Columns uit Thailand III

Voorgaande columns
25 november 2012-3 januari 2014
4 januari 2014 -30 december 2014

Thailand, 31 december – Vraagje: U ziet iemand met een Nikon of Canon op zijn buik, wie gaat er achter schuil? Antwoord: Vaak een Thai, soms een toerist uit China, Taiwan of Japan, en heel soms een westerling. Toen ik bij de krant werkte, was Nikon de meest gebruikte camera door beroepsfotografen. Dat was verreweg de beste camera. Misschien dat daarom Thai zo graag een Nikon hebben. Maar ik waarschuw: de camera is niet het belangrijkste gereedschap. Ooit interviewde ik de mannen van studio Soundhouse in Schiedam, waar geluidsopnamen werden gemaakt voor Ster-spotjes. Indrukwekkende 24-sporen bandrecorder, indrukwekkende mengtafel. Fred relativeerde: Het gaat om je oren. Dus Nikon-dragers: Het gaat om je ogen.

Thailand, 30 december – In mijn kweekschoolopleiding heb ik een belangrijke psychologische les geleerd: Als je begrijpt waarom een leerling lastig is, heb je geen kind (meer) aan hem. De sleutel is zo’n leerling in één woord te typeren. Die les probeer ik ook toe te passen op volwassenen. Soms is dat gemakkelijk. Mijn vriendin typeer ik met ‘mateloos’. Twee voorbeelden: Als ik één broek koop, zegt ze: koop er twee. En ze eet niet, maar bunkert. Mijn eerste Thaise vriendin, met wie ik in Vlaardingen samenwoonde, vertoonde hetzelfde hamstergedrag. Toen onze relatie eindigde, hoefde ik een jaar lang geen wc-papier te kopen. En ik was er echt niet zuinig mee.

VC kamp

Thailand, 29 december – (Vervolg van gisteren) ‘The Siamese Trail of Ho Chi Minh’ boeide me vanaf de eerste bladzijde. Niet alleen omdat het goed geschreven is, gemakkelijk leest en de tekst beeldend Ho’s verblijf beschrijft, maar ook omdat de onafhankelijkheidsstrijd van Annam, zoals Vietnam destijds heette, me boeit. Die interesse is te danken aan een lange zomervakantie in Ho Chi Minh City. Ik bezocht toen tal van musea gewijd aan de Amerikaanse oorlog, de tunnels van Cu Chi, het voormalig VC-kamp Rung Sac in de mangrovebossen van Can Gio (foto) en raakte onder de indruk van de slimme oorlogsvoering van de Vietnamezen. Ik ben toevallig in Thailand blijven hangen. Als ik opnieuw mocht beginnen, zou het Vietnam zijn geweest.

The Siamese Trail of Ho Chi Minh 2Thailand, 28 december – Ik onderscheid twee soorten boeken: Ongelezen en verslonden. In tal van boeken in mijn vrij omvangrijke bibiliotheek ben ik niet verder gekomen dan de eerste bladzijde. Als een boek mij niet direct boeit, stop ik. De andere categorie zijn boeken waarin ik blijf lezen, waarbij ik de tijd (en maaltijden) vergeet. Boeken die me vanaf het begin pakken.
Zo’n boek is ‘The Siamese Trail of Ho Chi Minh’ dat ik onlangs kocht. Het beschrijft het verblijf van ‘Uncle Ho’ in 1928 en 1929 in het Noordoosten van Siam. Twee jaren waarin hij kaders vormde die hem later zouden helpen bij de strijd tegen de Franse kolonisator. (Wordt vervolgd)

Thailand, 27 december – Ik heb me vaak afgevraagd: hoe komt het toch dat sommige bestuurders van tuk-tuks en taxi’s me niet verstaan als ik mijn reisbestemming Soi Nathong 1 opgeef. Ik veronderstelde: misschien zijn ze hardhorend, hetgeen me niet zou verbazen als ze regelmatige bezoekers van een karaokebar zijn. Aannemelijker was echter dat ik de verkeerde toon gebruikte. Maar welke? Laatst wees een taxichauffeur mij erop wat ik fout deed. Ik sprak de tweede lettergreep ‘thong’ op een stijgende toon uit, maar ik moest de dalende toon gebruiken. Ik kon de man wel zoenen. Eindelijk kwam een eind aan mijn martelende onzekerheid.

Thailand, 26 december – Wat hebben beren met kerstmis te maken? Er zullen toch geen beren in de stal zijn geweest, waar OLH in een kribbe lag. Schapen, geiten ja, maar beren? Op het plein voor het kantoor van Thai Life Insurance aan de Ratchadaphisek Road is het een en al beer, wat de klok slaat. Honderden kleine blauwe beertjes hangen als kerstballen in een grote kerstgroene kerstboom. Verder wordt het terrein bevolkt door decent geklede beren in verschillende groottes: vader beer, moeder beer, kindje beer, beer met viool. Ze  vormen een tableau vivant met een slede en ze laten zich in een koets voorttrekken door drie zetstukken van rendieren. Wat is de kerstboodschap?

Thailand, 25 december – (Vervolg van gisteren) Terwijl ik probeer een verbrande tong te voorkomen bij het oplepelen van de congee (zie FB van 23 dec) wordt via de geluidsinstallatie gepoogd mij in kerststemming te brengen. Gelukkig rinkelen geen bellen en droomt niemand van een witte kerst, maar mij wordt wel tig keer een ‘Merry Christmas’ en een ‘Happy New Year’ gewenst. Ook klinkt Stille nacht, ontsierd door een irritante onderliggende discodreun. Mijn gedachten gaan terug naar 1968 toen ik in Engeland in een kindertehuis werkte. Kerstmis, zoals kerstmis behoort te zijn: maagdelijk wit en ijzig koud, voor de deur van relaties Christmas carols zingen in de kerstnacht, crackers bij het kerstmaal, Nativity Play op Boxing Day. Mijn beste kerst ooit.

kerststal

Thailand, 24 december – (Vervolg van gisteren) Mijn sentimental journey voerde me van Huai Khwang naar Phetchaburi met de MRT (ondergrondse metro). Daar liep ik via een lange voetgangersbrug naar het megagrote ARL station Makkasan. De frequentie van de light rail valt tegen. Enkele rijtuigen zijn voor groot onderhoud uit de dienstregeling  gehaald, de nieuwe zijn er nog niet. Thai zijn niet erg goed in anticiperen. Maar bouwen kunnen ze; het kan niet groot genoeg zijn. Mijn bestemming, station Ramkhamhaeng, is al net zo megagroot. Het perron bevindt zich op de vierde bouwlaag. Ik ben altijd onder de indruk van wat op de tekentafel vorm kreeg. (Wordt vervolgd)

Thailand, 23 december – Toen ik 15 jaar geleden voor het eerst op vakantie naar Thailand ging, logeerde ik in hotel Nasa Vegas in Ramkhamhaeng. De jaren erna bleef ik er komen. Zondag was ik er weer. Het hotel was nu gemakkelijker bereikbaar met de Airport Rail Link, een lightrail tussen Suvarnabhumi en Phaya Thai. De parkeervakken waren verdwenen, er lag nu voor het hotel een mooi  betegeld plein met fontein. De congee, een gebonden rijstsoep met balletjes en eierdooier, smaakte als vanouds, de koffie viel tegen. Wilde teruggaan met bus 40, maar net als toen kwam die maar niet. Teruggelopen naar de ARL en onderweg, afijn u begrijpt het al. Het was een sentimental journey.  (Wordt vervolgd)

Thailand, 22 december – ’s Ochtends rond 7 uur, maakt een monnik zijn ochtendronde en collecteert om eten (monniken worden geacht na 11 uur te vasten), en loop ik naar de 7-Eleven om mijn verse croissants te scoren. Hij loopt op blote voeten, ik op slippers. Hij draagt een pij, een nogal ingewikkeld kledingstuk dat uit drie delen bestaat, ik een korte broek en polo. Ja, ik heb het T-shirt verruild voor een warmer kledingstuk, want het is koud: 22 graden. Dat is koud hier, want doorgaans bedraagt de temperatuur 35 graden. Misschien moet ik eens een ochtendje ruilen: ik monnik, hij Dick. Als ik dan maar niet per ongeluk naar de 7 ga.

Thailand, 21 december – Ik ben Rotterdammer. In Rotterdam ben ik geboren, in Rotterdam voel ik me thuis. Ik haat niet  Amsterdammers, dat is te sterk uitgedrukt, maar in Amsterdam voel ik me niet op mijn gemak. Toch moet ik vandaag iets aardigs schrijven over Amsterdam. Ik ben immers jullie uitkijkpost in Thailand. Maar bedenk dan: ik ben slechts de boodschapper en zoals de uitdrukking luidt: don’t shoot the messenger. De advertentiebijlage van Bangkok Post opent met een halve pagina over Amsterdam. Ik citeer uit de lofzang: ‘De hoofdstad van Nederland is een kolkende kaleidoscoop van cultuur, kunst, entertainment en natuurlijke schoonheid.’ Ik geef het op, ik stop. Diepe zucht.

Thailand, 20 december – Noem het toeval of noem het geen toeval, maar merkwaardig blijft het. Op twee achtereenvolgende dagen zag ik een ploeg brandweermannen op straat een demonstratie met een brandblusapparaat geven. Donderdag stonden ze op de oprit van de garage van het Interchange-gebouw op de hoek van Asok-Montri en Sukhumvit (liep er langs), vrijdag bij een parkeergarage in Ratchadaphisek Soi 7 (passeerde achterop de motortaxi). De lage metalen bak met benzine die ze gebruikten voor de demonstratie, verplaatste me naar de brandweerkazerne aan de Hoflaan in Vlaardingen. Open Dag, zelfde soort bak. Heb er geleerd: niet in het vuur en stootsgewijs spuiten. Heb het nooit in de praktijk hoeven brengen.

Thailand, 19 december – Ik zie wel eens een jongen, die hetzelfde loopje heeft als Charley Chaplin. Zijn voeten staan bij het lopen in een wijde V-vorm. Ik moet altijd grinniken als ik die knaap zie. Als hij een bolhoedje op zet, met een rotan stokje zwaait en een vette snor onder zijn neus plakt, is hij een kloon van Charley. Gisterochtend zag ik een knaap wiens voeten ook een V-vorm hadden bij het lopen, maar minder wijd dan die van Charley-2. Hij keek bovendien scheel, maar daar zal wel geen causaal verband tussen bestaan. Mijn voeten wijzen naar voren als ik loop.

Thailand, 18 december – Vroeg me laatst af: Wat wuppert er in Wuppertal? Dat heb ik me mijn hele leven al afgevraagd, nadat Toon Hermans in een conference de vraag had opgeworpen. Ben nooit in Wuppertal geweest, verwacht er nooit te komen, tenzij Oad een goedkope busreis naar Wuppertal in het reisprogramma opneemt. Dankzij internet weet ik nu dat de vraag uit de one-manshow van 1960 komt. De conference geeft geen antwoord op de vraag. Merkwaardig wat een mens aan nutteloze herinneringen opslaat. Had mij beter kunnen herinneren waar Wuppertal ligt. Dat moet ik toch eens geleerd hebben. Misschien niet opgelet.

Thailand, 17 december – Was het me andere dagen niet opgevallen of werd deze maal onbeschoft hard gereden op Ratchadaphisek soi 7? Het verkeer, met name de motorrijders, leek de TT van Assen (bestaat die nog?) naar de kroon te willen steken, toen ik rond 7 uur op weg naar de 7-Eleven was voor mijn verse ontbijt croissantjes. Zeker de helft van de motorrijders had geen helm op, sommige motoren waren zwaar beladen met twee leerlingen in schooluniform achterop. Kleine kindjes stonden, ook ongehelmd, tussen stuur en bestuurder. Inhalen gebeurde zowel op de eigen weghelft als de andere. Mijn croissantjes smaakten desondanks uistekend. Dank u.

Thailand, 16 december – Het Bangkok Art and Culture Centre mag ik graag bezoeken. Qua architectuur doet het enigszins denken aan het Guggenheim, maar de verdiepingen in Bangkok vormen geen doorlopende looproute. Het is er aangenaam koel en het werpt een geheel ander licht op Thailand. Want hier zie je de alternatieven, kunstenaars, muzikanten, kunstsnobs, creatievelingen, sommigen extravagant gekleed en gekapt. Er zijn tentoonstellingen, er worden lezingen gehouden, films vertoond en er zijn tal van winkels. Zondag was ik er weer. Mijn eerste gang was naar het café-restaurant op de begane grond, waar ik weer genoot van een voortreffelijk gebonden garnalensoepje. Dat mag toch wel: een kunsttempel om culinaire redenen bezoeken?

Thailand, 15 december – Vandaag een test om na te gaan of u gevoel heeft voor Thaise verkeersgebruiken; ik noem ze de informele verkeersregels. Expats mogen niet meedoen, want die zullen de situatie wel eens hebben meegemaakt. Spieken op internet is verboden; u vindt het antwoord daar trouwens toch niet. Stel u rijdt op een tweebaansweg. Een tegenligger haalt een voertuig in en gebruikt daarvoor uw rijbaan. Wat doet u: Stug doorrijden? [Hier denkpauze inlassen] Nee, u wijkt uit naar de vluchtstrook, want het alternatief is slecht voor uw gezondheid. De manoeuvre is niet helemaal zonder risico, want de tegenligger kan niet zien of de vluchtstrook ononderbroken is.

Stan Laurel en Oliver HardyThailand, 14 december – Elke ochtend maken monniken blootsvoets een ronde door dorp of stadswijk met de bedelnap dragend op de buik. De term bedelnap wekt de verkeerde indruk, want monniken bedelen niet, ze krijgen. De Engelse term alms bowl is beter. Onderweg krijgen ze voedsel van gelovigen die menen hun karma daarmee te verbeteren. Ook het hotel waar ik verblijf, krijgt elke ochtend bezoek. Voorheen van een dikke al wat oudere monnik die het er goed van nam. Hij liet zich vervoeren in een tuk-tuk, die volgeladen was met giften. Nu komt een jonge, slanke monnik langs. Zijn assistent volgt hem met een steekwagen waarop een bescheiden mand staat. Die monnik begrijpt ‘t.

Thailand, 13 december – Het vaste personeel, dat me kent, ontbrak deze keer. Achter de balie van het EMS-kantoortje in het pand van Big C Extra stond een dikke vrouw, die er zo op het eerste gezicht niet al te intelligent uitzag. En dat werd bevestigd, nadat ze de adressering had bestudeerd op de envelop die ik haar had gegeven. Dat land bestaat niet, maakte ik uit haar Thais op, want Engels sprak ze niet. Ik suggereerde ‘Holland’. Daar maakte ze ‘Poland’ van. Daarna leidde ik ik haar via de N naar Netherlands op het computerschermpje. Hoe komt zo iemand aan deze baan? Simpel: Familie van de chef; da’s belangrijker dan kwalificaties.

Thailand, 12 december – Stond gisteren oog in oog met kroonprins Vajiralongkorn. Of eigenlijk: Ik stond, hij reed. We waren gescheiden door vijf rijstroken en een brede middenberm. Hij groette naar me. Of eigenlijk: Hij groette in mijn richting. Of eigenlijk: Hij groette richting toeschouwers waar ik tussen stond. De kroonprins reed aan de kop van ‘Bike for Dad’, een fietstocht ter ere van de verjaardag van de koning. Of eigenlijk: Hij reed niet aan kop, want eerst passeerde een colonne politiewagens en minibusjes. Achter hem  fietsers in gele shirts, veel fietsers, met ook weer hoogheden, die werden toegejuicht. Dat ik dit mocht meemaken.

Thailand, 11 december – Sinterklaas en Zwarte Piet zijn mijn huisje dit jaar voorbij gegaan. Dat snap ik wel: hier zijn geen woningen met schoorsteen. Wel smerige fabrieksschoorstenen. Moet denken aan een Sinterklaas uit mijn kinderjaren. Kreeg het eerste stukje van wat zou uitgroeien tot een modelspoorbaan: Trix, locomotief, wagons, transformator en rails, voldoende om in een cirkel te leggen. Trix had een uniek systeem: de rails bestonden uit twee staven met een derde ertussen. Daardoor kon je twee treintjes onafhankelijk van elkaar op hetzelfde spoor laten rijden, zelfs drie met bovenleiding. In winkelcentrum Future Town is een winkel met treintjes. Sta er altijd voor stil en droom.

Thailand, 10 december – Kreeg bijna een hartverzakking. Zag in de metro drie reizigers die een boek lazen. EEN BOEK! Dus het bestaat nog, het pre-telefoonzombievolk. Het is nog niet uitgestorven. Er zijn nog mensen die een genoegen beleven aan lezen. Fysiek: het boek in je hand houden, de bladzijden omslaan, het boek terzijde leggen met een boekenlegger op de plaats tot waar je gevorderd bent. Emotioneel: meegesleept worden door het verhaal, je verplaatsen in de hoofdpersoon. Intellectueel: nadenken over hetgeen de auteur beweert. Ik vermoedde dat in de metro een bordje hing: Verboden een boek te lezen. Thaise tekst, dus onleesbaar voor mij. Niet dus. Er is nog hoop voor de mensheid.

Thailand, 9 december – Er wordt wel eens beweerd dat iedereen een dubbelganger heeft. Die stelling valt alleen proefondervindelijk te bewijzen. Soms zie ik Thai die lijken op iemand die ik ken (maar van wie ik meestal de naam vergeten ben). Laatst een stevig gebouwde vrouw, geen Thai, gebruind, met dezelfde androgyne uitstraling als Frédérique Spigt. Ze was in het gezelschap van een man en een blonde, bleke vrouw, die gezien de stand van haar armen een paar waren. Frédérique 2 was aan het woord. Ik kon niet verstaan wat ze zei, maar het knauwde, dus Amerikaanse. Ik had haar willen vragen: Zing eens wat.

Thailand, 8 december – Wanneer Thai mij vanwege mijn kritische stukje over hun land zouden vragen, wat ik hier nog doe, dan antwoord ik: Geld uitgeven. Wanneer men mij vraagt: Waar ga je naar toe?, wat meer een groet is dan een vraag, zeg ik: Daarheen en wijs in mijn looprichting. Als mij gevraagd wordt: Heb je al gegeten?, antwoord ik: Wat denk je? Als in 7-Eleven een kassameisje naar de plastic tasjes grijpt  om de vier vacuüm verpakte Schweinewurst  van Bücher in te stoppen (zoals gisteren), zou ik willen zeggen: Er mankeert niets aan mijn handen. Maar hoe zeg je dat in het Thais; in het Engels zou ze me niet verstaan.

Thailand, 7 december – Zag een reportage op de tv van een bezoek van een nog jonge en vitale koning, ergens in het land aan een – ik gis – trainingscentrum, misschien door hem geïnitieerd. Prinses Sirindhorn, toen al geen slanke den meer, vergezelde hem. Ze had dezelfde sympathieke uitstraling als nu en maakte aantekeningen. Er werden grondmonsters genomen en de koning maakte soms een foto. Het ging er allemaal informeel aan toe, heel anders dan bij tegenwoordige koninklijke bezoeken. Bhumibol stelde vragen en gaf adviezen, dat kon ik wel aan zijn lichaamstaal zien. Hij moet toen de sympathie van de bevolking hebben verworven, waar hij – oud en der dagen zat – nog steeds op teert.

Rohingya opvangkamp

Thailand, 6 december – Vandaag zwijgt de columnist. Ik citeer: ‘Ze overleefden getto’s, pogroms, slavenschepen en martelkampen. Niet voor niets noemt de VN ze het meest onderdrukte volk ter wereld’, schrijft  Lennart Hofman, correspondent vergeten oorlogen, op de website van decorrespondent.nl over de Rohingya. Nu het regenseizoen ten einde loopt, neemt de vluchtelingenstroom weer toe. Lees:  Welkom bij het meest onderdrukte volk ter wereld. Foto: ‘Als we naar buiten gaan worden we vermoord, binnen sterven we aan een gebrek aan voedsel en medicijnen. We leven als dieren in een kooi’, zegt Khin Ngunt Nge (30). (Foto: Andreas Stahl)

Thailand, 5 december – De hal van het hotel waar ik verblijf, lijkt soms wel een kinderdagverblijf. De twee peutertjes van de dikke assistent-receptioniste, een tweeling, scharrelen er rond en het iets oudere zoontje van de wasvrouw. De peutertjes worden geen seconde met rust gelaten. Moeder, receptionist, kassier, nachtwaker, ook de vaste gasten pakken de kinderen op, sjouwen ermee rond, knuffelen ze, praten ertegen. Speelgoed hebben ze niet, dus zitten ze overal met hun knuisjes aan: mobieltjes, sleutels, laatst een scherpe briefopener. Het mag allemaal. Zie ze vaak met zoetigheden of softdrinks. Zelden een gezond stukje fruit. Vaste bedtijd? Hoe bedoelt u?

Thailand, 4 december – Op 11 december wordt de fietstocht ‘Bike for Dad’ verreden ter ere van de verjaardag van de koning op 5 december. Honderdduizenden Thai stappen in Bangkok en in het land op de fiets. Niet zomaar een fiets, maar een racefiets met tig versnellingen en derailleur. Niet in hun dagelijks kloffie, maar in een tenue dat de indruk wekt alsof ze aan de Tour de France deelnemen. Met fietshelm en andere bescherming. Decor, image: het zijn de trefwoorden die Thailand typeren. Als je haar maar goed zit, je kleding smetteloos en gestreken is. Ik noem Thailand een operetteland.

Thailand, 3 december – Daar ik graag te weten kom wat telefoonzombies op hun mobieltje doen, zag ik op het mobieltje van de metroreiziger naast me het woord OPINIE. Dat moest een landgenoot zijn. Hij vertelde desgevraagd bij het off-shore bedrijf PTT PE te werken, een dochter van Thailand’s grootste oliemaatschappij. We koutten wat, over wiet waarover hij had gelezen, drugs en de doodstraf. Ik vergat uit te stappen op Sukhumvit, waar ik naar restaurant Love Scene had willen gaan om roergebakken rijst met zoute vis te eten, een van mijn favoriete gerechten. De stukjes vis zijn kleiner dan een dobbelsteen, maar ze zijn extreem zout. Daar houd ik van. Volgende keer maar.

Thailand, 2 december – Heb eenmaal  Muay Thai boksen gezien in het inmiddels gesloten en verhuisde Lumphini stadion. Na twee wedstrijden weggegaan. Niet omdat ik morele bewaren heb tegen vechtsporten  – het zijn juist heel strikt gereglementeerde sporten. Maar ik ken de regels niet, dus was al snel verveeld. Las onlangs een artikel over hanengevechten. Die heb ik nog nooit gezien, ook op de tv niet. Ga het artikel nog voor Dick’s blog bewerken. Zo’n gevecht bijwonen, zie ik me niet doen, maar erover schrijven vind ik leuk. Daar vloeit geen bloed bij, alhoewel in tegenstelling tot de Filipijnen de Thaise hanen zich niet dood vechten. De verliezende haan geeft simpelweg op.

Thailand, 1 december – Miss Piggy [van de Muppet show] bestaat in het echt. Ze is een mens van vlees en bloed, weegt 170 kilo en heeft maatje XXL. Ze heet Kaewta, is 22 jaar en ze doet zaterdag mee aan de verkiezing van de Swine Queen 2015. Als ze wint, gaat ze met 100.000 baht (volgens de huidige koers 2636 euro) naar huis. Maar dan moet ze wel een kleine honderd andere Miss Piggy’s verslaan. Zo’n verkiezing zou in Nederland ondenkbaar zijn, maar hier in Thailand zitten ze er niet meer. Op de draak met iemand steken, rust geen taboe. Binnenkort op Dick’s blog: Swine Queen wedstrijd geeft XXL vrouwen zelfvertrouwen.

Thailand, 30 november – Op het perron en later in het metrovoertuig stond ze er als een sfinx, het hoofd licht gebogen, het gezicht als van een geisha, het kapsel van een tomboy. Ze droeg een bruine kokerrok van suedine en een antraciet grijs shirtje. Claudia Sträter in Thailand. Klassiek, maar niet tuttig of extravagant. Kleding die opvalt omdat ze niet opvalt. Geheel in zichzelf gekeerd was ze, misschien in de ban van de muziek waar ze naar luisterde. Toen ze later ging zitten, zag ik dat ze grote, licht bollende ogen had. Ze was gelijk met me ingestapt, ik stapte een halte eerder uit.

Durian

Thailand, 29 november – Bij de ingang van metrostation Huai Khwang staat een bord met de tekst ‘No Durian Allowed’ en een afbeelding van de vrucht plus de losse partjes op een kartonnetje in cellofaan verpakt, zoals de doerian doorgaans verkocht wordt. De reden is niet moeilijk te raden, want je hebt geen verfijnd reukorgaan nodig om te constateren dat de vrucht stinkt als de hel. Sommige mensen vinden het weeiige vruchtvlees een tractatie. Ik niet. Ik zal niet vermelden welke associatie ik bij de smaak heb, want ik wil mijn lezers niet voor het hoofd stoten. Bedenk zelf maar iets.

Thailand, 28 november – Liefdesscènes in Thaise soaps zijn zeldzaam – soaps staan doorgaans bol van geweld, ruzies en bovennatuurlijke verschijnselen. De weinige scènes die ik zie, zijn van een tenenkrommend amateurisme. Man en vrouw staan met hun gezicht dicht bij elkaar. Man praat, vrouw praat. Ik heb de neiging om te zeggen: niet lullen, maar zoenen. Een andere scène, ook weer twee met hun gezicht dicht bij elkaar (de man mag zich wel eens scheren). Zij sluit haar ogen en beweegt haar gezicht dichterbij. Hij vermijdt elke aanraking en loopt weg. Nee, geen kus op de Thaise tv en voor een stomende seksscène moet je internet op, als de website tenminste niet geblokkeerd is.

Thailand, 27 november – Een andere ‘mooie’ corruptiezaak is die waarin de gemeente Bangkok was en nog steeds is verwikkeld. In 2004 kocht de gemeente voor een ‘inflated price’ (6,6 miljard baht), zoals de krant het altijd noemt, 315 brandweerwagens, 30 blusboten en andere uitrusting van het Oostenrijkse bedrijf Steyr. Twee verdachten die van de deal profiteerden en tot gevangenisstraffen van 10 en 12 jaar zijn veroordeeld, waaronder een ex-staatssecretaris, namen de benen naar het buitenland. Een gouverneur van Bangkok verloor zijn baantje. Sinds de levering in 2006 staat het materieel op kades en in loodsen te roesten. Zolang er een juridische strijd woedt over compensatie, blijft dat zo.

Thailand, 26 november – Behalve in moorden (5 per 100.000 inwoners, 3.307 in 2011; Nederland 0,9 per 100.000; zie FB van 23 en 24 november) grossiert Thailand in corruptiezaken. Een van de ‘aardigste’ vind ik de Khlong Dan zaak, een zuiveringsinstallatie voor industrieel afvalwater in Samut Prakan, waarvan de aanleg in 2003 werd stilgelegd. Heeft nog geen litertje water gezuiverd.  Kosten 23,7 miljard baht. Twintig personen maakten zich schuldig aan corruptie, waaronder de latere minister van Wetenschap, Technologie en Milieu (in 2002 overleden), een voormalige staatssecretaris van Binnenlandse Zaken (kreeg 10 jaar cel, is gevlucht naar het buitenland), een vooraanstaand politicus in de provincie en de lokale ‘godfather’. Morgen de roestende brandweerwagens.

Thailand, 25 november –  Vandaag worden vele duizenden krathongs te water gelaten als eerbetoon aan Phra Mae Khongkha, de godin van het water. Dat zou geluk brengen en is een symbolisch gebaar om de slechte dingen in het leven kwijt te raken en met een schone lei te beginnen. Traditioneel wordt een krathong gemaakt van een plak van een bananenboom die wordt versierd met bloemen, gevouwen bladeren van de boom, een kaars en wierookstokjes. Om de slechte dingen in het leven kwijt te raken worden stukjes nagel, haar en muntjes toegevoegd. Moderne krathongs worden gemaakt van styrofoam, maar omdat het niet verteert, wordt dit afgeraden.

