Dagboek van een full time filantroop

Maandag
Eerste kantoordag van de nieuwe week. Alle kinderen van de stichting zitten in de lessen, ook mijn eigen kinderen zijn naar school en ik zit achter mijn laptop. Sinds Covid staat mijn laptop op een gammel Lazada tafeltje in mijn slaapkamer omdat manlief fulltime thuis is door de sluiting van zijn hostel/restaurant in Bangkok waar hij normaal gesproken veel is.

Gelukkig is hij een echte boeddhist en heb ik hem geen dag horen klagen over het feit dat hij van een goed inkomen naar een berg schulden is gegaan om de zaak drijvende te houden tot het toerisme eindelijk weer terug kan komen. Hij lijkt volkomen gelukkig in zijn nieuwe rol als fulltime huisvader en ik prijs me rijk met zijn maipbenrai levenshouding en laat me dankbaar potten thee brengen tijdens mijn zoom meetings in mijn tijdelijke kantoor.

Door de week woon en werk ik vanuit huis in Ranong, de kleine kuststad aan de zuidelijkste grens met Burma is de dichtsbijzijndste stad vanuit de stichting in de bergen van Phato. De afgelopen – bijna twintig!?! – jaar hiervoor woonde ik midden in de Thaise jungle met mijn gezin en werkte ik fulltime als vrijwilliger op het terrein van TCDF, stichting Thai Child Development. Inmiddels zit onze oudste dochter op de middelbare school en hebben we een huis in de stad gehuurd om niet dagelijks de 45 kilometer heen en weer te hoeven rijden.

Een beetje afstand van het project was eerlijk gezegd ook wel goed, ik kijk met andere ogen en ik word minder afgeleid door de constante stroom van urgente dagelijkse dingen die gebeuren als je een stichting leidt die hulpbehoevende kinderen ondersteunt met medische zorg en educatie. Er zijn zoveel schrijnende gevallen en urgente dingen namen vaak alle tijd over van de belangrijke dingen waar ik als directeur ook verantwoordelijk voor ben.

Gelukkig heb ik een GEWELDIG team van Thaise vrouwen uit het dorp die goed zijn getraind en die alle kinderen begeleiden en alle programma’s draaiende houden. Ik mis het soms wel, met mijn handen in de klei maar ik ben hier op het terrein inmiddels niet meer nodig. En dat was trouwens precies de bedoeling, een zelfstandig project dat volledig wordt gedragen door de lokale mensen.

Een kantoordag vanuit huis betekent voor mij in de ochtend e-mails beantwoorden, mensen die in het weekend berichten stuurden terug texten en werken aan nieuwe aanvragen of terugkoppelings verslagen voor fondsen, sponsoren en donateurs. En in de middag, vanaf een uur of twee als Nederland wakker wordt, zoom meetings met donateurs of met online vrijwilligers die bijvoorbeeld de website bijhouden, de financiële administratie controleren, of een vergadering met de bestuursleden van de Nederlandse tak van de stichting.

Dinsdag
Dinsdag is voor ontwikkeling van educatieve programma’s, trainingen en begeleidingsprogramma’s van kinderen met een studiebeurs.

Deze dag voelt rustiger, alle e-mails en textjes zijn op maandag beantwoord, alle afspraken voor deze week zijn gemaakt, er is niemand die op me “wacht”. Op dinsdagen werk ik samen met Poo, zij is onze TCDF Academy medewerker en verantwoordelijk voor de steun aan kinderen in de provincies in zuid Thailand.

Zo’n vijftien jaar geleden werkte ze voor ons in Phato als thuiszorgmedewerker. Maar nadat Poo’s man Wee (je gelooft het niet die namen:) uit een mangosteen boom is gevallen en zelf vanaf zijn middel volledig verlamd is geraakt, zijn ze terug naar zijn geboortedorp in het diepe zuiden gegaan waar hij als docent een baan heeft aangeboden gekregen in zijn dorpsschool. Ze hebben op de school speciaal voor hem rolstoel paden aangelegd, want scholen op het platteland in Thailand zijn allesbehalve rolstoelvriendelijk normaal gesproken.

