblijf en maakten daarna een wandeling over het terrein. Enkele huisjes waren zowaar al in gebruik dankzij de paasvakantie.

23 ‘Leuk ding. Handig ook.’ Annemarie wees op een man die met een stapel pannetjes in een frame langs liep op de terugweg naar zijn huisje of tent. ‘Da’s een gamel, een etensdrager’, wist Dick. ‘Ja handig en ook nog milieuvriendelijk. Beter dan die polystyreen bakjes van tegenwooordig.’ Het vakantiepark was duidelijk niet met zijn tijd meegegaan of was milieubewust. De keuken verkocht het menu van de dag in gamellen: vier gestapelde emaille pannetjes, bijeen gehouden met metalen strips aan de zijkanten. ‘Eet smakelijk’, zei Annemarie. ‘Wat schaft de pot vandaag?’ ‘Dank u wel. Capucijners, aardappels, slavink en als toetje dubbelvla.’ ‘Mmmm. Da’s een echt Hollandse pot’, merkte Annemarie nog op. Maar de man was al doorgelopen. Zal wel honger gehad hebben.

24 Terug in het hoofdgebouw troffen ze de beheerder, hij kende Dick nog. ‘Da’s lang geleden meneer dat ik u gezien heb. Alles goed?’ Dick knikte, hij liet zijn gebruikelijk antwoord ’99 procent’ deze keer maar achterwege. Hij zou de verwijzing naar het Thaise geluksgetal 9 niet begrijpen. ‘En hoe gaan de zaken hier’, informeerde Dick. ‘Mag niet klagen. We hebben deze week een goede bezetting voor de tijd van het jaar. Het varieert, je kunt er soms geen peil op trekken. Maar we maken nog steeds winst en kunnen op eigen benen staan.’ Dick legde uit dat ze een kleine reünie met zijn drieën hadden. ‘Roept warme gevoelens op.’ ‘Kan ik mij voorstellen’, zei de beheerder. ‘Ik zeg altijd: wij verkopen herinneringen.’

25 Na een snelle hap in de recreatiezaal van het hoofdgebouw, reisden Dick, Annemarie en Kees gezamenlijk terug naar Utrecht. Daar scheidden hun wegen zich. ‘Ik zet Thailand op mijn verlanglijstje van vakantiebestemmingen’, waren Kees’ afscheidswoorden. ‘Maar daar moet ik eerst wel een tijdje voor sparen. Twee weken Thailand met vier personen, hoeveel zou dat kosten?’ Dick wist het niet, hij wist alleen dat de luchtvaartmaatschappijen uit het Midden-Oosten vaak goedkope aanbiedingen hebben. ‘Doe je vrouw de groeten.’ ‘Ook van mij’, voegde Annemarie eraan toe. Een uur later zaten ze met tante Mathilde aan de chocolademelk. ‘Leuk gehad, kinders?’ ‘Nou en of, tante.’

26 Hun laatste uitstapje zou naar Madurodam gaan. Maar dat viel in het water omdat de weergoden beslist hadden het land een stevige wasbeurt te geven. Beiden hadden nog een vaag beeld van het ministadje. Ze waren er als kind geweest. Dick had een grote bewondering voor maquettebouwers. Hij vergeleek ze met chirurgen. Beiden moeten gevoel voor detail hebben. Wat zou er als laatste zijn bijgekomen? Misschien het Centraal Station van Rotterdam met zijn opvallende dak. Dick was in Rotterdam geboren, het was een stad naar zijn hart. Annemarie kwam uit de buurt van Amsterdam, maar ook zij was Rotterdam en de Rotterdamse mentaliteit van Niet lullen maar poetsen gaan waarderen.

27 De regen kwam met bakken uit de hemel en de temperatuur zakte. Dick werd er somber van. In Thailand vond hij regen niet erg. De buien waren meestal van korte duur en de gezakte temperatuur zorgde voor aangename verkoeling na uren van hitte. Maar de Nederlandse regenbuien duurden doorgaans langer, soms miezerde het de hele dag en de lucht kleurde donkergrijs. Hij kon niet wachten om op het vliegtuig te stappen en terug te keren naar de zon. Nog één nachtje slapen en dan was het zover. Dag Nederland, hallo Thailand. Tante Mathilde zou hen uitzwaaien op Schiphol. Ze vond het jammer dat ‘de kinders’ niet langer konden blijven.

28 Het werd een emotioneel afscheid in de vertrekhal van Schiphol. Ze gebruikten nog een laatste consumptie en kusten elkaar daarna vaarwel. In de ogen van tante Mathilde welden tranen op. Ze had genoten van de aanwezigheid van de kinders alhoewel ze dat nooi zo had gezegd. Ze wist ook dat het de laatste keer zou zijn dat ze hen zag. Ook tantes Mathilde hebben niet het eeuwige leven. Dick en Annemarie waren geroerd. ‘Daar gaat ze, eenzaam en alleen’, zeiden ze tegen elkaar. ‘Maar het is een moedige vrouw, ze slaat zich er wel doorheen. Kunnen wij een voorbeeld aan nemen als we oud zijn.’

29 De vliegreis verliep heel verschillend voor Dick en Annemarie. Annemarie viel in slaap en werd pas in Dubai weer wakker, waar ze een tussenstop maakten. Dick maakte haar alleen wakker voor de maaltijd. Dick was een moeilijke slaper, hij dommelde zo nu en dan wat in, maar slapen zoals Annemarie kon hij niet. Het boek dat hij had willen lezen, sloeg hij al na enkele bladzijden dicht. Het lukte hem niet zich op de tekst te concentreren. Daarna doodde hij de tijd met het bekijken van fimpjes en luisteren naar klassieke muziek. Na de overstap in Dubai ging het beter. De vermoeidheid sloeg toe, hij viel in slaap en werd pas wakker toen het vliegtuig de grond raakte.

30 Die avond in hun eigen huis deden ze wat ze in het huis van tante Mathilde nauwelijks hadden gedurfd om haar niet wakker te maken.’t Was een heerlijk gevoel om elkaar weer te kunnen kussen op intieme plekjes, want die stuwden de hartstocht op. Dick masseerde Annemarie’s borsten, Annemarie masseerde Dick’s geslacht. ‘Time out’, riep Dick na een tijdje. ‘Ik sta op barsten.’ Het werd een lang liefdesspel, waarbij ze soms even pauzeerden om op adem te komen. Na het hoogtepunt namen ze weer een douche, dronken een nachtmutsje en vielen dromend over Holland en tante Mathilde in slaap.

31 ‘Ik hou van Holland, ’t landje aan de Zuiderzee. Een stukje Holland, draag ik in mijn hart steeds mee’, galmde Dick de volgende ochtend toen hij een douche nam. Hoe het liedje verder ging, wist hij niet. Het liedje was bekend geworden door Heintje, die met zijn Amsterdamse accent hou zong als hauw, maar voor het eerst in het interbellum gezongen was door de Oostenrijkse tenor Joseph Schmidt (1904-1942). Het was geschreven door een Rotterdamse componist, wat een band schiep met Dick als geboren Rotterdammer. (https://youtu.be/sogEOcrZq1E)

32 ‘Schat, er is een zanger aan je verloren gegaan’, riep Annemarie vanuit de slaapkamer, waar ze haar nagels aan het lakken was. ‘Zeg, ik ben helemaal vergeten Mathilde dat liedje van drs P te laten horen.’ ‘Misschien maar beter ook’, vond Dick, ‘want die Mathilde was een jaloerse en gemene teef. En dat kun je van onze Mathilde toch niet zeggen. Wat een lief mens. Had ik maar zo’n tante gehad, dan was het nog goed gekomen met me.’ ‘Goh, je bent wel in vorm zo vroeg op de ochtend’, merkte Annemarie snedig op. Dick stapte poedeltje naakt uit de badkamer, wat Annemarie de opmerking ontlokte: ‘Sla eens een handdoek om je heen, potloodventer.’ Daar moest Dick erg om lachen. Ja, die twee hadden vaak de grootste lol.

33 De vakantie in Nederland en tante Mathilde zouden nog vaak opduiken in hun gesprekken. ‘Ik heb genoten van Madurodam. Alsof ik weer kind was’, grapte Dick, alhoewel dat bezoek in het water was gevallen omdat het die dag pijpenstelen regende. ‘Ik vond de treintjes het leukst’, haakte Annemarie aan. ‘En wat dacht je van de Keukenhof. Wat een bloemenpracht’, maar ook dat uitstapje hadden ze niet gemaakt. ‘Vond ik tegenvallen’, zei Dick. ‘Tulpen. Pfft. Ik vind lotusbloemen en orchideeën stukken mooier. En de bougainvillea heeft de mooiste naam.’ ‘Maar je hebt in de Keukenhof ook andere bloemen’, verdedigde Annemarie zich. Ze hield van dit soort twistgesprekken, nou ja gespeelde.

Epiloog: En met deze constatering eindigt het vijfde feuilleton. Even recapituleren: De eerste twee gaan over dokter Dick en zuster Annemarie, het derde over dokter Mac, een collega van Dick, en de Filipijnse verpleegster Theresia  en het vierde over Peter, het poolmaatje van Dick uit deel 1, en Marloes, die Annemarie kent sinds haar trip naar Wenen. Het wordt nu tijd de aandacht te richten op zuster Petra, de aanstichter van Dick’s deconfiture.

Zuster Petra weet ’t niet meer

1 Na zijn vertrek naar Thailand had dokter Dick zich nooit meer beziggehouden met de affaire die destijds leidde tot zijn gedwongen vertrek uit het ziekenhuis. Hij wilde er niet meer aan denken, ook niet aan zijn zwerversbestaan. Met uitzondering van zaalarts Kees had hij ook nooit meer contact gehad met collega’s. De ziekenhuisdirectie had hem nooit genoegdoening verschaft, de vereniging van chirurgen had hem destijds geschorst als lid, een besluit dat nooit herroepen was. Nee, gedane zaken nemen nu eenmaal geen keer. Het was voor Dick een afgesloten hoofdstuk. Een periode in zijn leven die hij overwonnen had.

2 Een advocaat had Dick eens gevraagd waarom hij geen actie had ondernomen. Hij had toch zuster Petra kunnen aanklagen voor smaad, hij had smartengeld kunnen eisen van het ziekenhuis. Waarom had hij dat niet gedaan? Maar Dick had geen zin in juridische procedures die ongetwijfeld veel tijd hadden gevergd. En moeite, want dan had hij zijn claim moeten onderbouwen met bewijs en getuigenverklaringen. ‘No way’, zei hij tegen de advocaat die misschien een goed betaalde klus aan zijn neus voorbij zag gaan. Enig eigenbelang zal de advocaat niet vreemd zijn geweest. Tenslotte moet ook bij advocaten de schoorsteen roken.

3 Toen Dick aan het zwerven was geraakt, had hij eens een psychiater geraadpleegd. Die wist niet goed raad met zijn geval. Dick leed niet aan een depressie, hij gewoon de weg kwijt, zoals de zielenknijper het formuleerde. Hij adviseerde hem met de ziekenhuisdirectie contact op te nemen, die Petra’s beschuldiging had geloofd. Dat zou bevorderlijk zijn voor zijn herstel, maar ook dat advies sloeg Dick in de wind. Hij zat liever in de kroeg aan de gin tonic. Dat hij onder een viaduct sliep in een grote kartonnen doos deerde hem niet. Hij was verlost  van alle eisen die aan hem als chirurg werden gesteld. Hij was vrij: zo keek hij tegen zijn leefwijze aan. Hoe anderen erover dachten, interesseerde hem niet.

4 Op zekere dag kreeg Dick een brief van de vereniging van chirurgen, ondertekend door de voorzitter himself. Die maakte uitgebreid zijn excuses voor het feit dat Dick’s schorsing niet ongedaan was gemaakt, nadat duidelijk was geworden dat hij onterecht beschuldigd was van aanranding. De brief bevatte ook een verrassing. Er lag een onderscheiding op hem te wachten van drie jaar terug, het jaar waarin hij geschorst was. Hij was dat jaar verkozen tot outstanding surgeon of the year, maar die onderscheiding was begrijpelijkerwijs nooit uitgereikt. De voorzitter nodigde Dick uit om hem alsnog op de komende jaarvergadering in ontvangst te nemen. Reis- en verblijfkosten waren voor rekening van de vereniging.

5 Zo werd Dick toch weer gefronteerd met de zwarte bladzijde in zijn leven, een periode die hij het liefst wilde vergeten. Maar het excuus deed hem goed. Dick kende de voorzitter goed. Die maakte niet snel voor iets excuses, dus dat betekende wel wat. En die onderscheiding was een grote eer. Dick liet de brief aan Annemarie lezen. Die werd er emotioneel van. Ze bedekte Dick’s gezicht met kussen. Een jaar had ze verlangd naar Dick nadat ze hem had zien liggen onder het viaduct. ‘Wat heerlijk voor je. Gerehabiliteerd en een onderscheiding. Dat gaan we vieren, vind je niet?’ En dat deden  ze in een Spaans tapasrestaurant in de buurt van het ziekenhuis. De keuze lag voor de hand: Was de eerste vonk in Nederland immers niet overgeslagen bij de paella?

6 Annemarie ging mee, dat kon bruin wel trekken. Ze zouden een week in Nederland blijven en van de gelegenheid gebruik maken om tante Mathilde op te zoeken. Toen Mathilde het emailberichtje las, wilde ze een gat in de lucht springen, maar helaas: dat zat er niet meer in op haar leeftijd. De jaarvergadering werd in Utrecht gehouden. De voorzitter had Dick gevraagd na het huishoudelijk deel te komen. Toen Dick en Annemarie de zaal in kwamen, stond iedereen op en kreeg Dick een ovationeel applaus. Als hij had kunnen blozen, had hij gebloosd. Nu slikte hij een paar keer extra. Annemarie ontging zijn reactie niet, ze kneep hem in zijn hand.

7 De voorzitter hield een korte toespraak, waarin hij Dick’s zwerversjaar vaag aanduidde als ‘Je hebt een moeilijke periode achter de rug, maar je hebt die overwonnen met Veni, vidi, vici.’ Hij loofde de ‘voortreffelijke’ artikelen die Dick had geschreven voor het chirurgenblad en zijn inzet in de ethische commissie. ‘Je hebt de prijs meer dan verdiend. Het zij je gegund’, om te eindigen met ‘Ik heb altijd gedacht dat die verhalen in verpleegsterrommannetjes over verhoudingen tussen artsen en verpleegsters pure fantasie waren, maar jij en Annemarie bewijzen het tegendeel. [Gelach in de zaal] Nog vele gelukkig jaren met zijn tweeën in Thailand.’ Dick’s handen trilden toen hij de onderscheiding, een glazen sculptuur met inscriptie, in ontvangst nam.

8 In zijn dankwoord citeerde Dick Saul Bellow, die toen hij de Nobelprijs voor Literatuur kreeg, had gezegd: Het kind in mij is verrukt, maar de volwassene in mij is sceptisch. Later gaf Bellow een nadere toelichting, hij zei: Een zekere vernedering is verbonden met de prijs omdat enkele heel grote schrijvers van de eeuw hem niet hebben gekregen. Dick zei: ‘Ik draag de prijs op aan alle chirurgen in Nederland die elke dag weer lange werkdagen maken en hun beste beentje voorzetten.’ Opnieuw brak de zaal in een ovationeel applaus uit. ‘En nou vergeet ik mijn collega’s in Bangkok te noemen. Die ook dus.’

9 Na de uitreiking kwam de directeur van het ziekenhuis naar hem toe. Hij zei de hele affaire van destijds zeer te betreuren. De trap na die zuster Petra in het verpleegsterstijdschrift had gegeven, vond hij ver beneden de maat. ‘We moeten toch eens praten’, stelde hij voor, maar Dick zei de zaak liever te laten rusten. Dick had weinig respect voor hem. Hij vond dat de directeur te gemakkelijk was gezwicht voor het dreigement van Petra dat ze aangifte zou doen. Hij had toen een deal met haar gesloten: Dick vertrekt uit het ziekenhuis en zij doet geen aangifte, waardoor de reputatie van het ziekenhuis werd gered. Helaas had ze zich er niet aan gehouden en toch de ‘vuile was’ buiten gehangen, het loeder.

10 Het verpleegsterstijdschrift besteedde aandacht aan de jaarvergadering en de uitreiking van de onderscheiding. Een engeltje en een duiveltje begonnen ruzie te maken toen zuster Petra het artikel las. Het duiveltje zei: Goed wat je toen gedaan hebt door te vertellen dat dokter Dick probeerde je aan te randen. Artsen moeten zich niet verbeelden dat ze zich alles kunnen permitteren. Het engeltje zei: Je moest je schamen. Je hebt gelogen, hij heeft helemaal niet geprobeerd je aan te randen. Dat verbeeld je je maar. Maar Petra legde het engeltje het zwijgen op. Ze kon niet geloven dat ze het verkeerd had gezien. Dick had zijn handen op haar bips gelegd en haar borsten betast. Het was toch geen droom geweest, het was echt gebeurd.

11 Tante Mathilde was verguld met het bezoek van Dick en Annemarie. Ze zouden die nacht ook blijven slapen. Tante had groots uitgepakt. Op de eettafel stond een uitgebreid warm en koud buffet. ‘Ik heb mijn best gedaan’, zei ze, maar een etiketje onder een chafing dish bevatte de naam van een cateringbedrijf in Huizen. ‘In het buitenland geleerd, tante?, spotte Annemarie. ‘Het ziet er fantastisch uit. Mes compliments.’ Dick viel gelijk op de haring aan. Hij miste niet veel in Thailand, maar voor een een lekker harinkje kon hij een moord doen. Voor lekkere zoete aardbeien trouwens ook. Thaise aardbeien waren doorgaans hard en zuur.

12 Die avond gingen ze met zijn drieën naar de voorstelling Brieven uit Genua van toneelgroep Maastricht in de Singer concertzaal in Laren. Mathilde had de voorstelling uitgekozen omdat er ook in gezongen zou worden: Monteverdi, Puccini en Arditi. Mathilde was lyrisch over Genua, waar ze natuurlijk ook was geweest. Zei ze. Mathilde was een globetrotter, ze had zo’n beetje de hele wereld bereisd als je haar mocht geloven. Annemarie had die verhalen vaak gehoord. Ze nam ze met een korreltje zout, maar ging er wel in mee. Kom tante, vertel nog eens, opende altijd weidse vergezichten. Tante kon er heel beeldend over vertellen.

13 Dick kende Johan, de voorzitter van de chirurgenvereniging goed. Ze hadden aan dezelfde universiteit gestudeerd, maar waren geen jaargenoten. Johan was enkele jaren ouder. Dick had grote bewondering voor Johan. Hij kwam uit een arm gezin en had zijn studie zelf betaald door elke avond in een café te werken. Waar hij de tijd vandaan had gehaald om te studeren, was Dick een raadsel. Ze hadden afgesproken om in de stad wat te gaan eten in een pizzeria waar ze in hun studentijd vaak, want goedkoop, hadden gegeten. Daarna dronken ze nog wat in Oudaen, een voormalig stadskasteel. En daar werd het heel laat. Pas toen het personeel riep ‘Laatste ronde’ kwamen ze erachter hoe lang ze gepraat hadden.

14 Dick en Johan bespraken de jongste ontwikkelingen in de chirurgie. Johan was een man met uitgesproken denkbeelden, ook op chirurgisch gebied. De twijfel kreeg bij hem zelden een kans. Een discussie met hem was nooit saai. Dick vertelde over het Christian Hospital en de formalistische verhoudingen tussen artsen en verpleegsters, waar hij in het begin moeite mee had gehad. ‘Kom op vakantie naar Thailand, joh’, stelde Dick voor. ‘Kan ik je mijn ziekenhuis laten zien en kun je Ger ontmoeten, de directeur. Hij is een studiegenoot van me. Dankzij hem ben ik op het Christian terecht gekomen. En ik sleep je mee naar Pattaya. Gaan we daar de bloemetjes buiten zetten.’ Maar dat laatste meende Dick niet, want hij had zich één ding voorgenomen: nooit naar Pattaya of Phuket, het Sodom en Gomorra van Thailand.