Thailand, 24 november – Vandaag weer een Krimi: ‘Chuwong, de aannemer’. Een auto botst tegen een boom. De bestuurder, een voormalige staatssecretaris, heeft lichte verwondingen; de man naast hem, een rijke aannemer, komt om het leven. In tegenstelling tot zijn gewoonte heeft hij de veiligheidsgordel niet om. De airbags weigerden dienst. Verkeersongeluk of moord? Want enige tijd voor zijn dood ontvingen twee vrouwen, die zeggen zijn maîtresse te zijn geweest, aandelen ter waarde van in totaal 268 miljoen baht. Eén van de twee zou zwanger van hem zijn. De bestuurder, de twee vrouwen en een moeder zijn beschuldigd van vervalsing en diefstal van aandelen. Het ongeluk blijft met vraagtekens omgeven. Das Ende.

Thailand, 23 november – Vandaag de spannende Krimi ‘De wrede moeder’. Juree Jan-ngam (72) was een bemiddelde zakenvrouw uit het Zuiden van Thailand. In 2007 liet ze de verloofde van haar zoon vermoorden. De apothecaresse vond ze geen partij voor hem: niet rijk genoeg. Bij de executie in een kliniek kwam ook een assistente om het leven. De moeder kreeg levenslang en verdween tijdens haar vrijlating op borgtocht. Tien maanden geleden kwam de dochter met een overlijdensakte op de proppen. Moeder was overleden. De politie ontdekte dat met de akte was geknoeid en hervatte de klopjacht, waarop de vrouw zich meldde. Das Ende. Morgen een andere, even spannende Krimi.

Thailand, 22 november – Kennissen die denken dat Thailand een paradijs is en alle Thaise vrouwen schatjes, vragen me wel eens om advies, omdat ze zich hier willen vestigen. Ik stel hen dan één eenvoudige vraag: Wat denk je te gaan doen? Want verveling, alcoholisme en verloedering liggen op de loer als je niets om handen hebt. Een kennis die met zijn Thaise vrouw in Nederland woont en in Thailand overwintert, denkt erover het verblijf in Thailand in te korten. Want nadat hij de tuin van zijn huis op orde heeft gebracht, enkele klusjes in het huis heeft gedaan, resteert alleen nog maar de Sudoku. Verstandig.

Thailand, 21 november – Op het shirt, zwart met fijne witte stipjes, de mouwen egaal zwart, stond in twee tegengestelde boogjes Mon Amour en Es Unique. Er tussenin in een iets grotere letter Tu. De draagster leek me een tomboy, maar geen fervente. Op haar hoofd een donkere pet, achterstevoren gedragen, met de tekst Girl’s generation. Ze was niet bijzonder mooi. Bovendien telefoonzombie. Zou ze weten welke boodschap ze uitzendt? Heeft de verkoopster haar dat verteld? Is er een ‘je’ die ze bemint? Of vond ze de witte stipjes leuk, net een met sterren bezaaide hemel. Zou misschien, maar nee… dat mag ik niet denken.

Thailand, 20 november – Midden op straat staat een man met een bundel wierookstokjes in zijn handen te bidden. Hij houdt de bundel devoot omhoog, heeft de ogen gesloten. Waar bidt hij voor? Dat hij werk mag vinden zodat hij een motorfiets kan kopen. Op de pof natuurlijk. Wat wordt het: Honda of Yamaha? Of liever een auto, ook op de pof. Toyota, daar zijn er veel van. Of een hybride wagen, een eco-wagen misschien; je weet maar nooit wat er met de olieprijs gaat gebeuren. Of bidt hij dat zijn vrouw zwanger mag geraken zodat hun oudedagsvoorziening gegarandeerd is? Van die dingen…

Thailand, 19 november – De premier van Thailand heeft de bevolking opgeroepen alert te zijn op alles wat verdacht lijkt.  Want ook Thailand loopt risico’s. Het gevaar is overal, zegt hij. Geen land is veilig. Dat zegt de norse generaal die het land met harde hand bestuurt en een bloedhekel aan de media heeft.  Ik zie veel verdachts. Bijvoorbeeld: In het holst van de nacht zitten enkele mannen aan een granieten tafel op het eetplein aan soi 7 te drinken en te praten. Ik passeer ze op weg naar de 7-Eleven. Wat doen die mannen daar zo laat? Waarover praten ze? Beramen ze misschien een aanslag? Ja, je gaat deze dagen gekke dingen denken.

Thailand, 18 november – Kijk, dat vind ik nou leuk. Je speelt in een bar poolbiljart. Het gaat bij hoge uitzondering goed. De meeste ballen doen wat ik wil dat ze doen. Ik win zelfs een van de drie potjes (of mijn tegenspeler laat me winnen). En dan valt mijn oog ineens op een fles met het opschrift Triple Sec De Kuyper. Schiedam, mijn tweede woonplaats, dringt zich op. Ik noteer: ’Premium Quality Spirits and Liqueurs. Distilled with natural ingredients. Schiedam Holland.’ De fles is voor twee derde leeg, dus Schiedam gaat er hier wel in. Mijn avond kan niet meer stuk.

Thailand, 17 november – Eenmaal per week op vrijdag komt de Miep Kraak-brigade mijn kamer schoonmaken. Mijn vriendin heeft al het bed afgehaald en de handdoeken weggehaald. De drie werksters verschonen het bed, vegen en moppen de vloer, maken de badkamer schoon en leggen nieuwe badhanddoeken klaar. De ploeg bestaat uit twee nieuwe: de (ontslagen) dikke is vervangen door een oudere vrouw, de jonge door een andere jonge. Nummer drie is een lange dunne met een zuur gezicht. Dat schoonmaken gebeurt met de Franse slag, want voordat ik mijn sigaret heb kunnen oproken, zijn ze al klaar [ik overdrijf].

Thailand, 16 november –  Waarom zijn veel (de meeste?) expats dik (ik niet), lelijk (ik ook), slecht gekleed (ik niet) en hebben ze tatoeages (ik niet)?  Het vooroordeel wil dat wij in Nederland niet aan de vrouw konden geraken en daarom naar Thailand zijn gekomen omdat de ‘vrouwtjes’ (zo noemen de kwaadsprekers hen) hier voor het oprapen liggen. Omdat je vooroordelen nooit moet bestrijden, want daarmee bevestig je ze alleen maar, laat ik dit onweersproken. Ik zou die ‘vrouwtjes’ ernstig willen ontraden een amoureuze relatie met een expat te beginnen. Want wat moet je met een dikke, lelijke, slecht geklede en getatoeëerde vent?

Thailand, 15 november – Ze staan bekend als Tom & Dee, voluit: Tomboy and Lady. Twee doorgaans jonge vrouwen, meisjes, die een relatie hebben of misschien wel samenwonen. Het kunnen lesbiennes zijn, maar dat hoeft niet. Tomboy is het mannetje. Ze heeft een jongenskapsel (ik zie vaak page kapsels), snoert haar borsten in (als dat nodig is, want veel Thaise vrouwen hebben niet veel tiet) en draagt mannenkleding. Ik zag laatst zo’n paartje in de metro. Zij: gekleed in een kort vitragejurkje, op en top een dame. Hij: gekleed in een slordig spijkerpak. Toen een zitplaats vrijkwam, ging hij zitten. De hork.

Thailand, 14 november – Had m’n vrouw maar één zo’n been. Aan die opmerking van Godfried Bomans moet ik soms denken als ik Thaise vrouwenbenen zie. Soms ja, want de meeste stellen niet veel voor: te dik, te dun, X-benen, O-benen, verpleegstersbenen, klutsknieën. Maar een enkele keer duikt een pareltje op. En dat hoeven geen ranke benen te zijn. Laatst een jonge vrouw. Verrukkelijke billen, omspannen door een strak rokje, met twee stevige stelten eronder. Haar gezicht mocht er ook zijn. Tikje eigenwijze uitstraling, lekker mondje met volle lippen, ideaal om te kussen; mopsneusje en geprononceerd voorhoofd. Zal niet zeggen wat ik dacht.

Thailand, 13 november – Ontdekte kort geleden een Spaans restaurant en heb er inmiddels een paar keer gegeten. Drie tapas voor 195 baht en cortado om het af te maken. Verschillende tapas al geproefd: uiteraard tortilla en verder gazpacho, ensalade rusa en gambas ajillo. Chorizo smaakte zoals chorizo moet smaken en met de serrano ham was ook niks mis. Maar de gehaktballetjes in tomatensaus lagen me te zwaar op de maag en de croquetas vond ik geen succes. De zitplaatsen zijn comfortabel, de Spaanse en Zuid-Amerikaanse muziek bevalt me en de volumeknop staat op beschaafd. Een dikke voldoende dus voor Spanish On 4 in Silom Soi 4.

Thailand, 12 november – De motortaxibestuurders deden wat lacherig toen ik hen passeerde op weg naar de 7-Eleven om er mijn twee verse ochtend croissants te kopen. Ze wezen op de nieuwe man, bij wie ik een dag ervoor halverwege was afgestapt omdat hij te gevaarlijk naar mijn zin reed. Deed het eerder, maar die snelheidsduivels hebben hun leven gebeterd na bemiddeling van mijn vriendin. Ze weten nu dat ik niet houd van Schumacher-snelheden, dat ik het onverstandig vind de andere weghelft te gebruiken om een auto in te halen, wanneer er tegenliggers aankomen, en dat ik geen genoegen beleef aan lancering wanneer ze over een verkeersdrempel scheuren.

immigration Division 1Thailand, 11 november – Chaeng Watthana is een complex regeringsgebouwen. Het is nog groter dan ik mij voorstelde toen het tijdens de protesten van de anti-regeringsbeweging PDRC werd bezet en ambtenaren niet naar hun werk konden. Moet vrij eenvoudig zijn geweest; gewoon de enige toegangsweg blokkeren. Ik was gisteren voor de tweede keer bij het bureau Immigration en voor de tweede keer was ik geïmponeerd door de grootte van het gebouw. Ik had 49 wachtenden voor me en was na twee uur aan de beurt, een wachttijd korte tijd onderbroken met een koffie van Amazon. Vandaag weer, want had een fout gemaakt. Opnieuw een oefening in geduld.

Thailand, 10 november – Een zwerm zwarte kraaien is weer neergestreken in Baan Kaew Mansion. ’s Ochtends vliegen ze uit, ’s avonds keren ze terug naar hun nest. Ik heb het over werknemers van warenhuis Robinson. Regelmatig logeert een ploegje, meest vrouwen, in mijn pied à terre omdat ze op cursus gaan. Ze zijn gekleed in het zwart: zwarte pantalon, zwart shirt met in gifgroene letters de tekst See you @ ROBINSON. Ik hoop dat ze op de cursus iets leren over het verlenen van service. Dat je bijvoorbeeld niet als zombie op je mobieltje moet blijven kijken, wanneer een klant arriveert. Kent het Thais eigenlijk een woord voor service?

Thailand, 9 november – Vietnam deed voor het eerst mee aan de Pisa-test. De 15-jarigen scoorden bovengemiddeld op de internationale onderwijsvergelijking in een veld van 65 landen. Thailand bungelt onder het gemiddelde. De verklaring is simpel. Thaise kinderen krijgen geen enkele stimulans vanuit het gezin. Ze worden niet opgevoed en hebben alle vrijheid te doen wat hun goed dunkt. Het beroep van onderwijzer staat ook niet in erg hoog aanzien. Van didactiek hebben ze geen kaas gegeten. Leren is memoriseren. Ze zijn autoritair, geven frontaal les en geven lijfstraffen. Het stellen van vragen wordt ontmoedigd. Kuddegedrag is de norm. Het wordt nooit wat met het Thaise onderwijs.

Thailand, 8 november – Een echtpaar op leeftijd betrad de metro. Geen van de passagiers maakte aanstalten op te staan, ook niet de jonkies die (zogenaamd) verdiept waren in hun mobieltje. Een rijzige farang stond op en bood zijn zitplaats aan de vrouw aan. Ze knikte dankbaar. Toen het stoeltje naast haar vrij kwam, wilde een jonge vrouw er gaan zitten. De farang was haar voor en dirigeerde de oude man naar de zitplaats. Ze deed snel een stapje terug. Zou ze zich schamen? Ik denk het niet. Ze zal wel nooit geleerd hebben wat wellevendheid is. Voor mij wordt een enkele keer opgestaan. Dat verbaast me telkens weer.

Thailand, 7 november – Naast me in de metro zat De Dikke Man. Het kuipstoeltje was niet berekend op zijn lompe lijf. Hij liet zijn reisgezel foto’s van gerechten op zijn mobieltje zien en gaf er een toelichting bij. Dat verklaarde wel iets: eetverslaafd of kok. Dat laatste mag, want koks moeten dik zijn; magere koks vertrouw ik niet. In het vliegtuig heb ik gelukkig nog nooit naast een volwassen Dik Trom gezeten. Een paar minuten in de metro gaat nog; elf uur naast zo’n dikzak bekneld zitten, moet een ramp zijn. En een korting op mijn vliegticket zal er wel niet in zitten. Dan zou het nog te overwegen zijn.

Thailand, 6 november – De keuken van Dick’s Café in Soi Twilight, zoals de bijnaam van het uitgaansstraatje luidt, is doorgaans van prima en constante kwaliteit. Maar de champignonsoep die ik onlangs kreeg, was lauw en de snippertjes champignon waren rauw. Ik zei het tegen de ober (type Lulletje Rozenwater), maar die reageerde niet en keek schaapachtig. Ik lepelde de meeste soep op, waarna hij de tafel afruimde en terugkwam met een potje tandenstokers [?]. Een andere keer had ik pech met de pork stew, een smakelijk gerecht dat vaak wel zwaar op de maag ligt. Het varkensvlees was erg vet en ingrediënten ontbraken. De ober, een ander, haalde het weg. De  vervangende schotel was wel goed. Zo kan het dus ook.

Thailand, 5 november – Mijn ontbijt bestaat sinds korte tijd uit twee verse croissants plus een hard gekookt eitje en een banaantje (voor de vitaminen). Eitje en banaan at ik altijd al ‘s ochtends, de verse croissants niet. Geen voorverpakte croissants van 7-Eleven meer voor mij, maar verse die de 7-Eleven sinds enige tijd verkoopt. Ze liggen met ander banket vanaf een uur of zeven in een vitrine en kosten 16 baht per stuk. De croissants smaken een stuk beter dan de voorverpakte. Ik eet ze op z’n Frans: lekker soppen in een kom met koffie. Hmmm…

Thailand, 4 november – Als mijn sigaretten op zijn – en dat is te vaak, geef ik toe – is mijn eerste gang naar het kruidenierswinkeltje beneden in het hotel. De luiwammes die er achter de kassa zit, moet regelmatig nee verkopen. Dus dan ga ik naar de 7-Eleven voor mijn verslaving. Een beetje zakenman is attent op dit soort signalen, want elk nee scheelt hem inkomsten. Ik stel vast dat ook deze man (de baas van het hotel) een commercieel onbenul is. Een slechte manager ook. Ik had die knaap die de hele dag onderuitgezakt achter de kassa naar filmpjes op zijn mobieltje kijkt, er al lang uitgeflikkerd.

Thailand, 3 november – Wekenlang was het gesloten en nu is het ineens weer open: restaurant Kaofang in Soi Nathong 1, het straatje waaraan mijn hotel is gevestigd. Toen het werd ingericht, verbaasde ik mij over het commerciële onbenul van de initiatiefnemers, want het wemelt in de buurt van de eethuisjes en die leiden allemaal een marginaal bestaan. Kaofang heeft een professionele keuken en mooi meubilair, maar daarmee trek je geen klanten. Ook niet met een uithangbord dat aan het dak is bevestigd, zodat je je nek verrekt om de naam te kunnen lezen. Mijn vriendin en ik hebben er één keer gegeten. Zij vond de kwaliteit van het eten erg tegenvallen.

24-2

Thailand, 2 november – Zag toevallig op een monitor in een bar een show van Thongchai ‘Bird’ McIntyre. Samen met vijf extravagant uitgedoste zangeressen bracht hij een show, die mijn liefde voor zijn zangkunst tot onder het nulpunt heeft gebracht. Het was geschreeuw, keihard, zonder enige dynamiek, met een publiek dat alleen maar gilde en soms de zang overstemde. Een groot contrast met Bird’s show Magic Memories, die ik op VCD heb (foto). Ik schreef erover: ‘Een zinderend concert met zang, dans, licht- en lasereffecten, achtergrondprojectie en conferences. Woord voor woord zingt het publiek zijn songs mee. Wanneer hij a capella een nummer inzet, nemen zijn fans de zang over.’ Dat was kwaliteit, ik zag nu shit.

Koh Tao Zaw Lin en Wai Phyo achter de traliesThailand, 1 november – Dit zijn Zaw Lin en Win Zwaw Htun, twee 21-jarige gastarbeiders uit Myanmar, die worden berecht voor de moord op David Miller (24) en de moord op en verkrachting van Hannah Widtheridge (23) op 15 september 2014 op het vakantie-eiland Koh Tao. Op 24 december doet de rechtbank uitspraak. De verdediging zegt dat hun (later ingetrokken) bekentenis onder bedreiging c.q. marteling  is afgelegd. Met het bewijsmateriaal zou geknoeid zijn, op het moordwapen is geen DNA van hen gevonden, wel van anderen. Ik kijk naar hun gezichten en kan amper geloven dat ze tot zo’n gruweldaad in staat zijn. Ik bid dat aan hun beproeving een eind komt. Bidden jullie mee?

Thailand, 31 oktober – (Vervolg van gisteren) 5 Tienerzwangerschappen. Thailand telt na Laos het hoogst aantal tienerzwangerschappen van Zuidoost-Azië. Dit jaar raakten al 3.700 meisjes jonger dan 15 jaar zwanger. Het aantal neemt toe, alhoewel het geboortecijfer daalt.
6 Milieu. Tussen 1945 en 2012 is de bosbedekking afgenomen van 70 naar 25 procent. Bewoners bij bruinkool- en goudmijnen kampen met gezondheidsproblemen. Berucht is de verontreiniging met lood van de Klity Creek in Kanchanaburi.
7 Andere bedreigingen: dammen in de Mekong rivier, die de migratie van vissen bemoeilijken, de Kaeng Sua Ten dam in de Yom rivier, die ten koste zal gaan van zeldzaam teakbos, de Mae Jaem dam in Chiang Mai, de Mae Wong dam in Nakhon Sawan en de bouw van kolencentrales.

Thailand, 30 oktober – Mochten er mensen zijn die menen dat Thailand een paradijs is (misschien denken de Thais dat zelf ook wel), dan lijkt het me nuttig om enkele feiten te noemen.
1 Alcoholgebruik, zeg maar misbruik. Thailand behoort tot de topvijf landen waar het meest gezopen wordt.
2 Verkeersdoden. Volgens de WHO is Thailand ’s werelds tweede land met de meeste verkeersdoden. Alleen in Libië komen meer mensen in het verkeer om.
3 Corruptie. Thailand staat in de Corruption Perception Index van Transparency International op plaats 85 temidden van 175 landen. Het politiekorps wordt als de meest corrupte overheidsdienst beschouwd.
4 Thailand kent een grote inkomenskloof. De hoogste inkomensgroep bezit 54 procent van de nationale koek, de middenkomens 41,2 procent en de laagste inkomensgroep 4,8 procent. (Wordt vervolgd)

Thailand, 29 oktober – Qua comfort staat de taxi bij mij op de eerste plaats; de motorfiets en tuk-tuk staan op een gedeelde derde plaats. De tweede plaats reserveer ik voor enkele nieuwe modellen motorfiets met een ruime zitting voor de duopassagier; uitermate geschikt voor lieden zoals ik die geen zitvlees hebben.  Een ritje met een tuk-tuk bij mij in de buurt is een crime. Elke onregelmatigheid in het wegdek voel je als passagier. Verkeersdrempels zijn het ergst. Zelfs wanneer de bestuurder afremt, word je een centimeter of wat in de hoogte gelanceerd. Motorfietsen waarop ik met mijn lange stelten opgevouwen zit, zijn al even ongemakkelijk. Gelukkig duren de ritjes nooit lang.

Thailand, 28 oktober – Als het reizigersbestand van de metro representatief is voor de Thaise bevolking, dan kan ik niet anders dan concluderen: Thais zijn kuddedieren. Want op het perron, bij het betreden van het metrovoertuig, zittend, staand en bij vertrek doen de meesten hetzelfde: Candy Crush of een ander dom spelletje spelen of een volledig zinloos chatgesprek voeren. Thai lijden aan een ernstig gebrek aan hersencellen en dat belooft weinig goeds voor de toekomst. Het land zwelgt sowieso al in zelfgenoegzaamheid, vooral op politiek en economisch gebied. Dat krijg je als je nooit gekoloniseerd bent geweest.

Thailand, 27 oktober – Het valt me op dat de taxi’s waar ik de laatste tijd in stap, allemaal gloednieuw zijn. Ik kom geen gescheurde banken meer tegen maar alleen nog strakke leren banken. Het is een genoegen in deze bolides naar mijn pied à terre te worden gebracht. Daarmee in schril contrast staat de kwaliteit van de busvloot van Bangkok. Al jaren wordt gebakkeleid over de aanschaf van nieuwe bussen. Ze zouden eerst op aardgas rijden, maar toen de minister bedacht dat elektriciteit een betere brandstof was, kon de gehele procedure overnieuw beginnen. Veel bussen komen de remise niet meer uit, zo verrot zijn ze. Wat nog wel rijdt, valt bijna van ellende uit elkaar.

Thailand, 26 oktober – Pompeus en smaakvol. High-tech en primitief. Sky-high en klein. Mooi en lellijk. Gewelddadig en vreedzaam. Splinternieuw en vervallen. Stinkend rijk en arm als een kerkrat. Superschoon en super smerig. Het valt mij elke keer weer op dat Thailand, zoals ik het waarneem, een land van contrasten is. Geen lage grijze luchten zoals in Nederland maar een hoog blauw firnament. Thailand is een land waar men het kalf laat verdrinken en als het dan verdronken is, wordt een nieuwe put gegraven, waar het volgende kalf in verdrinkt. Thailand is een land dat als motto heeft: Geen daden maar woorden. Of: Praatjes vullen gaatjes. Heerlijk land om in te vertoeven.

Humphrey BogartThailand, 25 oktober – Sinds ik Dick’s Café bij toeval heb ontdekt, heb ik het zaakje in mijn hart gesloten. Ze serveren er een prima koffie, zij het erg sterk, en hebben een heel goede keuken, die een constante kwaliteit levert. De gerechten die ik er tot nu toe heb gegeten, waren stuk voor stuk van prima kwaliteit. Maar de grootste aantrekkingskracht zit in de aandacht voor Casablanca, de klassieker met Humphrey Bogart en Ingrid Bergman. Eén muur bevat een levensgrote still uit de film met een bedachtzaam kijkende Rick, eigenaar van Rick’s Café Américain (foto). Verder verschillende filmposters. Ik mis alleen het iconische beeld van Humphrey en Ingrid in de regen en mist op het vliegveld.

Thailand, 24 oktober – In de tuk-tuk op weg naar metrostation Huai Khwang waaiden mijn borsten bijna uit mijn beha. Bij wijze van spreken dan als ik een beha had gedragen en als ik borsten had gehad. Bij het station gaf ik afgepast 40 baht. De bestuurder hief zijn hand die vijf vingers telde. Blijkbaar was hij niet vertrouwd met de vaste tarieven op deze route. Ik schudde mijn hoofd en zei: 40 baht. Dat is niet geheel zonder risico, want taxichauffeurs zijn wel eens achter passagiers aan gegaan, die weigerden te betalen. Maar de bestuurder volgde me niet, dus dat viel weer mee.

Thailand, 23 oktober – Aan het tafeltje voor vier personen naast me in restaurant Sarica zaten twee Japanners. Later kwam een jonge vrouw erbij zitten die qua leeftijd een dochter had kunnen zijn, maar vermoedelijk was geleverd door een escortbureau. Er werd aan die tafel veel gelachen. Ik had willen vragen wat er allemaal zo grappig was. De man die naast de jonge vrouw zat, lachte het vaakst en het hardst. Irritant hard, maar in Thailand is het motto: Leven en laten leven. Alleen extreem ergerlijk gedrag is aanleiding om iemand een kogel door zijn hoofd te (laten) jagen. De vrouw lachte ook veel. Heel verstandig als je twee suikeroompjes wil kaal plukken.

Thailand, 16 oktober – Soymilk van Lactasoy (sinds 1981) bevat acht essentiële amino zuren. Het is glutenvrij, ook ontbreken tarwe en ei, evenals kunstmatige kleurstoffen en smaken. Aan ingrediënten bevat het 89,3 procent soyamelk (water en soyabonen ), 7 procent suiker (dat valt weer mee), 2 procent volle-melkpoeder, 1,7 procent plantaardige vetten (palmolie en kokosnotenolie), zout en stabilisator (E466). De netto-inhoud van een kartonnetje bedraagt 200 ml. Soyamelk lijkt me gezonder dan onze koeienmelk, die verontreinigd is met groeihormonen [of zoiets]. Is dit nu een onderwerp voor een column? Ach, waarom niet: het zijn circa honderd woorden en u leert weer iets over Thailand.

Thailand, 15 oktober – In restaurant Sarica aan de  Surawong Road zitten twee jonge vrouwen tegenover elkaar aan een tafel aan de rand van het terras. Het zijn wat nuffige types; ze lijken me geen bargirls uit het nabijgelegen Patpong. Ook geen collega’s van het werk. Misschien twee hartsvriendinnen. Ze eten bedachtzaam met kleine hapjes en nemen kleine slokjes van hun Singha bier. De een, gekleed in een crèmekleurig pakje, is bijna onafgebroken aan het woord. Expressief, met brede armgebaren. De ander, gekleed in een jurkje met een zwartwit blokjes motief, reageert zo nu en dan. Waarover praten zij, die twee daar bij het hek?

Thailand, 12 oktober – Omdat ik geen telefoonzombie ben (en ook nooit zal worden – dat verklaar en beloof ik) is het enige wat ik in de metro kan doen reizigers observeren. Ik probeer te gissen wat hun beroep is. Bij jonkies is dat gemakkelijk; die dragen een school- (voorzien van de naam) c.q. universiteitsuniform. Bankpersoneel herken ik aan de kleur van de kleding, met het logo of het acroniem als check. Ook personen in bedrijfskleding met de naam van het bedrijf erop gestikt, zijn gemakkelijk. Maar anderen? De vrouw is het zwart met een wit boord en witte manchetten, die ik pas zag, leek me een secretaresse. Maar ik kan me vergissen.

Thailand, 9 oktober – Verandering van spijs doet eten, luidt een bekend gezegde. Misschien dat dit opgaat in Nederland, maar in Thailand zeker niet. Althans voor mij. Voorbeeld: Op zoek naar een tussendoortje kocht ik een bread stick with ham & egg filling, een dun lang kadetje. Brood was het zeker en ik zag het beleg, maar daar bleef het bij. Dezelfde ervaring heb ik met sandwiches. Een sandwich is (of behoort te zijn) een diagonaal doorgesneden dunne boterham. De 7-Eleven verkoopt ze met verschillende soorten beleg. Koop wel eens een sandwich met tonijn. Maar voeg er tonijn uit blik aan toe, anders proef ik alleen maar brood.

