Columns uit Thailand II

Voorgaande columns vind je hier.

Thailand, 30 december – Reclame op metrostation Sukhumvit. Vier vrouwentorso’s op een rij. De vrouw rechts lacht uitbundig. Ze houdt een Voiz wafeltje omhoog, dat half uit de verpakking steekt en waarvan ze al een hap heeft genomen. Nummer 2 glimlacht. Ook bij haar steekt de wafel uit de verpakking maar ze heeft haar tanden er nog niet ingezet. De nummers 3 en 4 kijken de potentiële koper niet aan. Drie heeft een ongeopende verpakking in haar hand en kijkt ernstig. Wafelloos nummer 4 kijkt of ze haar laatste oortje heeft versnoept. Die mag bij me langskomen om samen in een wafel te happen, elk aan een uiteinde. (Wordt vervolgd)

Thailand, 29 december – Ontmoetingen in de metro (2). Naast de man van gisteren stond een jongen, een verdoemde telefoonzombie. Zijn shirt onthulde: I’ve seen Elvis, en ten bewijze wie daarmee bedoeld werd, stonden er negen verschillende portretjes bij. Ze waren inmiddels wat verkleurd. Te heet gewassen of slechte inkt? Ik had hem willen vragen: Waar en wanneer heb je Elvis gezien? Hij was te jong om een live optreden van hem te hebben bijgewoond en dat Elvis nog zou leven, zoals sommigen beweren, geloof ik niet. Alleen OLH beheerst die truc. Maar ja, hij was verdiept in zijn mobieltje en zo iemand wil je toch niet storen?

Thailand, 28 december – Ontmoetingen in de metro (1). Naast me stond een man met twee fietswielen in zijn hand. Ik had hem willen vragen: Bent u aan het sparen voor een fiets? In Nederland zou ik dat durven, daar klinkt het wel als een grappige vraag. Maar in Thailand? Misschien kan ik hier beter vragen: Bent u een fietsendief? Alhoewel… dat is een riskante vraag als dat het geval is. En als hij geen fietsendief is, is de vraag wellicht beledigend. Zou hem ook kunnen vragen: Bent u rijwielhersteller? Op weg naar een klant? Misschien antwoordt hij wel: Hoe raadt u het zo?

Thailand, 27 december – Ik heb twee beesies gedood. Onder het blik van de stoffer en blik set. Weet niet welk merk en van welk bouwjaar. Ik begin inmiddels een behoorlijk lang strafblad te krijgen, want talloze mini-mini miertjes hebben al onder de toppen van mijn vingers de laatste adem uitgeblazen. Zelfs muggen heb ik tijdens hun vlucht kunnen onderscheppen om te voorkomen dat ze mij als een vampier belagen. Ook kakkerlakken heb ik geliquideerd, twee stuks. Ze hebben zich al lange tijd niet vertoond. Verstandig. Als ik kakkerlak was, zou ik niet durven dat moordzuchtig type van Van der Lugt met een bezoek te vereren.

Thailand, 26 december – Losse flodders. 1 Zag een man met een ooglap. Maar ’t was de helft van zijn zonnebril omdat ik niet zijn hele gezicht zag. 2 Keek op de monitor van een metrostation. De digitale klok stond op 13:13:05. Hield even stil en liep acht seconden later verder. 3 Dronk op het lommerrijke terras van Black Canyon Coffee een mocha rohn. Hoorde een zangeres iets zingen wat me bekend voorkwam. Ze zong Stand by me, een nummer dat ik al talloze malen heb beluisterd. Nam een kijkje bij het Kamthieng House ernaast. Er was een trouwreceptie aan de gang. Heel hi-so. Een daeftige dame werd met veel wai’s uitgeleide gedaan. Maar ze had geen chauffeur.

Thailand, 25 december – Ineens waren ze er weer en ineens waren ze er weer niet: de mini-mini miertjes in mijn badkamer. Mijn favoriete ettertjes moeten een verfijnd reukorgaan hebben want ik trof ze aan op een afgewassen ontbijtbordje (oké, zonder wasmiddel) en in mijn afgewassen koffiemok. Ook weten ze de prullenmand te vinden waar de schillen liggen van mijn ontbijt eitje. Da’s een flinke afstand, naar verhouding ter lengte van een marathon. Ze krioelen dan onder de prullenmand, want erin vind ik ze niet. Dus veel meer dan snuiven doen ze niet. Eigenlijk zijn het drugsverslaafden, die miertjes. Wordt tijd dat ze afkicken. Misschien zijn ze daarom weg.

Thailand, 24 december – Kun je in Thailand kippenvel krijgen? In Bangkok met de hoogste gemiddelde jaartemperatuur ter wereld? Ja, dat kan. Het is buiten fris, op de metrostations is het nog frisser en in de metrovoertuigen heerst een temperatuur waarbij poolberen het naar hun zin hebben. Bij Sure Delivery krijg ik ook kippenvel: op twee chicken steaks in black bean sauce. Sloop ze er altijd van af, want ik houd niet van vellen, ook niet op de koffie. De zaak draait op bestellingen, er zitten doorgaans weinig eters. De koeriers racen met hun thermische rugzakken naar klanten; het bedienend personeel zou hun voorbeeld moeten volgen.