15 Annemarie was niet meegekomen. Ze had op de jaarvergadering een OK-assistente ontmoet die ze nog kende en samen waren de twee vrouwen aan de zwier gegaan. Eerst naar de film, ‘In de broek van Ome Willem’ (de stemming zat er al vroeg in), daarna waren ze een morsig studentencafeetje ingedoken. Het was maar goed dat Dick er niet bij was, want Annemarie dronk die avond iets te veel wijn en had voortdurend de slappe lach. De collega schreef Franse gedichten op servetjes. Toen Dick in het hotel terugkwam, lag Annemarie als een blok te slapen in een lichte walm van alcohol. Ze was niet wakker te krijgen.

16 De dagen vlogen om. Voordat ze het wisten, zaten ze al weer in het vliegtuig op weg naar Thailand. Terug in hun kamer, borg Dick de schulptuur in een kast op. Hoewel verguld met de onderscheiding wilde hij niet voortdurend herinnerd worden aan die tijd. ‘Gelijk heb je’, zei Annemarie. ‘Vind het niet eens een mooi ding. Misschien kunnen we het verpatsen, levert het nog wat op.’ ‘Nou, zo ver wil ik niet gaan’, vond Dick die ook wel wist dat ze niet serieus was om daaraan plomverloren toe te voegen: ‘Ik heb eigenlijk wel trek in een harinkje. Bij tante Mathilde smolten ze op de tong. Waar zou ze die gekocht hebben?’ ‘Zij? Het cateringbedrijf zul je bedoelen.’ Dick weer: ‘Tja, tante Mathilde is een bijzondere vrouw en dat is ze.’

17 Het Christian Hospital wilde aandacht besteden aan de verkiezing van Dick tot surgeon of the year. En de Thaise media hadden er ook lucht van gekregen. Dick moest niets hebben van al die aandacht. Hij hield er niet van in de schijnwerpers te staan. Hij poeierde de media af en vroeg de ziekenhuisdirecteur er vanaf te zien. Maar toen het secretariaat van prinses Soamsavali hem liet weten dat de prinses hem graag wilde ontmoeten, voelde hij zich vereerd. Niet dat hij geilde op koninklijke hoogheden, want ‘Koning, keizer, admiraal. Popla [wc-papier] gebruiken ze allemaal’, maar de prinses was beschermvrouwe van het Thaise Rode Kruis en hield zich intensief met allerlei gezondheidsprojecten bezig. Dat schiep een band. Hij vroeg er geen ruchtbaarheid aan te geven; die toezegging kreeg hij.

18 Een hele middag spraken de prinses en Dick over de gezondheidszorg en gezondheidsproblemen in Thailand. De prinses had haar huiswerk goed gedaan, beter gezegd haar staf, want ze wist over Dick’s publicaties in het chirurgenblad. Ze spraken lang over aids-preventie. Thailand had op dat gebied aanzienlijke vorderingen geboekt. De prinses zette zich met name in voor het Rode Kruis-programma Reducing AIDS Infection from Mother to New-Born Baby. Maar nieuwe gevaren doemden op: obesitas en tuberculose. Thailand telde te veel dikke kinderen; Dick had het zelf ook al geconstateerd in de flat waar hij woonde. Kinderen liepen er altijd rond met softdrinks en snoep, twee beruchte suikerbommen.

19 ‘Hoe was het bij de prinses’, vroeg Annemarie toen Dick thuiskwam. ‘Gezellig. Goed gesprek gehad. Verstandige vrouw, sympathiek ook. Erg geliefd bij de bevolking, net als Sirindhorn.’ Annemarie kende haar geschiedenis. Soamsawali, een volle nicht aan moeders kant, was de eerste echtgenote van kroonprinses Vajiralongkorn. Ze kregen een dochter, prinses Bajrakitiyabha, maar al snel ging hij er vandoor. ‘Tragische vrouw’, vond Annemarie. Ze had haar vaak op de televisie gezien bij een of andere Rode Kruis activiteit, waarbij ze net als de overige vrijwilligsters de handen uit de mouwen stak.‘Je zult toch met zo’man getrouwd zijn.’ Wat ze daarmee bedoelde, hoefde ze niet aan Dick uit te leggen. Die kende de verhalen over de man die Bhumibol als zijn opvolger had aangewezen.

20 Johan, de voorzitter van de chirurgenvereniging, besloot Dick’s suggestie te volgen om met vakantie naar Thailand te gaan. Hij had wel eens een China-reis gemaakt, maar Thailand had hij nooit bezocht. Wel eens overwogen, maar afgevoerd van zijn lijstje met vakantiewensen omdat het te toeristisch was. Johan was meer geïnteresseerd in culturele reizen, zoals NRC Handelsblad die organiseerde. Maar nu Dick in Thailand werkte, zette hij zich over zijn bezwaar heen. Het leek hem ook wel aardig Ger te ontmoeten, de directeur van het Christian Hospital. Hij kende hem niet, alhoewel ze toch aan dezelfde universiteit hadden gestudeerd. Johan mailde Dick dat hij de knoop had doorgehakt. Here I come.

21 Dick haalde Johan op Suvarnabhumi op. Ze namen de Airport Rail Link, een light-rail verbinding naar het centrum. ‘Eerst maar eens een dagje acclimatiseren’, zei Johan. Dus namen ze afscheid bij de balie van zijn hotel en maakte een afspraak voor de volgende avond. Dick grapte nog ‘En niet vanavond naar Nana gaan om een chick op te pikken’, maar die grap leek verkeerd te vallen. Johan was geen womaniser: ‘Zeg, je kent me toch? In mijn bed geen vrouwen’, zei hij lichtelijk geërgerd, om de grap te pareren met ‘Hoe kom ik daar?’ ‘Oké, foute opmerking’, verontschuldigde Dick zich, waarop Johan reageerde met ‘Zaad.., eh zand erover’.

22 ‘Ik moet je trouwens iets bekennen’, opende Johan de volgende avond hun gesprek toen ze in The Old Dutch zaten waar ze hadden afgesproken om iets te eten. ‘Mijn secretaris heeft voor de jaarvergadering contact opgenomen met zuster Petra. Gevraagd of ze naar de jaarvergadering wilde komen om de lucht met je te klaren. Maar ze wilde niet. Of durfde niet, dat weet ik niet. Kostte trouwens nog heel wat moeite om haar te vinden.’ Dick’s mond viel open van verbazing en Annemarie riep: ‘Dat loeder zal nooit toegeven dat ze gelogen heeft.’ Johan zei: ‘Als ze had toegestemd, zouden we jou uiteraard gevraagd hebben of je akkoord ging.’ ‘Nou, ik weet niet of ik dat gedaan had’, zei Dick. ‘Nou ja, jullie interventie kwam uit een goed hart, zullen we maar zeggen.’

23 Het onderwerp Petra kwam tijdens de maaltijd niet meer ter sprake, maar Dick en Annemarie praatten er nog wel een tijdje over na toen ze in hun appartement waren. ‘Ik ben niet haatdragend’, zei Dick, ‘en achteraf bezien ben ik er alleen maar beter van geworden. Ik heb een nuttige les geleerd. En ik kan nu koeien melken’, een opmerking waar Annemarie om moest lachen. Annemarie wist niet goed wat ze ervan moest denken: ze twijfelde tussen goed initiatief – er is al genoeg ellende op de wereld – en waar bemoeien ze zich mee. Maar ook zij begreep dat de verzoeningspoging van de secretaris goed bedoeld was. Ze lieten het onderwerp verder maar rusten, dat was het beste.

24 In The Old Dutch bestelden ze andijviestamppot. Maar oh, wat viel die tegen. De andijvie kwam fijn gesneden uit een zakje, de bal gehakt was veel te groot en te hard. Je had een cirkelzaag nodig om hem in stukken te verdelen. Op de jus was niets aan te merken: die was smeuïg. ‘Je kunt wel merken dat er geen Nederlander meer in de keuken staat. Wat een afgang’, zei Annemarie. ‘Andijvie uit een zakje. Hoe bedenken ze het? Mijn moeder zou zich omdraaien in haar graf als ze het hoorde.’ ‘Zo is dat’, zei Dick. ‘De andijvie dient vers te zijn en mag hooguit geblancheerd worden, maar dat deden onze moeders niet eens.’ Ja, Dick had er verstand van. ‘Maar het heeft geen zin er iets van te zeggen. Ze kijken je toch alleen maar schaapachtig aan.’

25 De volgende afspraak was met Ger, directeur van het Christian Hospital. Hij hield van stijl, nooit zou hij in Bangkok op straat eten, alhoewel de hoofdstad volgens CNN toch het beste straatvoedsel ter wereld heeft. Hij boekte een tafel in restaurant RedSky op het dak van CentaraGrand, een hotel en conferentiecentrum. Alleen al het uitzicht vanaf de 55e verdieping was een sensatie, de maaltijd was niet minder sensationeel. Dick, van huis uit calvinist, schrok van de prijzen. Ger zag hem bedenkelijk kijken. ‘Maak je geen zorgen Dick. Jullie zijn mijn gast.’ Ze besloten een menu te nemen met onder andere forel, Bresse kip en als dessert taart van passievrucht. Dick’s commentaar na afloop: ‘P.., p…’ ‘Wat bedoel je Dick’, vroeg Ger. ‘Nou, ik kan geen pap meer zeggen.’ Ger schoot in de lach. ‘Altijd een kwinkslag’, zei Ger en zich wendend tot Annemarie: ‘Jij boft toch maar met zo’n kerel.’

26 Dick en Johan, de voorzitter van de chirurgenvereniging, kwamen nog eenmaal bij elkaar, ditmaal in het gezelschap van Ger, directeur van het Christian Hospital. Johan zou de volgende dag terug naar Holland vliegen. Annemarie ging niet mee. Ze veronderstelde dat de drie het de hele avond over chirurgie zouden hebben en dan zou ze er voor zoete koek bij zitten. Maar dat was niet eens het geval. De mannen vermeden zelfs over het werk te praten. Ze hadden het over de situatie in Nederland, vergeleken Thailand met Nederland en haalden herinneringen op aan hun studententijd. Nu bleek dat Ger en Johan, hoewel geen jaargenoten, lid waren geweest van dezelfde studentenvereniging, maar niet van hetzelfde dispuut. Dus ging het gesprek veel over bier en bacchanalen. Grote pret.

27 Toen Dick thuiskwam, was Annemarie nog op. Dat kwam goed uit want Dick had goesting, zoals ze in Vlaanderen en Zuid-Nederland zeggen. Annemarie zag het aan zijn ogen, want die waren al bezig haar uit te kleden. Maar ze was moe, het was een lange werkdag geweest met enkele zware patiëntbesprekingen en de spoedoperatie van een patiënt die ze naar de OK had begeleid. Een tragisch geval want de man, een verkeersslachtoffer, had het niet overleefd. De familie was naar het ziekenhuis gekomen, zijn vrouw raakte overstuur, Annemarie had geprobeerd haar te kalmeren. In haar hele loopbaan als verpleegkundigde waren dat de moeilijkste momenten: familie zien treuren om de dood van een geliefde. Van vrijen kwam niets meer. Dick had er begrip voor. Hij kende die momenten uit eigen ervaring.

28 Petra was verrast door het telefoontje van de secretaris. Meer woorden dan njet had ze niet nodig voor haar weigering naar de jaarvergadering te komen. Ze durfde de confrontatie niet aan met Dick, die ze in het verderf had gestort, dacht ze. Dat Dick en Annemarie een paartje vormden, wist ze niet en dat was maar goed ook, want Annemarie had in een ingezonden brief in het verpleegsterstijdschrift de vloer met haar aangeveegd. Haar een leugenaar en bedriegster genoemd, nadat ze in een interview opening van zaken over de ‘aanranding’ had gegeven.
Nog steeds fluisterde het engeltje in haar dat ze zich vergist had, dat ze de aanranding had gedroomd. Dat ze droom en werkelijkheid door elkaar had gehaald. Onmogelijk? Zeker niet. Had de neuroloog Oliver Sacks immers niet geschreven dat herinneringen reconstructies zijn. Dat er ook herinneringen zijn, heel levendige herinneringen, die volkomen gefabriceerd blijken. Maar dat inzicht was nog niet doorgedrongen tot Petra.

29 Het telefoontje van de secretaris had er flink ingehakt bij Petra. Ze sliep slecht, ging met lood in de schoenen naar haar werk en tobde veel. Ze vereenzaamde, want ook de collega’s op haar nieuwe werkplek wisten sinds het interview van de affaire en negeerden haar. Uiteindelijk kon ze er niet meer tegen en meldde zich ziek. De bedrijfsarts adviseerde haar hulp van een psychiater te zoeken. Of misschien kon hypnotherapie helpen, suggereerde hij. Rationeel leek het een goed idee, maar emotioneel had Petra er moeite mee en zolang dat zo was, was de kans op succes gering. Hypnose vereist de volledige medewerking van de patiënt. Verzet doet het resultaat teniet.

30 Ze besloot in therapie te gaan, niet bij een psychiater of hypnotherapeut maar bij een psycholoog. Dat was minder ingrijpend. De psycholoog zaagde haar door over haar jeugd, waarbij Petra zich afvroeg wat haar kindertijd te maken had met haar probleem. Want het enige wat ze wilde weten, was: heb ik de aanranding gedroomd en zo ja, waarom denk ik dat die echt heeft plaatsgevonden? Maar de psycholoog meende dat daarin de sleutel lag. Hij liet ook een hersenscan maken, die echter niets bijzonders aan het licht bracht. Petra begon zo langzamerhand te denken dat ze rijp was voor het gekkenhuis. Misschien dat opname in een psychiatrische inrichting zou kunnen helpen. Maar op grond van welke diagnose? Die moest toch echt een psychiater stellen. Zo bleef ze in kringetjes ronddraaien en veranderde er niets.

31 Eigenlijk wist zuster Petra niets over hypnose. Ze had wel eens over een show gelezen, waarin een hypnotiseur bezoekers uit het publiek uitnodigde naar het podium te komen. Daar bracht hij ze onder hypnose. Een bekende hypnoseshow was die van Rasti Rostelli, de artiestennaam van Ronald van den Berg. Hij gaf de gehypnotiseerde vrijwilligers uit het publiek citroenen en vertelde dat het perziken zijn. Hij liet ze geloven dat ze poedelnaakt op het podium stonden. Panisch grepen de vrijwilligers naar hun genitaliën. In zijn bekendste truc liet hij ze zo stijf als een plank op de rugleuning van twee stoelen liggen. Petra reageerde sceptisch op wat ze las. Maar er waren natuurlijk ook hypnotiseurs die te goeder trouw waren. Misschien moest ze die maar eens raadplegen.

32 Maar ze deed het niet. Ze vond de sessies bij haar psycholoog ‘best wel’ gezellig. Ze raakte zelfs een beetje verliefd op hem. Dat gebeurt wel vaker, de psycholoog wist dat. Hij vond Petra ook niet onaantrekkelijk, maar hij bleef op een afstand. Van collega’s wist hij hoe het uit de hand kon lopen. Die waren geschorst voor het leven, nadat ze met een klant hadden liggen rollebollen. Maar het vlees is zwak. Toen Petra vertelde dat dokter Dick haar borsten had betast, slipte hij zijn hand in haar blousje en vroeg: ‘Wat deed hij dan? Dit?’ Petra begon zwaar te ademen. ‘Ga door, ga door’, lispelde ze. ‘I love it.’ Ze begon haar rok op te trekken, waaronder ze geen slipje droeg zag hij, en een sprookjesbos wachtte, maar hij hield haar tegen: ‘Zo is het wel genoeg. Geen polonaise.’

33 Als bij toverslag drong het besef tot Petra door. Dit heeft dokter Dick nooit bij mij gedaan. Het was een stille wens. Het meest intieme gebaar dat hij ooit had gemaakt was zijn hand op mijn rug leggen toen hij mij uit zijn spreekkamer zette. Toen ze geprobeerd had hem te verleiden, was hij in woede ontstoken. ‘Dat moet je nooit meer flikken, mevrouw. Anders rook je een zware pijp en is het afgelopen met je mooie loopbaan. En nou opgedonderd.’ Dat dreigement bracht Petra ertoe om hem later te beschuldigen van aanranding. Het was ineens allemaal duidelijk. De hand van de psycholoog in haar blousje was de sleutel voor de oplossing. De volgende vraag was natuurlijk: Hoe kan ik het goedmaken met dokter Dick? Daarover moest ze nog eens nadenken.

34 Dr Okke Zielknijper vroeg zich af: Waarom had hij Petra zo bot afgewezen toen ze hem probeerde te verleiden? Hij vond haar toch een aantrekkelijke vrouw? Hij was toch niet van steen. Intussen bleef Petra de therapiesessies bezoeken. Ze kleedde zich steeds uitdagender. Haar rokjes werden steeds korter, haar decolleté steeds dieper. Boog zich voorover tijdens de sessies, spreidde haar benen, raakte zijn bovenbeen ‘per ongeluk’ aan. Okke speelde het spel mee. Hij verscheen in trainingsbroek. ‘Ben naar de fitness geweest’, gaf hij als verklaring. ‘Had geen tijd me te verkleden.’ Maar dat was een smoesje. De broek liet duidelijk zien wanneer hij opgewonden raakte en dat wond Petra weer op. Het was een spel van actie en reactie dat telkens eindigde met Okke’s mededeling dat de tijd om was en een volgende patiënt wachtte.

35 Petra vatte de koe bij de horens, of eigenlijk de stier. ‘Ik wil met je naar bed’, zei ze recht voor zijn raap. Okke zei: ‘Goed idee, maar niet hier. Laten we een afspraak maken. Gaan we eerst wat eten en drinken en daarna ga je mee naar mijn flat. Wat wordt het: Italiaans, Spaans, Surinaams, Thais, Chinees, Indonesisch? Jij mag het zeggen.’ Petra besliste: Indonesisch. Ze was gek op Indonesische rijsttafels. Rijsttafels vond ze sexy. Zo gezegd, zo gedaan. Ze spraken af in restaurant Garoeda in Den Haag, want was de hofstad niet de beste plaats in Nederland om Indonesisch te eten? Petra was in haar nopjes. De prooi was gevangen, ze hoopte dat de one-night stand nog vele herhalingen zou krijgen. Te lang had ze niet gevreeën.

36 In het restaurant begon hun liefdesspel met voetjevrijen. Okke zocht onder de tafel naar het kruis van Petra. Ook nu droeg ze geen slipje, wat Okke wel zo plezierig vond, bespaarde een hoop gewriemel. Maar toen de rijsttafel werd geserveerd, verschoof de aandacht volledig naar de maaltijd. Petra smulde, Okke noemde het een ‘culinair orgasme’. Dat vond Petra nou zo aardig aan Okke: hij had vaak van die originele uitdrukkingen, zoals toen hij haar sprookjesbos prees en zei dat de kreek ruim voorzien van water was. ‘Dirty old man’, plaagde ze, alhoewel het leeftijdsverschil tussen hen niet erg groot was.

37 In Okke’s appartement kwam niet veel terecht van de door Petra voorgestelde vrijpartij. Okke, gewend om na de maaltijd een dutje te doen, viel in slaap. Hij had zich niet eens ontkleed, alleen schoenen en sokken uitgetrokken. De rijsttafel lag zwaar op zijn maag en dat gold eigenlijk ook voor Petra. Volgende keer, bedacht ze, eerst vrijen en dan eten. Maar er zou tot grote teleurstelling van haar,  geen volgende keer komen. Hij brak met haar en zegde alle al gemaakte afspraken voor een sessie af. Hij had geen zin om zijn therapeutenbestaan op het spel te zetten. Het was spannend geweest, maar nu moest het eindigen. Petra dacht: Ach, mannen genoeg op de wereld. Op naar de volgende.

38 Ja, mannen genoeg op de wereld,maar waar was die ene die haar gelukkig kon maken? Want zo dacht Petra over de liefde: het is een permanente toestand van gelukzaligheid, een gedachte die je eerder zou verwachten bij een bakvis dan bij een volwassen twintiger, die al de nodige deuken heeft opgelopen. Petra begreep nog meer dingen niet. Door zich zo schaamteloos aan te bieden als ze bij Okke had gedaan, zou ze nooit enig respect verwerven. Maar wie kon haar dat duidelijk maken? Hartsvriendinnen had ze niet, in het ziekenhuis liepen collega’s met een grote boog om haar heen. Inmiddels was ze weer aan het werk gegaan en ze was weer in therapie gegaan. Nu bij een vrouwelijke psychiater.