Thailand, 8 oktober – Ik begin aardig bedreven te raken in het elimineren van de nog steeds naamloze beessies, die ik op 1 oktober beschreef. Scoor nog geen honderd procent, maar de meeste aanvallen lukken. De beste executieplaats is de tegelvoer, de muur is wat lastiger, het plafond is niet geschikt. Mijn wapen is een Thaise borstel, bestaand uit een steel met uitwaaierende harde haren. De truc is de vijand tot op 20 cm te naderen en vanaf die afstand in een snelle beweging een klap uit te delen. De vergezellende kreet ‘Hebbes’ plus het volgnummer verleent enig cachet aan de daad. De laatste rustplaats voor het ongedierte is de prullenbak.

Thailand, 7 oktober – Terwijl ik bezig was nauwgezet de basilicum met steeltjes uit mijn eten te pulken (want die verteren niet) kwam 400 kilo vlees restaurant Sarica binnen rollen. De vier mastodonten takelden zich in hun stoel. Uitgebreid bestudeerden ze de beduimelde menukaart, de twee vrouwen met assistentie van een leesbril. Ze bestelden vier flesjes bier, Singha. De man op wiens rug ik keek, maakte met zijn mobieltje een foto van het uitzicht: de file op de Surawong Road. De andere man leek op André Hazes. Veel werd er niet gepraat. Toen ik weg ging en langs hun tafel liep, zag ik patat met ketchup, worstjes, sandwiches en steak.

Thailand, 6 oktober – Een blikje zoete gecondenseerde melk bevat nauwelijks melk: slechts 5 procent is magere poedermelk. Maar houdt u vast: de ‘melk’ bevat 45 procent suiker. Sinds ik dit gelezen heb, begrijp ik waarom Vietnamese filterkoffie mierzoet is. Want als eerste wordt er in een kopje een laagje gecondenseerde melk gedaan, waarna op het kopje een filter komt. Je moet geen haast hebben, want dat filteren gaat tergend langzaam. Ook in Thailand wordt driftig met de suikerbom gewerkt. In mijn mijmerhut worden koffie en ijsthee ermee aangelengd. Het is nog een wonder dat er niet meer obese mensen zijn. Voor non-dairy creamer geldt hetzelfde: 48 procent suiker, 3,6 procent magere melkpoeder.

Thailand, 5 oktober – Vandaag, jongens en meisjes, wil ik de vraag behandelen: Waarom zijn er zoveel (kleine) naai-ateliers en wasserettes in Thailand? Iemand een idee? Niemand? Luister dan goed. Die ateliers maken goedkope kleding. De kleding wordt elke dag gewassen. Daarom zijn er zoveel wasserettes, een groot woord voor een paar wasmachines die bij een pand staan. Omdat het goedkoop spul is en na één dag dragen gewassen wordt, slijt het snel. Dus moet vaak nieuwe kleding worden gekocht. Daarom zijn er zoveel ateliers. Het is gewoon een vicieuze cirkel van twee bedrijfstakken die elkaar bezig houden. Nou, zo moeilijk was ’t toch niet?

Thailand, 4 oktober – Om half acht gisterochtend begon het te stortregenen, net als op vrijdag. De hemel opende zich en zorgde voor de bekende beelden in Bangkok van ondergelopen straten met auto’s die tot hun assen door het water ploegen. De regen zorgde voor een aangenaam geluidsdecor, terwijl ik werkte aan mijn dagelijkse rubriek Nieuws uit Thailand. Werk dat me van de straat en uit de kroeg houdt. Vooral als het regent is dat eerste aan te bevelen. Muziek is niet het juiste woord voor het geluid dat regen maakt, eerder muzak. Dat is muziek die geen muziek is, als u begrijpt wat ik bedoel.

Thailand, 3 oktober – Nummer 13 stond op de display van het parkeerterrein aan de Rama IV weg. Het was vrijdag. Dat beloofde weinig goeds. Het regende, maar dat deed het donderdag ook en dat is geen ongelukscombinatie. Op het perron van metrostation Sam Yan waren de monitoren met wachttijden nog steeds van slag. Mijn aandacht werd getrokken door een jonge vrouw in een melkchocoladebruin broekpak. Perfect gesneden, haar rondingen kwamen er mooi in uit. De man naast haar paste niet in het plaatje. In de metro leek ze boos op hem te zijn. Ze legde niettemin haar hoofd op zijn schouder en sloot haar ogen. Ook hij sloot zijn ogen. Ze bleven ademen.

Thailand, 2 oktober – Mijn vriendin kan iets wat ik niet kan [Geen suggestieve opmerkingen alstublieft.] Ze kan een mug in vrije vlucht vangen en ze is zeer bedreven in het vangen van de beesies die ik gisteren beschreef. Mij ontglippen ze, maar bij haar maken ze geen schijn van kans. En da’s toch merkwaardig, want ze is zo goed als blind aan één oog. Die handicap schijnt bij de jacht op ongedierte geen handicap te zijn. Ook bij het spelen van poolbiljart is dat het geval. Mijn ballen komen wel eens per ongeluk in een pocket terecht, maar bij haar gedragen ze zich voorbeeldig. Ik snap ‘t niet.

Thailand, 1 oktober – Zeven in één klap, het sprookje van Grimm over het dappere snijdertje, lukt me niet om te evenaren. Het is eerder omgekeerd: Eén in zeven klappen. Matige score, moet beter kunnen. Maar de beesies die door de regen worden aangevoerd, zijn pijlsnel. En hondsbrutaal. Eén kroop pas tegen mijn sigarettenpakje op. Hoe ze heten, weet ik niet. Ze hebben een bruin geleed ruggetje, zes pootjes en twee lange voelsprieten. Vind ze er vies uitzien. Misschien familie van de strontvlieg, maar het zijn geen vliegers. Ik begin bijna terug te verlangen naar de mini-mini miertjes. Die zijn een stuk beschaafder geschapen.

Thailand, 30 september – Al twee keer tijdens een semi-dodenrit van een motortaxi halverwege afgestapt. De laatste keer omdat de bestuurder (geen helm) telkens auto’s op de andere weghelft inhaalde, tegenliggers nopend gas terug te nemen. Nu zijn ze boos op mij; als ik de motortaxi standplaats passeer, worden spottende opmerkingen gemaakt. De gedachte dat ik klant ben en zij een dienst verlenen, waarvoor ik betaal, is hen vreemd. Ze redeneren: ik ben de bestuurder en bepaal, niet jij. Een zelfde gebrek aan gevoel voor service zie ik in winkels. Het personeel staat met elkaar te kletsen of is met zijn mobieltje in de weer. ‘Kan ik u helpen?’, heb ik nog nooit gehoord.

Thailand, 29 september – Sommige jonge Thaise vrouwen zijn net prinsesjes, gestapt uit een pop-up sprookjesboek. Ze hebben een koninklijke air en een koninklijke tred. Laatst zag ik er één over wie het spiegeltje aan de wand desgevraagd zou zeggen: U bent de mooiste in het land. Ze droeg een chic crèmekleurig jurkje, niet te kort, niet te lang, getailleerd, met plooien. Lang gitzwart haar met pijpenkrullen aan de flanken. Aan haar schouder een merktas. Haar bevallige voetjes staken in muiltjes; niet in sneakers, niet in flip-flops, niet in het lelijke schoeisel dat van oude autobanden gemaakt lijkt te zijn. De tiara van kristal denk ik erbij.

Thailand, 28 september – Ooit, hoe oud zal ik geweest zijn, bezocht ik de Gevangenpoort. Daarvan herinner ik me twee subtiele, maar uiterst effectieve martelpraktijken. Door een cel werden kookluchtjes geleid en in de vloer was een holletje uitgesleten door onophoudelijk gedruppel. Wanneer het hier heeft geregend, moet ik daar altijd aan denken, want wat hoor ik dan eindeloos lang? Luistert u even mee: tik tik tik tik tik tik tik tik tik tik tik tik tik tik tik tik tik tik tik tik tik tik tik tik tik tik tik tik tik tik tik tik tik tik tik tik tik tik – het is om gek van te worden.

Thailand, 27 september – (Vervolg van gisteren) Er is nog iemand vertrokken, die ik eveneens nooit erg sympathiek heb gevonden. De man, die onder een partytent voor het hotel een beperkt aantal gerechten bereidde en gebruik maakte van het eetzaaltje, is weggegaan na ruzie met de hotelmanager. Hij mocht zijn vervoermiddel niet meer voor het hotel parkeren, want die ruimte is gereserveerd voor hotelgasten. Zijn vertrek is misschien voor Thai een gemis, maar niet voor mij. Als hij chili’s in de wok gooide, sloeg dat op mijn keel. En ik heb al een rokershoest.

P.S. Drie dagen later was de keuken weer in bedrijf. Kon het niet over mijn hart verkrijgen, deze column weg te gooien.

Thailand, 26 september – De dikke werkster is vertrokken. Hoera! Ik mocht haar toch al niet en zeker niet nadat ik op een keer een vloek naar haar hoofd had geslingerd waarin het Opperwezen werd genoemd. De toon waarop ik dit zei, moet indruk hebben gemaakt. Aanleiding was de horrendeur die na reiniging teruggezet werd. Ik kon zien dat dit een andere deur was, pakte de deur op, zette hem op de gang, waarop zij de deur weer terug plaatste. Sinsdien heb ik haar ingedeeld bij de afdeling domme trutten. Maar ze is weg, weggestuurd omdat ze 30.000 baht had gestolen van de baas, zo meldt mijn vriendin. (Wordt vervolgd)

Thailand, 25 september – (Vervolg van gisteren) Aangekomen bij mijn mijmerhut, hoefde ik mijn bestelling niet te plaatsen. Was er tweemaal geweest en werd herkend. Dat geeft een thuisgevoel. Veel tuktuk bestuurders kennen me ook. Ze zeggen Baan Kaew en dan hoef ik alleen maar te knikken. De sala direct naast het hok waar de godendrank wordt gebrouwen, was vrij. De uitbaatster werkte eerst enkele bestellingen af: allemaal ijskoffie of ijsthee. Warme koffie lijkt niet erg in trek, terwijl ik toch geleerd heb dat je warmte met warmte moet bestrijden. Kreeg er deze keer een glas hete thee bij. We gaan vooruit. Nog steeds 15 baht.

Thailand, 24 september – Kom, laat ik eens naar mijn mijmerhut lopen, dacht ik gisteren. Of was het eergisteren? De dagen lijken erg op elkaar. De plat gereden rat lag nog steeds op dezelfde plaats vlak voor het eethuisje op de hoek van Nathong 2. Ik telde onderweg twee naaiateliers. Waren ze nieuw of had ik ze niet eerder opgemerkt? Er moeten honderden naaiateliers in Bangkok zijn. Verder natuurlijk veel kapsalons en kruideniertjes. Als ik er iets zou kopen, zou ik altijd de uiterste houdbaarheidsdatum controleren, want veel omzet zit er niet in die kleintjes.De 7 is er streng in: datum verstreken, artikel uit het schap. (Wordt vervolgd)

Thailand, 23 september – (Vervolg van gisteren) Mocht de koffie na drie columns over het bruine vocht inmiddels uw neus uitkomen, dan moet u deze maar overslaan. Het meest gefrequenteerde koffiepunt is namelijk nog niet aan de orde gekomen en dat is mijn kamer. Het is geen bijzondere koffie die ik er drink; ook niet bereid in een modieuze Senseo koffiepadmachine of espresso machine. Wat ervoor nodig is: een elektrische thermopot, waarin water wordt gekookt en warm gehouden, en koffiesticks. In mijn geval Moccona Trio Rich & Smooth 3 in 1. Koffie voor luiwamessen met als enige voordeel dat koffie buitenshuis een tractatie is. Want elk nadeel heeft enzovoort.

Thailand, 22 september – (Vervolg van gisteren) Aan mijn koffiestops is sinds kort een nieuw drinkpunt toegevoegd. Niet vanwege de kwaliteit, maar vanwege de ambiance en bovendien niet ac-gekoeld, want air-conditioning is alleen een zegen als het kwik buiten boven de 35 graden uitkomt. Op een parkeerterrein staan drie zogeheten sala’s, open houten hutjes met op een verhoogde vloer een tafel en drie banken in een U-vorm. Mocht u ooit een pelgrimstocht maken: Soi Nathong 3, naast de Familymart. Daar moet u zijn. De koffie is niet top, zoals bij Arabica en Suzuki, maar alleszins drinkbaar én goedkoop: 15 baht. De sala noodt tot mijmeren. De oncomfortabele houten banken neem ik dan maar voor lief. (Wordt vervolgd)

Thailand. 21 september – (Vervolg van gisteren) De koffie in Arabica is een plaatje. Er ligt altijd een fraai bloemmotief in dunne chocoladelijnen op de opgeklopte melk. Bij Suziki kunnen ze niet zo mooi schilderen, maar daar krijg ik een flinke dot slagroom op de koffie. Het nadeel is wel dat de koffie snel afkoelt, terwijl koffie heet als een dampende vrijage dient te zijn. In beide zaken krijg ik er een glaasje water met ijsklontjes bij. De laatste tijd mis ik in Suzuki het maandblad Creative. Een prachtig magazine op kringlooppapier, dat ik helaas niet kan lezen. Maar ik kan wel zien dat er creatieve lui in de redactie en bij de vormgeving zitten. (Wordt vervolgd)

Thailand, 20 september – Koffie is de brandstof waarop de motor van de auteur draait, ook van een schrijvertje zoals ik. De duurste koffie ik ken, is Starbucks koffie. Ze vormt het bewijs dat prijs niet recht evenredig is met kwaliteit, want het is slappe pleur. De goedkoopste koffie koop je op straat. In een ouwe ‘sok’ zit een zwarte drab, waarop water wordt gegoten. Het koffie extract wordt aangelengd met water en gecondenseerde melk. Wordt geserveerd met een glaasje hete thee. De beste koffie drink ik bij Arabica (Fortune Town) en Suzuki Coffee (Big C Extra). De bereiding duurt even, maar het resultaat krijgt van mij een dikke voldoende. (Wordt vervolgd)

Thailand, 19 september – In de Ratchadaphisek Soi 7, de straat die haaks staat op het straatje met mijn hotel, zijn drie internetshops. Ik gebruik de Engelse term, want een goed Nederlands equivalent ken ik niet. Internetwinkel? Internetcafé? In alle drie staat een koelkast met (niet-alcoholische) dranken, maar dat maakt ze nog geen café. Speelplaats misschien, naar analogie van peuterspeelplaats. Heeft wel iets: er wordt gespeeld en die games vereisen geen al te grote intellectuele kennis, alhoewel wel een grote behendigheid en snel reactievermogen. Crèche? Met een oudere bevolking dan, want de clientèle bestaat voornamelijk uit jongens in de acne-leeftijd. Iemand een betere suggestie?

Thailand, 18 september – Vandaag is mijn moederdag, want wanneer ze nog geleefd had, zou ze 105 jaar zijn geworden. Een telegram van de koning hebben ontvangen, bezoek hebben gekregen van de burgemeester. Mijn moeder is nog volop aanwezig in mijn leven. Niet alleen door de genen die ze heeft doorgegeven, maar ook door haar no-nonsense opvoeding. Geen koorts? Dan ben je niet ziek. Van de regen smelt je niet. Stel je niet aan. Bordje leeg eten. Verwennen was er niet bij. Zaterdag brood met jus of uierboord. Bij de koffie een koekje, bij de thee een moccaboontje. Verjaardagen waren een feest. Dan maakte ze een huzarensalade. Daar trakteer ik me vandaag op.

Thailand, 17 september – Bangkok Hospital is een beurs genoteerde onderneming. Dus heeft klanten in plaats van patiënten, levert een product: gezondheidszorg, en zal gericht zijn op het behalen van een zeker rendement. Het is een complex van gebouwen, via twee smalle straatjes te bereiken: Medical Center, Spine Academy, Heart Hospital, Trauma Centre, Wattanosoth Hospital, International Department en misschien nog wel meer. Ik ken geen ziekenhuis in Nederland dat qua luxe zelfs maar in de schaduw van Bangkok Hospital kan staan. De boodschap lijkt te luiden: u bent niet ziek, maar u heeft een probleem en dat lossen wij voor u op. [Mits u natuurlijk wel diep in uw buidel tast.]

Thailand, 16 september – Voor alles is een dag. [Goh, ik lijk de Prediker wel.] Je hebt moederdag en vaderdag. In Thailand vallen die samen met de verjaardag van de koningin (moederdag) en de koning (vaderdag). Onlangs is Anti-Corruption Day gevierd, wat een gotspe is in een land dat hoog op de corruptie-index staat. Er zijn boeddhistische feestdagen waarop alleen onder de toonbank alcohol wordt verkocht. Verder zijn er nog elke maand Boeddha-dagen, maar daar weet ik het fijne niet van. Coronation Day op 5 mei dient ter herinnering aan de kroning van de huidige vorst in 1950. Constitution Day wordt op 10 december gevierd. De eerste grondwet dateert uit 1932, thans is de 19de in de maak.

Thailand, 15 september – (Vervolg van gisteren) Een dag later stond er een 10 op de display. Ik dacht: wat zou er staan als we niet een 10-tallig stelsel hadden maar een 2-tallig? Daar moest ik even over nadenken. Eerlijk gezegd heb ik gespiekt. Er zou 1100 hebben gestaan. Past net op de display, maar daarna zal de beheerder een grotere display moeten aanschaffen. Hoeveel plaatsen het parkeerterrein telt, weet ik niet. Niet erg veel, want er staat vaak Full. In metrostation Sam Yan meldde de monitor Arriving, maar de metro kwam niet. Storing. Gelukkig hoef je nooit lang te wachten op de volgende trein. Behalve na het laatste voertuig van de dag.

Thailand, 14 september – Ik passeerde weer de display aan de ingang van het parkeerterrein aan de Rama IV weg (zie FB van 9 september). Nu geen cijfer 18, waar ik niets mee kon, maar de 3. Daar kon ik wel iets mee. Moest denken aan de Heilige Drieëenheid en aan de in de reclame populaire drieslag. Heerlijk helder Heineken. Rolt beter, plakt beter, brandt beter. De drieslag heeft iets muzikaals. Maar de 3 werd al snel vervangen door de 2. Een verwijzing naar de kruisdood van OLH? In metrostation Sam Yan gaf de monitor 2 minuten wachttijd aan. Dat kan geen toeval zijn geweest. (Wordt vervolgd)

Thailand, 13 september – Als er ooit een wedstrijd ‘Wie draagt het kortste broekje van Thailand’ wordt gehouden, dan weet ik wel wie gaat winnen. Een bewoonster van Baan Kaew Mansion, mijn pied à terre hier. Het is een spichtig ding, scherp gezicht, spillebeentjes, blond (of geblondeerd) haar. Misschien een anorexia gevalletje, ‘een vrouw in een meisjeslichaam’, zoals een kennis zo iemand noemt. Wanneer het broekje dat ze elke dag draagt [Wordt het wel eens gewassen?] een centimeter korter zou zijn, dan kon ik haar schattige schaamhaartjes tellen. Sexy? Nou nee. En ook geen reclame voor Thailand’s slogan ‘The Land of Smiles’, want ze kijkt nogal chagrijnig als ze mij passeert.

Thailand, 12 september – Is deelnemen aan het verkeer gevaarlijk in Thailand? Wat zogenaamde Thailandkenners ook mogen beweren, ik meen: niet gevaarlijker dan in andere landen. Mits je de informele verkeersregels kent, die bepalen wie op wie voorrang heeft en wie zich wat mag veroorloven in het verkeer. En niet onbelangrijk: mits je weet wat het hoofdknikje van de motorrijder en de opgestoken hand van de voetganger betekenen en zolang verkeersdeelnemers geen abrupte bewegingen maken. Eén keer meegemaakt dat een vrouw op een motorfiets abrupt uit de file de andere weghelft op schoot. Mijn motortaxibestuurder kon haar gelukkig ontwijken. De tuthola had ik willen vermoorden.

Thailand, 11 september – In mijn bescheiden Thailand bibliotheekje thuis staat een boek, getiteld ‘The colours of Thailand’. Een fotoboek waarin de foto’s volgens kleur zijn gerangschikt, waarbij elke kleur een eigen hoofdstuk heeft. ’t Is een salontafelboek, maar niet bij mij want ik heb geen salontafel. Zo zou er ook een boek moeten zijn ‘De geuren van Thailand’. Hoe ruikt een kraampje waarin satés op een vuurtje van houtskool worden gegrild? Hoe ruikt maïs die gepoft wordt? Hoe kookluchtjes? Welke stank stijgt op uit een rioolput? Hoe ruikt de middag als de zon genadeloos brandt? Welke bedwelmende geur verspreiden de poriën van een vrouw na een knoflookrijke maaltijd? Waar zijn de woorden?

Thailand, 10 september – Tegenover me in de metro stond een jonge vrouw te telefoneren. Ze sprak met de snelheid van een mitrailleur. Ik hoorde haar de naam van een station noemen, maar dat was niet het volgende station en ook niet het station waarop ze uitstapte. Op haar jurk tientallen gestileerde tekeningen van poezenkoppen: grote, kleine, middelgrote en alles ertussen in. Drie snorharen aan de ene, drie aan de andere kant. Een andere vrouw had een tas met gestileerde tekeningen van hondjes, in de kleuren grijs, zwart en blauw, netjes verticaal en horizontaal gerangschikt. Die vrouw was verdiept in een iPad. Je maakt wat mee in de metro.

Thailand, 9 september – Ik heb iets met getallen. Niet dat ik numeroloog ben en ze gebruik voor voorspellingen, maar ik vind het leuk ermee te spelen. Ik passeerde een parkeerterrein aan de Rama IV weg. Op de display bij de ingang stond het cijfer 18. Daar kon ik niets mee. Toen ik 42 was, had ik een amoureuze verhouding met een vrouw van 24. Een jaar later was die afgelopen. Logisch toch? Ik heb 14 jaar op school gezeten (nooit blijven zitten). 14 is tweemaal 7. Een week telt 7 dagen. Volgend jaar word ik 69. Als je je hoofd 180 graden draait, zie je – maar daarbij verrekte ik mijn nek, dus dat weet ik niet.

Thailand, 8 september – (Vervolg van gisteren) Uit de tunnel onder de Rama IV weg stroomde een horde studenten van Chula, koosnaampje van de Chulalongkorn universiteit, de metrohal in. De meisjes in identiek lange zwarte plooirok en wit blousje; de jongens in identiek lange zwarte pantalon en wit overhemd. Haal de hoofden eraf en je kunt ezeltje-prik spelen. In het metrovoertuig kwam een meisje van een jaar of acht in schooluniform naast me zitten. Ze opende Around the World in Eighty Days, een schooluitgave te zien aan de dikte, en ging verder waar ze gebleven was. Ik vroeg: Do you like the story? Ze knikte. Ik zei dat ik het boek ook had gelezen, toen ik jong was. Ze glimlachte.

Thailand, 7 september – Aan de kant van de Rama IV weg, een zesbaansweg met brede middenberm, waarboven een verhoogde weg, ook met middenberm, maar nu lucht – dus aan de kant van de weg stond een man te urineren in een plastic bekertje. Hij hield zijn hand decent voor zijn geslacht, maar toen het konijntje terug kroop in zijn holletje, onthulde hij iets van zijn mannelijke trots. Het halfvolle bekertje mikte hij met een wijde boog in een plantenbak. De opspattende urinedruppels bleven me net bespaard.  Voor de ingang van metrostation Sam Yan stond een pickup truck, geladen met vruchten die vanuit de laadbak werden verkocht. De koopwaar werd elektriek versterkt luid aangekondigd. (Wordt vervolgd)

Thailand, 6 september – Te vroeg gaan slapen, om 1:15 uur wakker voor een sanitaire stop. Heb trek in iets hartigs. In de hotelhal zit de nachtwaker onderuitgezakt met zijn mobieltje voor zijn snufferd. Er liggen plassen op straat als bewijs dat het geregend heeft. Regendruppels tikken onophoudelijk op de zinken luifels; verder heerst de stilte van de nacht. In het naai-atelier, een lange smalle ruimte, wordt door tien mensen gewerkt, twee zitten buiten te roken. Voor de 7-Eleven staat een pickup truck met verhoogd vrachtcompartiment. De winkel wordt bevoorraad, artikelen waarvan de houdbaarheidsdatum is verstreken, gaan mee terug. Ik koop Schweinewurst van Bücher. Vier worstjes voor 51 baht. Zoals altijd bij vleeswaren vraagt de verkoper: Warm maken?

Thailand, 5 september – Zag een mooie jonge deerne met een verrukkelijk pijpmondje. Dit, beste lezer(es),  mocht ik niet schrijven toen ik voor Thailandblog werkte. Ik plaatste in die tijd mijn column door op de FB-pagina van de blog en kreeg op zekere dag een instructie over seksueel getinte teksten en foto’s. Blote borsten mochten alleen als de tepels bedekt waren. Pijpmondje kon niet meer. Ben gelijk gestopt met doorplaatsen, want een columnist laat zich niet ringeloren. Nu ik eigen baas ben, mag het wel. Dus, jongens en meisjes, zet je schrap: pijpmondje, pijpmondje, pijpmondje, pijpmondje, pijpmondje, pijpmondje, pijpmondje, pijpmondje, pijpmondje, pijpmondje, pijpmondje ad infinitum.

Thailand, 4 september – Weet u waarom obesitas in Thailand oprukt? Ik weet het wel. Ik zie het elke dag in de hal van het hotel, die soms op een peuterspeelzaal (maar zonder speelgoed) lijkt. De hulpreceptioniste zit er vaak, die met haar twee koters in een iglotentje van muskietengaas in de receptie slaapt. Die vrouw is zo dik dat ik destijds niet opmerkte dat ze zwanger was. De kindjes zie ik vaak met wat lekkers of softdrinks, nooit met een stukje ‘gezond’ fruit (tussen aanhalingstekens vanwege het overdadig gebruik van pesticiden in de Thaise tuinbouw). Dat zijn allemaal zoethoudertjes, in de letterlijke en figuurlijke zin van het woord. Dus nu weet u het.

Thailand, 3 september – Ik had trek in zuurkool. Dat komt: Ik had de nieuwsbrief geredigeerd, die Gerrie Q8 maandelijks naar kennissen stuurt en die ook op Dick’s blog staat. Hij schreef over de smakelijke zuurkool die hij bij een kennis had gegeten. Dus op naar The Old Dutch Corner op de hoek van Sukhumvit soi 23 en Soi Cowboy, het straatje waar ’s avonds meiden denken dat ze verleidelijk zijn. En soms zijn ze dat ook – als het licht gedempt is. De zuurkool viel weer tegen. Een kleine portie met meer aardappelpuree dan zuurkool, een moddervette Bratwust en veel te veel spek, dat ook al droop van het vet. Urggg…

Thailand, 2 september – Op het tafeltje naast de ingang van het hotel ligt de nieuwe Ikea catalogus, de Thaise versie. Alsof het een roman is, recenseert Hellmuth Karasek, een van de invloedrijkste literatuurcritici in Duitsland, de catalogus (oplage 220 miljoen exemplaren) op YouTube. Erg hilarisch en bedacht door het bedrijf dat zijn klanten in Nederland vanaf het begin tutoyeerde. De Ikea-vestiging in Bangna (Samut Prakan) is een aantal jaar geleden open gegaan. Toch maar eens naar toe gaan om daar ‘The little things that matter’ te zien, die op de cover worden beloofd.

Thailand, 1 september – (Vervolg van gisteren) Ook mijn vriendin heeft een heilig geloof in pillen. Die koopt ze bij een armoedige drogist om de hoek, waar een oude heks haar pillen aansmeert. Alhoewel ik ben gestopt tegen de bierkaai te vechten, eenmaal zwaar geschut ingezet (geen details). Een oog was ontstoken, had haar naar de dokter gestuurd, die druppels had voorgeschreven, maar even later zag ik haar bezig met een bij die ouwe heks gekocht toverwatertje. Misschien was het onschuldig, maar ik vind: met je ogen moet je niet rotzooien. Hoefde het dreigement niet uit te voeren, want ze flikkerde het in de prullenbak.