Thailand, 23 december – Black Canyon Coffee heet het zaakje. Black en coffee snap ik. Canyon niet: da’s een diep ravijn en dat lijkt nu niet de uitgelezen plaats om koffie te verbouwen. Het paviljoen staat onder lommerrijke bomen tussen een uitgang van metrostation Sukhumvit en de bibliotheek van Siam Society, een eerbiedwaardig geschiedkundig genootschap. Sinds kort gebruik ik er soms de brunch: koffie, twee perfect gebakken spiegeleieren met een ongeschonden dooier (vrij zeldzaam in Thailand), brood, ham en stukjes worst met spek. Het koffiekopje staat op een groot schoteltje verzonken buiten het middelpunt. Glaasje thee erbij en ABC mini-crackers. Wil er mijn naam mee leggen. Is me nog niet gelukt. Maar ik heb het ook niet geprobeerd.

Thailand, 22 december – Een week nadat ik in Lumpinipark tevergeefs had gezocht naar de Nederlandse steltlopersgroep Saurus, die zou optreden tijdens de Bangkok Street Show, was er dit weekend weer een straatfestival: Street Fest 2014 op Siam Square. Ja, wat doe je dan? Je gaat op de bonnefooi en slentert wat rond in de hoop iets aardigs tegen te komen. Ik raakte al snel de weg kwijt, want Siam Square is niet alleen een plein maar ook een verzameling straatjes. Er stonden lange rijen verkoop- en eetkramen onder partytenten. Het was druk en het was een herrie. Er waren plaatsen aangeduid met ‘stage’ en een nummer. Heb veel ‘street’ gezien, maar geen ‘fest’. 

Thailand, 21 december – In een zijstraatje van soi Nathong 1, dat (nogal verwarrend) dezelfde naam heeft, zijn twee mannen bezig een elektriciteitsdraad te spannen, die ze vanaf een grote haspel rollen. Eén man klimt een hoge bamboeladder op en bevestigt de draad boven aan de elektriciteitsmasten, de ander schijnt vanaf de straat met een zaklamp bij. Wat gebeurt hier? Het loopt tegen acht uur ’s avonds, ze zijn niet gekleed in bedrijfskleding, er staat ook geen wagen van het gemeentelijk elektriciteitsbedrijf. Ik kan het niet vragen, want daarvoor spreek ik te weinig Thais. En al sprak ik het wel: In Thailand wordt meer gelogen dan in Nederland.

Thailand, 20 december – Voor de torenflat van Thai Life Insurance was een groep mannen en vrouwen bezig kerstversieringen aan te brengen. De ranke stammen van hoge palmbomen waren al behangen met lichtsnoeren, op de brede heg die trottoir van het pleintje scheidt, lag een grid van lichtsnoeren. De blauwe brigade hing kerstballen aan twee erebogen en plaatste kerstroos om de hoge kerstboom. Zoveel mogelijk leek het motto. Het bedrijf is er laat bij. Bij sommige winkelmalls stond vorige maand al een kerstboom, vaak zilvergrijs; in de hal van het hotel sinds enkele dagen. Pluspunt: de kerstboom en erebogen zijn groen. Wel kunststof. ’t Is nep net zoals de borsten van sommige vrouwen hier.

Thailand, 19 december – (Vervolg van gisteren) In ijssalon Swensen’s zag ik een jongen en een meisje die zaten te PRATEN, schreef ik gisteren. De jongen had geen mobieltje, het meisje wel maar ze raakte het niet aan. Ze had een vriendelijke gezicht. Het leek me een geanimeerd gesprek. Vaak zie ik paartjes waarvan beiden in de weer zijn met een mobieltje, zelfs onder het eten. Die zullen elkaar wel niets meer te vertellen hebben, tenzij ze met elkaar chatten. Dat kan ook. Het half-mobielloze paar zat voor de glazen pui met Chester’s Grill aan de andere kant. Ik heb er één keer gegeten. Smerig! Ik heb de zaak nog nooit vol zien zitten.

