De strijd om 4,6 vierkante kilometer bij Preah Vihear

15 april 2013 – Toen het Internationale Hof van Justitie (ICJ) in 1962 Hindu-tempel Preah Vihear (Thaise naam Phra Viharn) aan Cambodja toewees, huilden de ministers tijdens de kabinetsvergadering. De vraag is: huilen ze weer, wanneer het ICJ de door beide landen geclaimde 4,6 vierkante kilometer bij de tempel aan Cambodja toewijst?

Vandaag beginnen de mondelingen toelichtingen van beide landen op Cambodja’s verzoek, gedaan in 2011, om het vonnis uit 1962 te ‘herinterpreteren’. Cambodja wil het Hof een uitspraak ontlokken over het eigendom van dat gebied. Maandag en donderdag geeft Cambodja een toelichting, woensdag en vrijdag Thailand. De uitspraak wordt in oktober verwacht.

Bangkok Post noemt de zaak ‘a matter of national pride’. ‘As the Preah Vihear dispute heads to the ICJ today, the row remains wrapped in patriotic overtones. […] In 1962 was het territoriaal conflict meer dan een juridisch gevecht; het was een emotioneel gevecht, een strijd van beide eisers om de nationale trots te handhaven.’ (Zie verder pagina Cambodja-Thailand voor ICJ en pagina Preah Vihear)

Dinsdag 16 april
– Cambodja heeft Thailand ervan beschuldigd zijn troepen niet te hebben teruggetrokken uit de omgeving van Hindu-tempel Preah Vihear. Dit betoogde de Cambodjaanse minister van Buitenlandse Zaken Hor Namhong gisteren op de eerste dag van de hoorzitting van het Internationale Hof van Justitie (ICJ) in de Preah Vihear-zaak. Bovendien beschuldigde Namhong Thailand ervan herhaaldelijk Cambodjaanse posities bij en in de omgeving van de tempel te hebben aangevallen.

De eerste beschuldiging baseert Cambodja op het vonnis van het Hof uit 1962, waarbij de tempel aan Cambodja werd toegewezen. Het Hof beval Thailand zijn soldaten terug te trekken uit de tempel en ‘vicinity’. Cambodja redeneert dat hiermede ook het gebied van 4,6 vierkante kilometer werd bedoeld, dat door beide landen wordt betwist. Maar Thailand wijst erop dat het Hof destijds alleen de tempel aan Cambodja toewees en geen uitspraak deed over de grens tussen beide landen.

Een interessant argument dat Thailand nu inbrengt, is de vraag of het redelijk is nog steeds uit te gaan van de zogeheten Dangrek-kaart, een kaart die begin 20ste eeuw door twee Franse officieren is getekend. Deze kaart situeert de tempel op Cambodjaanse grondgebied, maar bevat fouten zoals het International Training Centre for Aerial Survey in Delft al eens heeft vastgesteld. Volgens Thailand zal het grensconflict zich verergeren wanneer het Hof deze kaart als referentiepunt blijft gebruiken. ‘Onnauwkeurigheden en tegenstellingen zullen ongetwijfeld opduiken wanneer die kaart wordt geprojecteerd op een moderne kaart of het bestaande landschap’, stelt het verweerschrift van Thailand.

Nog even de voorgeschiedenis in het kort. In 1962 wees het ICJ de tempel aan Cambodja toe met als belangrijkste argument dat Thailand zich lange tijd niet had verzet tegen de (fouten bevattende) Dangrek kaart, vernoemd naar de bergketen waarop de tempel staat. In 2008 verleende Unesco de werelderfgoedstatus aan de tempel. In februari 2011 braken gevechten tussen Cambodjaanse en Thaise soldaten en in april vroeg Cambodja het ICJ het vonnis uit 1962 te ‘herinterpreteren’.

Woensdag en vrijdag geeft Thailand een mondelinge toelichting, donderdag komt Cambodja nog een keer aan het woord. Het vonnis wordt over een half jaar verwacht.