39 Tijdens een van de sessies vroeg Dr Nancy Zielknijper: ‘Vertel eens over je liefdesleven. Ik heb je er helemaal nog niet over gehoord.’ Inderdaad had Petra het onderwerp zorgvuldig vermeden maar voor een psychiater is wat niet gezegd wordt net zo belangrijk als wat wel gezegd wordt, of misschien wel belangrijker. Petra vertelde over haar avontuurtje met Okke. Hoe ze hem verleid had met korte rokjes en diepe decolletés en hoe het was misgegaan. Ze vertelde over eerdere avontuurtjes en mislukte liefdes, en zuchtte diep: ‘Ik heb nooit de ware Jacob ontmoet.’ ‘Vind je dat vreemd?’, reageerde Nancy. ‘Misschien wil je daar eens je gedachten over laten gaan en volgende keer vertellen hoe je erover denkt. Dat is je huiswerk voor de komende week.’

40 Het werd een lang gesprek dat zich uitstrekte over meerdere sessies. Nancy probeerde Petra tot het inzicht te brengen dat een liefdesrelatie gebaseerd moet zijn op wederzijds respect. Dat je met jezelf op een presenteerblaadje aanbieden, zoals ze bij Okke had gedaan, geen respect verwerft. Dat liefde geven en krijgen is. Dat je niets kunt eisen. Dat je eerst van jezelf moet houden om van een ander te kunnen houden. Dat je de ander moet accepteren zoals hij is en niet kunt veranderen. Ze hadden het over seks en liefde, over tederheid,  over eenzaamheid. Ja, er werd heel wat overhoop gehaald in die gesprekken. Maar ze hielpen, heel wat beter dan Okke’s gewroet in haar jeugd.

41 De affaire met dokter Dick raakte op de achtergrond. Petra sneed de vermeende aanranding eenmaal aan. ‘Is het mogelijk dat ik het gedroomd heb en als echte herinnering heb opgeslagen?’ Nancy kende het werk van neuroloog Oliver Sacks over gefabriceerde herinneringen. Ze achtte het heel goed mogelijk dat Petra de aanranding door dokter Dick gedroomd had. Petra vroeg haar wat te doen om het goed te maken. Excuses aanbieden, uitleggen hoe je tot de beschuldiging van aanranding bent gekomen. Laat het niet versloffen, anders blijft het maar dooretteren, zei Nancy. Petra nam het advies ter harte en nam contact op met de redactie van het verpleegsterstijdschrift waarin ze destijds de affaire openbaar had gemaakt.

42 De redactie stelde voor dat zij zelf het verhaal zou schrijven en dat ze niet, zoals de vorige keer geïnterviewd zou worden. ‘Mooi onderwerp voor het kerstnummer Vrede op Aarde’, zei de hoofdredactrice vergenoegd. ‘Stuur maar op dan zetten wij er als kop boven ‘Het spijt me’. Wij maken wel een kadertje met info over wetenschappelijke inzichten over herinneringen, niet alleen van neuroloog Oliver Sacks, maar ook van anderen.’ Het kostte Petra nog heel wat moeite om een behoorlijk verhaal op papier te krijgen. Ze was geen ervaren schrijfster. Het laatste verhaal dat ze geschreven had, moet een opstel zijn geweest op de mavo. De redactie  fatsoeneerde haar tekst. Het artikel ging vergezeld van haar foto, waartegen ze eerste instantie bezwaar had gemaakt, maar het moest van de redactie.

43 Collega’s op het werk die haar eerst hadden genegeerd, prezen haar voor haar moed om zich zo bloot te geven. Annemarie liet het artikel aan Dick lezen. Tja, een zielig geval die Petra, was het enige wat hij erover zei. Voor hem was het al lang een gesloten hoofdstuk. Het heeft geen zin om ouwe koeien uit de sloot te blijven halen, vond hij. Laat ze daar maar liggen tot ze tot stof zijn vergaan, om een bijbelwoord wat oneerbiedig te parafraseren. Ziekenhuisdirecteur Ger had het ook gelezen. Toch moedig om en publique schuld te bekennen, vond hij. Annemarie sneerde alleen maar: Berouw komt na de zonde en dat heeft wel erg lang geduurd. Verder maakte ze er geen woorden aan vuil.

44 Petra’s schuldbekentenis maakte geen verschil voor de omgang met haar collega’s. Die bleven haar mijden wat de patiëntzorg niet ten goede kwam. De hoofdzuster was dat ook ter ore gekomen en riep Petra bij zich. Ze hadden een stevig gesprek, waarin de hoofdzuster Petra vroeg of ze het nog wel naar haar zin had. Alhoewel Petra bevestigde dat dit zo was, had de hoofdzuster een andere indruk. Ze vroeg zich zelfs af of Petra nog wel geschikt was voor verpleegster. En dat zei ze ook. Petra moest diep in haar hart toegeven dat de hoofdzuster gelijk had. Ze nam een kloek besluit en zegde haar baan op. Zonder zicht te hebben op iets anders. Exit Petra.

Epiloog: Dingen kunnen een onderwachte loop hebben en dat geldt zeker voor Petra die niet meer terugkeerde als verpleegster. Ze vond werk als doktersassistente, wat voornamelijk een administratieve baan is met incidenteel een medische handeling. De auteur van dit feuilleton heeft geen zeggenschap meer over haar en richt zijn aandacht weer op de andere spelers. Hoe vergaat het hen? Dat lezen we in het volgende (zevende) feuilleton Het grote geluk van Mac en Theresia. 

Het grote geluk van Mac en Theresia

1 Annemarie legde haar hand op de buik van Theresia en zei: Je bent zwanger. Dat hadden Mac en Theresia nog even geheim willen houden, maar nu Annemarie het wist, hoefde dat niet meer. Mac en Theresia leefden een gedisciplineerd leven: ze werkten, aten in hun Love nest zoals ze hun appartement noemden en gingen zelden uit. Mac las veel, vooral kranten, hij was een echte nieuwsjunkie. Theresia had zich geworpen op tekenen en schilderen. Zonder het Mac te vertellen had ze een zwangerschapstest laten doen. ’s Avonds vertelde ze Mac het grote nieuws. Ze kon wel juichen van geluk, want had ze niet jaren gedacht onvruchtbaar te zijn, nadat een Filipijnse arts een naar later bleek foutieve diagnose had gesteld.

2 Mac was blij voor Theresia, hij wist van haar kinderwens. Zelf reageerde hij ogenschijnlijk onaangedaan op Theresia’s mededeling, maar zo was hij nu eenmaal: hij liep niet te koop met zijn emoties en kon ze moeilijk uiten. In het begin van hun relatie had Theresia moeite gehad met zijn afstandelijke houding, maar allengs had ze begrepen dat achter dat masker een zee van emoties kolkte. Hij uitte ze met kleine dingen, zoals die keer dat hij haar een orchidee gaf. ‘Speciaal voor jou gestolen uit een tuin waar ik langs kwam. Mooi hè’, zei hij. ‘Da’s heling, als ik hem aanneem’, zei ze adrem. ‘Maar voor jou ga ik door het vuur. Je zoekt me toch wel op in de gevangenis, hè?’

3 Theresia’s zwangerschap verliep grotendeels probleemloos. In het begin had ze last van ochtendmisselijkheid, maar die verdween na verloop van tijd. Pas toen haar lichaam begon uit te dijen, kregen collega’s in de gaten dat ze zwanger was, want ze had niets verteld. Theresia rookte en dronk niet, dat was goed voor de kleine Mac II. Ze at gezond: veel fruit, veel groentes. Bij voorkeur van een markt waarop biologisch geteelde producten werden verkocht. Daarvan had je er een aantal in Bangkok. Ze ging met zwangerschapsverlof, maar kocht geen babykleertjes, want dat brengt ongeluk, wilde het bijgeloof. Toen de weeën begonnen, bracht Mac haar naar het ziekenhuis, waar ze beviel van een gezonde baby. Een jongetje, maar dat wist ze al.

4 Hoewel niet gebruikelijk in Thailand was Mac aanwezig bij de bevalling. Thaise mannen mogen er nooit bij zijn, Mac als buitenlander wel. Bovendien waren bevallingen hem niet vreemd, want die hadden deel uitgemaakt van zijn artsenopleiding. Niettemin was deze bevalling anders. Hij stond er niet bij als arts maar als verwekker. De bevalling ging van een leien dakje. De ontsluiting kwam snel, Mac II kon blijkbaar niet wachten om de grote wereld in te gaan. De eerste minuten bracht hij door op de buik van Theresia. Mac heette hem in stilte welkom, hij kuste Theresia en haalde wat eten voor haar, want ze had honger.

5 Annemarie en Dick zochten Theresia en Mac II op in haar kamer. Theresia lag er stralend bij. Mac II sliep. Annemarie streek hem over zijn voorhoofd. ‘Een lekker mannetje’, zei ze en dat zei ze niet over elke baby, zowel jongetje als meisje. De meisjes werden niet allemaal als toekomstige schoonheidskoningin geboren, de jongens niet allemaal als een Adonis. ‘Hoe voel je je?, vroeg Annemarie. ‘Een beetje moe, da’s alles. Mac heeft eten voor me gehaald. Ik had een enorme honger na de bevalling.’ Annemarie en Dick bleven niet lang. Ze lieten Theresia alleen met haar prille geluk. Mac stak ook nog even zijn hoofd om de deur. ‘Gefeliciteerd papa’, zei Dick. ‘Je hebt je best gedaan.’

6 Ondanks haar fragiele gestalte was Theresia een sterke meid. Ze bleef niet de voorgeschreven week in het ziekenhuis, maar vertrok al na twee dagen. Dat kostte wel enige overredingskracht, want Thaise ziekenhuizen zijn als de dood voor schadeclaims. Theresia moest een verklaring tekenen dat ze het ziekenhuis niet aansprakelijk zou stellen voor complicaties als gevolg van de kortere verblijfsduur in het ziekenhuis. Mac vond het prima. Hij verdacht particuliere ziekenhuizen er al lang van ruimere behandelingsperiodes voor te schrijven dan in de VS en Europa gebruikelijk is om meer geld te vangen. Had het er met Dick wel eens over gehad. Die dacht dat ook.

7 Na enkele weken ging Theresia weer aan het werk, drie dagen per week, en Mac ging een dag minder werken voor een zogeheten papa dag. Een Filipijnse nanny nam de overige twee dagen voor haar rekening. Mac was vrij bedreven in babyverzorging, verschoonde luiers, deed het kind in bad en masseerde het daarna met olijfolie wat Mac II heerlijk vond. Theresia was door collega’s en het ziekenhuis overladen met cadeaus. Kleine Mac zou nog vele extra jaren baby moeten blijven om ze allemaal te dragen. Of lagen ze klaar voor de volgende gezinsuitbreiding want op één been kun je niet lopen? Theresia wilde wel, Mac vond dat ze maar eens een jaartje moesten wachten.

8 Nanny Nancy werkte bij nog een chirurgengezin, drie dagen per week, en verhuurde zich de overige dagen als babysitter. Dat leverde bij elkaar een aardig inkomen op, meer dan een beginnend verpleegster verdient, maar ze moest daarvoor wel langer werken. En de inkomsten uit babyzitten fluctueerden. Theresia en Mac spraken af Mac II tweetalig op te voeden. Uit research blijkt dat dat gunstig is voor de ontwikkeling van een kind. Dus zouden Nancy en Theresia Tagalog spreken en Mac Engels. Maar aan spreken was Mac nog lang niet toe. Zijn leventje bestond voorlopig uit eten, slapen, poepen, pissen en een enkele keer huilen.

9 Theresia gaf Mac II de borst en toen ze ging werken, wipte ze in de pauzes even naar huis om Mac te voeden. Dat had ze afgesproken met het ziekenhuis. En wanneer er iets tussenkwam, kon ze altijd nog in het ziekenhuis kolven. Het ziekenhuis had daarvoor een speciale ruimte gereserveerd. Theresia was niet de enige die er gebruik van maakte. Ze vond het niet erg als anderen tegelijkertijd aan het kolven waren, maar die moesten dan wel geen bezwaar maken. Theresia had in haar jeugd niets anders gezien dan moeders die de borst gaven, alhoewel flesvoeding toentertijd sterk werd gepropageerd. Maar ze geloofde niet dat die gezonder was en Mac wist dat het niet zo was.

10 Theresia had in de 7-Eleven eens gezien hoe een jochie zijn grootmoeder terroriseerde. Hij had snoep gepakt en wilde dat bij het afrekenen niet loslaten om te worden gescand. Het knaapje schreeuwde de zaak bij elkaar. Het was Theresia ook al in het ziekenhuis opgevallen. Veel Thaise peuters en kleuters, vooral jongens, zijn kleine dictatortjes. Ze krijgen hun zin, worden volgestopt met snoep en softdrinks, maar met een gezond stukje fruit zie je ze zelden. Dat nooit, nam Theresia zich voor met Mac II, Mac dacht er net zo over. Toen Mac II wat ouder was, mocht hij ook alleen maar naar kinderprogramma’s op de tv kijken, verder bleef de tv uit. Hij werd ook niet zoet gehouden met een mobieltje, hij had zijn speelgoed. Educatief verantwoord, grapte Mac wel eens. Theresia leerde hem kinderliedjes en Mac deed spelletjes met hem die hij uit zijn kinderjaren kende.

11 Het leven van Mac en Theresia draaide nu wel erg om de boreling, alsof dat het enige was wat telde. Dat begon Mac op een gegeven moment te ergeren. Hij herinnerde zich dat zijn ouders blij waren op zaterdag samen te zijn, wanneer de kinderen hun eigen bezigheden hadden, zoals sport en padvinderij. Zijn moeder had hem dat eens verteld. Mac sneed het onderwerp voorzichtig aan. Hij wilde niet de indruk wekken dat hij ongelukkig was met Mac II of jaloers op de aandacht die hij kreeg. Ze hadden een goed gesprek en besloten meer tijd met elkaar door te brengen. Gingen zo nu en dan uit, naar een concert of zo, of maakten een weekendtrip naar een resort waar ze zich volop aan de liefde overgaven. Mac II was dan in goede handen bij Nancy.

12 Mac II werd 1 jaar. ‘Hoe zullen we dat vieren?’, vroeg Mac. ‘Hij is nog te jong om te beseffen wat een verjaardag is.’ Maar om de heugelijke dag zonder feestelijkheden te laten passeren, leek hem nou ook weer niet een goed idee. Wat dan wel? ‘Zullen we een verjaardagstaart kopen en die met zijn tweeën soldaat maken tot we misselijk worden?’, stelde Mac voor. ‘Afgekeurd’, zei Theresia die ook wel begreep dat Mac niet serieus was. Theresia was trouwens geen zoetekauw, ze werd bij wijze van spreken al misselijk als ze een taart zag. Dus wat haar betreft geen verjaardagstaart. ‘Laten we Dick en Annemarie uitnodigen en met zijn vieren ergens gaan eten.’ ‘Ja, met taart als dessert’, probeerde Mac nog . ‘Nou, die eet je dan maar zelf op’, zei Theresia. ‘En als je misselijk wordt, ga je maar op de bank slapen.’

13 Uit Nederland kwam het bericht dat tante Mathilde was overleden. Ze was vredig in haar slaap heengegaan en de volgende dag gevonden door een buurvrouw die zag dat de gordijnen dicht bleven. Het bericht kwam als donderslag bij heldere hemel. Annemarie wist niet beter dan dat ze kerngezond was. ‘De verkeerde mensen gaan dood’, zei ze met tranen in haar ogen tegen Dick. ‘Arme tante, maar gelukkig heeft ze niet geleden.’ Tante had haar zaakjes goed geregeld. Het huis zou de verkoop ingaan met familie als preferente koper. De testamentair executeur meldde verder dat tante een trustfonds had geopend met Annemarie als begunstigde. Op enkele sieraden had tante een sticker geplakt met haar naam. Wat moest hij daarmee doen, vroeg hij.

14 Mathilde was 83 geworden, 2,5 jaar ouder dan de gemiddelde leeftijd van vrouwen in 2016, aldus cijfers van het CBS. Misschien was het maar beter zo voordat ze aan allerlei ouderdomsziektes zou gaan lijden. En alhoewel ze een redelijk druk sociaal leven had, was ze toch maar alleen. Tijdens het bezoek van Dick en Annemarie had ze niet geklaagd over eenzaamheid, maar Annemarie wist wel beter. Tante leefde in een fantasiewereld met haar verhalen over buitenlandse reizen, die ze nooit had gemaakt. Ze vertelde ook over haar ontmoetingen met adellijke dames en oud-Indiëgangers in sjieke tearooms in Den Haag. Ontleend aan Couperus, van wie enkele boeken in de boekenkast stonden?

15 Het bericht over Mathilde’s overlijden kwam enkele dagen voordat ze de verjaardag van Mac II zouden vieren. Maar het leven gaat door, dus het verjaardagsfeestje ging ook door. Talloze eetgelegenheden passeerden de revue, maar uiteindelijk kozen ze voor het Spaanse tapasrestaurant in Silom soi 4 waar Dick en Annemarie al eerder hadden gegeten. Deze maal geen tapas, maar paella voor vier. Op de kaart stond dat de bereidingstijd 45 minuten bedroeg, wat een belofte inhield over de kwaliteit van het gerecht. Ze werden niet teleurgesteld: de paella was hemels. Ze slenterden daarna over Patpong en streken neer in een rustige zaak met één pooltafel. Dick speelde tegen Mac, Annemarie tegen Theresia. Maar ze bakten er niet veel van, ook Dick niet die toch tijdens zijn retraite veel met Peter had gepoold.

16 Peter en Marloes hadden er graag bij willen zijn, maar om nou voor één avondje zes uur heen en zes uur terug in de bus te zitten, stond hen tegen. Als ze die kant op kwamen, dan toch minstens voor enkele dagen, want zo’n busreis hakte er altijd wel in. De nachtbussen waren weliswaar comfortabel met op vliegtuigstoelen lijkende zitplaatsen, maar van slapen kwam nooit veel. Zo goed waren ze nog niet geïntegreerd. Thai, zo leek het, kunnen op elke plaats, op elk moment en in elke houding slapen. Ze slapen zittend in de metro, ze liggen op bankjes en zwervers slapen op straat. Maar Peter en Marloes hadden voor een verkwikkende nachtrust een comfortabel bed nodig.

Interlude
Hoe ging het trouwens met die twee? Ze zijn een beetje uit beeld verdwenen sinds feuilleton 4 Peter en Marloes trouwen elke dag opnieuw. De verminderde aandacht komt ook door hun woonplaats op het platteland van Thailand. Hoewel de hoofdstad van de gelijknamige provincie altijd nog 30.000 inwoners telt, valt die in het niet bij Bangkok. De stad staat alleen landelijk bekend door de succesvolle FC Buriram en het motorcircuit. Dus laten we onze aandacht eens verplaatsen van Bangkok naar Buriram.

17 Peter en Marloes waren huismussen. Ze kenden geen andere expats, wat maar beter was want in die kringen wordt veel geroddeld. Peter was een keer beland in een etablissement waar een groepje Engels sprekende expats zaten. Ze hadden het over Thaise vrouwen (die natuurlijk op hun geld aasden) en voetbal, een sport die Peter maar matig interesseerde. Nee, met zulke mensen wilde hij niet omgaan. Ze zaten trouwens al aan het bier, alhoewel het ochtend was. Peter zou op dat tijdstip geen slok door zijn keel kunnen krijgen. Hij hanteerde de bekende tropenregel: geen alcohol voor zonsondergang, met als eigen aanvulling: en daarna gematigd.

18 Peter en Marloes zagen elkaar minder dan ze zouden willen, want beiden maakten lange werkdagen. Wat dat betreft leken ze op Thaise echtparen, van wie de man soms zelfs in het buitenland werkt en eenmaal per jaar of nog minder thuiskomt. Peter had het naar zijn zin op de bamboeschool. Marloes werkte parttime in een kliniek. Haar zwemschool trok nog steeds nieuwe klantjes, maar die moest ze soms op de wachtlijst zetten omdat ze maximaal 20 leerlingen per groep toeliet. Zo kregen ze allemaal voldoende aandacht. Eén van haar pupillen was Edward, zoon van een Britse vader en Thaise moeder. De vader bracht hem wel eens weg en wachtte daarna in de hotellobby geduldig tot het eind van de zwemles. Zo kwamen Marloes en Peter met het echtpaar in contact.

