Commentaar

Roofvogels
Alhoewel het artikel leuk begint, gaat het daarna zwabberen. De alinea‑indeling is onregelmatig, de lezer krijgt nauwelijks een beeld van de bezigheden van deze mensen en het artikel roept tal van vragen op. Om er enkele te noemen:
‑ Hoeveel vogels en welke hebben ze nu? Hoe komen ze daaraan?
‑ Ze waren ‘al jaren vogelliefhebbers’? Hoe dan?
‑ De vogels worden geregistreerd. Wat houdt dat in?
‑ Hoe bouwt de valkenier een ‘vertrouwensband’ op?
‑ Hij is ‘van jongs af aan gefascineerd door roofvogels’. Vanaf welke leeftijd? Hoe? Waaruit blijkt dat?

In de tweede zin wordt de indruk gewekt dat het roofvogelcentrum al bestaat; later in de tekst wordt tweemaal (!) vermeld dat het nog moet opengaan. Dat is verwarrend.

Het artikel voldoet ook niet aan de schrijfeis ‘Show, don’t tell’.
‑ Wat houdt dat trainen nu precies in?
‑ Wat wordt bedoeld met ‘de vogels op hun gemak stellen’?
‑ Hoe zijn de vogels gehuisvest?
‑ Wat gebeurt er tijdens die demonstraties?

Ten slotte bevat het artikel ook nog enkele tenenkrommende clichés, zoals ‘mag de pret niet drukken’ en ‘vertelt hij met gepaste trots’.

Het artikel herschrijven tot een informatief en aantrekkelijk verhaal is eigenlijk een onbegonnen zaak, omdat te veel informatie ontbreekt. Er is maar één remedie en dat is: de auteur moet terug naar het roofvogelcentrum en zijn werk overdoen.

  • Geen Trackbacks
  • Reacties (0)
  1. Nog geen reacties