Op de foto het Hof in zitting bijeen en de twee delegaties: links Cambodja, rechts Thailand.

– Grensbewoners en nationalistische groepen gaan morgen aan de Thais-Cambodjaanse grens protesteren tegen wat zij beschouwen als de inmenging van het Internationale Hof van Justitie in het grensconflict tussen Cambodja en Thailand. Volgens hen is het Hof niet bevoegd in de zaak een uitspraak te doen.

De rally wordt gesteund door de Si Sa Asoke gemeenschap, een grensdorp c.q. groep activisten en lid van de conservatieve boeddhistische Santi Asoke sekte. De bewoners voorzien de demonstranten van onderdak en voeding. Santi Asoke speelde een soortgelijke rol tijdens de protesten van de geelhemden in 2008, toen het Government House 183 dagen werd bezet.

Woensdag 17 april
– De argumenten die Cambodja in de Preah Vihear-zaak maandag aanvoerde, zijn ongefundeerd en worden niet gesteund door feiten, zegt Krairavee Sirikul, hoofd van het Legal and Treaties Affairs Department van het ministerie van Buitenlandse Zaken.

Als voorbeeld noemt hij Cambodja’s bewering dat Thailand 51 jaar geleden, nadat het Internationale Hof van Justitie de tempel aan Cambodja had toegewezen, bij de tempel hekken met prikkeldraad had geplaatst om de grens te markeren. Cambodja zegt dat Thailand ten onrechte beweert er nooit tegen geprotesteerd te hebben. Het land zou daarover bij de VN hebben geklaagd.

Krairavee zegt dat Cambodja destijds geen bezwaar heeft gemaakt en voert als bewijs een bezoek aan de tempel op van prins Norodom Sihanouk van Cambodja, in het gezelschap van de Britse, Franse en Amerikaanse ambassadeur in Cambodja. De prins had er niets van gezegd.

Deze week geven Thailand en Cambodja een mondelinge toelichting in de zaak. Cambodja stapte in 2011 naar het Hof en vroeg het het vonnis van 1962 te herinterpreteren zodat duidelijk wordt wie de rechtmatige eigenaar is van 4,6 vierkante kilometer bij de tempel die door beide landen wordt betwist. Maandag kwam Cambodja aan het woord, vandaag Thailand. Donderdag Cambodja weer en vrijdag Thailand. Over zes maanden wordt de uitspraak verwacht. (Zie pagina Cambodja-Thailand voor ICJ)

– Afgezien van het gekibbel over de 4,6 vierkante kliometer speelt nog een andere affaire. De inwoners van het grensdorp Phumsarol zijn als gevolg van het grensconflict land kwijtgeraakt en wat nog erger is, dat land is in gebruik genomen door Cambodjanen. Daarom sluiten ze zich nu aan bij activisten, waar ze eerder niets van moesten hebben omdat die maar onrust stookten.

Neem Arporn Pheunsawan, die in tambon Nam Om in Kantharalak woont. Zij heeft 400 rai land verloren, dat ze van haar ouders had geërfd. Die verbouwden er cassave op totdat ze er in 1983 van verjaagd werden toen gevechten uitbraken tussen Thaise en Cambodjaanse soldaten. In 1987 mochten ze terugkeren.
‘We moesten landmijnen ruimen voordat we het land weer konden gebruiken’, vertelt Arporn. ‘Velen hebben toen armen en benen verloren.’ Alhoewel het land in 1997 deel ging uitmaken van nationaal park Khao Phra Viharn, mochten ze het blijven bewerken. Tot 2 jaar geleden het conflict over de 4,6 vierkante kilometer uitbrak. De bosbeheerder verklaarde toen 3.000 rai tot verboden gebied.