Thailand, 31 augustus – Een arts die geen pillen voorschrijft in Thailand, kan niet vakbekwaam zijn. En wat nog erger is: elke drogist en kruidenier verkoopt hier medicijnen die in Nederland alleen op doktersrecept verkrijgbaar zijn. Dus mocht u in de krant over het probleem van resistentie lezen, dan weet u nu wat de bron is. Toen ik nog bij mijn disfunctionele schoonfamilie op het platteland woonde, moest ik eens ’s nachts overgeven. Foute mossel gegeten. Familie in paniek, wilde direct tetracycline kopen, een antibioticum, dat – naar ik heb begrepen – nog nauwelijks werkzaam is. Poot stijf gehouden. Volgende ochtend zo fris als een hoentje. (Wordt vervolgd)

Thailand, 30 augustus – Van de destijds populaire radiohoorspelserie Pension Hommeles herinner ik me behalve de openingstune ’t Is weer hommeles ook How do you like your eggs in the morning? Ik open de dag met een hardgekookt eitje uit een doosje van 4 van agrogigant CP (Kitchen of the world). Op het etiket staat Hygienic eyes. Dat geldt misschien voor de eieren, maar niet voor de legbattterijen van CP. Een vrouw in Calfornië heeft het bedrijf aangeklaagd omdat de kippen gevoerd worden met vismeel, gemaakt van de bijvangst uit de visserij. En daar is van alles mis mee: illegale netten, dwangarbeid, mensenhandel. Ja, ’t is hier ook hommeles.

Thailand, 29 augustus – Op mijn bureau staat een mascotte van 22 cm. Ik noem hem kapitein Iglo naar de man die op de tv reclame maakte voor de visvingers van Iglo (bestaan ze nog?). Hij heeft een weelderige witte baard en grote witte snor. Ik kocht de kapitein op het ss Rotterdam toen ik tijdens mijn vakantie met drie kennissen (expat, overwinteraar, toerist) een bezoek aan het schip bracht. Onder audio-begeleiding zwierven we, gestuuurd door nummers, door het schip. Het schip maakte op mij een steriele indruk; alleen in de stuurhut en machinekamer voelde ik zee. Bezoekers vraag ik altijd: zeg Ay ay captain tegen de kapitein. Sommigen doen het ook.

Thailand, 28 augustus – Soms vragen mensen mij: is journalist een leuk beroep? En als ze het niet vragen, wil ik de vraag wel stellen: is journalist een leuk beroep? Antwoord: ja! Neem de zaak Chuwong, een miljardair-aannemer die op 26 juni om het leven kwam bij een eenzijdig verkeersongeluk. De bestuurder van de auto, een voormalige staatssecretaris van Handel, raakte miraculeus slechts licht gewond. Twee vrouwen, die beweren zijn maîtresse te zijn geweest, kregen kort voor zijn dood aandelen ter waarde van 228 en 40 miljoen baht. Eén zegt zwanger van hem te zijn. Met documenten lijkt te zijn geknoeid. Heerlijke Krimi. Kan Tatort of Der Kommissar niet tegenop.

Thailand, 27 augustus – Voor me was een dikke vrouw gaan staan. Een tonnetje met een diameter van 51,38 centimeter (Je kunt als columnist niet nauwkeurig genoeg zijn). Ze had ook heel dikke benen en die waren behaard. De vrouw droeg een jurk die uit twee lagen bestond. De bovenste laag was gemaakt van zwarte voilestof en was bezaaid met zwarte puntjes en zwarte wijnranken. De vrouw had hamsterwangetjes en een klein neusje. Ze verspreidde een geur die op parfum moest lijken, maar mij onaangenaam trof. Ze had twee dozen van Mister Donut bij zich. Toen ik die zag, begreep ik het.

Thailand, 26 augustus – Sommige gewoontes zijn diep ingeslepen. Die raak je nooit meer kwijt, ook in een omgeving waarin ze helemaal niet passen. Neem het propje. Als ik in de 7-Eleven sigaretten heb gekocht en snak naar een rokertje, pulk ik het bovenste deel van het cellofaan er snel van af. Daarna scheur ik zorgvuldig een stukje van de bovenkant. Ik maak er een propje van en houd dat stevig vast totdat ik een afvalbak passeer. Is dat niet een rare gewoonte? De route 7-Eleven – hotel is een en al smerigheid. Overal ligt rotzooi op straat. Maar ik kan het niet over mijn hart verkrijgen het propje op straat te mikken.

Thailand, 25 augustus – Toen ik door de hal van het hotel liep, stond de klok in de receptie op 4 uur. De display van de lift toonde het cijfer 4, mijn verdieping. Ik had bij de Seven mijn brandstof voor de vroege ochtend gekocht: koffie en sigaretten. De 4 intrigeerde me. Wat voor rol speelde dat cijfer in mijn leven? Ik had drie broers, dus we waren met zijn vieren. Toen ik in de vierde klas van de lagere school zat, verhuisden we van Rotterdam naar Schiedam, naar het pandje dat eigendom was van oma. Het stond scheef, maar was geen bezienswaardigheid. Dat zijn van die dingen die je soms denkt.

Thailand, 24 augustus – Men vraagt mij wel eens: Gaat rijst nooit vervelen? Eigenlijk moet de vraag anders luiden, want ik heb een beperkt aantal favoriete gerechten. Dus: Gaat altijd gerecht x niet vervelen? Maar onlangs heb ik mijn culinaire actieradius kunnen vergroten. Kocht een kant-en-klare maaltijd bij de 7-Eleven. Gaat daar de magnetron in, die aanzienlijk sneller is dan het apparaat bij mij thuis. Ik heb nu twee verschillende gerechten geprobeerd en beide smaakten goed tot zeer goed. Lekker pittig, bovendien goedkoop (40 baht). De porties zijn klein, maar dat deert me niet. De hoeveelheden die ik als jongeling verstouwde, kan ik al lang niet meer wegwerken.

Thailand, 23 augustus – Ik begin huismus te worden. Kom weinig meer mijn kamer af. Niet dat ik bang ben voor een bomaanslag. Bommen ontploffen op drukke plaatsen en ik houd niet van drukke plaatsen. Niet dat ik bang ben door een dwaze automobilist te worden geschept. Want oversteken gaat me gemakkelijk af. Slechts één keer had ik een narrow escape toen een idioot abrupt uit de stilstaande file de andere, lege weghelft opscheurde. Maar het was je tijd nog niet, zou mijn moeder gezegd hebben. Ik woon in Bangkok; mijn dagen zouden gevuld kunnen zijn met bezoeken aan tentoonstellingen, lezingen, attracties, evenementen, voorstellingen, muziekuitvoeringen. Maar mij zien ze er niet. Veel te vermoeiend.

Thailand, 22 augustus – Soms staat er een duiveltje in me op. Zo maar. Zonder enige aanleiding. Het mannetje (duiveltjes zijn altijd mannen, nooit vrouwen, want dat zijn engelkes) fluistert: Zie je dat lekker ding daar, in dat korte rode jurkje? Dat meisje met die pronte borsten, met die sexy benen. Stap op haar af en zeg: Leuke tietjes heb je. Volgde ik zijn opdracht op? Nee, natuurlijk niet, een gentleman doet zoiets niet. Toch vraag ik me af: Hoe zou ze reageren? Zegt ze: Nou, meneer, u heeft er verstand van. Of begint ze te gillen: Ouwe viespeuk. Ik zal het nooit weten.

Thailand, 21 augustus – De hindoe god Brahma, die in de Erawan Shrine huist, heeft vier gezichten. Het moet een machtige god zijn, want hij heeft de aanslag maandag overleefd – misschien een raar woord om te gebruiken voor een beeld dat niet ademt en waar geen bloed doorheen stroomt. Zijn heiligheid is slechts licht beschadigd en het hek is ontzet. Het beeld is trouwens niet het originele beeld dat in 1956 werd geplaatst. In 2006 sloeg een gestoorde man het aan stukken, waarna het ijlings werd vervangen. Vier gezichten: de enige menselijke beroepsgroep die in de buurt komt, zijn schoolmeesters. Die hebben ogen in hun rug.

Thailand, 20 augustus – De mini-mini miertje die voorheen in legioenen door de badkamer marcheerden, laten nauwelijks hun gezicht nog zien. Een heel enkel dapper diertje kruipt omhoog naar mijn bureaublad waar het een wisse dood wacht onder mijn duim. Ik denk dat het gespuis last heeft van de hitte, want warm, zeg maar heet is het in mijn hotelkamer. De ventilator die constant staat te draaien, doet niet veel meer dan warme lucht verplaatsen. Het meest gebruikte woord door mijn vriendin is ‘hot’. Ja, mijn vriendin spreekt al een aardig woordje Engels.

Thailand, 19 augustus – You can kiss me like you love me, stond er op het shirtje van een meisje dat haastig metrostation Huai Khwang uit liep. Ik dacht: geen probleem, jongedame, want ik heb in mijn jonge jaren wel eens toneel gespeeld. Dus ik kan wel net doen alsof ik van je houd. Maar voordat ik kans zag haar in mijn armen te sluiten, was ze al verdwenen. Hè, weer een kans verkeken om mijn liefdesleven een impuls te geven. Ik vraag me wel eens af: wat geeft de doorslag bij de aankoop van zo’n kledingstuk? De kleur kan het niet zijn. Het was een saai zwart shirtje.

Thailand, 18 augustus – Bij de kassa van 7-Eleven word ik opgeroepen de 15e van de maand een boodschappentas mee te nemen. Dat is geen eigen initiatief van deze kampioen plastic verspiller, want als ik er iets koop, hoe klein ook, grijpt de verkoper/verkoopster standaard naar de voorraad plastic. No, maj ao. De oproep is een initiatief van de regering. De campagne wordt drie maanden gevoerd en daarna zal het wel weer business as usual zijn. Kwam laatst de verklaring tegen waarom bananen bij de 7 elk apart in plastic zijn verpakt. Dat gebeurt om het rijpingsproces te vertragen. Dat mag, want ik houd niet van zachte bananen.

Thailand, 17 augustus – Thailand is een anarchistisch land en daarmee bedoel ik niet het politiek anarchisme. Regels en wetten: ze staan leuk op papier, maar papier is maar papier. Wat heb je eran? Dus rijden Thai als het zo uitkomt tegen het verkeer in of over het trottoir. Maximumsnelheid: hoezo maximum? Je hebt tenslotte een kilometerteller op je 125 cc motorfietsje en je wil wel eens weten hoe hard je kunt gaan. Motorhelm? Lastig ding, ga je alleen maar van zweten of je haar raakt door de war. En als je gepakt wordt door een agent? Daar is een oplossing voor. Heerlijk land, Thailand.

Thailand, 16 augustus – Waar zou ik een moord voor doen? Die vraag welde in me op toen ik mijn tanden verzorgde. Tijdens een verlaat ochtendritueel, want ik heb als stelregel het werk gaat voor de tanden, om een bekende uitdrukking te parafraseren. Ik kwam niet aan de beantwoording toe want er moest gepoetst worden en daarna gebadderd. Dat zijn bezigheden die de uiterste concentratie vereisen. ’s Avonds mezelf en vriendin getrakteerd op een Indiase maaltijd. De Indiase keuken vind ik met de Indonesische en Italiaanse lekkerder dan de Thaise keuken. Heb genoten van de Chicken Marsala, 80 procent phet, zeg ik er altijd bij. Daar zou ik een moord voor doen.

Thailand, 15 augustus – Als ik het hotel uitloop, heb ik de keus tussen linksaf en rechtsaf. Rechtdoor is geen optie, want dan loop ik tegen bebouwing op. Meestal sla ik linksaf, loop door tot het einde en sla rechtsaf soi 7 van de Ratchadaphisek Road in. De bestemming is doorgaans de 7-Eleven op het plein voor het Fitness-martelcentrum. Linksaf gisteren betekende langs de vuilniswagen lopen die om de zoveel dagen het huisvuil ophaalt. De vuilnismannen sorteren het afval met de blote handen. Het stinkt er altijd. Dus sloeg ik rechtsaf, daarna driemaal rechtsaf om via linksaf achter de vuilniswagen uit te komen. En dat zonder app, gewoon uit het blote hoofd.

Thailand, 14 augustus – Op Koninginnedag was de kermis neergestreken op het grote plein in Huai Khwang, waar wijkbewoners normaal relaxen, fitnessen of basketbal spelen. De kermis is elke keer identiek. Een verplicht nummer voor mijn liefje is bingo. Drie kunststofkaarten met 16 vakjes (handwerk) kosten 20 baht; op de lange tafels liggen doppen van bierflessen. Het afroepen van de nummers gaat me te snel, dus ik kijk toe. Zag deze keer een nieuw attractie: gezichtsverzorging. Het gezicht van de slachtoffers werd met aluin [?] wit gemaakt waarna de dames met een draadje in lusvorm, strak getrokken vanuit de mond, langs het gezicht schraapten. Leek me nogal pijnlijk en dat was het ook, bevestigde vriendin.

Thailand, 13 augustus – Gisteren werd de koningin 83 jaar – soms wordt gezegd 84 jaar omdat ze haar 84ste levensjaar is ingegaan. 84 is een heel speciaal getal: 7×12 weten degenen die op school iets geleerd hebben. De zevende cyclus wordt volgemaakt en dat is een leeftijd om bij stil te staan. Mijn wijkje Huai Khwang vierde de verjaardag met kermis en vuurwerk. Redelijk veel blauwe polo shirts met het logo en de tekst Bike for Mom 2015 gezien. Kwam op straat ook zwart tegen, wat op het platteland een exclusieve rouwkleur is, maar in de grote stad denkt men er anders over. Of toch niet? Oei Dick, let op je woorden.

Sirikit met gezinThailand, 12 augustus – In mijn column van gisteren schreef ik dat Bike for Mom 2015 vandaag zou worden gereden, op de verjaardag van de koningin. Mijn immer oplettende vriend te Chiang Mai – ja, dezelfde man die me adviseerde, wat heet: beval, elke dag 1 uur te lopen; heeft die man een gaatje in zijn hoofd? – die man dus attendeerde mij erop dat de fietstocht zondag wordt gereden. Dat had ik kunnen weten, want het Thaise volk mag dan het koningshuis adoreren, een werkdag inleveren voor de koningin is er niet bij. Dat zegt wel iets over…. maar ik houd mijn mond al. U weet waarom.

Thailand, 11 augustus – Morgen is de koningin jarig. Morgen is ook Moederdag. En morgen wordt op tal van plaatsen gefietst in het kader van de actie Bike for Mom 2015. De koningin krijgen de Thai niet te zien, want ze mag dan wel volgens het Royal Household Bureau in goede gezondheid verkeren, maar wie gelooft dat? Ik niet, want ik heb uit zéér betrouwbare bron in Chiang Mai vernomen dat de koningin aan hetzelfde euvel lijdt als koningin Juliana op haar oude dag. Meer zeg ik er niet over uit angst te worden aangeklaagd wegens majesteitsschennis en daarop staat een héél strenge straf.

Thailand, 10 augustus – In Thaise steden wonen Thaise mensen. En die Thaise mensen hebben Thaise kinderen, als ze niet vreemd gegaan zijn met een buitenlander, want dan zijn het half-Thaise kinderen. De Thaise kinderen gaan naar Thaise scholen, waar ze hun gemiste nachtrust inhalen. Ze leren er Engels van Thaise onderwijzers, die zelf nauwelijks Engels spreken. ’s Ochtends wordt de Thaise vlag er gehesen en moeten ze de twaalf Thaise kernwaarden opdreunen die de Thaise  generalissimo heeft bedacht. Als de Thaise kinderen thuiskomen, gaan ze naar Thaise soaps kijken waar Thais andere Thais in elkaar rammen. Conclusie: Er gaat geen land boven Thailand.

Thailand, 9 augustus – Zelfs de meest eenvoudige dingen gaan in Thailand soms moeizaam. Voorbeeld. Je hebt een foldertje met gerechten: plaatjes, tekst in het Engels, tekst in het Thai. Ik vraag de receptioniste van mijn hotel een bepaald gerecht te bestellen. Die belt S&P (restaurant, winkel en cateraar) en vervolgens is ze enkele minuten aan het woord. Na het een tijdje aangehoord te hebben, ‘Cancel’ gezegd. Vriendin in de herkansing, die heeft vaker met het bijltje gehakt, maar ook nu zijn veel woorden nodig voor een eenvoudige boodschap: Ik wil gerecht A op adres B, want meer is het niet. Wat zit er in de hersens van de juffrouw aan de andere kant van de lijn?

Thailand, 8 augustus – Bangkok, Huai Khwang, 3.30 uur Voor het hotel staat een vrouw te bellen. Aan het eind van het straatje, sla ik rechtsaf Soi 7 in. Geen verkeer. In de twee internetshops zit een handjevol jongeren te gamen. Ik hoor een vrouw gillen. Komt van de tv die in een kruidenierswinkel aan staat. Op het plein bij de 7-Eleven zitten aan drie granieten tafels mensen te kletsen en te drinken. Bier en whisky. In de Seven is het personeel bezig de schappen aan te vullen. Ik zeg: Marlboro deng (rood), maar de verkoopster hoort Marlboro dam (zwart). Op de terugweg passeren vier taxi’s. Een eenzame motortaxibestuurder wacht op klanten.

Thailand, 7 augustus – Ik schreef er op 24 juli al een keer over: sommige hier in kleding toegepaste stoffen zouden in ons land niet misstaan als gordijn, vitrage, valletje of tutu op de balletvloer. Ik verzuimde de pyjama te noemen, want zie soms ook Thai die vergeten lijken te zijn hun nachtelijk gewaad af te leggen. Thai in mijn buurtje zitten er overigens niet mee ’s ochtends in pyjama naar de kruidenierswinkel in mijn hotel te lopen. Zag laatst in de metro een jongedame in een kort broekje met een bloemmotief (o.a. klaproos). Deed me aan behangpapier denken. Lekker kontje. Maar telefoonzombie, zonde.

Thailand, 6 augustus – Sommige teksten op T-shirts geven aanleiding tot een diepgaand zelfonderzoek. Laatst passeerde een jonge vrouw mij. Op haar T-shirt stond de prikkelende tekst I am sorry. De vrouw had een ruim bemeten gemoed, zoals mijn moeder borsten placht aan te duiden. Woorden als tieten en memmen zou ze al helemaal nooit gebruiken. Of de spijtbetuiging betrekking had op hetgeen eronder schuil ging, weet ik niet, maar het zou wel terecht zijn. Waar heb ik spijt van, vroeg ik mij naar aanleiding van deze confronterende passage af. Daar ga ik eens lang over nadenken en misschien beantwoord ik de vraag wel op deze plaats.

Thailand, 5 augustus – Terwijl de werksters mijn kamer schoonmaakten – ze gaan er elke vrijdag met windkracht 7 doorheen – liep ik de gang uit naar het einde, waar ik het straatje kan zien dat haaks op mijn straat loopt. Meestal is een vrouw druk bezig achter een naaimachine. Haar werkruimte is pas opgeknapt, betegeld en voorzien van ‘speciale’ naaimachines die iets doen wat ik niet begrijp. Een man met een bakfiets staat stil bij een afvalbak. Hij graait met zijn blote handen in het afval en haalt er petflessen, karton, oud papier en oude metalen uit. Ik vind het altijd een gênant gezicht, zo iemand bezig te zien om zijn kostje bij elkaar te scharrelen.

Thailand, 4 augustus – Maakte gisteren een berichtje over Love Motels (zie Nieuws uit Thailand van dinsdag). Zo’n motel moet je je voorstellen als een rij kamers met voor elk een garagebox, discreet afgeschermd met een donker plastic gordijn. Een vorige vriendin bracht me er ooit in onder, toen we haar ouders bezochten. Een grote kamer met een rond king-size bed en spiegels aan het plafond. Nu ben ik geen Adonis meer (waarschijnlijk ook nooit geweest) maar om jezelf gekleed in adamskostuum gespiegeld te zien, was geen verheffend gezicht. En dat niet alleen, de kamer was vrieskoud. Of de verlichting er een romantisch tintje aan gaf, herinner ik me niet meer.

Thailand, 3 augustus – Een ongeluk zit in een klein hoekje. Je kunt zelf nog zo’n veilige verkeersdeelnemer zijn, er hoeft maar een of andere malloot een rare manoeuvre uit te voeren, iets onverwachts te doen en je bent het haasje. Als je pech hebt, het dode haasje. Op weg naar metrostation Huai Khwang passeerde de motortaxi met mij als passagier een bestelwagentje. De chauffeur stapte uit zonder op het achteropkomend verkeer te letten. Gelukkig kon mijn bestuurder het portier ontwijken, maar het scheelde niet veel. Ik siste ‘stupid man’, mijn bestuurder zei me na, maar of hij begreep wat ik zei, weet ik niet.

Thailand, 2 augustus – Voor mijn column van vandaag speel ik leentjebuur bij Guru, het creatieve vrijdagzusje van Bangkok Post. Uit de cover story ‘Waarom Bangkok de gemakkelijkste stad ter wereld is’ haal ik het item over rijstroken. Vrijdagavond daarmee ook al geconfronteerd omdat de taxichauffeur die ons na een avondje stappen naar huis bracht, regelmatig van rijstrook wisselde. Ik denk niet dat het enig verschil maakte in ons aankomsttijdstip. Naast het wisselen van rijstrook kent het verkeer in Bangkok nog een andere manier om op te schieten. Gewoon een eigen rijstrook creëren. Wie durft er te beweren dat Thai niet creatief zijn?

Rijstroken in bangkok

Thailand, 1 augustus – Als ik in Vlaardingen op zondag door de stad loop, zou ik dat met mijn ogen dicht kunnen doen. Bij wijze van spreken dan, want losliggende tegels (ja, die heb je niet alleen in Bangkok maar ook in mijn woonplaats) en stoepranden (idem) liggen op de loer. Maar in Bangkok zou ik het niet in mijn hoofd halen. Lezers van Thailandblog, waar ik tot vorig jaar voor werkte, beweerden zelfs dat oversteken (met open ogen) LEVENSGEVAARLIJK is. Je reinste flauwkul, die niet gebaseerd kan zijn op eigen ervaringen. Oversteken is veilig. Als je weet hoe het moet. Maar dat geldt voor meer dingen in het leven.

Thailand, 31 juli – Een van de eerste vragen die Thai mij stellen, is: Where you from? Als ik in een frivole bui ben, antwoord ik: From my mother. Meestal volgt een glazige blik, eenmaal: Waar ligt dat? Mijn serieuze variant luidt: Holland. Een jongeman met wie ik in gesprek raakte, wist me te vertellen dat ons land ook Netherland heet. Ik was verrast zoveel geografische kennis bij een Thai aan te treffen, want veel leren ze niet op school hier. Ik legde uit dat de officiële naam Kingdom of the Netherlands luidde. De jongeman sprak een aardig woordje Engels en dat is ook uitzonderlijk.

Thailand, 30 juli – Bij de Bangkok Post zat gisteren een full-colour blad waarop de American School of Bangkok trots meldt dat 18 leerlingen een beurs hebben ontvangen van ‘top universities around the world’. Tien meiden, acht jongens, een verhouding die me nog meevalt want Thaise jongens zijn niet zo studieus. In totaal beuren ze 500.000 dollar. De meesten gaan naar een Amerikaanse universiteit, maar topnamen kom ik niet tegen. Wel in een lijstje met vroegere graduates: MIT, Yale, London School of Economics and Political Science, King’s College. Knappe bollen ongetwijfeld, en kinderen van rijke, zeer rijke ouders.

Thailand, 29 juli – Ik wil een ijsje. Vanille of stracciatella, maar Swensen’s (San Francisco, 1948) heeft daar andere ideeën over. De enige ijssalon bij mij in de buurt heeft geen enkel ijsje op de kaart staan dat de naam ijsje verdient. Het zijn allemaal met nootjes, stukjes banaan, wafels, een kers, maïskorrels, gesmolten chocolade en andere ingrediënten opgeleukte creaties waarbij ergens diep in de coupe een bolletje ijs valt te ontwaren. En dat heeft dan namen als American Tower omdat er een Amerikaans vlaggetje op staat. O, wat kan ik verlangen naar zo’n eenvoudig ijsje van Winzo in mijn woonplaats Vlaardingen, waar je alleen een keuze hebt uit ijssoorten en hoeveelheid.

Thailand, 28 juli – (Vervolg van gisteren) De smetvrees van Thai gaat erg ver. In een foodcourt (dat is een grote, ongezellige ruimte met verschillende keukentjes, die elk een eigen specialiteit bereiden – meestal is het er rumoerig) dompelen de bezoekers het afgewassen bestek in een bak met warm water. En ik zie eters in restaurants vaak hun bestek met een servetje afvegen. Alsof daarmee al die ettertjes van bacteriën verdwenen zijn. Mondkapjes? De bacillen glippen er gemakkelijk doorheen. Bij de tandarts kreeg ik een kap over mijn gezicht met een uitsparing voor de mond. Ik werd er bijna claustrofobisch van. Mijn laatste tandartsbezoek was gelukkig in Nederland.

Thailand, 27 juli – Toch maar eens opgezocht in Nederlands meest gezaghebbende bron: de dikke Van Dale. Helaas niet de papieren, want mijn driedelig juweeltje staat in Vlaardingen, dus ik moet me behelpen met de (beperkte) gratis online versie. Hygiëne: (zorg voor) het schoon en netjes zijn. Maar betekent dit dat klanten in een brood- en banketwinkel met een tang hun aankopen op een dienblaadje moeten leggen? Dat zie ik Thai doen. Dat het personeel chirurgische handschoenen draagt en als extra bescherming tegen enge bacteriën ook het banket met een tang verplaatst, kan ik billijken. Maar klanten? ’t Is smetvrees en dat is een (behandelbare) fobie. (Wordt vervolgd)

Thailand, 26 juli – Aan de Rama IV weg is een torenflat in aanbouw. Betonwagens rijden af en aan. Soms staan ze in de file. Voor het luxueus ingerichte makelaarskantoor staat een in smetteloos wit geklede portier. Bangkok grossiert in torenflats: 4.000 met 8 tot 20 verdiepingen, 700 nog hoger. Die drukken met z’n allen de bodem samen. Daarom – en omdat meer grondwater aan de bodem wordt onttrokken dan toegevoegd – zakt de stad der Engelen elk jaar bijna 4 inches. Over 15 jaar staat Bangkok onder anderhalve meter water, in 2100 is de stad opgeslokt door de zee – net als het mythische eilandenrijk Atlantis. Tijd voor de inwoners om zwemles te nemen.

Thailand, 25 juli – De Thaise keuken pretendeert The Kitchen of the World te zijn. Ik moet toegeven: soms verdient het die eretitel . Maar niet Chester’s Grill met een filiaal in hypermarkt Big C Extra, bij mij in de buurt. Fast food uit de frituur met patat die aan anorexia lijdt. Sprietjes zijn het. Raar voor een keuken die geënt is op het Amerikaanse culinaire idioom van groot en veel. Er is nog meer culinaire troep te koop in Thailand. Bij McDonald’s bijvoorbeeld, waar je het verschil niet kunt proeven tussen de hamburger en de verpakking. Zelfs de zwerfhond bij mij in de straat haalt zijn neus ervoor op. Da’s proefondervindelijk vastgesteld.

Oplossing raadsel 23 juli: Rode Fanta is naar verluidt het voorkeurs offer geworden omdat het op een bloed offer lijkt.

Thailand, 24 juli – Ik mag graag mensen observeren, liever gezegd: vrouwen, nog liever gezegd: mooie vrouwen. Zijn ze geringd? Maar pas op, ongeringd wil niet altijd zeggen: zonder partner. Horloge aan de linker of rechter pols?  Goedkoop bling-bling klokje met garantie tot de deur? Of protserige Zwitser? Hoe gekleed? Sommige hier toegepaste stoffen zouden in ons land niet misstaan als gordijn, vitrage, valletje of tutu op de balletvloer. Spijkerbroek met gaten, scheuren en rafels? Het insigne voor mensen die erbij willen horen. En ten slotte het mobieltje. Bij elke gelegenheid dwangmatig tevoorschijn gehaald om het gebrek aan fantasie te compenseren. Het stigma van de zombie.

