Uitwerkingen

Waterleidinglek
Deze casus is gebaseerd op het simulatiespel Kuifje en het mysterie van het vervuilde water, dat jarenlang op de School voor Journalistiek te Utrecht is gespeeld in de projectweek voor eerstejaars. Een simulatiespel is een helaas weinig toegepaste didactische werkvorm, waarin een praktijksituatie wordt nagebootst. De beschreven waterverontreiniging heeft nooit plaatsgevonden in Utrecht; wel een soortgelijke in Vlaardingen.

Hoe ga je te werk?
1 Op het eerste gezicht lijkt dit een vrij simpel incident, dat je met een nieuwsberichtje kunt afdoen. Een echt Kuifje gaat evenwel op onderzoek uit. Je wilt weten: wat is er precies gebeurd en welke maatregelen zijn genomen? Aan de hand daarvan maak je een reconstructie met een tijdbalk.
Bronnen: afdeling voorlichting WMN, werknemers die het onderzoek uitvoerden en ter plaatse waren alsmede omstanders en omwonenden, bewoners en bedrijven in het gecontamineerde gebied, laboratorium dat de monsters heeft onderzocht, afdeling voorlichting stadhuis, stadsbeheer – afdeling uitvoering openbare ruimte, Stadsomroep Utrecht, politie.

2 Vervolgens benader je instanties die nadere informatie kunnen geven c.q. commentaar.
Bronnen: voorzitter plaatselijke Huisartsenkring, Inspectie Volksgezondheid, Academisch Ziekenhuis Utrecht, NV Kiwa, VEWIN (Vereniging van Exploitanten van Waterleidingbedrijven in Nederland), VWN (Vereniging voor Waterleidingbelangen in Nederland), Keuringsdienst van Waren, gemeentelijke ombudsman.

3 Als je precies weet, wat er gebeurd is (en wat had moeten gebeuren), heb je voldoende ‘munitie’ om de verantwoordelijke autoriteiten het vuur na aan de schenen te leggen.

4 Mogelijkheden voor een follow-up: achtergrondverhaal, analyse, commentaar, column; historisch verhaal over drinkwater en waterleidingbedrijf.

Vragen voor je research
1 Zat dat lek er al of is het ontstaan tijdens het lekonderzoek?
2 Welke maatregelen zijn genomen en wanneer?
3 Hoeveel klachten zijn binnengekomen, wanneer?
4 Wanneer zijn de watermonsters genomen, waar?
5 Wanneer was de laboratoriumuitslag bekend?
6 Wanneer is het gebied ‘afgedamd’?
7 Waren deze maatregelen adequaat?
8 Wanneer is de brief verspreid, hoe en waar?
9 Zijn andere communicatiekanalen overwogen?
10 Welke instanties zijn gewaarschuwd, wanneer?
11 Hoeveel bedraagt het waterverlies door spuien?
12 Wat wordt bedoeld met ‘geringe hoeveelheid havenwater’ in persbericht (hoe weet WMN dit?) en ‘zoveel mogelijk risio’ (elk? voldoende?)?
13 Hoeveel tijd zat er tussen de lekkage en de eerste maatregel?

Chronologie
Als je een antwoord hebt gevonden op bovenstaande vragen, maak je eerst een tijdbalk:
9 uur: contaminatie
9.30: kroegbaas Joep den Heijer belt als eerste WMN
9.30: technische dienst WMN stelt onderzoek in
10: technische dienst isoleert het gecontamineerde gebied en begint te spuien
10.15: laboratorium neemt drie watermonsters
11.00: technische dienst licht directie in; directie licht voorlichting WMN in
12: extra uitzending Stadsomroep Utrecht: vraaggesprek met Joep den Heyer
12: persbericht en bewonersbrief uit, Ali Türkdogan ontvangt Nederlandse bewonersbrief
13: stadhuis meldt de afdeling voorlichting WMN dat vijf ambtenaren misselijk zijn geworden en acute diarree hebben; ze zijn naar het AZU gegaan
13.30: Stadsomroep Utrecht belt na een tip uit het stadhuis voorlichting WMN om te vragen wat er aan de hand is
13.30: huisarts attendeert voorlichting WMN op Inspectie voor de Volksgezondheid; voorlichting informeert Inspectie
15: directie informeert voorlichting over watermonsters
16: afdeling voorlichting gaat dicht, een bandje kondigt persconferentie aan
16.30: briefing directeur door voorlichting WMN
17.30: persconferentie directeur 