19 Philip was een gepensioneerde GP uit de Midlands, die zich na zijn pensioen in Thailand had gevestigd. Hij had een huis in Buriram laten bouwen, maar daar had hij spijt van. Na een jaar lekte het dak al, er waren problemen met de watervoorziening, elektriciteit en nog wat meer dingen. Het had heel wat geld gekost om dat allemaal in orde te brengen. Philip was op en top een Brit, hij sprak een soort Engels waar Peter gek op was. Daardoor verbeterde zijn eigen Engels ook weer, wat wel nodig was want door de omgang met zijn collega’s op school was zijn Engels sterk achteruit gegaan. De Thaise onderwijzers spraken maar matig Engels, articuleerden slecht en gebruikten grammaticale constructies ontleend aan het Thais.

20 Philip sprak en las Thais. Hij had tientallen boeken over Thailand gelezen, zijn boekenkast stond vol met wetenschappelijke werken en romans van Thaise schrijvers. Hij had het middelbare-schooldiploma Thais gehaald en kreeg nog elke week een uurtje les van een privé-onderwijzer. Philip vond: Als je emigreert, moet je de taal van het land leren, anders blijf je een vreemdeling. Maar misschien had hij een talenknobbel, want hij maakte zich de taal vrij gemakkelijk eigen. Peter en Marloes hadden daarentegen grote moeite de taal onder de knie te krijgen. Ze konden zich net redden, maar een goed gesprek in het Thais voeren, lukte niet.

21 Philip had na de zwemles Marloes uitgenodigd om met Peter eens langs te komen. Come and have a drink. Een concreet tijdstip had hij niet genoemd. Peter twijfelde, hij wist dat zo’n uitnodiging ook kan betekenen: haal het niet in je hoofd langs te komen. Vaak is het niet meer dan beleefdheidfrase. Maar toen Philip later de uitnodiging herhaalde, was wel duidelijk dat die gemeend was. Op zekere middag gingen ze op theevisite. Philip’s vrouw Sasithorn had een High Tea bereid met flinterdunne sandwiches, scones met clotted cream, muffins, cakejes, petits fours, soesjes, shortbread en koekjes. Marloes, zelf kookgek, vroeg zich af waar Cat, zoals haar bijnaam luidde, de ingrediënten allemaal gekocht had. Ze kon zich niet herinneren die zelf ooit gezien te hebben bij Foodland of andere grote kruideniers.

22 Sasithorn was tijdens een vakantie in Engeland door een tante van Philip ingewijd in de fijne kneepjes van de Britse keuken. Want zoals de uitdrukking luidt: De liefde van de man gaat door de maag. Tante leerde haar ook steak and kidney pie maken en Irish Stew. Omdat clotted cream niet te koop is in Thailand, had ze een flinke voorraad potten meegenomen en telkens wanneer kennissen deze kant uitkwamen, vroeg ze hen die aan te vullen. Sasithorn kwam uit Phayao, een provincie in het Noorden van Thailand. Niet uit de Isaan, het Noordoosten, waar de meeste Thaise vrouwen van expats vandaan komen. Ze sprak niet veel Engels. Philip sprak een mengelmoesje van Thais en Engels met haar.

23 Het klikte tussen Philip en Peter. Philip was al net zo easy-going als Peter en ze waren beiden gek op de humor van John Cleese. Philip deed met zijn lange benen zijn silly walk wel eens na – dan lag Cat in een deuk. Peter speelde de bekende scène met de Hitlergroet na uit Fawlty Towers, maar daar begreep Cat niet veel van. Een school in Chiang Mai had eens een scheve schaats gereden doordat de leerlingen de jaarlijkse sportdag openden met een optocht door de stad waarin ze gekleed in uniformen van de SS met swastika armbanden liepen. Ze hadden geen idee hoe aanstootgevend dat was.

24 Dat Peter en Marloes huismussen waren en nog weinig van Thailand gezien hadden, was Philip niet ontgaan. Hij stelde voor dat ze met zijn vieren een weekendje naar Phayao zouden gaan: vrijdagavond heen, zondagavond terug. Hij zou Peter en Marloes de omgeving laten zien: kwan Phayao (meer van Phayao), een meer van 20 vierkante kilometer, rijk voorzien van vis; Wat Analayo aan de overkant van het meer op een heuveltop en de Champathong waterval. Uiteraard zouden ze een bezoek brengen aan Cat’s familie en een vorkje prikken in een van de visrestaurants aan de boulevard langs het meer. Philip zou een minibusje met chauffeur huren, dat was comfortabeler dan een taxi. Bovendien zouden familieleden in Phayao misschien mee willen op de sight-seeing.

25 Peter was blij met Philip’s voorstel. Hij was niet zo ondernemend en dat gold ook voor Marloes. Ze waren content met hun leven. Bij toeristen bekende bezienswaardigheden hadden ze niet eens gezien. Maar het door Philip voorgestelde uitstapje leek hen wel leuk. ‘We gaan op schoolreis’, zei Peter en begon te scanderen ‘Zo gaat-ie goed, zo gaat-ie beter, alweer een kilometer.’ Zijn gedachten gingen terug naar de schoolreisjes die hij met de kinderen van zijn dorpsschooltje had gemaakt. Vast onderdeel: tussen de banken kruipen wanneer ze terugkwamen, zodat de wachtende ouders zouden denken dat de bus leeg was. Die speelden het spel mee, want als kind hadden ze hetzelfde gedaan.

26 De reis naar Phayao duurde lang, dus ze arriveerden pas aan het eind van de avond op hun bestemming. Peter en Marloes waren onderweg enkele malen ingedut, iets wat hen in een interliner zelden lukte. Cat had de hele reis geslapen, Philip was het grootste deel van de reis klaarwakker. In Phayao was het even zoeken naar het hotel waarin ze twee kamers hadden gereserveerd. Cat wilde eerst nog wat eten, dus hun wegen scheidden zich bij de hotelreceptie. Peter en Marloes sliepen liever niet met een volle maag. Ze zochten hun kamer op en vielen als een blok in slaap.

27 Uitslapen was er de volgende ochtend niet bij, maar ze namen wel de tijd voor het ontbijt. Het busje zou hen om 9 uur ophalen. ‘Goed geslapen?’, vroeg Philip aan Peter en Marloes. ‘Als een roos’, antwoordden ze in koor. Philip vertelde dat hij om een andere kamer zou vragen, want ze hadden tot diep in de nacht veel last gehad van een disco in de buurt. Had de receptie niets over gezegd. Peter, Marloes en Philip bestelden een continental breakfast, Cat een rijstgerecht. Na het ontbijt wisselden Philip en Cat van kamer en Peter probeerde de krant te lezen, maar hij hing de stokkrant snel terug. Lastig lezen, vond hij. Marloes maakte aantekeningen in haar reisdagboek geïllustreerd door een schets van de straat waar het leven intussen op gang was gekomen.

28 Philip was de enige in het gezelschap die rookte. Hij liep naar buiten en stak zijn Sherlock Holmes pijp op. ‘Waar is je jachtpet? En je vergrootglas?’, spotte Peter. Philip legde uit dat z’n pet bij hen deerstalker heet, maar dat woord kende Peter niet. Het enige verhaal dat hij van auteur Conan Doyle had gelezen was The hound of the Baskervilles, een boek dat hij op school op zijn Engelse leeslijst had gezet. Maar hij kon zich er niets van herinneren. ‘Waar koop jij je pijptabak’, wilde Peter weten. Philip, ad rem als altijd: ‘Van plan om aan de pijp te gaan?’ ‘Nee, en ook niet de pijp uit’, reageerde Peter, al even ad rem. Maar het vereiste heel wat uitleg om de onvertaalbare woordspeling toe te lichten. Het hielp dat Engeland ook eendenkooien kende.

29 Peter had er op school aan de hand van een schoolplaat wel eens les over gegeven en dat niet alleen; hij had de kinderen ook laten proeven hoe eendenvlees smaakt. In Thailand staat eendenborst in tal van eethuizen op het menu, maar Peter was er niet gek op. Hij vond het vlees te droog. Liever een mals stukje kip, maar eigenlijk at hij het liefst vis. Phayao was dus the place to be voor hem. De visrestaurants aan de boulevard boden een ruime keus. Die avond zouden ze er met zijn vieren eten. Alleen al bij de gedachte daaraan liep het water hem in de mond.

30 Marloes had in Thailand tekenen en schilderen weer opgepikt, waarin ze op school hoge cijfers had gehaald. Het aquarel en de houtskooltekening waren haar favoriete technieken. Beide waren perfect geschikt voor Thailand. Ze had haar aquarel-kit niet meegenomen, wel een schetsboekje om aan de hand van schetsen en foto’s die ze maakte, haar observaties later uit te werken. Wat Analayo bood een ideaal standpunt voor een aquarel van het meer van Phayao. Marloes kon lyrisch over het aquarel praten. ‘Het aquarel is geboren uit de eerste lichtstralen van de maan en de laatste van de zon’, citeerde ze uit de Kleine Johannes.

31 Het aquarel is een etherisch genre, waarvan de oorsprong in de Hof van Eden moet hebben gelegen, meende ze. ‘Waarom zit je dan niet in je blote kont achter je schildersezel’, had Peter eens gegrapt, maar die opmerking viel niet echt goed. ‘Kunstbarbaar. Zou je wel willen, geile beer.’ In Nederland had ze hem wel eens meegesleept naar een museum, maar geen enkel kunstwerk bracht hem in dezelfde staat van vervoering als Marloes. Knap, vakkundig gemaakt, meer wist hij er niet over te zeggen. Marloes veronderstelde: ‘Ze komen niet bij jou binnen. Dat is het.’

32 Marloes had na de middelbare school naar de kunstacademie willen gaan. Maar haar vader had haar dat sterk ontraden. In de kunst valt geen droog brood te verdienen, of je moet heel erg goed zijn, zei hij. Veel kunstenaar hielden zich toentertijd in leven dankzij de BKR, ze leverden eenmaal per jaar een werkje in bij hun gemeente dat werd opgeslagen op de gemeentelijke zolder en in het beste geval wel eens via een artotheek werd uitgeleend. Marloes’ vader adviseerde de verpleegstersopleiding. Zieken zullen er altijd zijn, zei hij. Het was een goed advies, zoals later zou blijken toen ze gediplomeerd was. Marloes was een empathische verpleegster en dat waren ze niet allemaal.

33 Annemarie was uit hetzelfde hout gesneden. Misschien dat het daarom had geklikt tussen die twee op hun alleenstaandenreis naar Wenen. Ook tijdens die reis had Marloes een dagboekje bijgehouden en schetsjes gemaakt. Maar het was er lange tijd niet van gekomen ze uit te werken. En toen ze zich ertoe zette, was de herinnering vervaagd. Die fout maakte ze niet in Thailand. De dag nadat ze waren teruggekeerd, zat ze ’s avonds al achter haar schildersezel omringd door schetsen met de foto’s op haar mobieltje onder handbereik.

34 De eerste dag Phayao werd besloten in een visrestaurant aan de boulevard van Phayao. Ze zaten onder het afdakje van het restaurant met uitzicht op het meer. Cat bestelde het eten: vier verschillende soorten vis, op verschillende wijze bereid. De serveerster vertelde dat in het meer 22 verschillende soorten vis zijn gevonden. De meest dominante was de in het meer uitgezette tilapia, een vissoort die Peter vrij smakeloos vond. Maar de andere visjes die op tafel kwamen, zoals de meerval, klimbaars en pla thu (kleine makreel) bevielen hem wel. ‘Als ik hier zou wonen, zou ik elke dag vis eten. Zelf gevangen en zelf bereid’, zei hij. Maar dat zat er in Buriram niet in. De school beschikte weliswaar over een visvijver, maar die bevatte te weinig vis om alle leerlingen en het personeel regelmatig van vis te voorzien. En de vis op de markt was aan de prijzige kant.

35 Wanneer Peter iets lekker vond, at hij altijd te veel en dat brak hem ’s nachts op. Zijn maag protesteerde, waardoor hij om de haverklap wakker werd. En hij niet alleen, want ook Marloes werd dan wakker. Ze had inmiddels een aardig idee van het kantelpunt tussen veel en te veel en greep meestal tijdig in. Zo ook bij de vismaaltijd. Toen hij dan ook voor de zoveelste keer wilde opscheppen, greep ze in en gebaarde hem te stoppen. Onopvallend zodat de andere tafelgenoten het niet merkten. Peter was haar er dankbaar voor. Hij wist: geen maagpijn vannacht.

36 Cat vroeg om een doggy bag, want er was nog het nodige over. ‘My breakfast’, zei Philip. ‘For my family’, corrigeerde Cat hem. ‘That’s right’, gaf Philip toe, want hij had in Engeland al lang geleden kipper bij het ontbijt vervangen door cornflakes en in Thailand was hij op de Franse tour gegaan met twee croissantjes, gesopt in een kom koffie. Om een uur of tien hielden ze het voor gezien. Het personeel had de tafel afgeruimd en de rekening neergelegd. Ze stapten in het busje, maakten de bestuurder wakker die erin had liggen slapen, en keerden terug naar hun hotel.

37 De familie van Cat woonde niet in de stad, maar een paar kilometer verder op het platteland. Haar bejaarde vader woonde daar met zijn nieuwe al even bejaarde vriendin in een klassiek houten huis op palen, een veel toegepaste bouwwijze in Thailand. De Japanse lover van haar zus had op het erf een kleine villa laten bouwen. Haar eerste kindje had het syndroom van Down en ging naar een speciale school, haar tweede kindje verwekt door de Japanner was enkele weken na de geboorte overleden. Volgens haar als gevolg van een medische misser, maar je gelijk halen in dit soort gevallen is uiterst zeldzaam. Philip had haar afgeraden de arts aan te klagen. Kost een kapitaal, duurt lang, kans op succes uiterst gering, zei hij.

38 Peter had een fles whisky meegenomen voor de vader, niet beseffend dat het vastentijd was dus de fles ging ongeopend de kast in. Vaders trots was zijn boomgaard, waarin verschillende soorten fruitbomen stonden. Na een rondleiding door Cat werd het gezelschap vergast op een Thaise maaltijd. Tientallen schaaltjes stonden klaar. De meeste gerechten kwamen Philip bekend voor, Peter en Marloes hadden geen idee wat het allemaal was. Sommige zagen er niet uit, sommige roken onaangenaam, zeg maar gerust stonken, en de meeste vonden ze niet lekker. ‘Nou, dit is dus de veel geroemde Thaise keuken’, sneerde Peter. ‘Lijkt in de verste verte niet op wat Thaise restaurants in Nederland op tafel zetten.’

39 ‘Klopt’, zei Philip. ‘Dat geldt ook voor ons aan de andere kant van de Noordzee. Weet je, onze Thaise keuken is een elitekeuken. Kijk maar naar de ingrediënten die erin zijn verwerkt. Gewone mensen in Thailand kunnen dat nooit betalen. Ik vind trouwens vaak Thaise restaurants meer lijken op Chinese. En wat we hier krijgen voorgeschoteld is geen gewone maaltijd, maar een koningsmaal. Ze hebben echt hun beste beentje voor gezet. Zal ook wel het nodige gekost hebben. Ik geef ze bij vertrek wel een envelopje met inhoud.’ ‘Doe ik aan mee’, zei Peter die zijn sneer na deze uitleg betreurde. Na de maaltijd had Peter een half uurtje willen rusten. Dat was hij gewend op school. Maar de enige slaapplaats was een dun matje op een harde houten vloer. Hij hield het nog geen vijf minuten vol.

40 Na de maaltijd brachten ze een bezoek aan een dorp waar de oudere zus van Cat woonde. Ook daar stond een maaltijd klaar, gelukkig met gerechten die beter aansloten bij de smaak van Peter en Marloes, zoals gebakken rijst met garnaaltjes. Kwam goed uit want ze hadden bij Cat’s ouders heel weinig gegeten en hun maag rammelde nog. Oudere zus stond op de versmarkt van het dorp, ze verkocht groentes die nog weinig door Thai werden gegeten, zoals broccoli en bloemkool. Maar de grootste omzet maakte ze doordat hotels in Phayao inkopen bij haar deden. ‘Iets voor jou, Peter? Voor op school’, suggereerde Marloes. Peter knikte, dat had hij ook al bedacht.

41 Wat oudere zus deed, een niche markt opzoeken, was eigenlijk heel on-Thais. Daarom zijn er zoveel kapsalons en kleine kruideniertjes. Thai die een bedrijfje willen beginnen, redeneren: mijn buurman verdient geld met zijn zaak, dan begin ik ook zo’n zaak. Toen zus begon die vreemde groentes te verkopen op de markt, verklaarden de andere marktvrouwen haar dan ook voor gek. Daar valt toch geen droog brood mee te verdienen, zeiden ze. Wie eet dat nou? Maar zus liet zich niet van de wijs brengen. Ze zette stug door, gaf kookdemonstraties en liet marktgangers proeven. Zo bouwde ze langzaam een klantenkring op die voldoende inkomsten opleverde om van te leven.

42 Oudere zus had nog meer ideeën: specialisatie op biologisch verbouwde groentes. Maar het kostte heel wat meer moeite om de boeren bij wie ze de groentes inkocht te bewegen om over te stappen op biologische landbouw. Niettemin was ze ervan overtuigd dat ‘groene’ groentes de toekomst hebben. Nu al was er een groeiende markt voor in Europa en de VS. Ze overwoog een eigen groentemerk op de markt te brengen en een eco-label aan te vragen. Maar dat was voorlopig nog toekomstmuziek. Eerst moest ze de boeren overtuigen dat op de lange termijn de winstmarge groter is. Alleen de beginjaren zijn moeilijk wanneer de grond nog verzadigd is van chemische bestrijdingsmiddelen.

43 De ideeën van oudere zus klonken als muziek in de oren van Peter. Want ook op zijn school was het gebruik van pesticiden en chemische kunstmest taboe. ‘Wat een ondernemende vrouw’, zei hij tegen Philip. ‘Zo heel anders dan de meeste boeren. Die voeren hun bedrijf net zo als hun ouders en zien amper kans hun hoofd boven water te houden.’ ‘Ja, zitten vaak gevangen in een vicieuze schuldencirkel. Hoge productiekosten, lage opbrengst per rai en fluctuerende prijzen’, zei Philip die veel gelezen had over de Thaise landbouwproblemen. Hij peinsde al langer over een manier om oudere zus te helpen. Misschien kon Peter daarbij van dienst zijn.

44 ‘Moeten we vaker doen’, zei Peter toen ze ’s avonds in hetzelfde visrestaurant als de eerste dag waren neergestreken. ‘Erg gezellig  zo met zijn vieren. Ik had echt een vakantiegevoel.’ Marloes viel hem bij. Ze had het weekend veel met Cat gepraat, voor zover dat ging want Cat sprak slechts mondjesmaat Engels en haar Thais werd niet altijd door Cat begrepen. Verkeerde toonhoogte. Soms bood het woordenboek uitkomst dat ze had meegenomen. En als laatste redmiddel was er altijd nog gebarentaal. Cat was eenmaal met Philip in Engeland op vakantie geweest en daar wist ze smakelijk over te vertellen, vooral over de kooklessen van Philip’s tante.

Epiloog
De auteur heeft geen greep meer op zijn personages. Het feuilleton Het grote geluk van Mac en Theresia is overgenomen door Peter en Marloes en twee nieuwe personages zijn ten tonele verschenen: Philip en Sasithorn aka Cat. Peter en Marloes kwamen met hen in contact omdat hun zoon zwemles krijgt van Marloes. Philip is een gepensioneerde huisarts uit de Midlands, Cat is huisvrouw. Nog wel want in het volgende feuilleton realiseert ze een droom. Benieuwd welke? Lees  feuilleton nummer 8: Sasithorn heeft een droom.