Maar nu komt de pijn: niet lang nadat de dorpelingen hun land gedwongen hadden moeten verlaten, werd het in bezit genomen door Cambodjanen. De Cambodjaanse autoriteiten zouden hen zelfs grondaktes hebben verleend.

De verdreven Thaise dorpelingen verzamelen nu handtekeningen om een klacht bij de VN in te dienen en de VN te vragen die door te spelen naar het Hof in Den Haag. Ze zeggen: wanneer het Hof ten gunste van Cambodja vonnist, zal opnieuw onrust uitbreken waarvan wij de dupe worden.

Wat de dorpelingen ook irriteert, is dat Thailand’s grenspolitiek elke keer verandert bij een andere regering, maar het beleid van Cambodja niet, want dat land heeft nog steeds dezelfde leider. De dorpelingen zeggen dat ze geen enkele hulp krijgen van de regering. Die zou nu zelfs de kant van Cambodja kiezen.

Preah Vihear in Den Haag: Thailand slaat terug
18 april – Zo’n honderd leden van het South Isan Land Protection Network hebben gisteren geprobeerd de 4,6 vierkante kilometer bij Hindu-tempel Preah Vihear binnen te dringen, waarover het Internationale Hof van Justitie (ICJ) in Den Haag zich momenteel buigt. Ze wilden er de Thaise vlag hijsen, maar een gecombineerde macht van politie en soldaten hield hen tegen.

Ondertussen kwam in Den Haag Thailand aan het woord, nadat Cambodja er maandag een toelichting had gegeven op zijn in 2011 ingediend verzoekschrift. Daarin vraagt Thailand’s buur het vonnis van het Hof uit 1962, waarbij de tempel aan Cambodja werd toegewezen, te herinterpreteren en een uitspraak te doen over het eigendom van de 4,6 vierkante kilometer bij de tempel, die door beide landen wordt betwist.

Thailand betoogde gisteren dat het in 1962 volledig heeft voldaan aan het vonnis van het Hof: het trok zijn troepen terug uit de tempel en en heeft de antieke artefacten waar Cambodja om had gevraagd, teruggegeven. Echter, het Hof deed toen geen uitspraak over de grens (waar Cambodja wel om had gevraagd).

 ‘Na een halve eeuw komt Cambodja terug naar het Hof om de betekenis en draagwijdte van het vonnis van 1962 te trotseren. Dat is een totale verandering van houding. Het vraagt het Hof iets te doen wat het in 1962 weigerde te doen: het beschouwen van de grenslijn’, aldus een van Thailand’s advocaten. Volgens hem wil Cambodja het land als beheersgebied gebruiken, een eis die Unesco stelde toen de tempel op de werelderfgoedlijst werd geplaatst. Het door Cambodja gewenst beheersgebied overlapt echter de 4,6 vierkante kilometer.

Het conflict over de grens, betoogde de advocaat, dient bilateraal te worden opgelost, iets wat in 2000 in een Memorandum of Understanding door beide landen is afgesproken. ‘Maar Cambodja weigert dat.’

Bangkok Post constateert dat op de social media veel woorden van bewondering en vertrouwen worden geuit over het Thaise juridisch team. Een senator zei over het pleidooi van een van de advocaten: ‘Her presentation makes my hair stand on end.’

Vandaag komt Cambodja weer aan het woord, vrijdag Thailand nog een keer en daarna is het wachten op het vonnis dat in oktober wordt verwacht.

Donderdag 18 april
– Als kolonel Sanya Kiatsarn zijn woord houdt, wappert de Thaise vlag op een heuvel in de omstreden 4,6 vierkante kilometer bij Hindu-tempel Preah Vihear.

De demonstranten, die gisteren het gebied wilden binnendringen (zie het bericht ‘Preah Vihear in Den Haag: Thailand slaat terug’), overhandigden de vlag aan Sanya, tweede commandant van de Suranee taskforce van het Tweede Legerkorps, met het verzoek de vlag te plaatsen als symbolisch gebaar dat het gebied aan Thailand behoort. Sanya beloofde dat.