Poo bouwt onze netwerken in de provincies met andere scholen voor kinderen met een beperking die we ondersteunen, ze houdt informatie bij over de laatste ontwikkelingen op het gebied van medische zorg en ze helpt  met het vertalen van educatieve programma’s. Ik kan inmiddels prima Thais lezen maar een handboek voor leraren in het Thais tikken daar waag ik me echt niet aan!

Woensdag
Woensdagen staan voor mij in het teken van de medische zorgprojecten. Ik werk die dag samen met Gun, mijn rechterhand en de vrouw die eigenlijk de hele tent runt op onze zorgboerderij in Phato: de  ‘TCDF Food Forest School’.

Gun was verpleegster, ze werkte bij een stichting voor kinderen met HIV in Lampang waar ze vandaan komt. Ze kwam via een nieuwe liefde op 20-jarige leeftijd bij ons aan de slag als nanny voor de kleintjes en heeft zich inmiddels opgewerkt tot hoogste baas van Stichting Thai Child Development.

Ze is officieel ‘alleen’ verantwoordelijk voor de medische zorg- en thuiszorgprojecten. Ze bezoekt op haar brommertje de ouders en grootouders in de hutjes in de bergdorpjes en praat met hen over hun kinderen en hoe we ze het beste kunnen ondersteunen in hun ontwikkeling.

Ze bezoekt de scholen, praat met de leraren, ze maakt alle afspraken in de ziekenhuizen voor operaties, fysiotherapie en wat er allemaal verder nodig is voor kinderen met medische problemen. Maar verder kom je haar ook overal tegen op het terrein van de zorgboerderij waar ze met haar zoontje Pee Mai (op nieuwjaar geboren, ja) in een van onze kleihuizen woont.

Pee Mai rent achter de kippen aan na school en Gun is altijd in de tuinen te vinden, toch nog even wat koffie plukken, even nog een keer de theebladeren omdraaien in de droogbakken, de jonge boompjes nog wat extra water, oh de eenden en kippen mogen best wat langer buiten vandaag, het is zo’n mooie avond. Overal is ze te vinden en wie bij ons wel eens weekendje op de zorgboerderij komt logeren, kent haar en Pee Mai dan ook zeker weten heel goed!

Donderdag
Donderdagen begin ik met een vergadering met Ingrid, ambassadeur van TCDF, mijn buurvrouw op de berg, beste vriendin en zakenpartner en enige andere Nederlandse in de verre omgeving op mijn kinderen na.

Ingrid en ik ontmoetten elkaar 20 jaar geleden in Hat Yai, waar we beiden als vrijwilligers voor een andere Thaise stichting werkten. Ingrid zou ik vast wel eens moeten hebben ontmoet toen ik als student op het terras van Café Coenen werkte in Rotterdam.

Zij kwam namelijk als zakenvrouw-(educator in het bedrijfsleven) geregeld wat eten en drinken met cliënten na een werkdag. Maar de 20 jaar leeftijdsverschil en de verschillende levensfases hebben ervoor gezorgd dat wij elkaar pas ver van huis, hier in Thailand ontmoetten. Ingrid ging na drie maanden vrijwilligerswerk in Hat Yai terug naar Rotterdam, verkocht haar huis, zegde haar baan op en kwam ook naar Thailand.

Ik vroeg haar of ze met me mee wilde omdat ik mijn eigen stichting ging beginnen en vanaf dag één was ze mijn steun en toeverlaat en dat is ze nog steeds. Ingrid woont op de berg, vanaf ons huis een paar honderd meter een bergpad af wandelen, waar ze ook een eigen huis heeft gebouwd en gelukkig leeft met haar Canadese man Eric, een paar honden en een kat.