Sasithorn heeft een droom

1 Eigenlijk was het een opmerking van Peter tijdens de High Tea die Cat had bereid, die haar droom had opgeroepen. Peter, genietend van de scones met clotted cream en andere typische Britse lekkernijen, had gezegd: ‘Je zou een lunchroom moeten beginnen. Er wonen genoeg expats in Buriram. En misschien willen de verenigingen van buitenlanders wel maandelijks bij je komen lunchen.’ Maar tussen droom en daad staan wetten en praktische bezwaren in de weg om het gedicht Het huwelijk van Willem Elsschot (gedeeltelijk) te citeren. Philip weifelde. Cat was een prima kokkin, maar een zaak runnen vereist andere kwaliteiten. Ze zou een zakenpartner moeten hebben die zich daarmee bezighoudt. Maar vindt maar eens een betrouwbare partner in een land, waarin oplichting aan de orde van de dag is.

2 Sinds Philip enkele jaren geleden zich in Thailand had gevestigd, had hij een oude liefde weer opgepikt: golf. Toen hij nog fulltime als huisarts werkte, was daar weinig gelegenheid voor en het Engelse weer gooide ook vaak roet in het eten. Thailand bood een ruime keus aan golfbanen hoewel Buriram slechts één golfbaan had, een 9 holes baan gesitueerd in een legerbasis. Philip was lid geworden van de Khao Kadong Golfclub, wat hem als lid voor een ronde van 18 holes het luttele bedrag van 300 baht kostte. Hij was er vaak ’s ochtends vroeg te vinden. Hij speelde tot het middaguur, want daarna werd het te warm.

3 Cat en Philip hadden elkaar op de golfbaan ontmoet. Cat werkte er als caddie, sjouwde zijn golftas mee, veegde zijn clubs schoon, duwde het gras terug op de plaatsen waar hij had afgeslagen en gaf bij elke hole tips. Aan het eind van de tweemaal negen holes bliezen ze uit in het clubhuis. Hij dronk bitter lemon, zij gekoelde groene thee. Philip was geen flirt. In het begin praatten ze nauwelijks met elkaar en hij maakte ook geen enkele avances. Cat daagde hem wel eens uit door suggestieve toespelingen te maken, maar die negeerde Philip. Hij had een mooi huwelijk in Engeland achter de rug, zijn vrouw was overleden en dat litteken was nog niet geheeld.

4 Philip had twee kinderen: een zoon en een dochter. De zoon had medicijnen gestudeerd en zijn praktijk overgenomen, zijn dochter werkte als juriste bij een grote multinational. Haar laatste standplaats was Singapore, dus vader en dochter zochten elkaar wel eens op. Cat had een zoon, zijn vader bekommerde zich niet om het kind. Betaalde geen alimentatie en had na zijn scheiding met Cat verschillende vriendinnen bezwangerd. De zoon zou later Philip in contact met Peter en Marloes brengen omdat hij zwemles kreeg van Marloes. Philip spak en las Thais. Hij had een middelbare-schooldiploma Thais gehaald en kreeg nog elke week les van een Thaise onderwjzer. Zijn doel was een bachelors graad te halen, net als Andrew Biggs, de Aussie die in het zondagmagazine  Brunch van Bangkok Post een column had.

5 In tegenstelling tot Philip had Cat geen gelukkig huwelijk achter de rug. Haar echtgenoot was een notoire alcoholist en mishandelde haar als iets hem niet beviel. Ze had één keer een miskraam gehad nadat hij haar zwaar had toegetakeld. Ze had geen aangifte durven durven doen uit angst voor represailles. Na de geboorte van Edward had manlief de benen genomen en nooit meer iets van zich laten horen.  Cat’s ongelukkige huwelijk vormde geen uitzondering in Thailand. Huiselijk geweld kwam vaak voor. De politie maakte zelden proces-verbaal op. De vrouw zou het wel aan zichzelf te wijten hebben. Het was een privé probleem, waar ze zich liever niet mee bemoeide.

6 De relatie tussen Philip en Cat was begonnen als seksuele verhouding. Cat vatte de koe bij de horens, een merkwaardige uitdrukking voor wat er gebeurde. Ze vond Philip een sympathieke man en dacht: als ik niets doe, gebeurt er nooit wat. Na een ochtendje golf nodigde ze hem uit haar woning te bekijken, een enigszins vervallen houten huis met één kamer en een badkamertje. Aangekomen zei ze: ‘Wait a minute. I’ll change in my daily clothes.’ Gekleed in een superkort slipje, waaruit enkele ondeugende haartjes staken, en een al even klein bh-tje kwam ze de badkamer uit. Ze ging op zijn schoot zitten met haar gezicht naar hem gekeerd, knoopte zijn broek los, kuste hem vol op de mond en begon zijn geslacht te masseren. Dat liet Philip niet onberoerd, hij had lang droog gestaan. Cat hurkte voor hem, ze bracht haar mond naar zijn geslacht waardoor Philip dacht dat ze hem wilde pijpen. Maar ze rolde met haar mond een condoom uit over zijn stijf geworden lid. Zo was ’t begonnen.

7 Het bleef niet bij die ene keer. Soms nam Philip haar mee naar zijn eigen huis, waar het liefdesspel begon met een bad. Niet erg bedreven in de liefde ontdekte Philip hoe Cat te bevredigen. Nooit had hij met zijn Engelse vrouw zo’n hartstochtelijke verhouding gehad. Soms leek het of zijn vrouw seks beschouwde als corvee, maar Cat gaf hem nooit dat idee. Hun seksuele reportoire werd uitgebreid met standjes die hij alleen uit voorlichtingsboeken kende en nooit had toegepast. Cat leidde hem door een seksueel paradijs waarvan hij het bestaan niet had vermoed. Hij genoot van de warmte van haar lichaam en schaamde zich nergens meer voor.

8 Cat was soms horny as a red deer, zoals de uitdrukking in het Engels luidt. Dan kon ze niet wachten om met Philip te vrijen. Op de golfbaan hadden ze een schuurtje ontdekt waar golfspullen lagen opgeslagen. Daar vreeën ze soms. Erg comfortabel was het niet. In het begin voelde Philip zich enigszins genegeerd om naar binnen te gaan. Wat zouden andere mensen niet denken als ze hen zagen? Maar Cat turned him on met een simpel gebaar door haar hand onder zijn broekriem te schuiven. Soms hield  Philip haar tegen, maar hij had geen controle over zijn geslacht. Dat zond een andere boodschap uit.

9 Philip werd ook steeds brutaler. Cat met haar hand in zijn broek? Hij met zijn hand in haar slipje. Hij wreef over haar schaamlippen en ging met zijn vingers naar binnen. Daarna likte hij aan zijn vingers en proefde haar ambrozijn. ‘Not bad’, mompelde hij, alhoewel hij de smaak niet kon thuisbrengen. Hij meende iets van knoklook te proeven, maar dat kon ook verbeelding zijn. Cat vroeg ook eens of hij via de achterdeur wilde binnenkomen, maar daar was Philip niet gek op. Hij vond dat de anus daarop niet gebouwd is. Ze deden het één keer, op verzoek van Cat voor de spiegel. Daarna vroeg ze het niet meer.

10 Philip vermoedde dat Cat nymfomaan was of in ieder geval kenmerken van nymfomanie vertoonde. Ze had soms een onverzadigbare behoefte aan seks, waar Philip niet altijd aan kon voldoen. Hij was tenslotte al een jaartje ouder en zijn libido was niet meer zo sterk als toen hij een jonge stier was. Als Philip te moe was om te vrijen, stapte Cat over op zelfbediening. Ze vond het opwindend als Philip daarbij toekeek. Meestal viel hij in slaap voordat Cat een hoogtepunt bereikte. Toen Philip studeerde had hij wel eens overwogen om zich op seksuologie te specialiseren, maar dat was er niet van gekomen. Niettmin had hij in zijn praktijk vaak patiënten die hun seksuele problemen aan hem voorlegden. Zo had hij ook enige kennis verworven over nymfomanie, alhoewel de meeste patiënten die hem raadpleegden, vooral kampten met frigiditeit.

11 Allengs ontwikkelde hun verhouding zich tot een liefdesrelatie. Misschien nog meer dan van de seks genoot Philip van de wandelingen die ze zondags maakten in het Khao Kradong Forest Park, ze bezochten Wat Khao Noi en slenterden over de Night Bazaar. Toen Cat’s zoontje Edward de luierleeftijd was ontgroeid, stelde hij voor dat ze bij hem zouden intrekken. Dus liet hij een kinderkamer aan zijn huis bouwen, een luxe die veel Thaise kinderen niet kennen. Cat ging parttime werken en ze nam Engelse les. De kennis kwam goed van pas, toen zij en Philip op vakantie naar Engeland gingen.

12 De eerste vraag die Philip’s tante (Call me auntie) aan Cat stelde, was: ‘Wanneer gaan jullie trouwen? En waar? We hebben in Highham Ferrers een heel mooie kerk, St. Mary’s the Virgin. Ideaal voor jullie. Ik heb er vaak brass rubbings gemaakt, maar dat mag niet meer. Van de afbeeldingen op de platen blijft niets over door al gewrijf. Jammer. Vond het een heel leuke hobby.’ En zo ratelde Auntie nog een tijdje door in haar Midlands accent dat Cat soms maar moeilijk kon volgen. Haar woordenschat was daarvoor ook nog te klein.

13 Auntie’s vraag bleef onbeantwoord. Cat wist het niet. Philip had het nooit met haar over trouwen gehad en zij vond het ongepast om de vraag te stellen die mannen geacht worden te stellen: Will you marry me? Auntie stelde de vraag ook aan Philip. Die was stelliger: ‘Voorlopig niet’, zei hij. ‘Maar als het zover is, krijg je een kaartje van me.’ Maar Auntie wist niet van ophouden. Als ze met haar neef en Cat langs een juwelierszaak liepen, wees ze op de vitrine met ringen. ‘Look, nice wedding rings.’ En in een tearoom wees ze op de ring van een klant en vroeg Cat: ‘How about that one?’

14 Eenmaal per week ging Auntie met Cat boodschappen doen om de ingrediënten te kopen voor de kooklessen die ze Cat gaf. Cat leerde een Engelse High Tea maken, trifle, Irish Stew bereiden, steak and kidney pie en roast. Soms werd er niet gekookt. Dan haalde Cat fish and chips en een enkele keer stond Cat achter het fornuis om een Thais maal te wokken. Highham Ferrers was te klein voor een Thais restaurant, maar de county hoofdstad Northampton telde wel een Thai. Cat raakte er in gesprek met de eigenaar en zijn vrouw. Ze vertelden hoe moeilijk het was om een verblijfsvergunning te krijgen voor een Thaise kok. Gelukkig waren Cat en Philip niet afhankelijk van het openbaar vervoer, anders zouden ze er die avond gestrand zijn. Maar Philip had een auto gehuurd, waardoor ze niet gebonden waren aan het niet altijd betrouwbare trein- en busvervoer.

15 De jaarwisseling viel in hun vakantie. Philip had met opzet hun vakantie zo gepland, want hij wilde New Year’s Eve op Trafalgar Square vieren. Was een soort van traditie geworden toen hij nog in Engeland woonde. Dus op oudejaarsdag reed hij naar de rand van Londen, parkeerde daar de wagen waarna ze de City in gingen per subway. Het plein begon aan het begin van de avond langzaam vol te lopen, maar er stonden nog geen feestgangers in de fontein. Om de tijd naar de count-down te overbruggen, streken ze neer in een pub. Philip bestelde een pint Guinness Stout, Cat een shandy.

16 Philip had afgesproken met een collega die in Londen een praktijk had. Dokter William kwam stipt op het afgesproken tijdstip. Ook hij bestelde een Guinness Stout. Hij vertelde dat hij voor Artsen zonder grenzen zou gaan werken. Hij was zo langzamerhand uitgekeken op patiënten met klachten die met een eenvoudig aspirientje waren te verhelpen. Maar dat vertelde hij er nooit bij. ‘Mooi werk’, zei Philip, ‘en heel wat bevredigender dan het behandelen van allerlei welvaartsziektes. Je opereert daar op de grens van leven en dood.’ William knikte. ‘Carole blijft hier, ze kan slecht tegen de hitte.’ Carole was kinderarts, ze werkte in een Londens kinderziekenhuis. William zou elke drie maanden een week naar Londen komen, dat wil zeggen zolang de financiën het toelieten, want de salarissen bij AzG waren geen vetpot.

17 Om half twaalf gingen ze naar buiten, feestgangers stonden al te dansen in de fontein. Carole was inmiddels gearriveerd. Ze had een zware dienst achter de rug en bleef maar kort. Genoeg om William en de anderen een Happy New Year te wensen, waarna ze snel naar huis vertrok. Het was traditie dat kussen van wildvreemden was toegestaan. Maar daar onttrok Philip zich aan. Hij en Cat stonden dicht tegen elkaar aan, ineen gestrengeld, zodat anderen er niet tussen konden komen. William daarentegen had er geen moeite mee. Na een minuutje of tien gingen ze terug naar de pub waar ze al geweest waren. De tv toonde beelden van de jaarwisseling in andere landen. Ze namen nog een drankje, toostten op het nieuwe jaar en namen afscheid van elkaar. William ging naar huis, Philip en Cat zagen zowaar kans een taxi te nemen die hen afzette bij de auto.

18 De zoektocht naar een betrouwbare zakenpartner voor Cat kreeg een onderwachte impuls dankzij Peter. De school waarop Peter werkte, was gesticht door Mechai Viravaidiya, bekend van zijn campagne voor gezinsplanning en zijn restaurantketen Cabbages and Condoms.Toen Mechai eens op bezoek was, legde hij Cat’s droom aan hem voor. Mechai leek geïnteresseerd, Cat’s lunchroom zou een gat in de markt kunnen zijn, dacht hij. Maak maar een businessplan en kom met zijn tweeën naar mijn hoofdkantoor in Bangkok dan bekijken we of het haalbaar is, hoeveel investeringskosten zo’n zaak vergt, wat de beste vestigingsplaats is: Bangkok of Buriram, hoe groot de doelgroep is en hoe die te bereiken om enkele vragen te noemen, die hij opwierp. Werk aan de winkel dus.

19 Cat was in de zevende hemel toen ze het nieuws over een mogelijke zakenpartner hoorde. Misschien voorbarig, want een businessplan maak je niet op een achternamiddag. Hoe maak je zo’n plan? Welke gegevens heb je nodig? Hoe verzamel je die? Philip besloot te helpen. Hij kende een gepensioneerde zakenman uit Engeland en zou hem vragen een opzet te maken voor een businessplan. De drie mannen kwamen elke week een avondje bij elkaar, Peter na schooltijd, om zijn voorstel te bespreken. Over één ding waren ze het eens: klein beginnen, vaste kosten beperkt houden en langzaam het bedrijf uitbouwen. Te vaak waren start-ups gesneuveld omdat de initiatiefnemers met hun hoofd in de wolken liepen en de zaken direct grootst wilden aanpakken.

20 Philip deed wat met een duur woord marktonderzoek heet. Hij bezocht een aantal restaurants, noteerde welke gerechten ze serveerden en hoeveel die kostten. Hij sprak ook met de voorzitters van verenigingen van expats en hij bezocht enkele etablissementen waar expats elkaar troffen en soms al ’s ochtends aan het bier zaten. Een nauwkeurige schatting van het aantal expats viel niet te maken. Het ministerie van Handel had alleen maar gegevens over bedrijven met een buitenlander als mede-aandeelhouder, maar dat waren voornamelijk Chinezen. Philip telde tijdens zijn zoektochten door de stad en ommelanden talloze villaatjes die waren gebouwd door expats. Hij noteerde de plaatsen om er wanneer het zover was een flyer te brengen.

21 Of Cat’s lunchroom, zoals de zaak zou gaan heten, ook Thai zou trekken, was onvoorspelbaar. Misschien enkele hi-so die Philip van de golfbaan kende. Niettemin bleek de doelgroep groot genoeg om de gok te wagen. Zolang de vaste kosten beperkt bleven, zouden de risico’s te overzien zijn. Gewapend met die kennis zouden Philip, Peter en Cat naar Bangkok trekken om het businessplan aan Mechai Viravaidiya voor te leggen. Philip en Peter wilden ook een bezoek brengen aan de Nederlandse Thaise Kamer van Koophandel en ze hadden hun reis zo gepland dat ze de maandelijkse netwerkborrel van MKB Thailand konden bijwonen.

22 Niets leek realisering van Cat’s droom meer in de weg te staan. Leek, want er kwam een kink in de kabel. De ex-echtgenoot van Cat verscheen ineens ten tonele en eiste het kind op. En toen hij hoorde over Cat’s plan een lunchroom te openen, eiste hij dat hij een deel van de winst zou ontvangen. Zo niet, dan zou hij ‘maatregelen nemen’ wat heel dreigend klonk. In de Thaise context kon dat betekenen een huurmoordenaar op Cat afsturen of brand te stichten in haar zaak. Philip was er niet gerust op. Hij kende de verhalen van Cat over zijn woedeaanvallen en mishandelingen. Dat heerschap was tot alles in staat. Philip en Peter besloten het zekere voor het onzekere te nemen en het plan voorlopig in de koelkast te leggen.

23 Edward weigerde pertinent mee te gaan met de man die beweerde zijn vader te zijn, maar die hij niet kende. De ‘vader’ nam er geen genoegen mee. Met hulp van vrienden ontvoerde hij het kind toen het uit school kwam. Cat en Philip deden aangifte van zijn vermissing en schakelden een privé detective in want van de politie viel niets te verwachten. Na hier en daar wat geïnformeerd te hebben in ‘het milieu’ spoorde hij de verblijfplaats van de jongen op. De politie hield de man aan, hij werd veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf, maar die zou hij nooit uitzitten want tijdens een vechtpartij in de bak stak een mede-gedetineerde hem dood. En het businessplan kon de koelkast uit.

24 En weer was Cat in de zevende hemel. Ze trok Philip de slaapkamer in en rukte zo’n beetje de kleren van zijn lijf. Sprong bovenop hem, begon hem in standje 69 als een gek te pijpen en duwde haar weelderige sprookjesbos tegen zijn gezicht aan. Philip stak zijn tong diep in haar kreek en zoog de warme nectar op die ze afscheidde. Uitgeput en bezweet kropen ze tegen elkaar aan met Philip’s penis dwalend in het sprookjesbos. Cat vond het heerlijk om zijn mannelijkheid te voelen, ze wilde aan het tweede bedrijf beginnen, maar Philip was al in slaap gevallen.

25 Peter, Philip en Cat legden op het hoofdkantoor van Mechai Viravaidiya in Bangkok het businessplan aan hem voor. ‘Laten we het maar doen’, zei hij. ‘In een nieuwe onderneming zit altijd een element van onzekerheid. Ook gedegen marktonderzoek vormt niet altijd een garantie voor succes.’ Een van zijn stafleden, ook een vrouw, zou optreden als zakenpartner in de lunchroom. Ze zou één keer per week naar Buriram komen en op afstand de boekhouding doen. Mechai gaf Cat een jaar om te bewijzen dat de zaak levensvatbaar was. ‘Daarna zien we wel verder.’ Cat, Mechai en staflid Sumalee tekenden het contract dat Mechai al had laten opmaken. Mechai machtigde Cat gebruik te maken van de bankrekening die hij had geopend met een tegoed dat voldoende was om van start te gaan.

26 Twee maanden later ging Cat’s lunchroom open in het centrum van Buriram. De opening werd verricht door de burgemeester. In zijn openingstoespraak vertelde hij de Engelse High Tea te kennen van zijn vakanties in Engeland. Hij was er gek op en beloofde de lunchroom regelmatig te zullen bezoeken. De opening trok veel zakenlieden, zowel Thai als expats. De voorzitter van de Buriram Chamber of Commerce beloofde de eerstvolgende bestuursvergadering in Cat’s lunchroom te houden. ‘Reserveer maar alvast een tafel.’ Cat had een uitgebreid buffet gemaakt met de gerechten die ze van Auntie had leren maken en zichzelf aan de hand van kookboeken had geleerd. Vooral de scones met clotted cream waren in trek, met jam wat minder. Toen alle gasten waren vertrokken, rolden Cat en Philip uitgeput hun bed in. Ze hadden zelfs geen puf meer om te vrijen en vielen snel in slaap.

27 Philip hielp mee in de lunchroom. Hij stond niet meer elke dag op de golfbaan. ‘s Ochtends gingen ze samen naar de zaak om alles in gereedheid te brengen voor de lunch. Cat leerde hem scones te maken, zodat ze zelf haar handen vrij had voor de andere gerechten. Om elf uur ging de zaak open, om 4 uur dicht. Het begin was moeilijk, maar ze waren ervan overtuigd dat de aanhouder wint, zoals het gezegde luidt. Cat introduceerde het gerecht van de week, elke week een ander. Ze schakelde een neefje in om flyers te verspreiden. Nadat de lokale krant Buriram Daily News over de zaak had geschreven, schoot het bezoek even omhoog, maar dat effect ebde al snel weg.