Suriyasai Katasila, coördinator van de Green Politics Group, kritiseert de regering op zijn Facebook-pagina voor het feit dat de demonstranten zijn tegengehouden. Volgens hem kan Cambodja nu betogen dat het gebied Cambodjaans grondgebied is omdat Thais zijn tegengehouden het gebied te betreden. Anderzijds heeft Cambodja haar bevolking aangemoedigd zich in het grensgebied te vestigen, zonder enige oppositie van Thailand.

De situatie aan de grens is verder normaal en militaire versterkingen zijn niet gemeld.

– Ook elders wordt gedemonstreerd. Bij het Lam Ta Klong reservoir in Nakhon Ratchasima al sinds 9 april door het Thai Patriots Network. De demonstranten bestrijden de rechtsbevoegdheid van het ICJ in de zaak en zeggen dat de 4,6 vierkante kilometer Thais grondgebied zijn.

Rallyleider Chaiwat Sinsuwong roept de regering op zich uit de hearing in Den Haag terug te trekken. Volgens hem hebben al 1,5 miljoen mensen hun handtekening gezet onder een petitie waarin bezwaar wordt gemaakt tegen de hearing. Het netwerk is van plan naar Bangkok te gaan om de regering onder druk te zetten.

Beide landen hebben last van nationalistische gevoelens
De vraag is natuurlijk waarom het conflict rond de Preah Vihear en het aansluitende stuk grond van 4,6 vierkante km zo hardnekkig is en zo hoog oploopt. Ik denk dat het veel te maken heeft met (ultra)nationalistische gevoelens, waar beide landen last van hebben, en in dit geval niet alleen bij de (politieke) elite maar ook bij het gewone volk hoewel niemand een oorlog wil, op een paar kleine groepen na dan. Het gaat in wezen om gekwetste nationalistische gevoelens waarbij het gedoe met die kaarten, hoe interessant ook, slechts een manier is die gevoelens op beschaafde wijze te uiten.

Cambodja is eeuwenlang bezet geweest door de Siamezen, die vele veldtochten naar Cambodja uitvoerden, koningen gijzelden en schatting eisten. Het Franse protectoraat over Cambodja (1863) werd als een soort bevrijding gevoeld. Cambodja beschouwt zijn grote buurman, Thailand, als een bullebak, vandaar dat het geen centimeter wil toegeven.

Thailand heeft nooit echt genoegen genomen met het feit dat stukken Laos en Cambodja door de Fransen werden ingepikt (en later de drie noordelijke provincies van Maleisië door de Britten). Ze hebben er zich bij neergelegd maar ervaren het nog steeds als onrecht. Dat onrecht wordt de arme Thaise kinderen op school en in de media voortdurend ingeprent. Alle schoolboekjes laten de volle omvang van Siam zien, zo vanaf ongeveer 1800 met kaarten waarop Siam bijna heel Zuid-Oost Azië beslaat. Noodgedwongen moesten ze grote gebieden afstaan aan de twee koloniale mogendheden, Frankrijk en Engeland. Dat is de reden dat Thailand zijn voet nu dwars zet: ook nog eens die 4,6 vierkante km afstaan? Dat nooit! Ik denk dat het Hof geen uitspraak gaat doen over dat lapje grond, en dan hangt het er maar vanaf of beide landen hun hoofd koel kunnen houden.
(Bron: Tino Kuis, 18 april 2013)

Nog één keer Thailand in Den Haag en daarna wachten op het vonnis
19 april – Cambodja denkt dat een vonnis van het Internationale Hof van Justitie in Den Haag over de door beide landen betwiste 4,6 vierkante kilometer bij Hindu-tempel Preah Vihear een eind kan maken aan het grensconflict van Thailand en Cambodja.
Dat zei minister Hor Namhong (Buitenlandse Zaken) gisteren in Den Haag tijdens zijn eindverklaring. De minister herhaalde nog eens dat de claim van Thailand op het gebied ongefundeerd is.