Vier drankjesThailand, 23 juli – Nog een leuke vraag uit het immer creatieve maar niet altijd serieuze vrijdagmagazine Guru van Bangkok Post. Welke van de vier onderstaande drankjes die je in de supermarkt kunt kopen, is bij uitstek geschikt als offerande aan een bovennatuurlijke entiteit, simpel gezegd een geest? Sub-vraag: waarom?

En dan nu de ontknoping van de raadsels van gisteren. Op elke munt staat een afbeelding van een tempel en de hond geniet van de koele airco-lucht die naar buiten komt, wanneer de deur opengaat. Een van mijn vaste lezers vond de oplossing van het muntprobleem na een internet-search. Is het internet toch nog ergens goed voor.

Thailand, 22 juli – Leuke vraag in het immer creatieve maar niet altijd serieuze vrijdagmagazine Guru van Bangkok Post. Je hebt 4 munten in je portemonnee: een munt van 1, 2, 5 en 10 baht. Hoeveel boeddhistische tempels heb je nu? A) Waar heb je het over?, B) Wat hebben munten te maken met tempels?, C) Vier, D) Nul. Morgen het goede antwoord en de verklaring. Ander vraagje: Waarom ligt een soi dog (zwerfhond) graag voor de ingang van een 7-Eleven? Ik ken zo’n hond. Hij ligt voor de winkel op Plein 7, het domein van eters en later drinkebroers. Nu weet ik waarom. U morgen ook.

Thailand, 21 juli – Wanneer ik bij nacht en ontij een wandelingetje maak, wordt mijn oog als eerste getroffen door de nachtwaker in de hal van het hotel. Hij zit vaak met een mobieltje voor zijn snufferd of slaapt, maar niet erg vast, want meestal merkt hij me op als ik langs hem sluip. In de straatjes om het hotel kom ik taferelen tegen die ondenkbaar zijn in mijn woonplaats Vlaardingen. Kinderen in de schoolleeftijd die gamen in een internetshop, groepjes jongeren die zitten te kletsen of op hun mobieltje turen, volwassenen die aan het zuipen zijn, een naaiatelier in vol bedrijf, een straatverkoopster die hotdogs en satés verkoopt. Het leeft hier.

Thailand, 20 juli – Was er al vaak langs gelopen, had al vaak een blik naar binnen geworpen, maar was er nog nooit geweest. Foodland, supermarkt en restaurant. Het filiaal dat ik met mijn stoute schoenen betrad, bevindt zich in Patpong, een hoerenstraatje dat overdag het leukst is. Geen meiden die je een stuk vinden, geen mannen die je willen meetronen naar een pingpong show. Zei zo’n man eens dat ik liever een volleybalshow zag, maar die hadden ze niet. De Foodland waar ik neerstreek, is groot en ruim, een oase van rust en de macaroni die ik er at was smakelijk. Kostte een luttele 76 baht. Een blijvertje dus.

Thailand, 19 juli – (Vervolg van gisteren) Ik had een goede vriend van mij en zijn Amerikaanse kennis meegenomen naar La Mustache, want vriend is een fervent bierdrinker. Zijn motto is: Heineken is geen bier. We wilden de Amerikaan trakteren op Kwak, een bier met een verraderlijk glas. Maar het was uitverkocht, evenals de Stella die ik en Hoegaarden die mijn vriend bestelde. Dus werd het Heineken. De Amerikaan viel voor mojito, een vuurwatertje dat moet zijn uitgevonden door de indianen. Het was niet druk. Twee tafels waren bezet met trendy jongelui die de tijd doodden op hun mobieltje. Telefoonzombies. Het is een moeilijk te ontlopen mensenras, in Thailand en in Nederland.

Thailand, 18 juli – In Ratchadaphisek soi 7 is een café, dat mij pas onlangs is opgevallen. Het heet La Mustache en is een eigendom van een Bruxellois. Een ondernemend type met geld want de zaak mag er zijn. Veel vintage spulletjes, een allegaartje aan stoelen en fauteuils, reproducties van Le Petit Journal aan de muur – kortom: een inrichting waarover diep is nagedacht. Meneer heeft een fraaie kaart met Belgische bieren, die in het bijbehorende glas worden geschonken. Dat wil zeggen als ze leverbaar zijn, want ik heb al tweemaal meegemaakt dat ik op de bestelling Stella [Artois] kreeg te horen dat die er niet was. (Wordt vervolgd)

Thailand, 17 juli – (Vervolg van gisteren) Om 5 uur ’s ochtends loop ik naar de 7-Eleven, een andere dan gisteren, want ze hebben niet allemaal hetzelfde assortiment. Deze is groter en ruimer gesorteerd. De winkel bevindt zich op het plein aan soi 7, dat ’s avonds gevuld is met eters aan wrakke metalen tafeltjes. Het is nu ontruimd. Een man veegt het kunststof gras rond granieten tafels. Aan één zit een groepje mannen. Op tafel staat een flink aantal bierflessen, formaat gezinsfles. Het lijkt erop dat ze de hele nacht hebben doorgezopen. In de winkel pakt ook deze verkoper het verkeerde pakje. Ze kunnen niet rekenen, maar ze roken niet. Dat pleit voor hen.

Thailand, 16 juli – De jonge verkoper in 7-Eleven pakt per ongeluk een pakje L&M uit het schap in plaats van Marlboro en rekent het af. Begrijpelijk want die pakjes lijken erg op elkaar. Als je zelf niet rookt, merk je het verschil niet op. Ik maak hem erop attent, waarna hij met hulp van een collega het goede pakje pakt. Vervolgens scant hij opnieuw alle boodschappen. Het eindbedrag komt nu uit 136 baht. Omdat ik 109 baht had afgerekend, moet ik het verschil bijpassen. Hij pakt een zakjapanner want de aftreksom 36-9 gaat boven zijn pet. Wat leren Thaise kinderen op school? (Wordt vervolgd)

Thailand, 15 juli – Ik heb twee favoriete coffeeshops die beide prima koffie serveren: Arabica en Black Canyon Coffee. In A betaal ik 55 baht, in BCC 80 baht, maar daar krijg ik er dan ook een bakje met letterknabbels bij. In A was ik na mijn vakantie al enkele keren geweest, BCC vereerde ik gisteren met een bezoek. Het personeel kende me nog, dus ik hoefde geen bestelling te plaatsen. Helaas ontbraken op het terras de stoelen met een zachte zitting, dus moest noodgedwongen op hard hout zitten. Ik kan u verzekeren: dan smaakt zo’n koffie toch net iets minder.

Thailand, 14 juli – Veertig zitplaatsen telt het restaurant bij mij om de hoek. Nieuwe tafels en stoelen, helaas niet erg comfortabel want van hout met een rechte leuning. De keuken zou niet misstaan in een sterrenrestaurant. Alles erop en eraan wat een keukenbrigade nodig heeft. Er is een keurig verzorgde menukaart met fotootjes die zowaar scherp zijn. En er is een groot uithangbord met de naam: Kaofang restaurant. Ik loop er regelmatig langs. Meer dan twee klanten heb ik er nooit gezien. En soms zijn die klanten ondergetekende plus vriendin. De laatste tijd is het vaak gesloten. Ik kan wel raden waarom.

spaarpojeThailand, 13 juli – Tegenover me in de metro zat een man, een oude man. Gelooid gezicht, gerimpelde nek. Hij kon afkomstig zijn uit Indonesië. Daar wees niet alleen zijn uiterlijk op, maar ook zijn petje. Er stond Amsterdam op plus het stadswapen en aan de zijkant de bekende drie kruisjes onder elkaar. Misschien was hij in Amsterdam geweest, misschien had hij het koloniale bewind nog meegemaakt. Zijn ogen waren gesloten, zijn hoofd ging heen en weer. Dat wekte een herinnering op. Het nikkertje met een gleuf waar ik op de school met den bijbel elke maandag een centje in deed voor de zending. Daarop volgde altijd een dankbaar hoofdknikje.

Thailand, 12 juli – Ze zijn er weer, de mini-mini miertjes. Maar niet in zulke groten getale als voorheen. En wat me opvalt: ze lopen aanzienlijk sneller dan voorheen. Wat zouden ze uitgevoerd hebben in de weken die ik deels rillend van de kou in Nederland doorbracht? Elke dag naar de gym om er te trainen op lopende banden die nergens naartoe lopen? Of gebruiken ze stiekem anabole steroïden? Want het lukt me nauwelijks meer ze onder mijn duim te vangen en plat te drukken. Enige logica in hun chaotische bewegingspatroon ontbreekt. Dat kan wijzen op een combinatie van alcohol en speed. Zou dat het zijn?

Thailand, 11 juli – Voor een verlate warme lunch streek ik neer in CocoIchibanya, een restaurant waar de rietjes verpakt zijn en de servetjes van gerecycelde vezels zijn gemaakt (zonder bleek) met als doel de wereld te redden. Na de spaghetti Japanese Style drentelde ik de hal van Esplanade in, een megagroot winkelcentrum waarin Bangkok grossiert. Er was een boekenbeursje. Er lagen goed gedrukte, mooi uitgevoerde en geïllustreerde boekjes met als thema 12. Afgezien van de Engelse titel allemaal in het voor mij onleesbare Thaise schrift. Ik zag voornamelijk meisjes. De geluidsinstallatie stond op een beschaafd geluidsniveau en dat viel weer mee.

Thailand, 10 juli – Boeren klagen altijd, in alle landen. Het is te droog of het is te nat. Het is te warm of het is te koud. De boeren in grote delen van Thailand hebben er alle reden toe, want het heeft er al maanden niet geregend. Rivieren vallen droog, stuwmeren raken leeg, de grond barst. Geen regen betekent geen oogst, geen oogst betekent geen geld, geen geld betekent geld lenen. Niet bij de bank, want die houdt niet van dubieuze debiteuren. Dus lenen de boeren in het informele circuit, bij loan sharks (geldwoekeraars) die 20 procent rente per maand vragen. En om dat te kunnen opbrengen, moet er weer geleend worden. Ad infinitum.

Thailand, 9 juli – Het ging ineens regenen. Het water kwam met bakken uit de hemel. Ik zocht mijn toevlucht tot de statige trappen van Bangkok Bank. Daar stond ik droog tot een sterke windvlaag door de straat raasde. Dus verder omhoog. De wind blies een wrakkig karretje en parasols om. Twee vrouwen worstelden tegen de wind, klapten de parasols in en duwden het karretje terug de stoep op. Het beveiligingspersoneel van de bank stond toe te kijken. Niemand stak een hand uit. De onfortuinlijke eigenaresse raakte doorweekt, maar dat leek haar niet te deren. Ze bleef lachen. Thailand-wijsneuzen zeggen dat Thai altijd lachen.

Thailand, 8 juli – De Thaise taal kent een woord voor bedankt: khohp-khoen. Maar er lijkt een taboe op te rusten. Ik hoor het Thaise mensen niet vaak zeggen. Het nichtje van vriendin was jarig. Ze vroeg om een verjaardagstaart. Je hebt een farang in de familie of je hebt hem niet en die lijken in het geld te zwemmen. Nu vielen de kosten mee: de taart kostte 350 baht (volgens de dagkoers € 9,39). Ik wachtte af: zou er een telefoontje komen? Khohp-khoen, loeng Dick. Zou er per koerier een taartstukje gebracht worden met een kattebelletje? Ik weeg nu een ons.

Thailand, 7 juli – Onderweg naar mijn lounge-sessie, achterop op de motor, passeerde ik een in het donkerblauw gestoken legertje mannen die bezig waren putdeksels open te wrikken. Ze gebruikten daarvoor een koevoet, maar ook het hefboom-principe toepassend moesten ze een uiterste krachtsinspanning leveren om de rioolputten te openen. Wat ze er aantroffen, laat ik onvermeld. Ik heb net gegeten. Dat komt: iedereen gebruikt die putten als afvalbak. Ze hebben namelijk een rooster als deksel. Op vakantie in Vlaardingen zag ik hoe ze het daar doen: 1 man achter het stuur van een tankwagen, 1 man die met een grote slang de putten leeg zoog.

Thailand, 6 juli – (Vervolg van gisteren) Ik geef het toe: ik ben lounge-zombie. Geen groter genoegen dan onderuit gezakt zitten op de bank, terwijl muzak mijn oren streelt, genietend van een voortreffelijk kopje Arabica koffie in coffeeshop – eenmaal raden – Arabica. Ja, dat loungen bevalt me wel en in Arabica is het goedkoop: 55 baht voor een koffie. Ik kijk naar de overkant, naar de futuristische winkelmall Central Plaza Phra Ram 9. Het gebouw heeft een golvende gevel. Als je niet oppast, word je er zeeziek van. En dat is weer zo’n rare gedachte – net als de gedachte dat Hanoi de hoofdstad van Vientiane is.

Thailand, 5 juli – (Vervolg van gisteren) In mijn column van gisteren schreef ik dat achter het decor van een moderne samenleving, de Thaise dus, een primitieve samenleving schuilgaat. Met primitief bedoel ik niet dom, want primitieve mensen kunnen heel wijs zijn. Ik bedoel dat voor veel Thai hun leef- en denkwereld ophoudt bij de grens van hun dorp en wellicht bij de grens van het land. Vraag maar eens aan een willekeurige Thai wat de hoofdstad van Hanoi is. Dat dacht ik dus toen ik in coffeeshop Arabica aan het loungen was. Loungen brengt je op rare gedachtes. (Wordt vervolgd)

Thailand, 5 juli – Dankzij de puzzel in dagblad Trouw, die ik elke ochtend trouw maakte in café De Waal te Vlaardingen, weet ik nu wat ik in mijn favoriete coffeeshop Arabica in Bangkok doe. Ik zit er niet dom te zitten temidden van telefoonzombies, die hun heilige koe in de bek gluren, maar ik zit er te loungen. LOUNGEN! En dat loungen leidde gisteren tot twee gedachtes. Thailand heeft een zon- en een veel grotere schaduwzijde. En naar buiten kijkend: achter het decor van een moderne samenleving gaat een primitieve samenleving schuil, de intelligentsia niet te na gesproken. (Wordt vervolgd)

Thailand, 4 juli – Ben terug op mijn honk in Thailand na een vakantie van zes weken in Nederland. Ik vertrok op de dag dat mijn landje afstevende op een hittegolf, waarvoor een nationaal rampenplan in werking werd gesteld. Ik ontsnapte bij een tussenstop in Kuala Lumpur ook aan een ramp. Nou ja, rampje. Nou ja, ongemakje. Was mijn mobieltje vergeten in het vliegtuig. Een medewerkster van Malaysia Airlines loste het efficiënt op. Ze nam me mee naar de gate waar een schoonmaker de verloren zoon overhandigde. In het toestel zat in de pantry de hele nacht een stewardess. Goeie maatschappij, bij KLM liggen ze dan te maffen.

Thailand, 17 mei – Dit is mijn laatste Thailandweek. Zaterdagnacht stap ik op het vliegtuig voor mijn jaarlijkse vakantie in Nederland. Dat betekent: geen dagelijkse column op Facebook. Om u daar alvast aan te laten wennen, stop ik vandaag. Om het leed te verzachten een limerick tot besluit:
Ik ga naar Holland, land aan de zee
Neem souvenirtjes en herinneringen mee
Alle dagen vrij
O, wat ben ik blij
Geen column en ’t Thaise nieuws. Holladijee!

Thailand, 16 mei – Zag (ja, weer in de metro) een jochie met een T-shirt, waarop het woord Boss stond. Dat woord karakteriseerde hem feilloos want hij gedroeg zich als een kleine dictator. Een vrouw (moeder?) hield zich voortdurend met hem bezig en ook een dame, die naast hem was komen zitten, besteedde veel aandacht aan hem. Tja, dan ga je je wel belangrijk vinden. Het is geen geheim dat ik Thaise kinderen [lees: jongens] in de peuter- en kleuterleeftijd verwende krengetjes vind, ettertjes die altijd en overal hun zin krijgen. Nu zullen enkelen van mijn lezers wel gaan koeren dat ik generaliseer. Maar dan zeg ik: So what?

Thailand, 15 mei – Het Thaise SME (MKB in het Nederlands) ligt zo’n beetje aan het gas, maar dat weerhoudt nijvere Thais (ja, die heb je ook) er niet van om initiatieven te ontplooien. Op de begane grond van het nieuwe appartementengebouw bij de standplaats van de motortaxi’s is een restaurant ingericht. Er is flink uitgepakt met een tiental houten tafels en stoelen, een professionele keuken en veel planten. Een stukje verder is nu ineens een kleine wasserij aan huis. Er staan een paar grote wasmachines. Dat moet allemaal een lieve duit hebben gekost. Ik vraag me af: Waar doen ze ‘t van? En: Hoe lang houden ze het vol? Want Thais schijnen te rekenen: omzet staat gelijk aan winst.

Thailand, 14 mei – Een drama in het gilde van de motortaxibestuurders, afdeling Nathong 1, het straatje waaraan mijn hotel staat. De vriendin van een van de mannen is overgelopen naar een vriendinloze collega. Toen hij om bier bietste gisteravond, wist ik dat nog niet. Hij liet zich niet afschepen en liep me achterna. Dus bier gekocht. Hij maakte er twee flessen van (van die grote). Later vertelde mijn vriendin over het drama. Toen ik tegen het eind van de avond naar de 7-Eleven liep, die dan bevoorraad is, zag ik hem niet meer. Geveld door de drank? Vandaag een katertje?

Thailand, 13 mei – Na maanden weer eens naar een karoakebar om de hoek. Daar zitten vier barretje op een kluitje. We waren met zijn drieën. Een dik proppie bediende ons. Dat dik was erg, de blote buik nog erger. Telkens als we een slok hadden genomen, vulde ze de glazen bij. Dat verraadt enig gevoel voor omzet, maar ik kan het niet appreciëren. Heb ‘Yesterday’ gezongen, toonzuiver in tegenstelling tot de anderen. Het filmpje toonde een blote vrouw met dubbel-D tieten die meende dat kronkelen lustopwekkend is. Snel naar buiten gevlucht vanwege de aanslag op mijn trommelvliezen en bij het afrekenen gegodverd: 900 baht voor een paar k*t drankjes.

Thailand, 12 mei – Zondag naar China Town geweest, de Chinese wijk in Bangkok, waar rood de dominante kleur is. Op goed geluk op de Yaowarat Road uit de taxi gestapt, die zich redelijk snel door het verkeersinfarct Bangkok had gewurmd. Bij een straatverkoper een pakje gekocht voor kleinzoon Evan (1 jaar, 74 cm), die ik alleen nog maar in Skype-formaat heb gezien. Moest blauw zijn, had mijn dochter geschreven, want ‘kleurde beter bij zijn ogen’. Aan de overkant een restaurant binnen gestapt. Pas aan tafel viel me op dat ik er ruim een jaar geleden met een Hollands echtpaar had gezeten, dat later is omgekomen bij een verkeersongeluk in Cha-am. Da’s geen toeval, maar telepathie.

Thailand, 11 mei – De douche maakt overuren, mijn Philips scheerapparaat blijft vaker ongebruikt want de baardhaartjes, ingebed in transpiratie, sputteren tegen. Kleding irriteert; het liefst zou ik als de sprookjeskeizer gekleed gaan. Slechts enkele forse regen- en onweersbuien met knetterend geweld brachten verkoeling, maar ze duurden niet lang. Van een tourgids heb ik eens geleerd dat Thailand drie seizoenen kent: hot, very hot en very, very hot. Voor Bangkok klopt dat wel: de stad heeft de hoogste gemiddelde jaartemperatuur ter wereld. Ik pleit voor een vierde trap na de overtreffende trap: de Bangkok trap. Ik zal hem missen als ik over twee weken in Nederland ben.

Thailand, 10 mei – De koperen ploert slaat genadeloos toe. Een vroege ochtenddouche biedt nog enige verkoeling, maar de rest van de dag levert de koudwaterkraan lauw water. Oppervlakkig afdrogen en de warmte haar verdampingswerk laten doen, biedt een korte wijle soelaas maar ook niet langer. De hitte werkt niet stimulerend op mijn eetlust. Ik overtreed het consigne waarmee ik ben opgevoed, ‘Bordje leeg eten’. Veel water drinken en koffie, want hitte moet je met hitte bestrijden, nog zo’n idee dat ik uit mijn kinderjaren meesleep. Lichaamsbeweging is beperkt; het lijf wil niet. ’s Avonds koelt het te traag af om voor het hotel met de buurvrouw de horlepiep te dansen.

Thailand, 9 mei – Naarmate mijn vertrek nadert, lijkt het wel of de temperatuur stijgt. Want het is heet, heter naar mijn gevoel dan vorig jaar. Het gevolg is dat mijn gedachten een stroperige snelheid krijgen en de behoefte om allerlei gespuis de les te lezen, verdwijnt. En da’s wel nodig, dames en heren. Thailand is een prachtig land, maar er moesten geen Thais wonen. Ze vissen de zee leeg met verboden duwnetten, verdienen geld aan de smokkel van Rohingya vluchtelingen, ze bewerken in Afrika gestroopt ivoor en ze leggen in beschermde gebieden illegaal vakantieparken aan. Dat alles gelardeerd met een flinke portie corruptie van politie, ambtenaren, politici en ‘invloedrijke figuren’.

Thailand, 8 mei – 14 uur. Meeste werk zit erop. Voorproductie gemaakt, artikel over weerzinwekkende ontgroeningspraktijken geredigeerd. De douche levert lauw water. Deze snob gaat op weg naar coffeeshop Arabica voor een kwaliteitskoffie. De vrouwelijke motortaxibestuurder brengt me. Mijn favoriet. Ze rijdt voorzichtig en het achterzadel van haar fiets is comfortabel breed. Het is het heetst van de dag, de straten zijn zo goed als uitgestorven. Wie gaat er nu naar buiten? Stap af en koop khanom khrog, Thaise poffertjes gevuld met kokosmelk (?). Er staat een windje, niet koel maar warm. Ik vlucht de air-conditioned Tesco Lotus in. Mijn hoekplaatsje in Arabica is vrij. Rust uit van de vermoeiende hitte.

Thailand, 7 mei – (Vervolg van gisteren) De postzegelverzameling heb ik nooit gezien. Maar ik dwaal af. Deurmat nummer 2 ligt dus tegen de drempel van de achteruitgang c.q. -ingang, afhankelijk van de richting waarin je loopt. Hier doet zich de vraag voor: is het welkom een tweede welkom voor de bewoners van het bijgebouw of is het een eerste welkom (indien omgedraaid) voor het betreden van de hal? De eerste optie lijkt me overdreven. De kamers in het bijgebouw zijn klein, ze hebben geen ac en de wc fungeert als badkamer. Optie 2 dan? Ook niet. De hal is ook geen aantrekkelijke ruimte, want  meestal staat de tv er (te hard) aan. Ik weet ’t niet.

Thailand, 6 mei – De saga Deurmat gaat nog even door (zie mijn column van gisteren). Niet alleen voor de ingang van het hotel ligt een grote rode mat met daarop het woord Welcome in kloeke goudgele letters, maar precies dezelfde mat ligt ook bij de achteruitgang van de hal. Die geeft toegang tot een parkeerterrein met rechts een tweede hotelpand. Ik ben er eenmaal binnen geweest toen een dame me uitnodigde om haar postzegelverzameling te bewonderen. Kleine kamers, uitermate geschikt om er claustrofobie te ontwikkelen vooral als, zoals bij haar, een tweepersoons bed het grootste deel van de oppervlakte beslaat. (Wordt vervolgd)

Thailand, 5 mei – Voor de ingang van het hotel, waar ik verblijf, ligt tegen de drempel een mat waarop gasten welkom worden geheten. Het vorige matje was versleten; nu ligt er een grote rode mat met in kloeke goudgele letters het woord Welcome. De mat ligt vaak verkeerd om, dus draai ik hem 180 graden, een handeling die me gisteren een bedankje van de receptioniste opleverde. Maar eigenlijk zou je ook vertrekkers welkom kunnen heten: welkom in Bangkok of ’s avonds wanneer de binnenruimte nog zindert van de hitte: welkom in de koelte van de avond. En zo zit aan alles twee kanten. Wat beter is, weet ik niet.

Thailand, 4 mei – Behalve dat je er niet zuinig hoeft te zijn met water (zie mijn column van zaterdag) heeft Bangkok nog meer voordelen. De stad biedt een ruime keus aan culinaire mogelijkheden. Duurder dan de lokale keuken, jazeker, maar niet te versmaden en stukken lekkerder dan de plattelandskeuken zoals ik die heb leren kennen. En voordat lezers nu beginnen te koeren dat ik generaliseer: goed lezen, er staat ‘zoals ik die heb leren kennen’. Want die plattelands gerechten vind ik er niet uitzien, ze stinken en zijn vies. Toen ik het in ouderlijk huis van mijn vriendin woonde, werd er dan ook altijd apart voor mij gekookt. In Bangkok kan ik smikkelen.

Thailand, 3 mei – Bangkok heeft één groot voordeel: Ik hoef er niet zuinig met water om te springen. Elders in het land zijn streken waar de watertoevoer stokt, kunnen boeren geen off-season rijst planten omdat het irrigatiesysteem is afgesloten, maar hier hebben we er geen last van. De autoriteiten houden graag de stedelijke elite te vriend. In Kameroen, waar ik 2 jaar heb gewoond, was dat wel anders. Om te kunnen douchen vulde ik bij de openbare waterkraan aan de weg een emmertje. ‘Douchen’ ging als volgt. Eerst met een beker het lichaam nat maken, vervolgens inzepen en daarna afspoelen. In een nauw washok/latrine. Ik raakte er zeer bedreven in.

Thailand, 2 mei – Geen alledaags gezicht in de metro: een vrouw die zit te haken. Ik merkte haar pas op toen ik uitstapte, maar zag wel dat ze er zeer bedreven in was. Razendsnel maakte de haakpen de vereiste bewegingen. De vrouw was bezig met iets ronds te maken. Misschien een pannenonderzetter ter voorkoming van kringen in de tafel? Een kleedje voor de salontafel? De vrouw vormde een oase te midden van de schare hersenverweekte, scrollende, gamende en chattende telefoonzombies. Vrolijk fluitend vervolgde ik mijn weg naar Kashmir, niet de stad maar een restaurant, voor een verrukkelijke Indiase maaltijd. Ik beken ’t maar: de Indiase keuken vind ik lekkerder dan de veelgeprezen Thaise keuken.

Thailand, 1 mei – Ik heb een theorie: hoe warmer het buiten is, hoe braver een column. Kijk maar: Ik zie vanuit mijn uitkijkpost (coffeeshop Arabica met de Miró-lettering) drie meisjes op een motorfiets zitten wachten op de 8-baans Ratchadaphisek Road met middenberm. Na een tijdje stapt de achterste af, een dikkertje, en loopt naar een vrouw die uit de Tesco-Lotus komt, een hypermarkt met 20 kassa’s. De vrouw geeft het dikkertje een paar plastic zakjes en een grote plastic beker met ijsthee. Daarna stort het drietal zich ongehelmd in het verkeer. De vrouw draait zich om en ik ontwaar een streng secretaresse-gezicht en dito bril. Vraagje: Hoe warm was het?

Thailand, 30 april – Nog een kleine maand en dan reis ik af naar Nederland, hopend dat het mooier weer is dan vorig jaar. Want wat heb ik toen lopen rillen. Ik vertrek nu een paar weken later, dus dat moet lukken. Zo niet, dan heb ik weer wat om te klagen. Evenals vorig jaar wordt deze serie ‘Columns uit Thailand’ onderbroken. In een serie ‘Columns uit Holland’ heb ik geen zin. Het nieuws uit Thailand blijf ik oppervlakkig volgen via de website van Bangkok Post, alhoewel ik die na de face-lift stukken onoverzichtelijker vind geworden. Dus, beste/ lieve lezers(essen): bereid u vast voor op een (tijdelijk) columnloos bestaan.