Conclusies en vragen
1 Via omstanders, omwonenden en ‘lekkende’ werknemers ben je te weten gekomen dat de contiminatie niet plaatsvond tijdens een routineonderzoek, maar tijdens een demonstratie voor buitenlandse waterleidingexperts. WMN liet zien hoe het met behulp van perslucht lekken detecteert. Ze deed dit bij een niet meer in gebruik zijnde leiding, waarvan bekend was dat die lek was. Na afloop van de demonstratie maakte een werknemer een fout: hij draaide de verkeerde afsluiter dicht. Je ziet hier hoe belangrijk het is voor een journalist om in alle lagen van de bevolking contacten te hebben.

2 De bewonersbrief werd pas drie uur na de contaminatie verspreid. Rijkelijk laat, vind je niet? In het desbetreffende gebied wonen veel Turken en Marokkanen. Waarom de brief niet vertaald? Voorts werd verzuimd met een waarschuwing in te breken op Stadsomroep Utrecht en/of een geluidswagen rond te laten rijden.

3 Aan waterleidingexperts (Kiwa, Vewin, VWN) heb je gevraagd of de maatregelen die WMN heeft genomen, adequaat waren. Zij menen dat het bedrijf had moeten chloreren. Het heeft nu een groot risico genomen omdat het niet wist hoe ernstig de contaminatie was. Dat bleek pas om 15 uur.

4 Je research heeft verder nog opgeleverd:
– Verzuimd werd de afdeling voorlichting stadhuis te informeren. Deze kwam hier pas achter nadat enkele ambtenaren last van diarree kregen en naar het ziekenhuis gingen.
– Verzuimd werd de Inspectie Volksgezondheid te informeren. Dit gebeurde pas na een vraag van de voorzitter van de Huisartsenkring.

Persconferentie
Je beschikt nu op basis van je fact-finding operatie over voldoende feitelijke gegevens om het de directeur van WMN knap lastig te maken op de persconferentie. Houd er rekening mee dat de collega’s van de andere media hiervan niet op de hoogte zijn. In dat geval houd je je kaken stijf op elkaar en praat je na afloop van de persconferentie onder vier ogen met de directeur.

Fantasie of werkelijkheid?
Misschien vind je de gang van zaken onwaarschijnlijk. Inderdaad is een aantal feiten gefantaseerd. Maar soms is de werkelijkheid werkelijker dan de fantasie. Deze casus wil je duidelijk maken dat je als journalist op alles wat je ziet en hoort, Kuifje’s adagium moet loslaten: Daar wil ik het mijne van weten. Ook bij ogenschijnlijk onbeduidende voorvallen. Tenslotte is de Watergate-affaire ook begonnen met een simpel inbraakje, maar die heeft uiteindelijk wel geleid tot het aftreden van president Nixon.

 

 Verhalenwedstrijd
De uitgeverij behoudt zich het recht voor taal- en interpunctiefouten te corrigeren. Dat belooft weinig goeds, want in het reglement staan tal van fouten en we leggen niet eens op elke slak zout: nederlands (Nederlands), geboorte d.d. (geboortedatum), erbij (er bij), vanvoren (linker marge), deskudige (deskundige). Verder ontbreken soms spaties na de punt en voorwaarde 5 is nogal krakkemikkig geformuleerd.
Maar belangrijker: Hoeveel winnaars zijn er? Stel dat het er twintig zijn. Dan incasseert de uitgeverij 2500 gulden, waar een boekenpakket ter waarde van 250 gulden voor één auteur tegenover staat. Als dat pakket dan ook nog uit winkeldochters bestaat, is die hele wedstrijd een goudmijntje voor De Vleermuis, die geen enkel risico loopt.
Wie maken deel uit van de jury? Dat willen we ook graag weten om te bepalen of die inderdaad ‘deskudig’ is.
Een serieuze wedstrijd of oplichterij: dat is de vraag. 

 

Jacob van Strij
1 Van wie is het schilderij gekocht?
2 Hoe duur was het?
3 Welke andere schilderijen zijn bekend van hem?
4 Hoezo ‘een kapitaal doek’?
5 Hoezo ‘van grote artistieke en documentaire waarde’?
6 Hoezo ‘belangrijke aankoop’?
7 Wat is een retourschip?