Cambodja gaf voor de tweede keer een toelichting op zijn verzoekschrift, ingediend in 2011. Daarin vraagt Thailand’s buur het Hof het vonnis uit 1962, waarbij de tempel aan Cambodja werd toegewezen, te herinterpreteren. Vandaag komt Thailand nog een keer aan het woord.

In feite gaat het om één woordje: vicinity. Wat bedoelde het Hof daar in 1962 precies mee? Ter illustratie de desbetreffende uitspraak:

1 The Court, by nine votes to three, finds that the Temple of Preah Vihear is situated in territory under the sovereignty of Cambodia;

2 Finds in consequence, by nine votes to three, that Thailand is under an obligation to withdraw any military or police forces, or other guards or keepers, stationed by her at the Temple, or in its vicinity on Cambodian territory.

In juli 1962 was de Thaise regering van mening dat die ‘omgeving’ een trapezevormig gebied van circa 150 rai om de tempel is. Om het gebied te markeren heeft Thailand toen een hek met prikkeldraad geplaatst , waar Cambodja niet tegen geprotesteerd zou hebben.

Rechter Abdulqawi Ahmed Yusuf uit Somalië heeft beide landen woensdag gevraagd het gebied te definiëren dat zij beschouwen als de ‘omgeving’ van de tempel – aan de hand van geografische coördinaten of onder verwijzing naar een kaart die ze bij het Hof hebben ingeleverd. Daarvoor hebben de twee kemphanen de tijd tot 26 april; uiterlijk 3 mei dienen ze op elkaars claim te reageren.

Premier Yingluck zegt er vertrouwen in te hebben dat het Hof een vonnis wijst dat helpt om de vrede tussen Cambodja en Thailand te bewaren. ‘De twee landen spelen een eigen rol bij het Hof, maar goede relaties moeten voortduren.’

Thailand verzet zich tegen het gebruik van de Dangrek kaart
20 april – Het grensconflict tussen Thailand en Cambodja kan worden opgelost in de Thai-Cambodian Joint Boundary Commission en niet door de arbitraire grenslijn op de Dangrek kaart te gebruiken, die in 1962 Thailand de das om deed.

Het Internationale Hof van Justitie (ICJ) dient de zaak niet-ontvankelijk te verklaren, omdat die niet onder de jurisdictie van het Hof valt. Het dient te verklaren dat het vonnis van 1962 niet bindend is voor de grens. Dat vonnis zegt niets over de omgeving van de tempel.

Dit betoogde Virachai Plasai, ambassadeur in Nederland en delegatieleider van het Thais juridisch team, vrijdag in zijn eindpleidooi in Den Haag. Daarmee kwam een eind aan de mondelinge toelichtingen van beide landen in de Preah Vihear-zaak.

Maandag en donderdag kwam Cambodja aan het woord; woensdag en vrijdag Thailand. Ze stonden in Den Haag omdat Cambodja in 2011 naar het Hof is gestapt met het verzoek het vonnis van 1962, waarbij de tempel aan Cambodja werd toegewezen, te herinterpreteren. Cambodja wil het Hof een uitspraak ontlokken over het eigendom van de door beide landen betwiste 4,6 vierkante kilometer bij de tempel.

De Dangrek kaart (vernoemd naar de keten waar de tempel op staat), waar Virachai naar verwees, werd begin 20ste eeuw getekend door twee Franse officieren in opdracht van een gezamenlijke Frans-Siamese commissie die over de grens tussen Thailand en Frans Indo-China onderhandelde. De kaart situeert de tempel plus het omstreden gebied op Cambodjaans grondgebied, maar bevat naar later is gebleken fouten. Omdat Thailand zich lange tijd niet tegen de kaart had verzet, vonniste het Hof in 1962 dat de tempel op Cambodjaans grondgebied stond.