Thailand, 29 april – Dit is geen column. (Vrij naar René Magritte)

Thailand, 28 april – Vanuit mijn comfortabele en air-conditioned uitkijkpost, coffeeshop Arabica met de Miró-lettering en kleurtjes, zie ik ze aan het werk. Putjesscheppers! In Nederland weg bezuinigd door grote slurpers, maar hier heb je ze nog. Met een lange koevoet wrikt een man het rooster van een rioolput los, een tweede man daalt af met een emmertje, een derde man neemt het gevulde emmertje van hem over, een vierde man doet het in een zak, en een vijfde, netjes geklede man kijkt toe. Later kwamen nog twee mannen langs met een lange bamboe staak, bedoeld om de buis tussen twee putten te reinigen, maar die heb ik niet aan het werk gezien.

Thailand, 27 april – Arbeidsvitaminen voor een week.






Thailand, 26 april – Hoe graag zou ik in het Thais kunnen schelden. Tegen de Domme Dikke werkster, die klaagde over vuile handdoeken, zeggen: Trut, daarvoor betaal ik elke maand 6.500 baht zodat jij [?] ze voor me wast. Tegen de receptionist: Vind je dat nou leuk, al die soaps waar je de godganse dag naar kijkt met kijvende wijven, kerels die vrouwen proberen te verkrachten, rare geesten plus nog het nodige geweld. Tegen de luiwammes in het winkeltje: Heb je geen ambities? Of tegen de kok met zijn keukentje voor het hotel: Waar heb jij geleerd die smerige kotsgerechten te bereiden? Misschien is het maar goed ook dat ik dat niet kan zeggen.

Thailand, 25 april – Thaise ouders verwachten dat hun kinderen voor hen zorgen wanneer ze oud zijn. Ze krijgen weliswaar een klein staatspensioentje, maar daarvan kun je niet leven. Dus mogen/moeten de kinderen bijspringen. Niet dat alle kinderen dat doen, want die hebben ook een eigen gezin of onttrekken zich aan die verplichting. Mijn ‘schoonfamilie’ is er een typisch voorbeeld van. De zwaarste last komt op de schouders van mijn vriendin. Haar broer draagt geen cent bij, de anderen zeggen dat niet te kunnen. Hebben vader en moeder dan niet gespaard voor hun ouwe dag? Nee, elke verdiende baht ging op aan sterke drank. Ik noem het uitbuiting, deze vorm van oudedagsvoorziening.

Thailand, 24 april – Zomaar een raadseltje. Eerst heeft het vier benen, een tijdje later twee benen en ten slotte drie benen. Rara, wat is dat? Denk daar maar eens over na. Nog een raadseltje: Eerst is het koud, daarna is het lauw. Rara, wat is dat? Ja, beste mensen, de hitte van de afgelopen dagen met een temperatuur die boven de 40 graden uitkwam, is niet bevorderlijk voor mijn denkhoofd. De gedachten vormden zich traag en veel puf om te werken had ik niet. Maar gisteren kwam de verlossing met een regenbuitje en een redelijke temperatuurval. De oplossing houdt u van me tegoed.

Thailand, 23 april – Als Pipo de Clown en Mammaloe vandaag de dag ‘recht door zon en regen’ zouden reizen, zou Pipo’s gevleugelde uitroep Flapperdeflap anders luiden.  Ik kwam op die gedachte toen ik in de metro een vrouw, een jonge vrouw zag met een flap voor zich. Ik dacht een e-reader, dus dacht: er is nog hoop, er wordt gelezen. Maar toen ik even later een andere standplaats had ingenomen, bleek dat ze aan het scrollen was op Instagram. In een hoog tempo liet ze plaatjes en teksten op elkaar volgen, een enkele keer pauzerend bij tassen. Zapperdezap jongedame, zou Pipo waarschijnlijk gezegd hebben en ik zeg het hem na.

Thailand, 22 april – Mijn hotelkamer wordt eenmaal per week op vrijdag schoongemaakt. Een Miep Kraak-brigade van drie verschoont het beddegoed, legt nieuwe handdoeken klaar en veegt en mopt. Dat laatste met de Franse slag waarbij het motto is: wat je niet ziet, hoef je niet schoon te maken.  De ruimte onder het bed is daar een stille getuige van. Laatst klaagde de Domme Dikke, met wie ik al eerder in de clinch lag, dat de handdoeken vuil waren. Ja trut, daarom neem je ze mee en stop je ze in de wasmachine. Dat had ik wil zeggen, maar helaas: zij spreekt geen Engels en ik nauwelijks Thais. Krijg nu tweemaal per week schone handdoeken.

Thailand, 21 april – Vroeger was ik een weirdo. Ik praatte vaak op straat in mezelf. Voorbijgangers vonden dat maar raar. Ik niet, want lopen bevordert het denken en vaak kwam ik op ideetjes voor een tekst. Dan begon ik in mijn hoofd te schrijven: meestal geluidloos, soms met geluid. Maar sinds de uitvinding van het mobieltje dat heeft geleid tot een nieuw mensenras: de telefoonzombie, ben ik weirdo af. Ik zie veel mensen in zichzelf praten. Tenminste, daar lijkt het op, want ik kan niet controleren of ze werkelijk aan het bellen zijn. Misschien doen ze het voor de bühne. Om erbij te horen. Want van alle schepselen is de mens het grootste kuddedier.

Thailand, 20 april – (Vervolg van gisteren) Laat ik maar met de deur in huis vallen: Beesie is dood. En ik ben daar vermoedelijk schuldig aan. Hij was weer op zijn rug terecht gekomen en kon zich niet draaien. Dus keerde ik hem voorzichtig met een tandenstoker om. Daarna was het gedaan met hem. Hij trok alleen nog een tijdje met zijn rechter achterpootje, maar verder zat er geen beweging in. Ik vermoed dat ik hem verwond heb. Het was zo’n aardig beesie: actief, wat heet: hyperactief. Trippelde als een gek heen en weer en draaide rondjes. R.I.P. mijn vriendje.

Thailand, 19 april – Op mijn bureaublad trippelt een beesie ter grootte van een vlieg, maar hij lijkt niet op een vlieg en heeft tot nu toe ook niet gevlogen. Het heeft transparante vleugels dus zou het luchtruim moeten kunnen kiezen, maar misschien heeft de luchtverkeersleiding van het insectenrijk daarvoor geen toestemming gegeven. Erg sterk is het beesie niet: het ziet geen kans over de draad van mijn muis te klimmen en zo hoog is die draad toch niet. Toen het op zijn rug lag, lukte het hem niet zich om te draaien. Daar moest ik bij helpen. Dat trippelen is een leuk gezicht. Ik neurie: Trippel trappel trippel trap. Hij lijkt nu in slaap te vallen.(Wordt vervolgd)

Thailand, 18 april – Mijn muzikale stadsgenoten Cornelis Pons en Anton Swaneveld zingen ‘De mooiste reizen maak je in je dromen’, maar dat waag ik toch te betwijfelen. Mijn mooiste reizen maakte ik naar Thailand en Vietnam, afgezien nog van een verblijf van twee jaar in Kameroen (1970-1972) en een jaar in Engeland (1969). Sinds een Thaise deerne mij aan de haak sloeg, kom ik het in land waar overal om wordt gelachen, ook als huilen passender zou zijn. Mocht u de vraag willen stellen: hoe was het in Thailand als ik weer eens in Nederland ben, dan geef ik alvast het antwoord: het was warm.

Thailand, 17 april – Wat een  vervelend baantje moet dat zijn: bewaker in een juwelierszaak, of beter gezegd een goudwinkel want het is alles goud wat er blinkt. Geen dief haalt het in zijn hoofd de winkel te beroven, want jij bent angstaanjagender dan Cerberus. Wat een feest moet het zijn als de sleur wordt doorbroken. Als je de overval kunt voorkomen, bij voorkeur zonder dat er slachtoffers vallen.  Dat je een verklaring mag afleggen bij de politie en de volgende dag voor draaiende camera’s tegen tv-verslaggevers mag vertellen welke heldenrol je hebt gespeeld. Dat je 15 minutes of fame krijgt. Maar het gebeurt altijd een ander, nooit jou.

Thailand, 16 april – Alleen de liftkooi was bestand tegen de TERING HERRIE die ik gisteren beschreef. Elders in het hotel, op elke verdieping, was er geen ontkomen aan. De gang op mijn verdieping versterkte het geluid nog eens extra want die kwam recht uit op de herriebron. Ook mijn kamer bood geen bescherming. Lamellenramen gesloten, gordijnen dicht, balkondeur dicht: dat dempte het geluid ietsje, maar daardoor had de wind geen vrij spel meer. Alleen in de liftkooi heerste een weldadige rust. Maar daar kun je moeilijk de hele dag in vertoeven. Die kooi kan 450 kilo of 6 personen dragen. Laatst stonden er drie dikkerdjes in. Ze pasten er ternauwernood in.

Thailand, 15 april – Chico Buarque lukt het op mijn laptop maar amper om de TERING HERRIE van buiten te overstemmen. Daar hebben buren uit hun krachten gegroeide luidsprekerboxen neergezet. Dat is nog daaraan toe als er alleen maar ingeblikte muziek uit zou komen. Maar godbetert, er is een karaoke-installatie op aangesloten. Dus worden mijn oren gepijnigd door Thai die de vermetele moed iets te doen wat op ZINGEN moet lijken. ZINGEN? Wat ze uitbraken is VALS, VALS, VALS en alleen maar HARD. Ik stuur een schietgebedje naar boven: Heer, laat deze drinkbeker aan mij voorbij gaan. Maar de Heer houdt zich doof. Die zal oordopjes in gedaan hebben. Verstandige God.

Thailand, 14 april – Zoals ik gisteren schreef is Songkran van oudsher bedoeld om de ouderen in het dorp eer te bewijzen. Maar sommige ouderen wil ik helemaal geen eer bewijzen. Neem mijn ‘schoonvader’. Elke dag bezopen, mishandelde mijn vriendin als kind. Ik was er getuige van hoe hij eens een kapmes in haar richting gooide. Moet ik die man eer bewijzen? Ik dans liever op zijn graf. Moge hij branden in de Hel. Mijn vriendin heeft hem na zijn dood alle vereiste eer bewezen. Ik snap dat wel: bang dat zijn geest haar blijft achtervolgen. Gelukkig laten geesten mij met rust.

Thailand,  13 april – Vandaag begint officieel het driedaagse Songkran, het Thaise Nieuwjaar, waarop je geacht wordt eer te bewijzen aan de ouderen in je dorp door heilig water met bloemblaadjes over hun handen te gieten. Wanneer het daartoe beperkt zou blijven, zou ik het feest omarmen. Maar het is op veel plaatsen volledig uit de hand gelopen en lijkt soms meer op een moordaanslag met ijswater, over je hoofd uitgestort of komend met de kracht van mitrailleurvuur uit een supersoaker. Nu heb ik geen bezwaar tegen water, maar er is zoals de Prediker zo snedig opmerkt voor alles een tijd en een plaats. In dit geval na ontwaken de badkamer.

Thailand, 12 april – Morgen begint Songkran, het Thaise nieuwjaar dat vaak ten onrechte boeddhistisch nieuwjaar wordt genoemd. Songkran betekent voor velen: drie dagen zuipen en met (ijs)water gooien en spuiten. Voor een kleine 300 eindigt het feest in het mortuarium, want zoveel mensen komen in het verkeer om het leven. Mijn vriendin houdt er niet van, ik ook niet. Voor mijn vorige vriendin betekende Songkran een vrijbrief om zich vol te gieten – want drinken kon je het niet noemen – met Spy, een zoete mousserende rode wijn met 1,3 procent alcohol. Haar verklaring: Heb ik nodig om me te kunnen ontspannen. Om voor de hand liggende redenen, meed ik twee à drie nachten onze sponde.

Thailand, 11 april – Mijn jongste treffen met een kakkerlak is geëindigd in een smadelijke nederlaag met 0-3. Ineens was hij daar weer na maanden (zie o.a. FB 1 september 2014): de ongewenste gast, het laagste van het laagste schepsel. Ik ging hem weer te lijf met het langgesteelde blik van hard plastic, maar niet hard genoeg om hem te pletten. Driemaal deelde ik een dreun uit, maar telkens was hij mij te snel af. Ettertje! Gemeen loeder! Onderkruipsel! Ik denk dat OLH op de zesde scheppingsdag, toen Hij alles schiep wat op de aardbodem rondkruipt, toch een steekje heeft laten vallen.

Thailand, 10 april – Aan het eind van de middag staat in eethuisje Sure Delivery de tv aan op de talkshow van een bekende anchor. De man hoort zichzelf graag praten en wappert met zijn handen, net als Andries Knevel. Hij wordt vervolgd wegens fraude door zijn productiebedrijf en is vrij op borgtocht. Omdat het volume zoals altijd op Hard staat, verkas ik voor de maaltijd naar het terras, de keiharde houten bank voor lief nemend. Zag gisteren twee k-likkertjes langskomen; één in een wandelwagen, de bofferd. Aan de overkant werd gewerkt met een slijptol. Zie er vaak een man lassen met een lasbril die op een zonnebril lijkt. Meer weten?

Thailand, 9 april – En ineens begon het te onweren en daalde een stortregen neer op Bangkok alsof de weergoden wel eens wat anders wilden horen dan ‘Wat is het heet’.  Want die klaagzang gaat op den duur knap vervelen. Met het onweer zakte het kwik naar een aangename hoogte. Ja, een aangename hoogte, want u hoort mij niet zeggen: Wat is het fris. Alhoewel het wel fris is, moet ik er in alle eerlijkheid bij zeggen. De weergoden zijn volgens mij een beetje in de war. Ze hadden niet Bangkok moeten geselen maar de door droogte geteisterde delen van Thailand. Op sommige plaatsen zijn rivieren drooggevallen. Hebben jullie het gehoord, daar boven?

Thailand, 8 april – De meest gebruikte uitdrukking moet dezer dagen in Bangkok zijn: Wat is het heet. Want de temperatuur loopt dagelijks op tot wel 40 graden. Wat kun je verder zoal zeggen? Wat is het warm. Het is wel heel erg warm. Wat is het verstikkend warm. Ik bezwijk bijna aan de warmte. Ik zweet me te pletter. Ik word moe van de warmte. Ik word gek van die hitte. Wat is het verzengend warm. Wat is het broeierig warm. Wat een drukkende hitte. Wanneer houdt de hitte nou eens op? Kan het niet eens gaan regenen? Je hoeft dus niet elke dag hetzelfde te zeggen. Variatie is gewenst.

Thailand, 7 april – Voor het hotel staat soms een antracietgrijze tweedeurs Mercedes SLK 200 geparkeerd. De wagen heeft een rood nummerbord, hetgeen erop wijst dat hij nog niet zo lang geleden uit de showroom is gerold. Het schatje kost in Nederland 48.450 euro (4 cilinder, 6 versnellingen, handgeschakeld) inclusief BTW en BPM. Naar de accessoires heb ik niet gekeken in de prijslijst. Ik mag het knorrende beestje graag bewonderen – Wat een figuurtje! Wat een aerodynamische stroomlijn! – maar zag gisteravond tot mijn schrik dat er vogelpoep op dak, motorkap en onder de ruitenwissers zat. Oei! De eigenaar moest zich diep schamen om zijn liefje zo de nacht in te laten gaan.

Thailand, 6 april – De kermis is weer neergestreken op het grote plein van Huai Khwang. Ze zijn er weer: het niet zo erg reuze, roestige reuzenrad, het luchtkasteel met springende kinderen, de racebaan met draadloos bestuurde racewagentjes over een achtbaan, de draaimolen met hobbelende paarden, het langzaam rijdend kindertreintje, de kraam waar je met niet erg scherpe dartpijltjes naar ballonnen met een olifantshuid gooit, de bak met pijlsnelle goudvisjes die zich moeilijk laten vangen met een schepnetje, het stalletje met geitjes die je de fles mag geven en natuurlijk eten, eten en nog eens eten en kleren, kleren en nog eens kleren. En bingo, waar ik eenmaal een afschuwelijk lelijke pop won.

Thailand, 5 april – Ik ben een echt grotestadsmens. Een van de dingen die me opvallen, zijn de vele initiatieven die beginnen en vaak weer (snel) mislukken. Tegenover de 7-Eleven waar ik inkopen doe, was een drogisterij geopend. Mooie zaak. Paar dagen later ontmanteld. Nu weer in bedrijf. Onder de Fitness op het plein aan Ratchadaphisek soi 7 zat eerst een groothandel. Daarna stond de ruimte een tijd leeg. Nu melden grote letters Dance Factory, maar zie alleen een ruimte met tafeltjes en stoeltjes en een kunstgras tapijt. Kun je moeilijk op dansen. En het houdt maar niet op: de een gaat, de ander komt. Nooit stilstand.

Thailand, 4 april – Een van mijn vaste (en een kritische!) lezers meent dat ik in een metrovoertuig woon, omdat mijn columns zich daar vaak afspelen. Meneer leest wat selectief en slaat blijkbaar andere columns over. Tegen een metrowoning zou ik met huidige buitentemperaturen rond de 40 graden overigens geen bezwaar hebben. Bovendien: in de metro is altijd wat te zien. Mensen! Een onuitputtelijke bron van verveling dankzij het dominante zombievolk. Maar altijd nog beter dan het platteland waar het neerdwarrelen der boomblaadjes het spannendste is wat je kunt meemaken. U begrijpt het al: ik ben een echt grotestadsmens. Aan mij is alles wat groeit en bloeit niet besteed.

Thailand, 3 april – Moest een betalingsopdracht doen vanaf mijn ING-rekening. Ontving geen TAN-code op mijn (Nederlands) mobieltje om de opdracht te bevestigen. Andere computer geprobeerd. Geen TAN-code. Ook niet gebeld door ING wat beloofd werd nadat ik had aangegeven geen code te hebben ontvangen. Om 8 uur zou hulp telefonisch beschikbaar zijn, da’s 13 uur hier. Gebeld en werd snel doorverbonden. Had inmiddels ontdekt dat mijn toestel helemaal niets meer deed. Aardige ING-medewerkster adviseerde: sim overzetten op ander toestel. Eenvoudige Nokia gekocht ad 690 baht. Verkoopster herkende me, ze bleek ook een kamer in mijn hotel te hebben. Eind goed, al goed.

Thailand, 2 april – In Sarica, het restaurant waar ze mijn favoriete roergebakken gehakt en basilicum met witte rijst serveren, viel het me voor het eerst op. Een man, toerist, Japanner, zat er te eten met zijn mobieltje op 10 cm vanaf zijn ogen. ’t Was een wonder dat hij zijn Gouden Kalf niet besmeurde met het eten. Diezelfde avond weer zo’n zombie. Zijn blik week geen seconde van het beeldschermpje. Hoe hij het bord en zijn mond wist te vinden, vond ik wel knap. En gisteravond nummer 3, een vrouw. Op het plein aan Ratchadaphisek soi 7. Nu op 15 cm afstand. Geeft deze eet etiquette een extra smaaksensatie?

Thailand, 1 april – Op het zwarte shirt van de man stond J’adore Paris met één letter vervangen door een hartje. Ik merkte de liefdesbetuiging op toen we beiden uit het metrovoertuig stapten. Het moment was te kort om hem te vragen of hij wist wat er op zijn shirt stond, of hij wel eens in Parijs was geweest, wat hem dan trok in Frankrijk’s hoofdstad. Waarom koos hij tussen alle T-shirts waaruit hij een keus had gehad, juist dit shirt? Dat zou ik willen weten. Het was de tweede keer binnen korte tijd dat ik een Franse tekst tegenkwam. Pourquoi?

Thailand, 31 maart – Het nieuwe pand van de manager van mijn hotel met 1-kamer appartementen is gisteren ingezegend door acht monniken. Ze verrichtten hun prevelementjes en zaten daarna aan een copieuze maaltijd aan. Want de Boeddha mag dan soberheid prediken, Thaise monniken nemen het er goed van, hetgeen zich vertaalt in een meer dan gemiddelde BMI. Ze hadden heilige witte draadjes gespannen. Ik denk dat de manager die gebruikt om de boodschap naar de Boeddha te sturen: Maak me rijk, maak me rijk. ’t Schiet nog niet op: tot nu toe is er geen enkel appartement verhuurd. Ze zijn te duur. Misschien lukt het met Boeddha’s steun wel.

Thailand, 30 maart – Ik leid een saai leven in een opwindend land. Mijn werkdag begint om half zes als de krant wordt bezorgd of later wanneer ik dan nog slaap. Ik scan de krant op berichten die het verdienen als los bericht te worden geplaatst. Sommige sla ik over: niet interessant of vereisen te veel achtergrondkennis. Van de overige berichten maak ik korte samenvattingen. Ik vind het steeds weer een uitdaging om het nieuws beknopt en aantrekkelijk te presenteren, maar uiteraard lukt dat niet altijd. Daarna volgt de techniek: tekst plaatsen en coderen, foto’s toevoegen. Tegen het eind van de ochtend en soms vroeger zit het eerste deel van de werkdag erop. (Wordt niet vervolgd)

Thailand, 29 maart – Sinds ik mijn haar heb laten kortwieken, wordt er vaker voor me opgestaan door metroreizigers. Dat tart elke logica, want volgens mijn bewonderaarsters zie ik er stukken jonger uit. Dat schijnt een compliment te zijn. Niet dat ik er jonger wil uitzien, want zoals Italo Svezo schrijft in ‘De goede oude man en het mooie jonge meisje’ heeft de ouderdom niets te verwachten van de jeugd. En dat geldt zeker voor de Thaise jeugd, vooral jongens, die er op school de kantjes vanaf loopt, gewelddadige computerspelletjes speelt, vecht, straatraces houdt en zo nu en dan een pilletje slikt. En dat zijn geen pilletjes om te poepen uit de Winkel van Sinkel.

Thailand, 28 maart – Laat ik weer eens wat T-shirt teksten onder de loep nemen. Op het zwarte shirt van een jongeman (telefoonzombie) stond Drama Queen. Dat zal toch niet op de Thaise koningin slaan of gepensioneerd koningin Beatrix (Máxima beschouw ik als prinses omdat Claus prins was)? Op het shirt van een toerist: Bangkok City. Geen opwindende tekst, maar het was dan ook geen expat. Op het shirtje van de serveerster van The Old Dutch: Angel Forever. Kan ik niet bevestigen. De leukste tekst is deze:        . U ziet niets? Dat kan kloppen, want ik draag een maagdelijk wit Jockey T-shirt.

Thailand, 27 maart – De rubriek Gedachtes over Thailand op mijn blog heeft inmiddels de 100 bereikt. 21 bloggers hebben een gedachte geformuleerd of een anekdote ingeleverd. Ach, waarom niet? Regels zijn er om overtreden te worden, en dat is dan weer een regel die mooi aansluit bij de Thaise praktijk. Voor de 100ste gedachte heb ik een wedstrijd uitgeschreven. Er zijn elf inzendingen. Dit weekend buigen mijn goede vriend Tino Kuis en ik zich erover. Ik schrijf alvast het juryrapport: ‘Het was een moeilijke afweging, maar na rijp beraad is de jury tot een besluit gekomen. And the winner is…’ Maar dat krijgen jullie na het weekend te horen.

Thailand, 26 maart – Toen ik langs Pedros kwam, een barretje dat ik soms bezoek, zei een van de gastvrouwen ‘loh’, dat volgens mijn woordenboek betekent: knap zijn (van mannen). Toen ik de hal van het hotel binnen liep, zei de receptioniste ‘Handsome’. Ook zij doelde op mijn kapsel. Ja, het heeft lang geduurd voordat ik de boude beslissing durfde te nemen mij te laten kortwieken. Het probleem was: waar vind ik een goede kapper, die niet te kort knipt zoals bij Thais? Ik was er vaak langs gelopen, Easy Cut in de Metro Mall, een ondergrondse passage met winkels. Daar is het gebeurd – tot mijn tevredenheid.

Thailand, 25 maart – Noodweer in Bangkok, 2 uur lang.  De regen beukte en Donar ging te keer. Ik zat op het (overdekte) terras van coffeeshop Black Canyon Coffee. Maakte driemaal een terugtrekkende beweging want de felle wind blies regendruppels onder het afdak. Verhuisde naar binnen, waar water onder de glazen pui naar binnen drong. Op de Asok-Montri weg die langs de zaak loopt, begon zich een zee te vormen. Het water kwam bijna tot de assen van de auto’s, die afwisselend in een slakkengang passeerden en stilstonden. Toen de regen wat minderde, ging ik weer naar buiten. Een kakkerlak kroop tegen mijn been op, maar hij kwam niet ver.

Thailand, 24 maart – De afstand tussen hotel en metrostation Huai Khwang overbrug ik meestal achterop de motosai (motortaxi). In mijn straatje is een standplaats met mannen die ik ken en die mij kennen. Ze bietsen soms sigaretten en bier. Alle bestuurders weten dat ik niet gediend ben van capriolen. Beschaafd rijden en er geen Formule-1 race van maken. Als de standplaats onbezet is, loop ik door naar Ratchadaphisek soi 7 en neem een tuktuk of taxi. Beide 40 baht. Laatst trok ik de stoute schoenen aan. Moest lang wachten, vandaar. De motosai-bestuurder waande zich Niki Lauda. Dat was eens maar nooit weer.

Thailand, 23 maart – Vannacht werd ik zwetend in het baad wekker. Kijk, daar heb je het al. Mijn spraakcentrum is aangetast. Ik had een heel enge droom, een nachtmerrie. Telefooonzombies kropen over mijn lichaam. Ze drongen binnen in mijn oren, neus en mond en kropen zelfs over een lichaamsdeel dat rijmt op mond. Sommigen speelden Candy Crush, sommigen chatten, sommigen waren aan het sms-en. In medische termen: ik had een delirium zombiëns, een aandoening waarvoor nog geen medicatie bestaat, naar ik mij heb laten vertellen. Gelukkig was het maar een droom, maar toen ik ’s ochtends ontwaakte, droof ik in het zwoot. Oei, nu begint het overdag ook al.

Thailand, 22 maart – Het zijn geen knorrende beesten, zoals Bordewijk auto’s noemt, maar brullende beesten. Mastodonten waarop de bestuurder wijdbeens en met de armen ver uit elkaar zit. Geen vervoermiddel voor fragiele types. Meer voor getatoeëerde, doorgetrainde types. Altijd alleen, nooit een meid leunend tegen hun rug. Ik heb het over de Harley Davidson. Bij mij in de buurt zit een winkeltje met HD-accessoires en nog dichterbij is een garagebox waar gesleuteld wordt. En proef gedraaid, waarvan dan weer de hele buurt mee kan genieten. Gelukkig duurt het nooit erg lang, want er moet geparadeerd worden, dus ze zijn snel buiten gehoorafstand.

Thailand, 21 maart – De werksters hadden de horren weggehaald om schoon te maken. Toen ze terugkwamen, wisten die wijven niet welk hor bij welk raam hoorde. Resultaat na veel geëtter:  één hor sloot niet goed. En dat kan dodelijk zijn als er een denguemug doorheen glipt. De hor in de deuropening was de verkeerde, maar die trutten hielden bij hoog en laag vol dat ’t de goeie was. Ik haalde hem weg. Maar één werkster, een dik wijf, zette hem terug waarna ik in gegodver uitbarstte en wurgneigingen kreeg. De klusjesman van het hotel duikelde de goede deur op en maakte het allemaal prima in orde.