Ze is peetmoeder van mijn dochter en de beste buur die ik me kan wensen. Onze huizen hebben slechts half hoge muren, geen deuren laat staan sloten dus de kinderen rennen in en uit. Als bezoekers aan de stichting denken, dan kennen ze niet mij maar Ingrid. Waar ik graag stilletjes thuis blijf en eigenlijk alleen met het Thaise team werk, is Ingrid degene die alle bezoekers verwelkomt, informeert en later weer op de hoogte houdt online.

De laatste 15 jaar hebben we honderden mensen mogen verwelkomen die een weekend, een week, een maand – of zelfs een hele winter – bij ons op de berg verbleven in een van de drie bungalows aan de rivier. Ingrid legt als TCDF Ambassadeur deze mensen enthousiast uit wat de stichting precies allemaal doet voor hulpbehoevende kinderen in de medische zorg en educatieve projecten.

En hoe een verblijf in de huisjes, een maaltijd in het restaurant, een kookcursus, maar ook een dagje snorkelen of bamboe vlotvaren echt helpt omdat het banen creëert voor de leraren, ouders en andere lokale mensen en daarnaast nog eens ALLE winst terug gaat naar de stichting.

We zitten op onze berg eigenlijk ietsjes TE goed verstopt in de jungle en we zouden veel meer bezoekers willen hebben om het project en de zorgboerderij echt winstgevend te krijgen, maar de kleine groep bezoekers die ons WEL vinden, blijven toch vaak terugkomen en dat is eigenlijk grotendeels omdat Ingrid ervoor zorgt dat ze zich welkom voelen en een onderdeel van de stichting.

Vrijdag
Vrijdagen hou ik de laptop dicht, het is mijn dag om na te denken, te creëren, te plannen, kijken wat er goed ging deze week, wat we volgende week aan gaan pakken. Het is ook de dag dag ik wat rust in mijn hoofd probeer te creëren VOOR het drukke weekend.

Op vrijdagmiddag staan we met de auto (bepakt met de konijnen en de boodschappen van de supermarkt zoals melk, muesli, kaas en alles wat je in Phato niet kan kopen) klaar bij de school van onze kinderen om richting de berg te rijden. Onze twee pleegdochters komen ook thuis van school en de vrijdagavond is gezellige chaos in ons eigen huis met het hele gezin. Met drie tiener meiden van 16, 17 en 18 wordt er veel gedanst en gegiecheld.

Pee mai komt gelukkig logeren of onze zoon die even oud is – en zijn beste vriend – rent de berg af en slaapt bij Guns huis omdat zijn zussen nu te groot zijn om nog echt met hem te spelen. Het kampvuur gaat aan, we geven de planten water, de konijnen rennen lekker los. Ik kijk naar de duizenden sterren en hou nog steeds zoveel van Thailand als mijn eerste avond aan het kampvuur in Hat Yai 20 jaar geleden als 23-jarige.

Zaterdag
Zaterdagochtenden worden we wakker bij de stichting met het uitzicht over de jungle. We staan als altijd op met de zon, cappuccino drinkende kijken we naar de vogels die iedere dag om 6 uur dezelfde kant op vliegen over de rivier naar de andere kant van het woud. We luisteren naar de krekels, de poes ligt op schoot.

We laten de pubers lekker uitslapen en om 8 uur loop ik tien minuutjes de berg af naar de speciale school van TCDF, een school waar kinderen met een beperking dagelijks naar toe komen dankzij onze gedoneerde schoolbus. Op zaterdag is de school ook open. Maar dan als buurthuis voor kinderen uit het dorp.

Er worden normaal gesproken door vrijwilligers de hele dag educatieve activiteiten georganiseerd, yoga voor kinderen, Engelse les, sport en spel, recycle bank, kunst en crea en natuurlijk ook in de tuinen, kippen voeren, eieren rapen etcetera. Kinderen uit het dorp komen en gaan en, voor de pandemie, waren er ook geregeld Nederlandse kinderen die op vakantie waren bij ons.