Virachai wees er nog eens op dat het gebruik van de kaart tot meer conflicten tussen beide landen zal leiden dan dat het huidige conflict erdoor wordt opgelost. Wanneer de kaart wordt geprojecteerd op de huidige topografie, zullen tal van onnauwkeurigheden en fouten aan het licht komen.’Er zijn eindeloos veel mogelijkheden en die zijn allemaal arbitrair’, aldus Virachai.

Zondag 21 april
– Er is geen sprake van samenzwering met Cambodja in de Preah Vihear-zaak. Het Thais juridisch team heeft voor het Internationale Hof van Justitie (ICJ) in Den Haag bewezen dat die beschuldigingen van critici niet terecht zijn. Maar namen noemde minister Surapong Tovichakchaikul (Buitenlandse Zaken) niet, toen hij dit gisteren zei tijdens het wekelijkse radio- en tv-programma ‘Prime Minister Yingluck Meets the People’.

Het juridisch team heeft de klus zo goed mogelijk geklaard, aldus Surapong. Hij ontkende dat de regering hetzelfde team als in 1962 had gevormd om de vorige (Democratische) regering de schuld te kunnen geven, mocht Thailand verliezen. ‘We houden nationale belangen en politieke spelletjes gescheiden.’

Surapong kondigde aan dat het ministerie van Buitenlandse Zaken en het juridisch team informatie gaan samenstellen om onder de bevolking te verspreiden. Ambassadeur Virachai Plasai, leider van het juridisch team, moedigde tijdens hetzelfde programma de bevolking aan de informatie en de documenten die tijdens de hoorzitting zijn ingediend, nauwkeurig te bestuderen, zodat ze de zaak beter kan begrijpen, wanneer het Hof vermoedelijk in oktober vonnis wijst.

Nog even de voorgeschiedenis. In 2011 stapte Cambodja naar het ICJ met het verzoek het vonnis uit 1962, waarbij de tempel aan Cambodja werd toegewezen, te herinterpreteren. Cambodja wil het Hof een uitspraak ontlokken over het eigendom van de 4,6 vierkante kilometer bij de tempel die door beide landen wordt betwist. Vorige week gaven beide landen in Den Haag een toelichting op hun standpunt.

[De beschuldiging van handjeklap is ongetwijfeld afkomstig van de harde kern van de geelhemden. Ze verdenken de regering van een deal met Cambodja om Thaksin te bevoordelen. Die zou zaken willen doen bij de aardgaswinning in de Golf van Thailand in een gebied dat door beide landen wordt betwist.]

Dinsdag 23 april
 ‘Er is niets op tegen om het juridisch team te prijzen omdat het zijn best heeft gedaan in Den Haag, maar laten we het hoofd koel houden en ons niet overgeven aan nationalistische sentimenten. We weten nog niet of het Thaise team het beter deed dan Cambodja. Dat weet niemand. Alleen het Hof kan die beslissing nemen.’

In haar wekelijkse column in Bangkok Post tempert Atiya Achkulwisut de euforie die is ontstaan na de hoorzittingen over de Preah Vihear-zaak, vorige week in het Internationale Hof van Justitie in Den Haag. Ze signaleert dat de Thaise ambassadeur Virachai Plasai, leider van de juridisch team, zo’n beetje dezelfde status heeft verworven als nationale hartenbrekers.