Aanvullende taak: Ga in onderstaand artikel uit het Rotterdams Dagblad na welke vragen beantwoord worden en welke niet.

IMG_0012

Fotobijschrift: Het jacht van de VOC-Kamer van Rotterdam op weg naar een teruggekeerde Oostindiëvaarder die op de rede van Hellevoetsluis ligt. Het Maritiem Museum kocht dit schilderij van Van Strij via een Parijse kunsthandelaar van een Engelse particulier. Foto Maritiem Museum

Maritiem Museum koopt
VOC-doek Jacob van Strij
Rotterdam — Het Maritiem Muse­um Rotterdam heeft een bijzon­der olieverfschilderij van de acht­tiende eeuwse Dordtse schilder Jacob van Strij aangekocht. Op het doek van bijna 2 bij 3 meter zijn verschillende VOC-schepen in Rotterdams vaarwater afge­beeld. Het werk is vanaf komende zaterdag op de eerste verdieping van het museum te bewonderen.
Directeur Schimmelpenninck van der Oije van het Maritiem Museum werd enige tijd geleden door een Parijse kunsthandelaar getipt over het schilderij. Het bleek in het bezit te zijn van een Engelse particulier die het wilde verkopen. Dit voorjaar was de ti­telloze Van Strij nog op de TEFAF kunsttentoonstelling in Maas­tricht te zien. Het museum ver­wierf het doek voor ongeveer 600.000 gulden.
Op het achttiende eeuwse schilde­rij zijn twee VOC-schepen afge­beeld. Het ene is het jacht van de Kamer Rotterdam van de Ver­enigde Oostindische Compagnie. Deze vaart richting een net terug­gekeerde Oostindiëvaarder, die links op het schilderij voor anker gaat. Helemaal links, in het Goe­reese Gat, is het begeleidende li­nieschip te zien en op de achter­grond zijn delen van Hellevoetsluis te herkennen.
Het precieze jaartal van de afbeel­ding is onbekend. Deskundigen schatten dat het in de periode tus­sen 1780 en 1795 moet zijn ge­maakt. Van Strij heeft in zijn loop­baan zelden scheepvaarttaferelen geschilderd. Het Maritiem Muse­um vermoedt daarom dat het kunstwerk in opdracht werd ver­vaardigd. De ongewone affnetin­gen (172 x 279) maken deze theo­rie nog aannemelijker.
Jacob van Strij (1756-1815) is voor­al bekend geworden als land­schapschilder. Hij volgde zijn op­leiding in Antwerpen en kwam uit een artistieke familie. Zowel zijn vader als zijn beide broers waren schilders. In de jaren 1790-1796 werkte hij veel met zijn oudere broer Abraham (1753-1826). Sa­men maakten ze een aantal wer­ken van zeer groot formaat, zogeheten ‘behangselsehilderijen’. Zo­wel zijn eigen zoon Hendricus Jo­hannes (1780-1818) als de zeeschil­der J. C. Schotel worden tot zijn leerlingen gerekend.
Deze belangrijke aankoop voor het Maritiem Museum kwam tot stand met bijdragen van de Ver­eniging Rembrandt, het Dorus Rijkers Fonds, het Ondersteu­ningsfonds Nationaal Instituut voor Scheepvaart en Scheepsbouw, de Stichting Bevordering van Volkskracht en de Stichting Maritieme Belangen Prins Hen­drik. Ook het Dordts Museum wilde het schilderij dolgraag hebben. Vooral omdat het museum in het najaar een overzichtstentoonstel­ling van werk van Jacob van Strijzal gaan inrichten. Het Maritiem Museum heeft de Dordtse colle­ga’s beloofd het doek voor de ten­toonstelling in bruikleen te geven. De VOC-schepen van Van Strij zullen echter vanaf zaterdag al in het Maritiem Museum zijn te zien. (Rotterdams Dagblad, 27 juli 1999)

Vlaardingse totempalen
De auteur had even de telefoon moeten pakken en een belletje plegen naar de afdeling voorlichting van het stadhuis. Dan had hij kunnen schrijven dat de ’totempalen’ er neer waren gezet om klimop langs te geleiden.

  • Geen Trackbacks
  • Reacties (0)
  1. Nog geen reacties