Thailand, 20 maart – Kan iemand mij vertellen hoe ik telefoonzombie kan worden? Want ik foel me so ferdomd alleen (uitspraak Danny de Munk).  In de metro sta ik in een zee van zombies, die chatten, telefoneren, gamen, scrollen, hun vingers magisch bewegen. En ik, Jan Zak, sta er tussen. Ik wil erbij horen, ik wil verdiept in mijn mobieltje over straat kunnen lopen en tegen iedereen aan botsen. Ik wil leren hoe je tegelijk kunt eten en chatten. Maar ik heb een armoedig mobieltje, geen Samsung of iPhone6. Ik ben een schlemiel, een fossiel, een buitenbeentje. Please, red me!

Thailand, 19 maart – Op mijn nachtkastje ligt ‘A History of Thailand’, een pil van 323 pagina’s (inclusief register). Geschreven door een farang en een Thaise. Ik begon ooit met de periode vanaf 1970 en legde het boek daarna terzijde. Later pikte ik de draad weer op, ditmaal vanaf het begin. Tussen de pagina’s 74 en 75 steekt een bankbiljet van 20 baht, dus tot zover moet ik gevorderd zijn. De tekst tussen pagina 75 en 1970 is tot op heden ongelezen gebleven. Het is goed dat ik geen SO over het boek hoef te maken. Ik zou niet veel meer dan een paal scoren.

Thailand, 18 maart – Misschien was ze balletdanseres, ze had er het figuur voor: slank, lange benen, fijn gezicht en een paardenstaart (in mijn ogen hebben alle balletdanseressen hun haar in een paardenstaart). Ze droeg een spijkerbroek van een goed merk zonder scheuren waarvoor je extra moet betalen. Het meest opvallende aan haar was een zwart truitje met de tekst Très en vogue. Niet eerder zag ik een Franse tekst op een shirt, dus het moest me wel opvallen. Alhoewel ze op een mobieltje keek, noem ik haar geen zombie. Misschien bestudeerde ze balletposities. Nuttige kennis, want haar voeten stonden niet in een van de vijf voetposities.

Thailand, 17 maart – Is het verschil te detecteren tussen een expat en een toerist? Laat ik eens enkele criteria onder de loep nemen. Benen. Expats hebben gebruinde benen, toeristen melkflessen. Kleding. Expats dragen Thaise kleding, na een wasbeurt verbleekt en vormeloos; toeristen zijn beter gekleed. Kapsel. Expats hebben millimeterhaar of zijn kort geknipt; toeristen hebben meer haar of zijn kaal. Tatoeages. Expats hebben vaker tatoeages dan toeristen. In de metro kopen toeristen een fiche, expats hebben een pasje. Expats zijn in het gezelschap van een Thaise vrouw, toeristen van een vrouw uit het eigen land of zijn single. Waar of niet waar?

Thailand, 16 maart – De Duitse architect Mies van der Rohe (Bauhaus) zei ooit ‘God openbaart zich in de details’. Ik haalde die uitspraak in mijn column van 2 maart aan, omdat ik elke keer weer wordt getroffen door het gevoel voor detail waarmee de metro in Bangkok is aangelegd. Duitse Gründlichkeit van Siemens. Bijvoorbeeld: langs de ventilatie- en stationsgebouwen ligt een smalle strook met kiezelsteentjes. Dat is een mooi decoratief detail. Helaas ligt de strook bij station Huai Khwang bezaaid met peuken en andere rotzooi. Dus met een variatie op Van der Rohe’s uitspraak zeg ik: Maar ook de Duivel openbaart zich (soms) in de details.

Thailand, 15 maart – Op 19 en 20 februari beschreef ik 5 strategieën om in Bangkok een drukke weg over te steken. De meeste ervaring heb ik op Surawong Road. Aan de ene kant mijn favoriete restaurant Sarica, aan de andere kant Dick’s café – voor de koffie en pool. Laatst zag ik een oude dame oversteken. Ze had een eigenzinnige strategie, namelijk: ik steek over en iedereen moet maar voor me stoppen. Keek niet, trok zich nergens wat aan. Pas halverwege schoot een parkeerwachter haar te hulp, maar echt nodig was dat niet. Misschien kom ik ooit op een leeftijd dat ik het 00k zo doe.

Thailand, 14 maart – Ik ben er niet mee begonnen, maar ik heb me er wel vol overgave op gestort. Dagelijks staat op Dick’s blog een limerick van de dag, waarvan ik er inmiddels een aantal heb geschreven. Ze vertellen op rijm iets over het Thaise leven, bijvoorbeeld over het verschijnsel tomboy: een meisje dat zich als jongen kleedt, als jongen gedraagt, een jongenskapsel heeft en een vriendin heeft. Dat koppel wordt Tom en Dee (naar Lady) genoemd. Dit schreef ik erover:
Een jonge vrouw uit Gent
Voelde zich een hele vent
Ze  deed haar jurken in de ban
In Thailand zijn er veel meer van
Men is de tomboy wel gewend

Thailand, 13 maart – Waar word je moe van in Thailand? Ik vroeg me dat af omdat ik Thais zich in het fitnesscentrum aan het soi-7 plein in het zweet zag werken op hometrainers. Die staan op de eerste verdieping voor het raam met uitzicht op de eters op het plein. Ik lurkte er aan een smoothie strawberry yogurt en daar werd ik niet moe van. De lopers naar nergens, waarschijnlijk wel. Hoe raar het ook klinkt: je kunt hier ook van niets-doen moe worden. Ik word moe van de hitte. Het valt nu nog mee, maar volgende maand slaat de koperen ploert genadeloos toe. Ik klaag niet; ik constateer.

Thailand, 12 maart – Tegen een pilaar van metrostation Sukhumvit stond een jongeman. Lang voor Thaise begrippen, strenge zwarte hoornen bril, kniebroek en een T-shirt met daarop in kapitalen All I want is… Maar het vervolg werd aan het zicht onttrokken omdat hij met zijn armen over elkaar stond. Even dacht ik dat hij zijn geheime verlangen zou prijsgeven, toen hij kriebel aan zijn neus kreeg. Maar dat loste hij met één hand op en die ging daarna naar zijn kin als wilde hij Le Penseur van Rodin imiteren. Ook in de metro stond hij met zijn armen over elkaar. Wat wilde hij? Misschien een ijsje, want het was buiten heet.

Thailand, 11 maart – Ik kom niet om van de geeuwhonger, lig niet aan het gas. Maar een waardevermindering van ruim 10 procent hakt wel in mijn budget. Sinds enige tijd krijg ik 35 baht voor 1 euro tegen eerder 40 baht. Ik heb ook wel tijden meegemaakt dat ik 50 baht kreeg, maar da’s lang geleden. Tien procent eraf kun je niet opvangen met wat de kaasschaafmethode heet. Er moet rigoureus ingegrepen worden in mijn uitgavenpatroon. Dus: minder uitgaan en goedkoper eten. Geen 200 baht voor een diner, maar 70 (nasi en een flesje water) of 30 baht (roergebakken gehakt en basilicum met witte rijst). En geen rondjes geven.

Thailand, 10 maart – (Vervolg van gisteren) Toeristen zien een azuurblauwe zee en een parelwit strand. Maar die zee wordt leeg gevist door Thaise trawlers met verboden netten en vervuild door fabrieken, die ongezuiverd hun afvalwater erin lozen. Toeristen prijzen de Thaise keuken, maar ze zien de boeren niet die de gewassen plat spuiten met pesticiden. Toeristen vergapen zich aan devote monniken, maar ze hebben geen weet van de misstanden in de Sangha (monniksorde). Toeristen zien goed gekapte Thai in smetteloos gewassen en gestreken kleding met een scherpe vouw op de mouw. Maar het is allemaal decor. Flinterdun. Operette met zang en dans om het treurspel Thailand te verhullen.

Thailand, 9 maart – Een Nederlandse kennis van me verlaat Thailand, een ander twijfelt al heel lang: Nederland of Thailand. Dat komt: Thailand is niet het Land van de Glimlach dat het pretendeert te zijn. Zij (en ik ook) kennen de schaduwzijde van het land en die is pikzwart. Corruptie tot op het hoogste niveau, een groot drugs- en alcoholgebruik, veel misdaad, verkeersongelukken, tienerzwangerschappen, huwelijksontrouw, op geld beluste monniken en sinds vorig jaar de staat van beleg met onbeperkte bevoegdheden voor het leger. Toeristen zien dat allemaal niet. (Wordt vervolgd)

Thailand, 8 maart – Reizigers in de metro stappen soms te vroeg uit. Ik bedoel: ik zou willen dat ik wat meer tijd had om ze te observeren. De jongedame die daarvoor in aanmerking kwam, droeg een donkerrode noppenjurk van een stof die me deed denken aan de loper op een salontafel. Of het was velours, dat kan ook. Wat het meest opviel, was een groot geborduurd medaillon op haar jurk met twee kinderen in de kleding van Ot en Sien. Boven hen zweefde een engel met uitgestrekte vleugels. Het tafereel intrigeerde me, ik had het langer willen bekijken. Helaas stapte ze na één station al uit.

Thailand, 7 maart – Regelmatig  worden in de hal van mijn hotel schalen vol geladen met etenswaren. Die zijn bestemd voor het geestenhuis (meer een mini-tempeltje), aan de overkant van de straat voor de dependance. De eigenaar van de bar waar ik vaak na de avondmaaltijd neerstrijk, voert elke keer een uitgebreid ritueel uit. Voor de bar plaatst hij op de grond een dienblad met schaaltjes (formaat poppenhuis) gevuld met eten. Hij ontsteekt een bundel wierookstokjes en wijst er in vier kompasrichtingen mee. Daarna tikt hij met zijn ringvinger op de bar, krukken en schappen met drank. Beide geesten zijn niet erg hongerig, want het eten komt onaangeroerd terug.

Thailand, 6 maart – (Vervolg van gisteren) De misprijzende blik van de passerende toeristenvrouw deed me denken aan de titel van de bestseller ‘Ik ben van hout’. Haar blik zei: Daar heb je er weer zo één. Haar lippen vormden het woord ouwe viespeuk en het woord slet. Domineesvingertje in volle vaart. Moreel oordeel zonder kennis van zaken. Geen idee welke omstandigheden een vrouw kan veroordelen tot het werk van animeren. Wat doet zo’n vrouw met in haar kielzog man en kinderen in Thailand? Waarom huren ze niet een huisje in Otterlo? Daar zie je geen viespeuken en sletten, want die doen het stiekem. Na de kerkdienst.

Thailand, 5 maart – Was er geruime tijd niet geweest. Dat kwam… maar laat ik geen ouwe koeien uit de sloot halen. Ik zat dus in Pedros, in het voorste open deel. Naast me een bargirl, niet meer zo piepjong en decent gekleed in een hoog sluitende jurk.  Op het trottoir passeerde een dwarsdoorsnede van de wereldbevolking. Van een gezinnetje keek de vrouw misprijzend mijn kant uit. Op de rijweg langzaam rijdend verkeer want het was spitsuur. Periodiek versnelden de knorrende beesten. In de laadbak van een pickup stonden bouwvakkers, gekleed in een niet-geruite blauwe kiel. Dicht opeen gepakt. Zes rijen van vier personen, waaronder enkele jochies. (Wordt vervolgd)

Thailand, 4 maart – Het aantal personen waarvoor metroreizigers geacht worden op te staan, is uitgebreid van 4 naar 5. Niet alleen monniken, ouderen die slecht ter been zijn, zwangere vrouwen en kleine kinderen dienen een zitplaats aangeboden te krijgen, maar ook mensen die met krukken lopen. Dat blijkt uit de pictogrammen op een nieuwe sticker die ik gisteren voor het eerst zag. Er is voor hen ook de stoel direct naast de deur gereserveerd. Er zit een sticker op de rugleuning die meldt Priority seating. Voor blinden wordt al goed gezorgd. Personeel begeleidt hen bij vertrek en aankomst op het perron.

Thailand, 3 maart – (Vervolg van gisteren) De metro is horizontaal geboord. Het valt allemaal uitgebreid te bewonderen op foto’s in de tunnel tussen metrostation Hua Lamphong en het spoorwegstation. Het enige minpuntje aan de metro vind ik de overdaad aan reclame. Aan de muur, op de tourniquets, op de muur in de tunnelbuis, op de perronpilaren. Station Sukhumvit spant momenteel de kroon. Vloeren, muren en plafonds zijn er bedekt met een folie, waarop reclame wordt gemaakt voor een crème die iets belooft. Er staat zelfs een boompje tegen de muur geplakt met het lover volop in bloesem. De overwegend roze reclame doet pijn aan de ogen.

Thailand, 2 maart – Er is veel mis in Thailand en ik schroom niet daarover te schrijven. Maar ik ben geen iezegrim, ik kan ook lyrisch zijn over Thailand. Elke keer als ik in Bangkok met de metro reis, raak ik weer onder de indruk van dit civiel kunstwerk. En waar ik nog het meest bewondering voor heb, is het gevoel voor detail. De Duitse architect Mies van der Rohe (Bauhaus) zei ooit ‘God openbaart zich in de details’. Neem de rand van de ventilatiegebouwen. Daar ligt een smalle strook grind. Daar is over nagedacht. Nu wil ik niet beweren dat de metro door God is ontworpen, maar de Almachtige had het niet beter kunnen bedenken. (Wordt vervolgd)

Thailand, 1 maart – Het Chinese Jaar van de Geit dat op 19 februari is begonnen, brengt degenen die zijn geboren in de jaar van de Hond, Koe en de Draak, ongeluk. Het fenomeen dat tegenovergestelde jaren elkaar bijten, staat bekend als pee chong  (inauspicious year). Gelukkig valt er wel wat aan te doen. Naar een tempel gaan en daar een ritueel volgen dat het moreel een oppepper geeft. Ik ben geboren in het Jaar van de Hond, dus dat belooft weinig goeds voor Dick’s blog. Ik heb nog geen tegenmaatregelen genomen. Vraag me af: geldt de voorspelling ook voor ongelovigen?

Thailand , 28 februari – (Vervolg van gisteren) Ronald werkte een jaar aan de vertaling en nog belangrijker bewerking van een Engels grammaticaboek. Omdat in het Thais de toon betekenis onderscheidend is, paste hij het Engelse notatiesysteem aan, want dat was soms verwarrend voor Nederlanders. Een monnikenwerk, als je het mij vraagt, maar niet voor hem, want hij had er lol in. Thais is een moeilijke taal omdat het zo heel anders dan de Europese talen is. Ik kan me er een beetje in redden, net voldoende om te vragen waar de wc is en om niet te verhongeren. Ben trouwens soms wel blij dat ik het niet beheers, zodat ik het geleuter van telefoonzombies niet versta.

Thailand , 27 februari – Na vele jaren weer eens geïnterviewd. En da’s net als pianospelen en autorijden: je verleert het niet. In de loop der jaren is vraag-antwoord bij mij wel meer geëvolueerd naar een gesprek. Ronald, de auteur van een grammaticaboek over de Thaise taal, en ik hadden een rustige plek uitgekozen: de hal van hotel Montien, een grote pompeuze ruimte met klassieke fauteuils en lage salontafels. Rustig was het zeker, maar het ontbreken van een hoge tafel en nog meer mijn dicht geslibde oor waren allesbehalve ideaal. En na 25 minuten begon een zangeres ook nog eens te kwelen. Toonzuiver, dat wel. (Wordt vervolgd)

Thailand , 26 februari – (Vervolg van gisteren) Arabica doet zijn naam alle eer aan, want de koffie is er van een prima kwaliteit, voorzien van een artistiek met de hand getekend chocolademotiefje en een glaasje water. Het meubilair in het aquarium bestaat uit fauteuils van zwart skai en voor de ingang is een kleine terrasje met harde roosterstoelen. Wanneer de zon op het aquarium staat, gaan de rolgordijnen naar beneden en biedt alleen een zijraam uitzicht op de drukke tweemaal vierbaans Ratchadaphisek Road en de secondaire weg die langs Fortune loopt. Ik mag er graag neerstrijken. Het personeel kent me, zodat ik mijn bestelling niet eens hoef op te geven. Het is mijn tweede huiskamer.

Thailand , 25 februari – Fortune Town is geen stad, zoals de naam doet vermoeden, maar een winkelcentrum. Het is een langgerekt recht pand aan de Ratchadaphisek Road, een belangrijke verbinding tussen het centrum en het noorden van Bangkok. Het gebouw is van ouder datum dan het er tegenover liggende Central Plaza Phra Ram 9 dat opvalt door zijn golvende, futuristische gevel. Arabica Coffee is een kleine koffieshop, een aquarium dat uit het gebouw lijkt te stulpen of andersom er tegenaan lijkt geplakt. De letters Arabica hebben elk een andere kleur en een speelse vorm die me aan het werk van de Spaanse kunstenaar Miró doen denken. (Wordt vervolgd)

Thailand , 24 februari – Drie observaties. 1 Jong meisje met een puistje op haar neusvleugel. Geen gezicht. Ook nog telefoonzombie. Een duiveltje in me zei: Uitknijpen dat ding! 2 Jongen met een rugzakje in de vorm van een basketbalschoen. Drie keer zo groot, met echte veters. Weer dat duiveltje: Waar is de linkerschoen? Keek naar zijn voeten. Daar twee basketbalschoenen. 3 Vrouw, goed gekleed, netjes verzorgd. Geen telefoonzombie. Iemand voor een intiem tête à tête. Maar haar armen waren licht behaard. Kan gebeuren. Speling van de natuur. Philips helpt, dacht het duiveltje. Hoop dat ze dit leest.

Thailand , 23 februari – Hoe waar is het gezegde ‘De wonderen zijn de wereld nog niet uit’. ’t Is een cliché, maar het moet wel waar zijn anders was het niet gepromoveerd tot veel gebruikte uitdrukking. Op 8 februari stuurde ik een e-mail naar de manager van het hotel met het dringend verzoek iets te doen aan de ontbrekende beschermkap op een ventilator, die alles weg had van een guillotine. Sinds gisteren zit de kap erop. Soms gaan de dingen wat traag in Thailand en mijn veronderstelling dat Boeddha afgehakte kinderhandjes zou voorkomen, blijkt voorbarig. Misschien duidt dit toch op een gebrek aan geloof in Boeddha’s almacht.

Thailand , 22 februari – Als je een Thai vraagt of hij Engels spreekt en hij antwoordt ‘Een beetje’ dan weet je: na drie vragen kan hij je al niet meer volgen. Die drie zijn: Hoe heet je, waar kom je vandaan, hoe oud ben je? Dat geldt overigens ook voor mij. Ik heb één zomer een serieuze poging gedaan Thais te leren. Prima Engels leerboek, twee cassettebandjes. Modern tweede-taalonderwijs, geen a,b,c of rijtjes woorden, zoals ik in Thaise leerboeken zie. Ben een eind gekomen maar uiteindelijk heb je toch een leraar nodig die je uitspraak controleert en corrigeert. Want een verkeerde toonhoogte of klank leidt tot glazige blikken bij de Thaise tegenpartij.

Thailand, 21 februari – Devotie en trivialiteit gaan hand in hand in Thaise tempels. Op weg naar metrostation Sam Yan passeerde ik donderdagavond Wat Hua Lamphong, waar op een podium enkele schaars geklede meiden iets deden wat op dansen leek. Ze droegen korte rode glitter rokjes, bh’s van rode cups zonder bandjes en op hun hoofd dansten pluimen mee. Dichterbij gekomen zag ik dat ze een lichaamsbedekkend vleeskleurig maillot aan hadden, bedekt met veel rode glitters. Daarna betrad een zangeres het podium, gekleed in een zilverkleurig glitterjurkje. Ze zong consequent een halve toon te laag. In een zaal besproeide een monnik gelovigen met wijwater. Dat schijnt goed voor je karma te zijn.

Thailand, 20 februari – (Vervolg van gisteren) Strategie 5 pas ik meestal toe en afhankelijk van het tijdstip op de Surawong Road strategie 4, want dan staat er een agent. Laatst had ik op die weg een Narrow Escape. Het verkeer aan mijn kant stond vast, de andere weghelft was leeg. Eitje toch? Maar toen ik halverwege was gevorderd, schoot er een auto uit de file en die kwam met een rotvaart op de lege weghelft aan scheuren. Het scheelde niet veel of ik was geschept en dan had u mijn column vandaag moeten missen. Ik moet een beschermengeltje hebben gehad. Of mogen die niet opereren in een overwegend boeddhistisch land?

Thailand, 19 februari – Oversteken op een drukke weg [in Bangkok] gaat me vrij gemakkelijk af. Er zijn verschillende strategieën. 1 Wachten tot je een ons weegt. Niet aan te bevelen, want duurt lang. Hoewel ik aan de dunne kant ben, lukt mij dat zelfs niet. 2 Wachten tot auto’s stoppen. Gebeurt zelden. 3 Meelopen met Thais. Gaat meestal goed. 4 Oversteken op een zebrapad. Zie 2. Heeft alleen succes als een agent of parkeerwachter te hulp schiet. 5 Oversteken als er een gat valt en hand opsteken. Bij mij altijd goed gegaan. Wel op motorrijders letten, want dat zijn me rakkers. Vrezen god noch gebod. Nooit weifelen en goed laten zien wat je doet. (Wordt vervolgd)

Thailand, 18 februari – Opstaan voor een ouder iemand, misstaat niemand. De klassieke openbaar vervoer slogan heeft in Thailand nog geen wortel geschoten. In al de jaren dat ik met de metro reis, is er hooguit driemaal voor me opgestaan. Voor ouderen die moeilijk ter been zijn, wordt doorgaans wel een stoel vrijgemaakt, maar voor mij – inmiddels een 68-jarige grijsaard – niet dus. Valt er een zitplaats vrij, dan moet ik er snel bij zijn, voordat een andere passagier er bezit van neemt, zelfs jongeren met sterke benen. Kleine kinderen, zwangere vrouwen en monniken worden met alle egards behandeld. Die voorkeursbehandeling voor kinderen blijf ik gek vinden; ze zijn toch niet van porselein?

17 februari – Helderziendheid, telepathie: het bestaat. Wie daaraan twijfelt, moet nu stoppen met lezen. Ik had met een landgenoot afgesproken dat we elkaar vrijdag zouden ontmoeten op de hoek van Soi Ton Son en de Ploenchit Road. We zouden na een eerste kennismaking bij koffie daarna naar de ambassade gaan. We liepen elkaar mis: hij wachtte op de ene hoek, ik op de andere. Hij zag mij niet, ik zag hem niet. Een dag later liep hij langs restaurant Sarica waar ik aan de spaghetti zat. Hij herkende mij van de foto op mijn blog. Ik schreef het vorig jaar al eens (15 augustus, 23 oktober): Ik heb meer van die momenten.

Thailand, 16 februari – Ik heb al dagen visite. Van een vlieg. Hij is niet verlegen. Vliegt om mijn laptopscherm als ik aan het werken ben en kijkt wat ik tik. Daalt neer op de rand van mijn koffiemok, gevuld met de noodzakelijke brandstof van een schrijvertje. Daalt op mijn huid neer. Mijn rug moet geen geheimen meer voor hem hebben. Ook in de badkamer houdt hij mij gezelschap, maar we gaan niet samen onder de douche. Ik denk dat hij watervrees heeft. Ik kan er niet toe komen hem dood te meppen. Weet niet eens of het me zou lukken, want ’t is een snelle. Hij zou de vliegenmarathon op zijn gemakkie winnen.

Thailand, 15 februari – Over de borsten (vergroten met siliconen), de neus (recht zetten), de huid (witter maken), het mannelijk geslacht (sekseverandering) van Thais is al veel geschreven, maar één lichaamsdeel komt er bekaaid van af. Dat is de teen. Ja, de teen. Onlangs zag ik heel lelijke, het leken door lepra aangetaste stompjes. Onsmakelijk en lustdodend. Op de Thaise teen heb ik een goed zicht als ik in de metro zit. Opvallend is dat bij de meeste Thais de nagel verzonken in het vlees ligt. Bij mij ligt de nagel erop. Hoe de teentoestand van het geschoeide deel der bevolking is, weet ik uiteraard niet. Kan moeilijk vragen: …..

Thailand, 14 februari – (Vervolg van gisteren) Terwijl ik op Patpong langs een trap liep, vroeg de man die erbij stond of ik de pingpong show wilde zien. Ik zei dat ik liever een volleybal show wilde zien, maar die hadden ze niet. Da’s toch raar, want volleybal is in Thailand een populairder sport dan tafeltennis. Ik herhaalde mijn vraag, maar de man kon me niet helpen. Dat ik een grapje maakte, ontging hem. Had ik met een rubberen hamer op zijn hoofd geslagen, zoals ik in komische shows op de tv zie, dan hadden hij en zijn gezelschap in een deuk gelegen. Ander gevoel voor humor.

Thailand, 13 februari – (Vervolg van gisteren) Ik overdrijf niet als ik zeg dat elke uitstalling op de avondmarkt van Patpong een plaatje is. Zorgvuldig worden de horloges, horlogebandjes, brillen, sieraden, tassen, riemen (en zo kan ik nog twee bladzijden doorgaan) in slagorde gebracht. Dag in, dag uit. Als ik alleen al naar de horloges kijk die op Patpong en elders in de stad te koop zijn, zijn die goed voor het dempen van de Marianentrog (11 km diep). Of neem kleding: als alle Thai elk tien kledingstukken dragen, is er nog genoeg over om die te vermalen tot een berg poetsdoeken ter hoogte van de Mont Blanc. Leuke uitdaging voor bergbeklimmers. (Wordt vervolgd)

Thailand, 12 februari – Wat Katendrecht is (was) voor Rotterdam en de Walletjes zijn (waren) voor Amsterdam, is Patpong voor Bangkok. De vergelijking klopt niet helemaal, want in Nederland zitten de dames van plezier achter het raam en in Bangkok bewegen ze in gogobars bij palen. Dat heet dan met een duur woord paaldansen. Waarom gogo en niet comecome weet ik niet. Klanten moeten toch naar binnen gaan. Of wordt het weggaan bedoeld voor een zeker samenzijn? Patpong staat ook bekend vanwege zijn avondmarkt. In de loop van de middag worden vanuit een magazijn grote zinken kisten met vorkheftrucks en steekkarretjes naar elke standplaats gebracht. (Wordt vervolgd)

Thailand, 11 februari – Het zal niemand verbazen: ik ben een taalfreak. Teksten op uithangborden, posters, verkeersborden: lezen zal ik en spelfouten vallen me direct op. Het is soms om gek van te worden. Ik schreef gisteren over café, bar & restaurant Sarica. Zo staat het ook op de servetten. Maar op het koffiekopje staat cafe’, bar & restaurant. Wie vertrouwd is met het accent aigu in Word begrijpt hoe de fout ontstaan is. Een van mijn kennissen heet André, maar in zijn emails schrijft hij altijd Andre. Ikzelf heb in Outlook lange tijd gezocht naar het trema. Allerlei toetscombinaties geprobeerd; uiteindelijk had ik hem te pakken.

Thailand, 10 februari – Sarica is een café, bar & restaurant, strategisch gelegen tussen diverse vormen van seksueel vertier voor homo, hetero en Japanner. Aan een tafel met vier Japanners deelde een serveerster verfrissingsdoekjes uit. In het vliegtuig zijn ze heet, in Thailand komen ze uit de koeling. De eerste man aan wie ze een doekje wilde geven, wees naar de oudste man aan tafel. Khoh thoot, zei ze, hetgeen ‘pardon’ betekent, dat woord ken ik wel. Daarna deelde ze de doekjes in volgorde van senioriteit uit. De oude man at als enige zijn rijst met stokjes, wat hem niet gemakkelijk af ging want de witte rijst plakte niet erg.

Thailand, 9 februari – I love you stond in koeieletters op het korte, zwarte jurkje met dunne witte strepen (koeieletters zonder tussen-n, want heeft niets met onze veestapel te maken). Ze houdt van mij: waarom wist ik dat niet? Waarom nooit een email gestuurd, nooit gebeld desnoods midden in de nacht? Waarom nooit een klop op de deur gehoord? Toen ze zich omdraaide, kreeg ik een koude douche. Niet omdat ze onaantrekkelijk was; integendeel: ze scoorde 7 op de schaal van Dick. Ik las maybe, de twee lettergrepen verdeeld over haar borstjes. Dat betekent ‘misschien’ in het Engels-Engels maar ‘nee’ in het Thais-Engels.