Maar dat houdt wel een risico in. ‘Wanneer de bevolking in dit stadium misleid wordt met een onjuist nationalistisch vooroordeel, zal het dadelijk des te moeilijker zijn om een vonnis te accepteren dat niet overeenkomt met wat de mensen is voorgehouden dat ze zouden moeten geloven’, aldus Atiya.
Gisteren werd het juridisch team, bestaande uit de ambassadeur en drie buitenlandse advocaten, door premier Yingluck in het zonnetje gezet. Het team liet weten een sterk punt te hebben omdat Cambodja een gemanipuleerde kaart heeft gebruikt. De Hongaarse advocate Alina Miron ging daar in haar pleidooi uitgebreid op in. Voor het team rest nog één klusje. Een rechter heeft gevraagd om de geografische coördinaten van de tempel en de grens. Die zullen gebaseerd zijn op een kabinetsbeslissing uit 1962, het jaar waarin het Hof de tempel aan Cambodja toewees.

Preah Vihear: Oproep tot kalmte; groen licht voor eigen kaart
24 april – Minister Surapong Tovichakchaikul (Buitenlandse Zaken) roept de bevolking op kalm te blijven. De minister reageert op een oproep van sommige activisten om zich te verzetten tegen de inmenging van het Internationale Hof van Justitie (ICJ) in Den Haag in de strijd om de 4,6 vierkante kilometer bij Hindu-tempel Preah Vihear.

‘Het ministerie van Buitenlandse Zaken gaat documenten publiceren waarin de grenskwestie wordt uitgelegd. Deze documenten bevoordelen Cambodja niet.’

Ook premier Yingluck probeert de geest in de fles te houden. Ze denkt dat het ICJ een rechtvaardig oordeel zal vellen ter wille van regionale belangen en het bewaren van de vrede. ‘Alle betrokken autoriteiten zijn volledig voorbereid op de verschillende mogelijke vonnissen van het ICJ.’

Legerbevelhebber Prayuth Chan-ocha heeft het Tweede Legerkorps opdracht gegeven zich voor te bereiden op ‘any border situations regarding the frontier dispute’. ‘In afwachting van het vonnis moet de vrede worden bewaard. Maar als een gewapende strijd nodig is, dan voeren we die’, aldus Prayuth. Hij beloofde dat het Thaise leger geen conflict begint en dat de veiligheid van Thaise soldaten voor hem prioriteit heeft.

Het kabinet besteedde gisteren 10 minuten aan het huiswerk van het ICJ. Eén van de rechters heeft beide landen gevraagd welke gebied zij om de tempel beschouwen als ‘vicinity’.  Die term komt voor in het vonnis van het Hof uit 1962, waarbij de tempel aan Cambodja werd toegewezen. Het Hof beval toen Thailand zijn troepen terug te trekken uit de tempel en ‘vicinity’.

Het kabinet besloot de kaart, die in juli 1962 door het kabinet is vastgesteld, naar het ICJ te sturen (zie illustratie). Het omstreden gebied van 4,6 vierkante kilometer maakt geen deel uit van het trapezevormig gebiedje dat Thailand als ‘vicinity’ beschouwt.

Op het kaartje is ook de watershed line (waterscheiding) van de Dangrek keten aangegeven. Begin 20ste eeuw hebben Frankrijk en Siam in een gezamenlijke commissie afgesproken dat die lijn de grens tussen beide landen zou vormen. Twee Franse officieren tekenden in opdracht van de commissie een kaart, die zo later is gebleken fouten bevat. Omdat Thailand zich lange tijd niet tegen de kaart had verzet, werd de tempel aan Cambodja toegewezen. Op de foutieve kaart liggen tempel en 4,6 vierkante kilometer op Cambodjaans grondgebied.

Dat is onlangs nog eens bevestigd door Friedrich Ackermann, die in 1961 deel uitmaakte van een team van het Institute of International Photogrammetry van het International Training Centre for Aerial Survey in Delft, dat op verzoek van Thailand een veldonderzoek deed. In The Nation stond onlangs een interview met hem (klik hier voor het interview).

Zaterdag 12 oktober
– Of er een zucht van verlichting door het kabinet ging, weet ik niet, maar het uur U is nog niet aangebroken. Het Internationale Hof van Justitie in Den Haag doet niet deze maand, maar vermoedelijk pas in februari volgend jaar uitspraak in de Preah Vihear-zaak.