28 Peter en Marloes maakten er een gewoonte van elke zondagmiddag in Cat’s lunchroom te lunchen. Na sluit bleven ze meestal nog even hangen om van Cat en Philip te horen hoe de zaken liepen. Na een stille week spraken ze hen moed in. Maar die stille weken werden steeds zeldzamer. Een enkele keer zat de zaak bomvol. Wanneer klanten lang moesten wachten tot ze bediend werden, adviseerden ze hen de volgende keer te reserveren. Aan uitbreiden dachten ze niet. Small is beautiful, redeneerde Philip en Cat duldde niemand anders in de keuken. Personeel geeft alleen maar ellende. Luidt een joods gezegde immers niet, wanneer je iemand niet mag: Ik wens u veel personeel? Marloes gaf haar gelijk. Die had slechte ervaringen met een assistente die ze voor haar zwemschool had aangenomen.

29 Het gerecht van de week leidde soms tot uitbreiding van de menukaart. Gerechten die zelden tot nooit werden besteld, voerde ze af. Voor Irish Stew bestond geen belangstelling. Het middaguur was misschien te vroeg voor zo’n zwaar gerecht. Cat was er niet rouwig om, want een goeie stoofschotel maken kost veel tijd. Cat’s hamburgers deden het goed, vooral bij kritische eters die Big Macs een belediging voor de goede smaak vonden. Sommige klanten vroegen om patat, maar Cat zei dat geschikte patataardappelen niet te koop waren in Thailand en ze invoeren zou een kostbare geschiedenis worden. De fabriekspatat kwam bij haar niet op tafel. ‘Die lijdt aan anorexia’, zei Philip, geboren in het land van de fish and chips.

30 ’t Is zwaar elke dag de zaak draaiende houden’, liet Cat zich een keer ontvallen toen Peter en Marloes er lunchten, wat ze elke zondag deden. ‘Ja, was me al eerder opgevallen. Je ziet er vermoeid uit’, zei Marloes. ’Is ook veel werk: niet alleen in de keuken, maar je moet ook inkopen doen, de zaak schoonmaken, nieuwe klanten werven. En je hebt nog een zoontje voor wie je moet zorgen.’ Peter stelde voor dat ze één dag per week zouden dicht gaan, wat vrij normaal is in veel horecazaken. Een beslissing was snel genomen. Cat’s lunchroom was voortaan op maandag gesloten. Voor de omzet maakte het weinig verschil; de maandag was altijd al een stille dag.

31 Philip en Cat gingen eenmaal per jaar op vakantie naar Engeland. Omdat Cat de zaak aan niemand anders toevertrouwde deed ze de deur twee weken op slot. Auntie had altijd wel een paar nieuwe receptjes klaar liggen die ze in haar beverige handschrift uit oude kookboeken had gekopieerd. Kooklessen had Cat niet meer nodig, maar uitbreiding van het assortiment aan desserts was wel gewenst. Ze bezochten enkele lunchrooms waarop ze door expats waren geattendeerd. De eigenaresses stelden graag hun receptuur ter beschikking. Cat beloofde hen op de menukaart te noemen. Maar ze kon geen ijzer met handen breken, dus voegde ze geleidelijk aan de kaart toe.

32 Een andere nog onvervulde wens was uitbreiding van het aantal cakes. Na terugkeer uit Engeland bezochten ze in Bangkok The Coffee Club. Het café-restaurant, de vierde vestiging in Thailand van een Australische keten, was kort geleden open gegaan aan de Surawong Road, niet ver van het Christian Hospital waar Dick en Annemarie werkten.  Annemarie was er een keer geweest en had in een email aan Marloes enthousiast geschreven over de uitgebreide kaart met cakes. Misschien iets voor Cat, opperde ze. En inderdaad: de cheesecake met witte chocolade was verrukkelijk en met 95 baht redelijk geprijsd. Die belandde voorlopig op Cat’s verlanglijstje.

33 Annemarie kende Cat alleen uit de mails van Marloes. Dat gold ook voor Dick, want hij las altijd Marloes’ mails. Dick en Annemarie hadden geen geheimen voor elkaar. Dick was wel nieuwsgierig naar Cat’s lunchroom. Hij hield van mensen met passies, daarvan kende hij er niet veel in Thailand. Annemarie had hem een keer meegesleept naar de Coffee Club en laten proeven van de cheesecake. Alhoewel Dick geen zoetekauw was, smulde hij ook van de cake. Vooral de decoratie met witte chocolade vond hij origineel. De flinterdunne chocolade lag er in rolletjes bovenop. Maar de cappuccino vond hij niet bijzonder. Wel goed gemaakt met een dikke laag schuim op de koffie, dat wel.

34 Omdat all work and no play makes Jack a dull boy, zoals de Engelsen zeggen, besloten Dick en Annemarie naar Buriram af te reizen voor een bezoek aan Cat’s lunchroom. Ze namen vijf cheesecakes uit  de Coffee Club mee om haar cadeau te geven. Zou ze vast wel leuk vinden. Zelf maakte ze de cake nog niet. Ze namen de zondagnacht interliner. Maandag zouden ze samen met Cat en Philip de omgeving verkennen en dinsdag in Cat’s lunchroom lunchen. Verder stond een bezoek aan Peter’s school en de zwemschool van Marloes op het programma. Marloes zou hen ophalen van de busterminal. ‘Bel een half uur van tevoren dan heb ik genoeg tijd als ik nog lig te slapen.’

35 Toen Dick en Annemarie in de busterminal uitstapten, was Marloes er nog niet. Ze had gebeld dat ze iets verlaat was. Het had die nacht zwaar geregend waardoor wegen onder water waren gelopen en het verkeer in de knoop was geraakt. Marloes arriveerde in een songtaew, een pickup truck waarvan de laadbak is omgebouwd tot passagiersverblijf met twee banken tegenover elkaar. Ze omhelsden elkaar. ‘Nog kunnen slapen?’, vroeg Marloes. Ja, dat hadden ze. Het was de tweede keer dat ze in Buriram waren, de vorige keer voor de house-warming party van Peter en Marloes. Toen hadden ze het vliegtuig genomen.

36 Philip had ’s ochtends samen met Dick willen gaan golfen, alhoewel hij niet eens wist of Dick kon golfen. Maar de green was nog drassig, dus Philip zag er vanaf. En dat kwam goed uit, want Dick had nog nooit gegolfd. De verkenningstocht bleef beperkt tot een bezoek aan het Phanom Rung Historical Park, een Khmer tempel gebouwd in de tiende tot de dertiende eeuw. De tempel staat op de rand van een uitgedoofde vulkaan op 402 meter. Dus dat werd klimmen, wat een flinke aanslag deed op hun knieën, maar dat merkten ze pas de volgende dag. ‘Moet toch iets aan mijn conditie doen’, hijgde Dick toen ze op het hoogste punt waren beland. ‘Die lateriet traptreden zijn killing, ze zijn veel hoger dan de treden van een moderne trap.’

37 ’s Avonds gingen ze naar de Night Bazaar, waar ze een eenvoudige Thaise maaltijd gebruikten. Ze maakten het niet laat. Voor Cat begon de volgende dag vroeg met voorbereidingen voor de lunch, Dick en Annemarie wilden wat slaap inhalen die ze de vorige nacht hadden gemist. En Philip was geen nachtbraker. Dick en Annemarie hoefden deze keer geen hotel te nemen, want  ze sliepen in de woning van Philip. Zoon Edward was er niet, die logeerde bij zijn oma, dus deed de kinderkamer dienst als logeerkamer. De volgende ochtend stond Philip vroeg op het golfterrein, dat inmiddels was opgedroogd. Dick ging mee als caddie. Hij speelde negen holes om op tijd voor de lunch te zijn die ze gezamenlijk zouden gebruiken. Cat en Annemarie gingen naar de zaak.

38 Peter en Marloes hadden Philip en Cat nog nooit ontmoet, nog erger: ze waren nog nooit in Cat’s lunchroom geweest. Ze hadden beiden vrij genomen van hun werk en waren ook van de partij bij Cat’s High Tea, deze maal uitgebreid met de cheesecakes die Dick en Annemarie uit Bangkok hadden meegenomen. Voor Peter was het de eerste keer dat hij kennismaakte met deze oer-Engelse traditie. Hij was verrukt en hief het lied ‘For she’s a jolly good fellow’ aan, een oorspronkelijk achttiende eeuws Frans lied, zo leerde hem Wikipedia dat in tal van landen eigen versies heeft. Philip stak zijn duim omhoog en de overige klanten in de zaak applaudisseerden.

39 De conversatie verliep soms wat chaotisch en werd deels in het Nederlands en Engels gevoerd terwijl Cat Thais sprak met de klanten. Dick vertelde een smakelijk verhaal hoe een arts en verpleegster eens waren betrapt tijdens een intiem moment. Ze stonden in de lift en dachten de deur geblokkeerd te hebben zodat ze ongestoord een vluggertje konden maken. Maar de liftdeur ging onverwacht open en een verpleegster was ervan getuige hoe ze tegen elkaar stonden aan te rijden. Verbouwereerd had ze sorry gezegd en snel haar hoofd omgedraaid. Het verhaal ging als een lopend vuurtje door het ziekenhuis.

40 ‘Mooi verhaal voor een verpleegstersroman’, vond Peter. ‘Ik heb altijd gedacht dat affaires tussen artsen en verpleegsters fantasie waren, maar dat is dus niet zo?’, zijn blik op Dick richtend. ‘Ik denk het niet. Maar wat er allemaal bij mij in het ziekenhuis gebeurt, weet ik niet en eerlijk gezegd interesseert het mij ook niet.’ Annemarie viel hem bij: ‘Ik hoor wel eens wat. Maar ik denk altijd: Als je er niet naast gestaan hebt, is niets bewezen. Het zouden ook sterke verhalen kunnen zijn.’ Philip wist: ‘Over niets dan over seks wordt zoveel gelogen. Trouwens ook over drugsgebruik, roken, belasting betalen. Vraag een patiënt maar eens hoeveel hij rookt. Ik noteerde altijd het dubbele.’

41 Peter probeerde Dick uit zijn tent te lokken. ‘Dat ziekenhuis van jou heeft maar een rare naam. Moeten patiënten hun doopbewijs overleggen? Bestaat er zoiets als christelijk opereren?’ Maar Dick bleef in zijn tent. ‘Tuurlijk joh. We beginnen elke operatie met gebed en vragen om Gods hulp. Trouwens, op zondag opereren we niet. En in elk nachtkastje ligt een King James bijbel. Maar alle gekheid op een stokje. Ik ben niet eens christen. Wordt ook nooit naar gevraagd. Het enige wat het ziekenhuis van heidense ziekenhuizen onderscheidt, is dat we een kapel hebben, waar gelovigen de hele dag en nacht terecht kunnen. Zondags wordt er een korte dienst gehouden.’

42 ‘Ga ik vaak naar toe’, zei Annemarie. ‘Niet omdat ik gelovig ben, maar het is een mooi meditatief moment. Je even terugtrekken uit de hectiek van alledag en de balans opmaken. Ik heb er baat bij. What about you, Philip?’ ‘Als kind moest ik naar de kerk, maar toen ik medicijnen ging studeren heb ik het geloof afgezworen. Nooit meer een voet in de kerk gezet. Maar ik ben er niet slechter van geworden, hoor. De Ten Commandments zijn prima leefregels. Ik probeer ernaar te leven.’ ‘But…?’, vroeg Dick zonder de zin af te maken. ‘Well, I am not Jesus’, antwoordde Philip. ‘Maar we doen ons best. Meer kun je niet doen, toch?’

43 ‘Nou, vanavond hoeven we niet meer eten. Ik zit barstenvol’, zei Peter terwijl hij zijn broekriem losmaakte. ‘Noemen ze dit thee? Het is een complete maaltijd.’ Het was inmiddels ver in de middag, tijd om een half uurtje plat te gaan en uit te buiken. Dat was hij gewend op school. Een kort slaapje na de maaltijd geeft nieuwe energie. ‘We kunnen twee dingen doen’, stelde Philip voor. ‘Terug naar mijn huis of een hotelkamer voor een uur huren. Hier in de buurt zit een rendez-vous hotel. Gaan we daar toch even een tukkie doen. Wel zo handig. Kost maar 600 baht.’ Dick had willen vragen: Hoe weet je dat, maar die vraag slikte hij toch maar in. Ze verkasten naar het hotel en huurden twee kamers.

44 Het uurtje werd twee uur, maar daar deed de hoteleigenaar niet moeilijk over. Inmiddels was de temperatuur tot een aangenaam niveau gezakt, dus slenterden ze wat door het centrum. Voor een winkel met modeltreintjes ging Dick’s hart open. Een van zijn eerste Boxing Day-geschenken was een doos met een treintje, rails en transformator. Het was in de loop der jaren uitgegroeid tot een emplacement waarop hij twee treinen onafhankelijk van elkaar kon laten rijden. Hij had een Zwitsers landschapje gemaakt met een berg van papier maché, een tunnel, station en chalets. Ook toen hij studeerde, speelde hij er soms mee. Bij zijn vertrek naar Thailand had hij alle spullen gedoneerd aan een kindertehuis, maar of de spoorbaan nog in gebruik was, wist hij niet.

45 Evenals in Bangkok was in Buriram een vestiging van Tawan Daeng (De Rode Zon), een grote feestzaal waar elke avond een show met muziek, zang en dans uit de Isaan werd opgevoerd. Dick en Annemarie waren wel eens in Bangkok in een Tawan Daeng geweest om het begin van Mac en Theresia’s relatie te vieren, maar die was een maatje groter. Er was nog weinig publiek toen ze arriveerden. De band speelde nog niet, wat wel zo prettig was, hoefden ze niet te schreeuwen om elkaar te verstaan. Langzaam liep de zaal vol, de show begon , ‘oordopjes in’  riep Dick. Cat was in een van haar befaamde ‘nymfomane’ buien en zat voortdurend onder tafel Philip op te vrijen. ‘Nou, die weet ook waar Abraham de mosterd haalt’, merkte Dick langs zijn neus weg op, want het gefriemel was hem niet ontgaan.

46 Philip kende de uitdrukking niet, maar hij moest wel lachen toen Dick uitlegde dat mosterd een verbastering was van mutsaert (takkenbos) uit het bijbelverhaal waarin Abraham zijn zoon zou offeren. ‘Gewelddadig boek hoor, dat Oude Testament’, zei Philip. ‘Heel wat wreder dan de Koran. Maar eh, je bent toch niet jaloers? Ach, ik laat haar maar begaan. Als dadelijk eten en drank op tafel staat, krijg ik weer rust, want eten is de nationale hobby in Thailand.’ ‘En praten,’ vulde Annemarie aan die met een half oor naar hen had geluisterd. ‘Waar hadden jullie ’t eigenlijk over?’ Maar Dick zei: ‘Laat maar, vertel ik wel later.’ Daarvoor moest hij zich voorover buigen en zo’n beetje in haar oor kruipen.

47 De laatste dag in Buriram brachten Dick en Annemarie luierend in Philip’s huis door. Peter en Marloes moesten werken, Cat ging al vroeg naar de markt om inkopen voor de lunch te doen en Philip ging ’s ochtends golfen, ditmaal zonder Dick die de vorige keer voor caddie had gespeeld. Hij snuffelde wat in Philip’s boekenkast, maar hij zag geen enkel boek dat hij wilde lezen. Uit zijn verzameling CD’s zette Dick de film Gandhi op. Hij had die ooit in de bioscoop gezien en eigenlijk was een tv-scherm te klein om recht te doen aan de film. Dick en Annemarie nestelden zich dicht tegen elkaar aan op de sofa. Toen de film was afgelopen, deden ze een dutje waaruit Philip hen, nadat Cat terug was van haar werk, wakker maakte met ‘Sleepyheads, rise and shine.’ Ze gingen naar de busterminal. Uitgezwaaid door Philip en Cat vertrokken Dick en Annemarie naar Bangkok.

48 ‘Fijn om weer terug te zijn’, zei Annemarie toen ze in Bangkok uitstapten. ‘Tjonge, er gaat een dichteres aan jouw verloren’, merkte Dick snedig op. ‘Wanneer komt je eerste dichtbundel uit?’ Annemarie glimlachte, Dick stak wel vaker de draak met haar poëtische erupties. ‘Nou, dan mag jij het presenteren, lieverd. Je bent vast heel goed in declameren.’ ‘Heb ik geleerd op de middelbare school’, zei Dick. ‘Wil je Marc groet ’s morgens de dingen horen? Ken het nog uit mijn hoofd. Had ik uitgekozen omdat het lekker kort is. Maar ’t is ook een mooi gedicht. Spannend hoor, sta je voor de klas, en het enige wat je denkt, is: als ik maar geen erectie krijg. Op die leeftijd kun je die krijgen als je zenuwachtig bent.’ Annemarie weer: ‘Mannen hebben het toch maar moeilijk, hè?’

49 Thuisgekomen praatten ze nog wat door over poëzie. Annemarie vertelde dat ze vaak moest denken aan het gedicht Het waren twee conincskinderen toen ze gescheiden van elkaar waren en zij niet wist hoe hem te bereiken. Toen ze op school zat, kende ze het helemaal uit haar hoofd, maar daarvan zijn alleen de beginregels overgebleven. De parallel was treffend: Ook de koningskinderen hielden van elkaar en konden elkaar niet bereiken. ‘Ja, heel symbolisch’, zei Dick. ‘Gelukkig was het water voor ons niet te diep.’ Eigenlijk praatten ze zelden over die periode. Zoals Gerrit Agterberg eens dichtte: Het is zoals het is, oftewel: Gedane zaken nemen geen keer.

Epiloog
De auteur vindt dit een mooi moment om het feuilleton Sasithorn heeft een droom te besluiten. De droom is gerealiseerd, Cat’s lunchroom overleeft wel, ook zonder feuilleton. De auteur gaat zich beraden op een volgend feuilleton, maar neemt nu even een adempauze.

Dokter Kees trekt de stoute schoenen aan

1 Het Christian Hospital in Bangkok had een uitwisselingsprogramma met diaconessenhuizen in Nederland, waaronder ook het ziekenhuis waar Kees was gaan werken, de zaalarts uit het Amalia ziekenhuis dat Dick geloosd had. Dick was tijdens zijn retraite in het vakantieoord waar hij wel eens kwam, Kees tegen het lijf gelopen. Later hadden ze elkaar nog een keer ontmoet toen Dick en Annemarie op vakantie in Nederland waren. Het contact tussen beiden stond sindsdien op een laag pitje en beperkte zich tot felicitaties bij verjaardagen. Maar toen Dick las dat Kees nu in een diaconessenhuis werkte, maakte hij hem attent op het uitwisselingsprogramma. ‘Lijkt me iets voor jou Kees’, schreef hij. ‘Ik draag je wel voor.’

2 Dokter Kees sprong niet direct een gat in de lucht. Hij was geen avontuurlijk type. Sinds zijn afstuderen had hij alleen gewerkt in het Amalia ziekenhuis, de overstap naar het diaconessenhuis had hij alleen maar gemaakt om na zijn verhuizing dichter bij zijn werkplek te zijn. Kees was gehecht aan regelmaat en een vertrouwde omgeving. Hij besprak Dick’s suggestie met zijn vrouw Annetje, want de detachering in Thailand zou betekenen dat hij drie maanden van huis weg was. Annetje sprong wel een gat in de lucht. ‘Moet je doen, joh. Zo’n kans krijg je nooit meer. Ik kom wel een keer op vakantie en we kunnen toch elke dag skypen.’ Kees’ kinderen vielen hun moeder bij. ‘Hartstikke gaaf pa.’ Daarmee was het pleit beslecht. Kees antwoordde Dick dat hij graag wilde komen en Dick schreef een mooie aanbevelingsbrief aan de selectiecommissie.