Thailand, 8 februari – Van de ventilator in het eetzaaltje van mijn hotel ontbreekt een essentieel onderdeel: de beschermkap waarachter de vervaarlijke schoepen draaien. De ventilator is circa 1 meter hoog, dus hoog genoeg voor kleine kinderen om hun hand erin te steken. Niet dat kinderen hun hand willen kwijtraken, maar op die leeftijd zijn het nu eenmaal onderzoekende types. Heb de staf al tweemaal geattendeerd op de potentiële moordenaar, maar tot enige actie heeft dit niet geleid. Nu de manager maar eens geschreven. Ik vraag hem: Do you want your hotel to be a safe place and your guests to feel comfortable? Wat gaat hij antwoorden: Boeddha beschermt?

Thailand, 7 februari – De groepjes leerlingen die aan het eind van de schooldag de metro binnenstappen, zijn niet alleen identiek gekleed maar vaak ook identiek samengesteld. Er is een dikke bij en een dunne; een lange en een kleintje; een kletskous en een zwijger; een serieuze en een flierefluiter; een telefoonzombie en iemand die toekijkt. Ik vraag me wel eens af: worden vriendschappen op basis van tegenstellingen gevormd? Zag laatst een zombie-kletskous. Kletste eerst een tijd in de telefoon en vertelde daarna ratelend wat de ander had gezegd. Een zeldzame combinatie. Ze was ook nog klein. En een lachebekje.

Thailand, 6 februari – Tegenover me in de metro zaten twee jonge kwezeltjes. De farang vrouw was gekleed in een jurk die mijn moeder in de jaren vijftig droeg, toen het broodbeleg ’s ochtends uit stroop en jam bestond en ’s avonds de stukjes draadjesvlees in de loop van de week steeds kleiner werden, totdat op vrijdag de lamp voorover hing, zoals de uitdrukking luidde. De Thaise kwezel leek ook de mode van de laatste jaren te hebben gemist. Ze droegen een badge en keken heel vroom. De farang had een plaatje in haar hand, waarop ik Jezus herkende. Dat soort plaatjes kreeg ik op de zondagsschool.

Thailand, 5 februari – (Vervolg van gisteren) Na mijn column van gisteren moest ik even bijkomen van mijn tirade. Snake gespeeld, een heel wat intelligenter spelletje dan Candy Crush. Het is een beetje uit de mode, net als Pacman, dat ik graag mocht spelen. Ik noemde gisteren nog twee takken van het Zombiegeslacht: de tv-zombie en de oorwurm. Televisiezombies zie ik in de hal van het hotel. Mr Boon die de hele dag een meter vanaf de tv zit, is een échte tv-zombie. Hij kijkt naar alles. Als het maar kwekt, moordt, vecht, ruziet, grapt, quizt. De receptioniste voegt zich vaak bij hem. De oorwurm is iets zeldzamer. Wat zijn/haar kenmerk is, vertel ik nog wel een keer.

Thailand, 4 februari – Tot nu toe heb ik enkele keren geschreven over de telefoonzombie. Sommigen zeggen: tot vervelens toe. Ik zeg dan: Ga Candy Crush spelen. De telefoonzombie behoort tot het geslacht der zombies dat nog twee takken kent: de tv-zombie en de oorwurm. Hoe houd je ze uit elkaar? De telefoonzombie kun je herkennen aan zijn immer gebogen hoofd en misvormde duimen. De verweekte hersens zijn niet waarneembaar, maar zodra ze beginnen te praten over Candy Crush wordt al snel duidelijk wat er mis is in hun bovenkamer. Over de vraag of zombies een pathologisch geval zijn, lopen de meningen uiteen. Zelf vinden ze van niet. (Wordt vervolgd)

Thailand, 3 februari – Mijn electric thermo pot had de geest gegeven. Dus koffie betekende telkens naar het kruidenierswinkeltje beneden lopen om heet water te tappen. Naar Big C Extra, zo’n hypermarkt waar zoveel merken te koop zijn dat ik ter plekke in de stress schiet. Maar dat viel deze keer mee. Ik kocht hetzelfde merk en model als in het hotel. De verkoopster wees me nog op een goedkoper exemplaar. Als rijk geachte farang had ik dat als een belediging kunnen opvatten. Bij de kassa was de vraag of ik een Big C pasje had. De bewaking bij het poortje zette een stempel op de kassabon.

Thailand, 2 februari – Dit is ‘m dan: de sealing machine waar ik elke keer weer met bewondering naar kijk. Het apparaat staat op het overdekte terras van Sure Delivery, een eethuisje annex bezorgservice.

Ik deed het onlangs in de herkansing en dankzij mijn verkeerde uitspraak van het woordje kip, kreeg ik niet gebakken rijst met de vrij droge kip maar met smakelijke snippertjes ei.

Het ingenieuze apparaat om bekers met gekoelde vruchtensoda’s, smoothies en thee met vruchtensmaakjes  te sealen is alleen al een reden om er te komen. De harde banken neem ik voor lief.
(Zie: http://youtu.be/KYKfcr3S6vU)

Thailand, 1 februari – In hetzelfde restaurant van gisteren streken een man en een jonge vrouw tegenover elkaar naast me neer. Een Japanner en een Thaise gezelschapsdame. Ze bestelden een drankje. De vrouw was een ernstig geval van telefoonzombie: ze praatte zelfs tegen het mobieltje dat ze voor zich hield. De man raadpleegde een enkele keer zijn uitklapmobieltje. In de tijd dat ze naast me zaten, wisselden ze minder woorden met elkaar dan het aantal vingers van hun handen. Toen ik vertrok, zaten ze dicht met hun hoofd tegen elkaar gebogen over haar mobieltje. Schattig, zo’n kort moment van intimiteit van twee telefoonzombies. Is het zombiegereedschap toch nog ergens goed voor.

Thailand, 31 januari – Voor het restaurant stond een man een shaggie te rollen. Een Thais shaggie, flinterdun waardoor je meer papier dan tabak rookt. Hij zag er onverzorgd uit; onguur zelfs. Dat kwam door zijn bril met dikke jampotglazen en een grijze pet met de klep naar voren (wat weer voor hem pleitte). Hij leek me geen regular van het restaurant dat voornamelijk gefrequenteerd wordt door Japanse toeristen. Welvarende types met een dikke portemonnee. Toch liep hij naar binnen en ging in de uiterste hoek van de open serre zitten. Nadat ik een telefoontje had gepleegd, zag ik hem niet meer.

Thailand, 30 januari – Ik had nog geen stap op de roltrap van de metro gezet en zij had de andere roltrap net verlaten. Dus het had nog gekund, maar het was maandag en niet vrijdag. Zij, dat was een jonge deerne met op haar shirt de mededeling dat ze vrijdags ‘single’ was. Of ze daarmee bedoelde ‘alleen’ of ‘ongetrouwd’ weet ik niet, maar het was zeker een uitnodiging tot ‘iets’. Wat zou ze de rest van de week zijn: getrouwd, in een relatie of ‘het is complicated’? Ik dacht aan Kortjakje, volgens kenners van het Nederlands volkseigen een vrouw van lichte zeden. Liep hier de Thaise Kortjakje?

Thailand, 29 januari – Ik was in een 7-Eleven winkel in het centrum. Wachtte voor de toonbank tot ik aan de beurt was. Een Chinese man, die later was aangeschoven, meende dat hij aan de beurt was. Hij drong niet voor, het was meer het gebaar waarmee hij de door hem gekochte fles water op de toonbank zette. Dat gebaar zei: Weet je wel wie ik ben? Ik kom uit het grote Chinese keizerrijk, uit het rijk van Confucius en Laozi. Het rijk van de Taoïstische leer. Het rijk van de grote roerganger Mao Zedong. De verkoper was niet onder de indruk. Hij rekende als eerste met mij af.

Thailand, 28 januari – (Vervolg van gisteren) Losse flodders (2). 3 Nadat ik tweemaal tientallen mini-mini miertje een zeemansgraf had bezorgd, zat de schrik er goed in. Want de volgende dagen vertoonden mijn favoriete ettertjes zich niet – op enkele vermetele na. Maar die heb ik ongemoeid gelaten. 4 In mijn straatje was een winkelruimte vrijgekomen. Een echtpaar (?) is er in getrokken. Met een gordijn is de ruimte in tweeën gedeeld. In het  voorste deel verkopen ze kruideniersartikelen. Dat is dus het vijfde winkeltje op een afstand van hooguit 100 meter, waarvan die in mijn hotelpand de grootste omzet heeft. Zo werkt het Thais zakelijk brein: Na-apen.

Thailand, 27 januari – Twee losse flodders (1). 1 Naast me in de metro zat een man die een tinneroy, de fijne variant van corduroy, broek droeg. Dat is nou niet een stof die je in Thailand verwacht. Eerder die dag een jonge vrouw in een wollen deux-pièces. Ook aan de warme kant, maar niet in de metro want daar heerst meestal een vriestemperatuur. 2 In de parkeergarage van hypermarkt Big C Extra was een feest aan de gang. Op het podium: een band met twee blazers, vrij zeldzaam bij feesten, en dansende coyote girls. Verder veel tafels met veel drank. De betonnen ruimte zorgde voor oorverdovende versterking van het geluid. Hoe feestelijk. (Wordt vervolgd)

Thailand, 26 januari – Ik had mijn (Thaise) mobieltje verloren, een eerlijke vinder bracht het niet terug en de metro-afdeling gevonden voorwerpen was onvindbaar. Dus wat doe je dan: een nieuwe kopen. Op naar Fortune Town, de IT Lifestyle Mall. Maar ik ben niet zo van die Lifestyle. Ik hoef al die rimram niet, ben geen zombie. Ik hoef alleen maar te bellen, gebeld te worden of te sms-en. Een Nokia 510 gekocht, made in Vietnam, met dust & splash proof keypad en een long lasting battery. Plus nieuwe sim een kleine 800 baht. Hij is duurder dan vorige week: nu geen 40 baht voor 1 euro maar 36 baht.

Thailand, 25 januari – (Vervolg van gisteren) Wat zal ik eens schrijven, waren gisteren mijn laatste woorden. DIT. Ik zag twee vrouwen, die bij elkaar de maat namen van hun borsten. Eén was heel dik en had grote memmen, de ander was slank en had heel kleine of ze was plat en camoufleerde dat met een bh met vulling. Ze spioneerden onder veel gelach in elkaar bloesje. Daarna ging de dunne er vandoor, achterna gezeten door de dikke. Ja, dat plein bevalt me wel, niet vanwege deze tietenparade, maar het heeft iets dorps, iets gemoedelijks. Er wordt gekletst, gedronken, gegeten en ik, de farang, kijk van een afstandje toe.

Thailand, 24 januari – (Vervolg van gisteren) Om zes uur zijn deze avond nog weinig klanten te bekennen. Die komen pas later als de lange Thaise, vaak onderbetaalde werkdag voorbij is. Thuis wordt er zelden gekookt, hier eten is goedkoper. Voor 30 à 40 baht eet je je buikje al vol en rond – dat wil zeggen Thais, want ik lust de meeste volkse gerechten niet. Ik drink mijn koffie vlakbij bij een lampenwinkel aan een granieten tafel zittend op een granieten blok. Voor de winkel staat een zonnepaneel op een constructie die mij aan de meccanodoos van mijn jeugd doet denken. Rook een sigaretje en denk na: wat zal ik eens schrijven? (Wordt vervolgd)

Thailand, 23 januari – Na in de buurt gegeten te hebben, mag ik graag neerstrijken op het plein aan Ratchadaphisek soi 7. Het is een groot betonnen plein, omgord door een rij zaakjes in garagebox-achtige compartimenten, een groot pand met op de eerste verdieping een fitness-centrum en een groot filiaal van 7-Eleven. Daar koop ik een Moccona-stick, vul een bekertje met heet water en reken 14 baht af voor mijn après diner. Het plein wordt in beslag genomen door keukenwagentjes en -blokken met bij elk eigen tafels en stoelen. Wankele metalen tafels, degelijke houten tafels en stoelen, plastic stoelen en krukken. Weinig comfortabel, maar Thais lijken meer zitvlees dan ik te hebben. (Wordt vervolgd)

Thailand, 22 januari – (Vervolg van gisteren) Daarna gaat de beurt over. Het spel wordt gespeeld totdat de potjes leeg zijn. Wanneer 1 potje leeg is en het andere nog letters bevat, speelt die speler alleen door. Een slimme speler anticipeert natuurlijk eerder in het spel op deze situatie. Tussendoor mag gepauzeerd worden voor een kopje koffie, maar alleen gezet van – ja, dommie – koffie van Black Canyon. Van de knabbels afblijven! Wanneer beide potjes leeg zijn, bepaalt het aantal ontbrekende letters wie gewonnen en verloren heeft. Omdat namen niet evenveel letters bevatten, moet dat wel met een rekenformule (bedenk zelf maar hoe) worden gecompenseerd. Veel spelplezier!

Thailand, 21 januari – Na mijn column van 6 januari over de ABC-knabbels van Black Canyon Coffee ben ik gaan nadenken over de spelregels. Voor het spel zijn twee potjes met knabbels nodig, te verkrijgen – ja, dommie – bij Black Canyon Coffee. De speler met de langste naam (roepnaam, tussenvoegsels, achternaam) begint. Die neemt zonder te kijken een knabbel uit het potje. Wanneer de letter bruikbaar is, legt hij die voor zich op tafel. Met een onbruikbare letter kan hij drie dingen doen: opeten, terug leggen in het potje of ruilen met een letter van de tegenspeler, maar dat is link want hij weet niet welke letter hij daarvoor in ruil terugkrijgt. (Wordt vervolgd)

Thailand, 18 januari – Had de wasbak in de badkamer gevuld met water om mini-mini miertjes te verzuipen. Want ik was in een moordzuchtige bui. Telkens als een miertje opdook, duwde ik hem/haar het water in. Eerder schreef ik dat ze niet kunnen zwemmen, maar daaraan begin ik nu te twijfelen. De miertjes draaien in een ruime cirkel linksom. Zwemmen ze of is het de draaiing van de aarde die dit veroorzaakt? Twee miertjes raken elkaar voortdurend aan de voor- en achterkant aan. Mannetje en vrouwtje, mannetje en mannetje, vrouwtje en vrouwtje? Is het iets seksueels? In de woonkamer speelde Glenn Gould partita’s van Bach. Maar daar kwamen ze niet op af. Cultuurbarbaren!

Thailand, 17 januari – Nadat ik genoten had van een verrukkelijke maaltijd van curry saus met mals kippenvlees en vruchtjes in een bedje van boterrijst, gevolgd door koffie met een plak vruchtencake, begon ik spontaan in mezelf te zingen: ‘Wie wil er mijn marmotje zien. Het is zo’n aardig beestje. Hij kan dansen. Hij kan springen. Hij kan mooie liedjes zingen.’ Dat was de openingstune van een tv-programma in de jaren vijftig waarin kinderen over hun huisdier vertelden. Presentator was bioloog Han Rensenbrink, hoofd van de afdeling educatie van Artis. Ja, beste mensen, Bangkok doet soms rare dingen met me.

Thailand, 16 januari – Tegen een pilaar op het perron van metrostation Sukhumvit stond een zwangere vrouw, duidelijk op het punt van werpen. Een telefoonzombie. Da’s niks bijzonders want niet-zombies zijn uitzondering. Ik had mijn hand op haar buik willen leggen om iets van het komend nieuwe leven te voelen. Niet gedaan. Waarom eigenlijk niet? Een stukje verder stond een jongeman. Op zijn zwarte T-shirt las ik Dic…Brand. De riem van zijn tas onttrok het tussenliggende deel van de tekst aan het zicht. Ik peinsde wat er zou kunnen staan. Later, toen hij in de metro zat, las ik Dickies Brand. Wist ik dat ook weer.

Thailand, 15 januari – (Vervolg van gisteren) Mobieltje had ik verloren in de MRT (ondergrondse metro) of tuktuk. Moet uit de zak van mijn korte broek zijn gevallen. Vroeg bij een MRT-kassa of ze een afdeling gevonden voorwerpen hadden. De man achter het glas zei me het Customer Relations Center te bellen. In het hotel gebeld. Kon kiezen tussen Thais en Engels. Kreeg keuzemenu in een Amerikaans-Engels met Thaise articulatie, dus bijna onverstaanbaar. Receptionist gevraagd de Thaise tekst te beluisteren. Die kwam er niet uit of hij begreep me niet. Hij adviseerde me naar een MRT-kassa te gaan. Dat ik er net vandaan kwam, zal hij ook wel niet begrepen hebben.

Thailand, 14 januari – Ik ben columnist. Mijn vroege voorganger heette nar, hij leefde in de middeleeuwen en was in vaste dienst van een hof of rijke huishouding. Narren waren meestal gekken, dwergen, gebochelden en anderzins ‘komisch mismaakten’. Hun functie was vorsten, vorstinnen en hun hoven vermaken met grappen. Dankzij hun handicap konden narren de meest verschrikkelijke dingen zeggen, want het publiek nam hen toch niet serieus. Sommige lezers nemen mij serieus. Niet doen, beste mensen. Je weet niet wat waarheid en wat verzinsel is. Neem nou dat gehak op telefoonzombies. Misschien ben ik er zelf wel een. Maar nu even niet, want ik heb mijn mobieltje verloren. (Wordt vervolgd)

Thailand, 13 januari – (Vervolg van gisteren) Het derde kind in de ‘crèche’ is het joch van de wasvrouw die in haar kamer het strijkwerk doet. Waar de wasmachine staat, weet ik niet. Het jong, een kleuter op leeftijd, is bang voor me. Dat komt: ik heb hem eens vermanend toegesproken toen hij aan een computer in de hal zat. Hij verkeerde toen in de fase ‘Ik mag overal aankomen’, wat door alle volwassenen werd getolereerd. Maar niet door mij, want ik heb andere pedagogische opvattingen dan de Thaise ouders die ik bezig zie met kinderen. Van mijn vermaning schrok hij. Sindsdien is de computer veilig.

Thailand, 12 januari – De hal van mijn hotel lijkt vaak op een crèche. De twee peutertjes van de inval-receptioniste drentelen er de hele dag en groot deel van de avond rond. Gasten en permanente hotelbewoners, zowel mannen als vrouwen, halen ze aan. De nachtwaker neemt er vaak één in zijn armen.Ik zie de kinderen regelmatig met iets lekkers en mierzoete limo in hun handen. Dat is een beproefde methode in Thailand om kinderen in het gareel te houden. Dat de moeder, zelf aan de volumineuze kant, zo bezig is het groeiend leger van obesitas kinderen in Thailand uit te breiden, lijkt haar niet te deren. (Wordt vervolgd)

Thailand, 11 januari – Restaurant Sarica, dinsdagavond. Zat aan mijn favoriete gehakt-basilicum schotel toen mijn oor werd geprikkeld door een bekende melodie. Für Elise. Traag gespeeld. Onmiskenbaar Richard Clayderman, de grootmeester van de muzak, die van elke compositie een slaapliedje weet te maken. Für Elise speelde ik op het 25-jarig huwelijksfeest van mijn ouders. Van tante Marijke, operazangeres, kreeg ik een complimentje voor mijn vertolking. Oom Dick maakte een foto van me aan de piano. Dick was beroepsfotograaf. Hij had in de tussenkamer van het ouderlijk huis een jungle aangelegd waar hij jonge meisjes in soft-focus fotografeerde. De Rotterdamse David Hamilton.

Thailand, 10 januari – De reizigers die een metrovoertuig betreden, zijn te verdelen in drie groepen: actieve telefoonzombies, potentieel actieve telefoonzombies en niet-telefoonzombies. Maar dat laatste ras is aan het uitsterven. Een jonge vrouw uit de tweede categorie stapte in. Ze was gekleed in een zwart velours jurkje met korte witte mouwtjes, afgezet met een ondeugend zwart strikje. Tas onder de arm tegen ongewenst bezoek.  Ik gokte 10 seconden en jawel, toen haalde ze haar verslaving uit de tas. Wat voor haar pleitte: ze raadpleegde het ding slechts korte tijd. Haar verschijning had iets uitdagends, want zwart vind ik een geile kleur. En ze had een pijpmondje.

P.S. Toen ik nog voor Thailandblog werkte, verbood de beheerder mij expliciet de uitdrukking ‘pijpmondje’ te gebruiken. Foto’s van tieten waren toegestaan, mits de tepels bedekt waren. Begrijpt u wel?

Thailand, 9 januari – Vandaag zwijgt de columnist en buigt deemoedig zijn hoofd.
http://youtu.be/oHlKjeHKIYI?list=RDikutCJd13cM A Felicidade
http://youtu.be/HFVXZS2a3S4 Ague De Beber
http://youtu.be/oggPG9wsnf4 Samba Do Aviáo
http://youtu.be/YIOdN3LTkbM Falando De Amor
http://youtu.be/Z0-uaMd-_hE Gabriela
http://youtu.be/UzFJwiHRwDg Chega De Saudade
http://youtu.be/uadORQdlb9k Het hele concert

Thailand, 8 januari – Montreal Jazz Festival 1968. Op een kaal podium staan een zanger en een achtergrondkoortje van vijf zangeressen, begeleid door piano, drums, contrabas en gitaren. Ze zingen A Felicidade, een klassiek nummer van Antonio Carlos Jobim (aan de piano). Niks lichteffecten die pijn doen aan je ogen, niks dansgroepjes die rare danspasjes maken, niks rare carnavalkostuumpjes. Slechts: noten, stem, tekst. Welk een contrast met de shows die ik op de Thaise televisie zie. Ze verdrinken in overdaad. Laat decor, dansgroep en licht weg en je houdt een zanger(es) over die dringend behoefte heeft aan zangles. http://youtu.be/oHlKjeHKIYI?list=RDikutCJd13cM

Thailand, 7 januari – Ik schreef het eerder: de mini-mini miertjes in mijn badkamer moeten een uiterst verfijnd reukorgaan hebben, want ze kunnen broodkruimels van grote afstand signaleren. De afgewassen koffiemok en het bordje weten ze ook te vinden. Mijn favoriete etttertjes blijken nog meer te kunnen. Normaal gooi ik het restant koffie in mijn koffiemok in de toiletpot. Daar komen ze niet op af, hetgeen pleit voor hun verstandelijke vermogens, naast het reukvermogen dus een goed ontwikkeld orgaan. Maar gooi ik het restant in de wasbak en spoel ik daarna met water, dan marcheren ze er in colonne op af. Met tientallen tegelijk. Chapeau!

Thailand, 6 januari – Heb een spelletje bedacht voor de koude winteravonden in Bangkok. Ja, ik hoor u in het verre Nederland al schamperen: koud in Bangkok? You must be kidding. Nee hoor, het is zo koud dat ik een polo moet aantrekken over mijn T-shirt om in de metro niet te veranderen in een stalagmiet. Het spelletje heet scrabble. Het wordt gespeeld met de ABC-knabbels van Black Canyon Coffee, waarvan ik een potje heb gekocht. Het doel is de eigen naam te leggen. Dat was bijna gelukt wanneer mijn gezelschap de T niet had aangepast om er een L van te maken, want die was al verorberd. Moet nu een nieuw voorraadje inslaan.

Thailand, 5 januari – Ik zou willen dat de Nederlandse taal net zoveel woorden voor geuren kende als voor kleuren. Want in Thailand word ik niet alleen gebombardeerd met visuele en auditieve prikkels, maar komt het reukorgaan ook volop aan bod. Thailand ruikt anders dan Nederland. Maar hoe anders? Soms dringt een zweem van een kook-, bak- of grilllucht via het lamellenraam mijn kamer binnen. Die veroorzaakt nog net geen Pavlov-reactie, maar het scheelt niet veel. Ook buiten komt de neus niets te kort. Soms onaangenaam. Dan vervloek ik met een bijna astmatische hoest de grondlegger van het automobiel (Ford?). Maar doorgaans aangenaam. Ook zoet en weeïg als een jonge deerne mij passeert.

Thailand, 4 januari – Toevallige ontmoetingen zijn het leukst. Bij het ventilatiegebouw van metrostation Sukhumvit hadden zich honderden, misschien wel meer dan dan duizend duiven (ik kon ze moeilijk tellen, ze waren nogal beweeglijk) verzameld. De bewaker van een naastgelegen bouwplaats strooide rijst uit. Zo nu en dan vloog een hele zwerm omhoog. Geschrokken van iets, misschien wel van mij. Op een muurtje en op hekken zaten nog meer duiven te loeren of ze een graantje – beter gezegd – een rijstkorrel konden meepikken. Nog geen 50 meter verder passeerde ik een bordje met de tekst ‘Please do not feed the pigeons’.

Thailand, 3 januari – In Thailand is veel verboden. Zo is het verboden in Bangkok de straat te bevuilen. Zelfs een achteloos weggegooide sigarettenpeuk kan al een boete van 2.000 baht opleveren. Veel effect heeft die regel niet want de straten zijn vaak bezaaid met rommel. In de metro gelden tien verboden of zes volgens een ander bord. Verboden zijn: smoking, large belongings, animals, flammable goods, sitting, eating or drinking, balloons, littering, durian or strong smelling food en photo & video. Een van de zes geboden verbiedt ook hawking. Het verbod om te zitten wordt uiteraard volledig genegeerd in de metrotreinen. En ook in de hal als het regent.

Thailand, 2 januari – (Vervolg van gisteren) Thais hebben smetvrees. Ik gaf er gisteren enkele treffende voorbeelden van. Maar het kan nog gekker. In de Metro Mall, een ondergrondse winkelpassage tussen twee in/uitgangen van metrostation Sukhumvit, bewijst kapsalon Easy Cut dat smetvrees geen grenzen kent. Het is een design salon, altijd druk als ik er langs loop, waarin de klanten in ronde deels open ruimtecapsules (zo noem ik ze maar) zitten. Dit belooft Easy Cut: We are hyperclean. De reclame toont 5 pictogrammen met de teksten Comb, Neck Towel, Sterilizer, Alcohol Hand Cleaner and Supersonic Cleaner. Maar of ze behoorlijk kunnen knippen lees ik niet.

Thailand, 1 januari 2015 – Terwijl ik afdaalde naar metrostation Huai Khwang passeerde op de andere roltrap een man behangen met amuletten. Zeker vijf. Waar is de man bang voor? Tegen welke enge ziektes probeert hij zich te beschermen? ’t Is me al vaker opgevallen: Thais hebben smetvrees. In een foodcourt staat bij de bestekbak een bak met heet water. Daarin dompelen ze het bestek. Ik zie ze ook wel bestek afvegen met een servetje. Haar wassen? Niet twee keer, maar minstens vier keer shampoo erover heen. Ook de rest van het lichaam wordt uitbundig bewerkt met zeep. Nagels knippen: ze kunnen niet kort genoeg zijn. Wie is de vijand? (Wordt vervolgd)

Thailand, 31 december – (Vervolg van gisteren) Ik ga nog even door over de vier vrouwen van gisteren. Ze hebben alle vier opgestoken haar, dragen alle vier een blauw blousje (jeansstof?), hebben alle vier hun wenkbrauwen vervangen door een streepje verf en hebben alle vier zwaar aangezette oogleden. Ik begin te vermoeden dat ze klonen van een en dezelfde vrouw zijn. De vrouw rechts heeft parelwitte tanden nadat ze die gezet heeft in een Choko Chrispies waffle van Voiz. Een wafeltje gevuld met chocolade. Dat duidt erop dat ze na die beet haar tanden heeft gepoetst. Waarom? Om de vieze smaak te verdrijven met Goldgate?

Reacties niet mogelijk