De zaterdag activiteiten zijn nu stopgezet omdat we geen vrijwilligers hebben door Covid en ook om ervoor te zorgen dat we de speciale school voor kinderen met een beperking mogen openhouden door volledig dicht te gaan voor bezoekers van buiten het dorp.

Ach, wat is het nu verdrietig stil op zaterdagen, de kinderen uit het dorp, inclusief mijn zoon rennen achter de kippen aan, bouwen dammetjes in de rivier, fietsen over de keitjes maar vervelen zich toch ook te pletter en zeuren om een telefoon. Mijn vriendinnen in Nederland en ik zitten echt in hetzelfde schuitje wat dat betreft…. ook kinderen die in de jungle zijn geboren en getogen houd je daar niet van weg zo blijkt!

Ik werk op zaterdagen in TCDF’s speciale school samen met het lokale team. Met de leraren van de speciale school gaan we de programma’s door en controleer ik de financiën van alle projecten. We ondersteunen inmiddels een paar honderd kinderen die buiten het systeem vallen met educatie en medische steun. We werken hierbij samen met alle lokale scholen, ziekenhuizen en dorpshoofden. Er zijn een hoop balletjes omhoog te houden en de zaterdagen vliegen dan ook voorbij.

Zondag
Zondag is mijn rustdag, ik maak een ontbijt voor het hele gezin, sleur de pubers hun bed uit, was de honden, werk wat in onze moestuin, speel monopoly met de kinderen, help met huiswerk als het nodig is, verdeel het zakgeld voor de schoolweek, regel de orthodontist, luister naar alle verhalen over de verschrikkelijke leraren/vrienden etcetera en alle andere dingen die bij het ouderschap komen kijken.

Om drie uur heb ik mijn vaste whatsapp gesprek met mijn moeder, ze is in de 70 maar komt nog jaarlijks naar Thailand en is – naast de beste moeder – ook de beste oma die ik kan wensen voor de kinderen. Penny’s, Donald Duckjes, kruidnootjes met sinterklaas en envelopjes voor alle verjaardagen, rapporten enzovoort komen aan in de postbox in het postkantoor van Phato.

Onze kinderen zijn geboren en getogen in de jungle, ze zijn helemaal één met de natuur en de Thaise cultuur maar dankzij oma, de vaste vakanties naar Nederland voor Pasen, de weekbladen, Nederlandse luisterboeken en steevast Nederlands blijven praten zijn het ook helemaal Nederlandse kinderen. Over een paar jaar gaat de oudste studeren in Delft of Rotterdam, is mijn moeder misschien wat te oud om nog veel heen en weer te reizen en zal er een tijd aanbreken dat we weer meer in Nederland zijn.

Een nieuwe fase. Deze twintig jaren in Thailand zijn voorbij gevlogen, mijn hele volwassen leven woon ik hier. Ik heb vele kinderen mogen zien opgroeien tot de beste versie van zichzelf, binnen hun eigen fysieke en mentale mogelijkheden en beperkingen, binnen hun eigen dorp en familieomstandigheden.

Sommige kinderen hadden de stichting maar een paar maanden nodig, bijvoorbeeld voor een operatie en fysiotherapie waarna ze letterlijk op hun eigen benen leerden staan. Andere kinderen waren onder zulke schrijnende omstandigheden geboren dat ze niet oud hebben mogen worden, ook niet met de interventies, beste bedoelingen of zorg van TCDF.

Ik ben geen wereldverbeteraar, ik kan helaas ook niet alle kinderen helpen, maar voor die paar honderd kinderen die mijn stichting wel kan helpen maken we een wereld van verschil.

Naschrift
Als iemand de kinderen van stichting TCDF-Thai Child Development wil helpen dan kan dat via de website https://thaichilddevelopment.org/

Ook een bezoek aan de stichting en een verblijf in een van de huisjes is een goede manier om het goede doel te steunen!

Omdat de stichting klein is en grote behoefte heeft aan meer bekendheid wordt delen erg gewaardeerd!

Reacties niet mogelijk