1N=10D=1000A

Je hebt klein leed, groot leed, dichtbij leed, veraf leed, Nederlands leed, buitenlands leed, snel leed en langzaam leed. Hoe groter, dichterbij, Nederlandser en sneller het leed; hoe meer aandacht de media eraan besteden. Dat doen ze volgens de eenvoudige formule 1N=10D=1000A (één Nederlander = tien Duitsers = duizend Afrikanen). Laat ik dat met enkele voorbeelden toelichten.
Van klein leed is sprake als iemand over een bananenschil uitglijdt, met zijn bips in een hoopje hondenstront terechtkomt, onverwacht thuiskomt om een schone broek aan te trekken, zijn vrouw betrapt met de buurman en door het lint gaat. Dit incident is goed voor een klein berichtje in een kadertje op de voorpagina. De lezer glimlacht en leest het geamuseerd aan zijn huisgenoten voor.
Van groot leed is sprake als hele bevolkingsgroepen elkaar uitmoorden, een vulkaan uitbarst, een rivier overstroomt, een tornado over het land raast, of een flatgebouw als een kaartenhuis in elkaar stort. Dit soort gebeurtenissen is goed voor de opening van de krant. De lezer is perplex, maar hij gaat al snel over tot de orde van de dag en is blij dat hij in Nederland woont.
Van dichtbij leed is sprake als je bijvoorbeeld in Schiedam woont en binnen de gemeentegrenzen een dronken automobilist zijn auto total loss rijdt tegen een lantaarnpaal. Weliswaar komt de man met de schrik vrij, maar het ongeluk is toch goed voor een berichtje op de plaatselijke pagina. De lezer die zelf wel eens onder invloed achter het stuur zit, leest het onbewogen en denkt: ‘Dat gebeurt mij niet.’
Van veraf leed is sprake als in India de Ganges buiten haar oevers treedt en honderden mensen verdrinken. Zo’n gebeurtenis is goed voor een klein berichtje op de buitenlandpagina, tenzij (uiteraard met een andere rivier) hetzelfde gebeurt in Suriname. Want dan telt niet de geografische afstand, maar het feit dat Suriname een ex-kolonie van Nederland is. Dan is het berichtje groter en staat de telefoonkabel tussen beide landen roodgloeiend.
Van Nederlands leed is sprake als in het buitenland een bus met Nederlandse toeristen van de weg af raakt en de inzittenden gewond raken danwel overlijden. Zo’n ongeluk is goed voor een fors artikel. Maar wanneer een bus met Russische toeristen in hetzelfde land verongelukt, zal de media-aandacht beduidend minder zijn. En misschien denkt de lezer wel (maar niet hardop) dat de chauffeur een wodkaatje teveel op had.
Van snel leed is sprake wanneer sluipschutters onschuldige burgers doden, maar wanneer dezelfde onschuldige burgers in een land wonen waarvan de handelsbalans langzaam wordt gewurgd door de rijke landen (die immers op economisch gebied de lakens uitdelen) is er sprake van langzaam leed. Alhoewel in dat land het inkomen per hoofd van de bevoling daalt, de kindersterfte toeneemt en de levensverwachting afneemt, laat elke journalist het land links liggen.

Om met deze begrippen te oefenen geef ik wat huiswerk. Bepaal van de volgende gebeurtenissen het leed-gehalte, de media-aandacht en de impact op de media-consument:
1 Het ongehuwd moederschap en de onbevlekte ontvangenis van Maria.
2 Het gebrek aan kamers in de herberg te Bethlehem waardoor het kindeke Jezus in een stal werd geboren.
3 Het bliksembezoek van de wijzen uit het Oosten.
4 De ANWB-ster.
5 De kindermoord te Bethlehem.
6 Het gratis optreden van het engelenkoor boven het veld van Efrata.
7 Het in de steek laten van hun kudde door de herders.

Veel succes!

  • Geen Trackbacks
  • Reacties (0)
  1. Nog geen reacties