3 Nadat Kees het groene licht had gekregen van de commissie, begon hij zich voor te bereiden op zijn nieuwe standplaats. Hij nam Thaise les bij een Nederlander die jaren in Thailand had gewoond, Thais sprak en kon lezen, want hij wilde niet met zijn mond vol tanden staan. Het duurde nog drie maanden voordat hij zou vertrekken, wat voldoende tijd was om de taal op een basisniveau te leren. Wat hielp: Kees had zich op school vrij gemakkelijk andere talen eigen gemaakt. Hij had zelfs een jaar Chinees gestudeerd, evenals Thais een toontaal. Verder verdiepte hij zich in het land aan de hand van boeken. Thailandblogs vermeed hij het liefst want die bevatten veel clichés en geouwehoer.

4 Vervelend waren reacties van sommige kennissen die Thailand beschouwden als één grote hoerenkast. Sommige reacties waren uitermate grof en ze getuigden van een pijnlijke onwetendheid. Na een tijdje deed Kees geen moeite meer dat beeld te ontkrachten want redelijke argumenten winnen nooit van vooroordelen. Hij bleef ook het liefst uit hun buurt. Maar de meeste kennissen waren blij voor hem en zijn collega’s in het ziekenhuis waren misschien wel een beetje jaloers. Kees nam zich voor als hij er eenmaal werkte hen wekelijks een nieuwsbrief te sturen.

5 Het eerste wat Kees bij zijn voorbereidingen opviel was dat het leek of er twee Thailanden zijn. Het Thais Verkeersbureau en de reisbureaus schetsten een beeld van een land, overvloeiend van melk en honing. Hij las over parelwitte stranden en azuurblauwe zeeën. Maar het nieuws riep het beeld op van een land dat is doortrokken van corruptie, waarin het milieu het kind van de rekening is en zelfs de mildste kritiek op het koningshuis goed is voor vele jaren gevangenschap. Kees vond de berichten over de Mekong het meest deprimerend. Voor deze majestueuze rivier met een rijk ecosysteem zag de toekomst er somber uit. China had al enkele dammen gebouwd, in Laos was één in aanbouw en twee in voorbereiding en er zouden meer volgen.

6 Via zijn leraar Thais kwam Kees in contact met een Nederlands-Thais echtpaar. Jacques en Soj waren al meer dan tien jaar getrouwd. Ze overwinterden in Thailand, waar Jacques in de noordelijke provincie Phrae een villaatje had laten bouwen. Daar verbleven ze van december tot en met april. In Nederland woonden ze in een ruime woning in vakantiepark Oesterbaai in Wemeldinge, waar permanente bewoning toegestaan was. Jacques was er voorzitter van de bewonersvereniging. Jacques sprak nauwelijks Thais, Soj sprak een beetje Nederlands. Jacques nodigde Kees uit om een dagje op bezoek te komen. ‘Zullen we je eens lekker verwennen met een verrukkelijke Thaise maaltijd’, maar die aansporing had Kees niet eens nodig.

7 Jacques zou hem met zijn auto van het dichtstbijzijnde station afhalen. Maar wie er ook uit de trein stapte, geen Kees. Hij was in slaap gevallen en schrok wakker toen de trein het station al was gepasseerd. Na een belletje haalde Jacques hem bij het volgende station op. ‘Wakker blijven hè’, waarschuwde hij. Later die middag maakten ze een wandeling langs de Oosterschelde en namen een kijkje in de jachthaven. ‘Hier ligt zeker het zwarte geld van Nederland’, veronderstelde Kees toen hij al die dure jachten zag. ‘Welke boot is van jou?’ ‘Ik moet je teleurstellen, ik heb geen zwart geld.’ Ze liepen ook langs de tuinderij waar Soj haar vakantiegeld verdiende met het plukken van frambozen, maar daarover betaalden ze keurig inkomstenbelasting.

8 Na de maaltijd, ze zaten aan de koffie, vertelde Jacques liever in Nederland dan in Thailand te zijn. Afgezien van de loom makende hitte, vooral in april, speelde voor Jacques een rol dat hij in Thailand geen bezigheden had. Na in het begin de tuin op orde te hebben gebracht en kleine reparaties aan het huis te hebben verricht, zat hij met zijn duimen te draaien en doodde de tijd met het maken van Sudoka’s. Hij was er vrij bedreven in. Het liefst wilde hij zijn verblijf in Thailand inkorten, maar Soj wilde dat niet. En ze wilde ook niet dat hij alleen eerder naar Nederland terugging. Jacques had er zich met tegenzin in geschikt.

9 ’t Is een bekend probleem’, zei Dick toen hij er maanden later met Kees over sprak. ‘Pensionades die in Spanje overwinteren, hebben hetzelfde. Afgesneden van hun sociale omgeving in eigen land, spreken doorgaans de taal niet, voelen zich eenzaam. In Thailand zie ik tal van falangs verloederen. Ze beginnen ’s ochtends al te drinken omdat ze niets te doen hebben. Terwijl er toch tal van mogelijkheden zijn om je tijd zinvol door te brengen. Tuinieren, koken, de Thaise taal leren. Ik ken een man die een eigen website heeft en daarop elke dag een rubriek schrijft met het belangrijkste Thaise nieuws. Dat haalt hij uit de Bangkok Post. Die man zal echt niet verloederen.’

10 De datum van Kees’ vertrek naderde. Hij had een vlucht geboekt bij Emirates met een tussenstop in Dubai. Een non-stop vlucht zou zeker elf uur duren, maar dat vond Kees te lang. Zo’n tussenstop breekt de reis, je kunt even je benen strekken, leek hem wel zo plezierig. Kees had op internet al foto’s bekeken van de luchthaven. ‘Wat een luxe, moet je zien’, zei hij tegen Annetje. ‘Vergeleken daarmee is Schiphol , ik wil niet zeggen armoedig, maar gewoontjes. Zal wel Hollandse zuinigheid zijn. Wij zijn meer van: Doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg.’ Ook een vergelijking tussen Kees’ diaconessenhuis en het Christian Hospital leverde dezelfde tegenstelling op; en het Christian was niet eens het meest luxueuze ziekenhuis in Bangkok.

11 Annetje en de kinderen zwaaiden Kees op Schiphol uit. ‘Stuur je even een sms-je als je veilig geland bent’, vroeg Annetje. ‘Tuurlijk schat, doe ik.’ Voor de laatste keer at Kees een saucijzenbroodje, een lekkernij waarop hij gek was en die wel niet te koop zou zijn in Thailand, vermoedde hij. Ze namen afscheid van elkaar, Kees’ avontuur was begonnen, want zo beschouwde hij zijn detachering. Hij was ook een beetje gespannen, want had nog niet veel gevlogen in zijn leven. Maar de vlucht verliep vlekkeloos. Zelfs boven de Golf van Bengalen bleef de gebruikelijke turbulentie uit. Niettemin was Kees blij toen hij voet op vaste grond kon zetten.

12 Dick haalde hem op. Ook nu weer was de wachttijd bij Immigration extreem lang ondanks alle verzekeringen van de Thaise autoriteiten dat ze de problemen van onderbezetting en inroostering onder de knie hadden. ‘Pfft’, wat duurde dat lang’, verzuchtte Kees. ‘En wat was die douanebeambte chagrijnig. Op Schiphol wensten ze mij een goede reis, maar bij deze man kon er geen vriendelijk woord vanaf. En dit land verkoopt zichzelf als het land van de glimlach. Laat me niet lachen.’ Ze namen de Airport Rail Link want, zo zei Dick: ‘Bij de taxistandplaats zal wel een lange rij wachtenden staan en die chauffeurs zijn niet allemaal te vertrouwen. Een collega vertelde me laatst dat een chauffeur bij een van zijn kennissen die op vakantie was gekomen, halverwege de meter uitzette en 700 baht eiste. Ja, voor een rit die hooguit 200 à 300 baht kostte.’

13 De ARL was een prima verbinding met het centrum: snel, airconditioned en op dit tijdstip van de dag nog niet mudjevol. Vanaf het eindstation Phaya Thai namen ze een taxi naar Surawong waar Dick een klein serviced apartment voor Kees had gehuurd in de buurt van het ziekenhuis. Hij zou hem de volgende dag introduceren bij de ziekenhuisstaf. Vandaag was een dag om te acclimatiseren en het begin van een jetlag weg te werken. Kees nam een douche, verkleedde zich en gezamenlijk gingen ze naar The Green Parrot, een zaak die wordt uitgebaat door twee Nederlanders. Echte horecakaffers, nooit verlegen om een praatje. Dick zei: ‘Net kappers, die praten ook met iedereen mee.’ Kees vond: ‘Het is een talent. Ik beheers dat soort small talk niet.’

14 Na de verhuizing van The Green Parrot was Dick er nog eenmaal geweest. Hij vond de nieuwe locatie geen succes. De zaak was nu onderdeel van een hotel en had een inpandige ruimte en een dakterras in gebruik. Op de oude locatie had ze een eigen ruimte op de begane grond met een smal terras ervoor en ernaast en uitzicht op de straat. Hij had er wel eens chili con carne gegeten, bereid door tweede man Piet. Piet maakte ook regelmatig Hollandse potten, maar die had Dick nog nooit geproefd. Dan had hij er vaker moeten komen, want Piet bereidde nooit grote hoeveelheden, waardoor Dick een paar keer de hond in de pot vond.

15 De kennismaking met de ziekenhuisstaf verliep uiterst plezierig. Ze hadden bewondering voor zijn beheersing van de Thaise taal. Getipt door Dick had Kees voor de directeur een kist sigaren meegenomen: Nicaraguaanse, volgens de sigarenboer betere sigaren dan Cubaanse. Hij kreeg een rondleiding door het ziekenhuis en verbaasde zich evenals Dick bij diens kennismaking met het ziekenhuis over de moderne apparatuur waarover het ziekenhuis beschikte. Apparatuur waarvoor zijn diaconessenhuis het geld niet had. Tijdens zijn inwerkperiode zou hij meelopen met Thaise zaalartsen, daarna zouden hem enkele zalen worden toegewezen waarvoor hij verantwoordelijk was wanneer de zaalarts een vrije dag had.

16 Mac ontfermde zich over Kees. Hij maakte hem wegwijs in de wijk waar hij woonde en nam hem hem mee naar enkele bezienswaardigheden in de stad. Bij het Grand Palace en Wat Phra Kaeo werden ze tegengehouden door een man die zei dat het paleis gesloten was wegens hoog buitenlands bezoek. Maar daar trapte Mac niet in, hij kende de truc. De slachtoffers werd dan een rondrit per tuktuk voorgesteld, die erop neerkwam dat ze bij kledingzaken en juweliers geprest werden inkopen te doen. Natuurlijk bezochten ze ook Wat Arun aan de overkant van de rivier, en Wat Pho die onderdak bood aan een massageschool. En zondags gingen ze samen met Theresia en zoontje Mac II naar het Lumpinipark voor een picnic.

17 Mac spreidde de meegenomen matjes op het gras aan de waterkant uit en Theresia pakte haar picnicmand uit. Ze had viscakejes gekocht, spring rolls (Thaise loempia’s) en kanom krok, een op poffertjes lijkende zoete lekkernij gevuld met kokosnootroom. Die waren het lekkerst als ze nog warm waren. Verder hotdogs, kippeboutjes, sushi, hardgekookte eieren en speciaal voor Kees kaas uit Nederland. Voor Mac had ze een Big Mac gekocht, maar dat was meer een grapje alhoewel Mac er wel zijn tanden in zette. Tot besluit aten ze een ijsje, gekocht bij een ijscoman die met zijn karretje aan de rand van het park stond. Theresia nam een kadetje gevuld met ijs, een combinatie typisch voor Thailand.

18 Annetje kwam op vakantie naar Thailand. Ze had een pakketreis geboekt omdat Kees gebonden was aan zijn werk. Alleen de laatste dagen die in het pakket waren uitgetrokken voor strandbezoek, konden ze samen doorbrengen. Annetje liet de reisleider weten dat ze met Kees op eigen gelegenheid naar Cha-am zou gaan. In Cha-am zou ze zich weer bij het reisgezelschap aansluiten, ditmaal in het gezelschap van Kees, en Theresia en Mac II die ook meegingen. Ze reisden per trein en arriveerden in de loop van de avond in Cha-am. De reis verliep traag, maar wie klaagt daarover als hij op vakantie is? Ze hadden alle tijd.

19 De volgende dag brachten ze door op het strand. Huurden strandstoelen en lieten drank en eten aanrukken. Voortdurend kwamen verkopers langs met inktvis, garnalen, mosselen, pinda’s. Kees vond de mosselen niet lekker, ze waren hard en smakeloos. De pinda’s die niet gebrand maar gekookt leken, vond hij ook al niks. En de garnalen vond hij te droog. Maar een gefrituurd visje ging er wel in. Soms kwamen masseuses langs, geen schaars geklede jonge deernen zoals in Phuket en Pattaya, die op iets anders uit zijn, maar oude vrouwen: gepokt en gemazeld in het masseren. Theresia liet zich door één onderhanden nemen. Goeie massage, vond ze.

20 Kleine Mac had nog nooit de zee gezien. In het begin durfde hij het water niet in, want zei hij: De zee is te groot. Soms kunnen kleine kinderen verbazingwekkend verrassende opmerkingen maken. Maar aan de hand van Theresia en Annetje overwon hij zijn angst. Kees kocht een zwemband, emmertje, schepje, zeef en nog wat dingen voor hem. Hij bouwde voor Mac II een zandkasteel aan de waterkant. Mac kraaide van plezier toen een golf het kasteel in aanbouw verzwolg. Maar Kees liet zich niet kennen. Hij begon opnieuw, een stukje verder vanaf de branding. Maar de zee rukte op, ’t was vechten tegen de bierkaai.

21 Terug in Bangkok vertelde Mac II zijn vader uitgebreid wat hij allemaal had meegemaakt in Cha-am. Dat het zandkasteel het voortdurend moest  afleggen tegen de zee, dat hij ‘gezwemd’ had wat feitelijk niet meer was dan pootje baden, dat hij achterop de fiets bij zijn moeder over de boulevard had gereden. Mac wist niet van ophouden, maar er was dan ook veel te vertellen. Mac senior hoorde het geamuseerd aan. ‘En Kees, how about you? Enjoyed the trip’?’ Kees knikte, hij was op uitnodiging van Theresia meegekomen naar hun appartement voor een cuppa tea. Het strandverblijf was hem bevallen, de terugrit per minibusje niet. Hij was blij nog te leven, want de bestuurder had als een dolleman gereden. Veel te snel en gevaarlijke inhaalmanoeuvres uitgehaald.

22 Het roekeloze rijgedrag, een aantal malen resulterend in dramatische ongelukken, was de Thaise autoriteiten ook een doorn in het oog. Ze besloten de minibusjes met tien zitplaatsen voor passagiers te gaan verbieden en gefaseerd te vervangen door midibusjes met twintig zitplaatsen. Alle busjes dienden ook uitgerust te zijn met GPS, zodat snelheidsovertredingen snel gesignaleerd konden worden. Vooruitlopend daarop dienden de minibusjes veiligheidsgordels te monteren. Mac had nooit begrepen waarom midibusjes veiliger zijn dan minibusjes, zoals de autoriteiten beweerden, want die zouden nog steeds door dezelfde brokkenpiloten bestuurd worden.

23 De werkelijkheid is soms onwaarschijnlijker dan de fantasie, want wie liep daar op de boulevard van Cha-am? Dokter Ronald, de longchirurg uit het Amalia ziekenhuis. De verbazing was groot om elkaar tienduizenden kilometers van het vaderland tegen te komen. Als je dat in een verhaal schrijft, zeggen de lezers: Dat kan niet, dat is té toevallig. Maar dit was geen verhaal, het gebeurde in de werkelijkheid. Dokter Ronald liep hand in hand met een mooie Thaise jongen te flaneren, want Ronald maakte geen geheim van zijn seksuele voorkeur. Kees wenkte Ronald naar het zitje, waar hij en zijn gezelschap zaten. ‘Kom erbij, kan ik je een biertje aanbieden?’ ‘Doe maar water’, zei Ronald. ‘Geen alcohol voor zonsondergang, zoals de oude tropenregel luidt.’

24 Die regel moet heel wat tropengangers voor de verloedering hebben behoed. Vooral degenen die niets omhanden hebben en zich stierlijk vervelen. De fles biedt dan uitkomst. Menen ze, want het gaat altijd van kwaad tot erger. Toen Dick het Amalia ziekenhuis werd uitgestuurd (zie feuilleton 1: Dokter Dick, chirurg) leek het ook die kant op te gaan, maar hij besloot tijdig de fles te laten staan en dronk lang geen druppel alcohol meer. Kees was geen grote drinker. Eén biertje vond hij meer dan genoeg en Ronald gaf de voorkeur aan witte wijn. Altijd één glas voor het slapen gaan, in het café hooguit drie glazen, want wijn maakte hem slaperig.

25 Ronald vertelde dat hij afwisselend in Nederland en Thailand woonde. ’s Winters overwinterde hij in een klein appartement in Cha-am op loopafstand van het strand. Daar hield Kasem hem gezelschap, in Nederland had hij geen vaste vriend. Ronald had een Engels grammaticaboek Thais in het Nederlands vertaald en bewerkt. Van de eerste druk waren al honderden exemplaren verkocht, hij was nu bezig aan de voorbereiding van de tweede druk. Kasem hielp hem vaak bij de uitspraak en notatie van Thaise woorden. Hij kon ook heel goed koken, Ronald was gek op de gerechten die hij bereidde. ‘Kom bij me eten’, zei Ronald tegen Kees. ‘Dan kun je vaststellen dat ik niet overdrijf. Wat dacht je van morgenavond?’

26 Ronald had geen woord te veel gezegd. De maaltijd die Kasem had bereid, was verrukkelijk. Kasem had vier verschillende gerechten bereid, maar Kees was de Thaise naam van die schotels al weer vergeten. Theresia en Annetje waren ook vol lof over Kasem’s culinaire prestaties. Theresia was zelfs een beetje jaloers. Ze kon weliswaar aardig koken, maar wat Kasem had bereid, had het niveau van een sterrrenkok. Na de maaltijd ging Theresia terug naar het hotel, waar een oppas zich had ontfermd over Mac II. Kees en Annetje maakten een wandeling over het strand. Alle ligstoelen en parasols waren inmiddels  verwijderd en opgeslagen. Bij het hotel zaten enkele gasten om een kampvuurtje op het strand, wat eigenlijk verboden was, maar daar had de hotelstaf zich niets van aangetrokken.

27 De ziekenhuisdirecteur liet Kees bij zich roepen. Kees begon zich al zorgen te maken. Had hij een fout gemaakt? Zou er over hem geklaagd zijn? Met knikkende knieën liep hij naar de directiekamer, waar hij werd binnen geleid door de secretaresse. Maar Kees had zich nodeloos ongerust gemaakt. De directeur vertelde goede berichten over hem gehoord te hebben. Hij werd op handen gedragen door het personeel van de zalen waarover hij de leiding had. Als blijk van waardering kreeg hij een grote bos bloemen. ‘Meer dan verdiend’, zei de directeur, om daaraan toe te voegen: ‘We hadden je graag gehouden, maar daarin voorziet de uitwisseling helaas niet.’

28 Toen hij terugkwam op de afdeling, stond er nog een bos bloemen voor hem klaar. Van het personeel. En thuisgekomen trof hij Dick en Annemarie aan, die hem met een derde bos verrasten. ‘Zo, hoe weten jullie dat?’ Maar Dick hield zich op de vlakte: ‘Ach, je hoort wel eens wat.’ Annemarie had bij de Coffee Club cheese cake gekocht, dezelfde die ze had meegenomen toen ze Peter en Marloes in Buriram hadden opgezocht en die inmiddels was doorgedrongen tot de menukaart van Cat’s lunchroom (zie feuilleton 8: Sasithorn heeft een droom). Ze had ook een thermoskan met koffie bij zich, zodat het een heel Hollandse koffievisite werd.

29 Aan alles komt een eind, dus ook aan de uitwisseling van drie maanden. Het was een intensieve periode geweest, waarin Kees veel had geleerd over de andere omgang met patiënten in Thailand. Thaise patiënten luisteren naar de dokter, ze vragen zelden iets en verwachten een pilletje van de dokter. Als dat geen effect heeft, gaan ze naar een andere arts. Als belangrijkste verschil zag Kees dat Thaise patiënten met meer zorg worden omringd, de Nederlandse benadering is vaak nogal technisch en weinig empathisch. En natuurlijk waren hem de hiërarchische verhoudingen niet ontgaan. Daar had hij niet aan kunnen wennen, komend uit een land waarin de omgangsvormen aanzienlijk informeler zijn.