Zoals bekend kibbelen Thailand en Cambodja al jaren over 4,6 vierkante kilometer bij de Hindu tempel, die in 1962 door het Hof aan Cambodja werd toegewezen. Toen de regering Abhisit nog de scepter zwaaide, zijn Thaise en Cambodjaanse troepen er enkele keren slaags geraakt. Cambodja heeft het Hof om een uitspraak over het eigendom van dat gebied gevraagd.

Dinsdag 15 oktober
– Nu het Internationale Hof van Justitie in Den Haag zijn besluit in de Preah Vihear-zaak naar volgend jaar heeft verschoven, moet er een ‘mechanisme’ komen om met Cambodja in gesprek te raken over de zaak, zegt Veerachai Plasai, ambassadeur van Thailand in Nederland en hoofd van de Thaise delegatie in de strijd om de 4,6 vierkante kilometer bij Hindu-tempel Preah Vihear.

‘De twee landen zijn het erover eens dat het vonnis, ongeacht de uitspraak, niet hun bilaterale verhouding mag beïnvloeden’, zegt hij. Dat ‘mechanisme’ zou een bijeenkomst kunnen zijn waarop de twee landen het vonnis bespreken.

Aanvankelijk zou het Hof deze maand uitspraak doen. Het Hof is 2011 door Cambodja gevraagd zijn vonnis uit 1962 waarbij de tempel aan Cambodja werd toegewezen, nader toe te lichten. Het Hof deed toen geen uitspraak over het omringende gebied. In april hebben beide landen hun standpunt in Den Haag mondeling toegelicht.

Donderdag 17 oktober
– Niet volgend jaar februari, maar op 11 november doet het Internationale Hof van Justitie in Den Haag al uitspraak in de Preah Vihear zaak. Minister Surapong Tovichakchaikul (Buitenlandse Zaken), verantwoordelijk voor het foutieve bericht, zegt dat het Hof een andere zaak heeft uitgesteld om ruimte te maken voor het conflict tussen Cambodja en Thailand over de betwiste 4,6 vierkante kilometer bij de Hindu-tempel.

Premier Yingluck heeft voor maandag een spoedvergadering belegd om te overleggen over een ‘mechanisme’ dat na het vonnis wordt ingesteld. Dit ‘mechanisme’ omvat diplomatieke, militaire en politieke maatregelen en een manier om aan het vonnis gehoor te geven, zonder dat deze de relatie tussen Thailand en Cambodja beïnvloeden. Minister Surapong, momenteel in Zuid-Korea, heeft al telefonisch contact gehad met zijn Cambodjaanse counterpart over zo’n ‘mechanisme’.

De Preah Vihear zaak is 2 jaar geleden aangezwengeld door Cambodja. Het heeft het Hof gevraagd het vonnis uit 1962, waarbij de tempel aan Cambodja werd toegekend, nader toe te lichten. Het Hof deed toen geen uitspraak over het omringende gebied. Alleen de tempel en ‘it’s vicinity’ gingen naar Cambodja, maar hoe groot is die ‘vicinity’ wil Cambodja weten. In 2010 is enkele malen aan de grens gevochten, maar sinds de regering Yingluck is aangetreden, is het er rustig.

Het Thaise ministerie houdt rekening met vier scenario’s: Het Hof acht zich niet bevoegd een uitspraak te doen, het gebied gaat naar Cambodja of naar Thailand of het Hof stelt een nieuwe grenslijn vast. De ambassadeur van Thailand in Nederland, hoofd van de delegatie die de zaak voor het Hof voert, zegt dat het niet om een grenskwestie gaat, maar een interpretatie van het vonnis uit 1962. Lijkt me juridische scherpslijperij.

Voor de actuele ontwikkelingen, klik hier.

  • Geen Trackbacks
  • Reacties (0)
  1. Nog geen reacties