30 Dick was het eens met Kees. ’t Is een holistische benadering van patiënten’, zei hij. ‘Lichaam en geest zijn één dynamisch geheel. De nadruk ligt hier op het welbevinden van de patiënt. Hoe beter de patiënt zich voelt, hoe sneller de genezing. Dat wil ik ook wel geloven. Er gebeuren in het genezingsproces soms onverklaarbare dingen. Patiënten die zijn opgegeven, blijven soms nog jaren leven. Hoe kan dat? Daar heeft de geneeskunde geen antwoord op.’ Kees was blij gewapend met die kennis terug te keren naar Nederland. Hij organiseerde een bescheiden send-off party voor intimi en dacht: Hoe waar is de uitdrukking Partir c’est mourir un peu.

31 Kees werd op Schiphol opgewacht door zijn vrouw en kinderen. Ze hadden zijn winterjas meegenomen, want het was vinnig koud. ‘Wanneer gaan wij op vakantie naar Thailand’, was het eerste wat ze vroegen.  ‘Als jullie de helft van het ticket betalen, valt dat te overwegen’, antwoordde Kees. ‘Ik zie een vakantie wel zitten. Maar voor vijf personen hangt er wel een fors prijskaartje aan. Dus kinders: sparen maar.’ De collega’s in het diaconessenhuis waren blij dat hij terug was. Ze noemden hem soms het zonnetje in huis omdat hij altijd opgewekt was. Kees was ook blij terug te zijn en zijn oude routine te kunnen  oppakken. Maar het duurde even voordat hij weer gewend was aan de twintig graden lagere temperatuur.

32 Annetje zag een vakantie in Thailand ook wel zitten. De pakketreis was haar prima bevallen, de dagen met Kees in Cha-am waren hemels geweest. Ze maakte een grove berekening van de kosten en besloot op zoek te gaan naar een parttime baantje want Kees’ salaris, zijn vakantiegeld en de bijdragen van de kinderen waren ontoerekend voor twee weken Thailand. Ze had geluk: een plaatselijke bioscoop zocht een caissière voor drie dagen per week. Daarmee zou ze genoeg verdienen om het vakantiebudget rond te maken. Maar deze keer zou het geen pakketreis worden. Zij en Kees konden nu zelf wel hun weg vinden in Thailand.

33 Een half jaar later stonden ze bepakt en bezakt op Schiphol om te beginnen aan hun vakantieavontuur. Annetje had een globaal reisprogramma gemaakt. Ze zouden beginnen in Bangkok en na enkele dagen via Ayutthaya naar Chiang Mai reizen. In Nong Khai zouden ze op de boot stappen om de Mekong af te zakken naar Ubon Ratchathani. Vandaar zou de reis via Bangkok naar Cha-am gaan om de laatste dagen aan zee door te brengen. Voor de kinderen begon de vakantiepret al op internet. In Bangkok wilden ze naar Safari World, Dusit Zoo en het Vimanmek paleis; in Chiang Mai naar een snakefarm en olifantenkamp en in Ayutthaya naar het Historical Park. En verder zouden ze wel zien wat er op hun pad kwam. Met de Lonely Planet in de hand kon hen niets gebeuren.

34 De familie werd opgewacht door Annemarie. Dick was niet meegekomen, want hij had een operatie. Het was druk op het vliegveld. Hordes Chinezen zorgden voor lange wachttijden bij Immigration, maar daar had Annemarie al op geanticipeerd. Ze had berekend dat het een uur na aankomst zou duren voordat ze elkaar zouden treffen en dat bleek zelfs een lage schatting. Bij het meeting point begroette ze de vakantievierders die er enigszins verfomfaaid uitzagen. De kinderen keken met verbazing naar de Chinezen die in ganzenpas keurig achter elkaar liepen met een tourgids voorop die een vlaggetje omhoog hield. Ze riepen gak-gak-gak, maar dat zullen de Chinezen wel niet gehoord hebben. En als ze het wel hoorden, zouden ze niet begrepen hebben dat de spot met hen werd gedreven.

35 Zes personen plus koffers kun je niet in een taxi proppen, ook niet in een vijfdeurs taxi. Ze hadden de reis naar het centrum per Airport Rail Link kunnen maken, een light-rail verbinding tussen Suvarnabhumi en Phaya Thai, maar dat zou veel gesjouw betekenen en gedrang wanneer de trein vol was. Annemarie had daarom een minibusje gehuurd. Dat bracht hen in een vloek en een zucht naar Silom waar ze voor hen twee hotelkamers had gereserveerd. Een ideale uitvalsbasis met een BTS en MRT-station binnen loopafstand. Na zich opgefrist en verkleed te hebben trok de familie onder begeleiding van Annemarie de wijk in. Die leerde hen hoe ze zonder gevaar voor eigen leven konden oversteken. ‘Zwaar overdreven, al die verhalen op thailandblogs dat het verkeer in Bangkok LEVENSGEVAARLIJK is’, zei ze. ‘Ja, als je niet weet hoe je dat moet doen.’

36 Ze streken neer in een restaurant vlakbij Patpong en genoten van hun eerste Thaise maaltijd. Gelukkig waren de kinderen geen kieskeurige eters; die hadden geleerd: eten wat de pot schaft. Op de Night Bazaar op Patpong mochten de kinderen een T-shirt uitkiezen. Lange tijd twijfelden ze tussen een shirt met het opschrift I [rood hartje] love Bangkok, een afbeelding van een olifant en eentje met Muay Thai boksers. Omdat ze vaak kleding van elkaar leenden, kochten ze elk een ander. Annemarie hield de kinderen in de gaten. Kees en Annetje gingen intussen aan de koffie met cheese cake in de Coffee Club.

37 Dick kwam die avond laat thuis. Hij had een zware en lange operatie achter de rug. Het was op het nippertje of de patiënt het zou halen. Dick was tevreden dat het gelukt was hem in leven te houden. En nu maar hopen dat het herstel spoedig zou verlopen. Dick vroeg om een borrel. Hij dronk zelden maar deze afloop verdiende een tractatie. Annemarie schonk ook voor zichzelf een hartversterkertje in. ‘Gefeliciteerd schat. Ik ben trots op je’, zei ze. ‘Ad fundum’, zei Dick, hij proostte met Annemarie en leegde het glas in één teug. Annemarie nam kleine slokjes. ‘Verslik je niet’, waarschuwde ze hem. ‘Nou, dat zou een mooie dood zijn’, grapte Dick. ‘Ik zie de advertentie al: Met leedwezen geven wij u kennis dat onze geliefde dokter Dick is gestikt in een kelkje jonge klare…’ ‘Ja, zo kan die wel’, onderbrak  Annemarie hem.

38 Annemarie kon maar moeilijk wennen aan de zwarte humor van artsen. Vooral als ze onder elkaar waren, maakten ze de meest grove grappen over patiënten en ziektes. Bij Annemarie hield Dick zich doorgaans in, hij wist dat ze er niet van hield, maar een enkele keer vloog hij uit de bocht. De gewoonte om grappen te maken die in het dagelijks leven niet door de beugel kunnen, is geen exclusieve gewoonte van artsen, wist Dick. ’t Komt ook bij andere beroepen voor. Ze fungeren als een uitlaatklep voor de stress die met het werk gepaard gaat. Vooral in het begin van zijn loopbaan gaf Dick zich er vaak aan over, het was goed dat Annemarie hem dan tot de orde riep.

39 Het uitstapje naar Safari World begon al heel vroeg. Een minibusje haalde hen op bij het hotel en pikte daarna de andere deelnemers op bij hun hotel. Dankzij het vroege tijdstip was het nog niet erg druk op de weg. Vincent, de jongste van Kees’ drie kinderen, schreef ’s avonds een brief aan zijn oma. Dit is wat hij schreef:
Ik ben met mama naar de dieren geweest. We gingen eerst met een busje. Er was een meneer met een stokje, daar moesten we achter lopen. Er waren veel mensen.
We gingen eerst naar de vogels. Die waren heel knap. Een jongen moest geld omhoog houden. Toen pakte een vogel het geld. Maar hij gaf het ook weer terug. Dat vond ik wel eerlijk.
En toen gingen we naar de zeehonden. Die waren heel knap. Ze konden een bal op hun neus houden. Dat kan ik niet. En ze klapten ook.
En toen gingen we naar de cowboys. Die schoten mekaar dood. Dat vond ik niet leuk. Een cowboy viel in het water, toen werden de mensen nat. En ze maakten ook veel herrie. Een mevrouw stelde geld uit de bank. Dat mag niet hè oma? Maar die mevrouw ging niet naar de gevangenis.
En toen gingen we eten in een grote zaal. Dat vond ik niet lekker. Er zaten allemaal botjes in de kip.
En toen gingen we naar de dolfijnen. Die waren ook heel knap. Een meneer stond op twee dolfijnen, maar hij viel aan het eind in het water.
En toen gingen we naar de Spy War Show. Mama zegt: dat betekent spionen oorlog. Ik vind oorlog niet leuk. Toen kwamen er meneren aan een touw uit de lucht. Dat durf ik niet. En er was brand in het water. En er kwamen televisies uit de grond.
En toen gingen we naar de apen. Dat vond ik leuk. Een aap was stout. Die trok zijn broek uit. Toen moest ik lachen. En hij gaf die meneer een klap. Toen moest ik weer lachen.
Toen gingen we naar huis. Toen was ik heel moe.
Nou, dag oma.

40 Toevallig stond die dag een ingezonden brief van een expat in de krant die naar Safari World was geweest en zich had geërgerd aan de bokswedstrijden tussen orangoetans. Hij schrijft: Zelfs indien (en dit is indien met een hoofdletter) ze niet gekidnapt zijn uit het buitenland, gelooft niemand dat orangoetans zich overgeven aan een bokswedstrijd tenzij ze gedwongen worden. Of we het nu hebben over olifantenshows of boksende orangoetans, dieren zijn niet op de wereld gezet om mensen te vermaken net zo min als wij hen vermaken. En niemand die enig respect voor dieren heeft, wil zien dat ze op deze manier verlaagd worden.

41 Het geplande bezoek aan het Vimanmek paleis verviel; in plaats daarvan bezochten ze het Grand Palace en Wat Phra Khaew. Dick had gezegd: Je bent niet in Bangkok geweest als je niet het Grand Palace en de tempel hebt bezocht. Aan het bezoek waren kledingvoorschriften verbonden. T-shirt, korte broek en korte rok mochten niet. Oei, de kinderen hadden geen lange broek uit Nederland meegenomen. Dus op naar kledingwarenhuis Robinson om de garderobe aan te passen. Voor ‘straf’ kregen ze geen ijsje van hun vader. Maar toen ze een ijssalon van Swensen’s passeerden, streek hij met de hand over zijn hart.

42 Ook het geplande Mekongreisje verviel. Die cruises waren allemaal behoorlijk duur; daar voorzag het vakantiebudget niet in. Dus bleven ze in Chiang Mai en gingen niet naar Nong Khai wat sowieso een lastige verbinding was. En in Chiang Mai was voldoende te zien. In de buurt was een olifantenkamp. Kees wist dat ritjes op de rug van een olifant door dierenliefhebbers tegenwoordig worden afgekeurd, maar Kees wilde zijn kinderen het plezier van zo’n rit niet onthouden. Annetje ging mee om de jongste vast te houden. De kinderen waren opgetogen en ook een beetje bang dat de jumbo’s zouden uitglijden. Maar dat gebeurde niet, zelfs niet op het smalle paadje dat schuin omhoog liep.

43 Hij is zeker de weg kwijt, zei de oudste toen de olifant het smalle paadje opliep en een breed pad dat ernaast lag, links liet liggen. Maar dat was natuurlijk niet zo. De organisatoren hadden met opzet de dieren getraind die route te nemen om de tocht iets ‘avontuurlijks’ te geven. ‘En hoe was het?’, vroeg Kees die hen bij het eind opwachtte. ‘Hartstikke gaaf, pa. Je had ook moeten meegaan. Of durfde je niet?’ ‘Zo is dat’, bevestigde hij. ‘Nou, gelukkig zijn jullie er niet van afgevallen. Maar jullie zien wel een beetje pips rond de neus. Bang geweest?’ Maar dat ontkenden ze bij hoog en bij laag.

44 Al even hartstikke gaaf was het bezoek aan een snakefarm. Wat ze daar niet allemaal durfden te doen met een gifslang. Ze kregen een demonstratie slangen melken, zoals dat heet, oftewel het gif uit de slang persen. De jongste vond het maar eng, vooral toen hij zag dat de man die met de slangen jongleerde, een vinger miste. Hij liep ook met een grote slang het publiek in en legde die desgevraagd om iemands nek. ‘Paps, maak je een foto van me’, vroeg de oudste die bij andere toeschouwers al had gezien dat de slang geen trek had in een menselijke hapje.

45 Het was de tweede keer dat de kinderen zaten te bibberen bij wat ze zagen, want toen ze nog in Bangkok waren, waren ze naar de Crocodile Farm and Zoo in Samut Prakan geweest. Daar zagen ze dat een man zijn hoofd in de bek van een krokodil stak. Waarom de krokodil zijn bek niet kon sluiten, wist Kees niet. Het enige wat de man had gedaan was met een stokje enkele malen op de kop van het dier tikken. In de dierentuin hadden ze een olifantenshow bijgewoond met olifanten die strafschoppen namen en een nabootsing van een beroemd gevecht waarin koning Naresuan in 1593 op de rug van een olifant de Birmese kroonprins Minchit Sra versloeg, wat een eind maakte aan de bezetting van de toenmalige hoofdstad Ayutthaya. Ze mochten ook de olifanten voeren, dat durfden ze wel.

46 Het eind van de vakantie naderde, de laatste paar dagen brachten ze door in Cha-am, de badplaats die bij de inwoners van Bangkok populair was voor een weekendtrip. Dick, Annemarie, Mac en Theresia waren ook gekomen. De kinderen waren niet uit de zee weg te slaan. Om te voorkomen dat ze zouden verbranden, droegen ze een T-shirt. Mac en Theresia hadden geen omkijken naar Mac II, want de kinderen hadden hem onder hun hoede genomen. De mannen luierden, de vrouwen stapten op de tandem en peddelden over de boulevard. Tegen het middaguur begon het wel erg heet te worden, alhoewel een licht briesje voor enige verkoeling zorgde. Dus trokken ze zich terug in hun hotelkamer, om later in de middag terug te komen en de strandpret te hervatten.

47 Dick had een tafel gereserveerd in een visrestaurant. Theresia bestelde het eten: vis op verschillende wijze bereid: gegrild, gebakken, gestoomd. Mac bestelde de drank: water, Cola, bier. Annemarie schonk de drank in. Het eten werd in het midden van de tafel neergezet, zodat iedereen van alles wat kon nemen. Voor de kinderen was er patat in plaats van rijst en voor Mac II khao tom pla (rijstsoep met vis). Mac proefde voorzichtig van de hete soep. ‘Zou wel eens een goeie bouillabaise willen eten’, verzuchtte hij. ‘Ik ook’, zei Dick, ‘maar daarvoor zul je wel in de betere hotels moeten zijn.’ ‘En duurdere’, vulde Mac hem aan. ‘Blazen hè Mac’, waarschuwde senior. ‘Ik heb bijna mijn mond verbrand.’

48 ‘I am a happy person’, zei Mac plompverloren tegen Dick toen ze zich uit het vrolijke maar ook luidruchtige gezelschap hadden teruggetrokken voor een kopje koffie. ‘Thea is really an angel. Niets ontsnapt aan haar aandacht. Ik ben dankzij haar minder slordig geworden. Vroeger besteedde ik niet zo veel aandacht aan mijn kleren, maar sinds ik haar ken, zie ik er puik uit. Vind je niet?’ Dat laatste zei hij met een vette knipoog. ‘Absoluut’, bevestigde Dick. ‘Ik val niet op mannen anders zou ik je onmiddellijk een huwelijksaanzoek doen.’ Mac: ‘Ach, waarom niet? Een menage à trois, gezellig hoor. En lekker warm in bed als het koud is.’

49 Mac gaf zelden zijn mening over andere mensen. Als hem gevraagd werd wat hij van iemand vond, haalde hij meestal zijn schouders op. Zijn motto was: Oordeelt niet opdat gij niet geoordeeld worde, naar het bijbelwoord van Jezus (Mattheus 7: 1-6). Maar over Kees zei hij: ‘Nice guy. Very relaxed. I can understand you two are friends.’ ‘Ja, het is merkwaardig hoe het met sommige mensen kan klikken en anderen niet’, reageerde Dick. ‘Vaak weet je dat al voordat je met de ander een woord hebt gewisseld.’ ‘Geldt ook voor de liefde. Vraag me niet waarom ik van Theresia houd. Ik kan duizend en één redenen bedenken en ze zijn allemaal even waar of niet waar’, filosofeerde Mac. ‘Nou, dan ben je wel even bezig’, merkte Dick langs zijn neus weg op. Mac moest wel lachen om die terloopse opmerking, blijkbaar gemaakt om het  gesprek een wat luchtiger toon te geven.

50 Toen ze terugkeerden naar het restaurant was het gezelschap al vertrokken. De kinderen wilden weer de zee in maar dat vond Kees geen goed idee. De duisternis was ingevallen, waardoor hij ze moeilijk in de gaten kon houden, en de temperatuur zakte snel. Mac II moest trouwens naar bed. Weliswaar luidt de uitdrukking Do in Rome as the romans do, maar op het punt van bedtijd hadden Mac en Theresia de Thaise gewoonte niet overgenomen om kinderen vrij te laten wanneer ze gingen slapen. Ze distantieerden zich trouwens van nog meer ‘Thaise gewoontes’. Snoepen was er niet bij, hooguit 1 dag per week, en de tv ging bij Thaise soaps uit.

51 Mac en Theresia gruwden van Thaise soaps. Die bestonden vaak uit ruzies, vechtpartijen, achtervolgingen, schietpartijen. Ze huurden liever een VCD met lachfilmpjes. Charlie Chaplin en de Dikke en de Dunne waren favoriet, niet alleen bij Mac II maar ook bij Mac, die elke keer weer onbedaarlijk moest lachen bij scènes die hij al vaak gezien had. Mac hield ook van Peter Sellers als Clouseau en The Gardener had hij grijs gedraaid. Hij nodigde regelmatig Dick uit voor een filmavondje bij hem thuis. Dat was genieten met een pijpje bier en een bakje met knabbels onder handbereik. Soms mocht Mac II opblijven, want regels moeten ook overtreden kunnen worden.

52 Nog één dag te gaan voor Kees, Annetje en de drie kinderen. Ze waren teruggekeerd in Bangkok en zouden ’s avonds op het vliegtuig stappen. Maar wat doe je op zo’n dag? De klok tikt de uren af naar het vertrek, je pakt je koffers, eet een lichte maaltijd want het eerste wat je in het vliegtuig krijgt is een maaltijd. Als rechtgeaarde Nederlander laat je die niet aan je neus voorbij gaan, je hebt er tenslotte voor betaald. Mac had zijn woning aangeboden, zodat ze geen hotelkamer hoefden te huren. Dus keken ze naar een paar lachfilmpjes, maar in gedachte waren ze eigenlijk al in Holland.

Epiloog
Mijn feuilletons die inmiddels 53.803 woorden tellen, lijken af te stevenen op een definitief einde. Begonnen als Dokter Dick, chirurg zijn ze uitgedijd tot negen feuilletons waarin andere personages zijn geïntroduceerd. Ik noem in willekeurige volgorde zuster Annemarie, onderwijzer Peter en doktersassistente Marloes, Mac (Amerikaan, chirurg) en Theresia (verpleegster), Philip (gepensioneerd Britse huisarts), zijn vriendin Sasithorn aka Cat, dokter Kees (zaalarts). Ze zijn me dierbaar geworden. De auteur (dat ben ik dus, wil ik wel verklappen) vraagt zich af: hoe nu verder: Nieuwe personages ten tonele voeren op het gevaar af in herhaling te vervallen? Of stoppen voordat de sleet erin komt. Het afscheid valt me moeilijk.

Reacties niet mogelijk