Thailand, 18 december – Trakteerde me in Swensen’s op een ijsje. American Tower. Niet dat ik Amerika-fan ben, maar het is qua grootte behapbaar en er staat een kleine Stars and Stripes op. Had een boek op de post gedaan bij EMS. De dames kennen me. Als ik meer boeken verstuur, pakken ze die voor me in. Als een doos te groot is, maken ze hem op maat. Ze werken snel en efficiënt. Er is nog nooit iets zoekgeraakt (afkloppen!). Tweemaal een envelop retour gekregen. De geadresseerden waren in Nederland. In Swensen’s zag ik een jongen en een meisje die zaten te PRATEN. Is dat bijzonder? (Wordt vervolgd)

Thailand, 17 december – Heb gisteren mijn ontslag aangeboden als eindredacteur van Thailandblog en ben tevens afgetreden als secretaris van de stichting Thailandblog Charity, de uitgever van het boek ‘Exotisch, bizar en raadselachtig Thailand’, waarvan ik de eindredactie heb gedaan. Ik geef geen toelichting op de reden van mijn vertrek; sommigen zijn ervan op de hoogte. Ga ik nu met mijn duimen draaien? Nee, ik blijf nieuws uit Thailand brengen op mijn eigen website ‘Dick’s blog’. Dat deed ik al voordat ik bij Thailandblog kwam. Dus de klok wordt 3,5 jaar terug gedraaid, want mijn ‘eerste’ posting stond op 30 juli 2011 op Thailandblog.

Thailand, 16 december – Je hebt voorspel en naspel, en het spel zelf natuurlijk. Maar dat er oefeningen bestaan die je seksleven kunnen verbeteren, was nieuw voor me. Totdat ik in Bangkok Hospital op de folder ‘Exercises for your sex life’ stuitte. Heren – want zijn allemaal oefeningen voor mannen – er is werk aan de winkel alvorens uw geliefde te bespringen. De folder geef aanwijzingen voor twaalf oefeningen: sommige redelijk onschuldig, maar wat te denken van de oefening ‘Releasing tension’ waarbij je je scrotum in je hand moet vasthouden of ‘Squeezing Your Protate Gland’ waarbij je zo lang mogelijk je anale spieren moet spannen. Meer weten? Ik geef u graag privé advies.

Thailand, 15 december – Lumpini park in hartje Bangkok is doorgaans een redelijke oase van rust in een verder hectische stad. Maar niet dit weekend, want er werd een straatfestival gehouden met volgens de aankondiging 40 groepen uit 18 landen. Dus het was druk toen ik er zaterdag naar toe ging om de Nederlandse steltlopersgroep Saurus in actie te zien met hun levensgrote dinosaurussen. ’s Ochtends stond zo’n monster met een foto van 16×25 cm op de voorpagina van Bangkok Post. De naam Saurus ontbrak op de borden met het programma. Heb de dino’s ook niet gezien. Kan ze niet over het hoofd hebben gezien want ze moeten zeker 4 meter lang zijn.

Thailand, 14 december – Telefoonzombies aller landen. Ik heb u tot nu toe over één kam geschoren en da’s niet eerlijk om met Calimero te spreken. Ik ga u in categorieën verdelen op een 5-punts schaal, waarbij 5 staat voor hersenloos en 1 voor licht verweekte hersenen. 5: spelers van Candy Crush, 4 zombies die door foto’s of sms-jes scrollen, 3 zombies die sms-en, 2 zombies die een stripverhaal lezen en 1 degenen die (lopend, staand of zittend) telefoneren. Zombies die hun mobieltje in hun hand houden en er niets mee doen, zijn een twijfelgeval. Mensen met een e-reader zijn oké, mits ze een beetje behoorlijk boek lezen.

Thailand, 13 december – Gisteren schreef ik: ‘Van Dale geeft als betekenis voor zombie: 1 een weer tot leven gewekte dode en 2 zeer teruggetrokken, wereldvreemd mens.’ Die eerste betekenis lijkt me onvolledig, want dan zou Onze Lieve Heer ook een zombie zijn en dat lijkt me blasfemie om te beweren. Zeer teruggetrokken was hij zeker niet, want hij reisde wat af. Wereldvreemd? Zeker. Hij ging bij voorkeur om met hoeren en tollenaars (belastinginspecteurs). Hij kon water in wijn veranderen en de dode Lazarus tot leven wekken. En hij kon over water lopen. Dat zie ik Hans Klok nog niet doen.

Thailand, 12 december – Op een spoorwegovergang is een vrouw die liep te telefoneren, gegrepen door een aanstormende trein. Zo kwam een eind aan haar leven en aan het telefoongesprek. Nu schrijf ik wel ‘aanstormende’, maar de treinen in Thailand rijden met een slakkengang. Dat wil zeggen als ze niet ontsporen, want dat gebeurt ook met de regelmaat van de klok. Een overlijden is een ernstige zaak en een drama voor de nabestaanden, ook wanneer een telefoonzombie overlijdt. Van Dale geeft als betekenis voor zombie: 1 een weer tot leven gewekte dode en 2 zeer teruggetrokken, wereldvreemd mens. Aan u de keus welke betekenis in dit geval van toepassing is.

Thailand, 11 december – 1 Kwam een rattenfamilie tegen. Een stuk of vier, vijf kleintjes. Een paar meter verder stond een keukentje met enkele wrakke tafels. Stel je voor dat de kokkin even een sanitaire stop moet maken. Dan weet ik wel wat dat gespuis doet. Eet smakelijk. 2 In café-restaurant Indulge (van de te dure koffie) zat een farang-Thais echtpaar. In de wandelwagen een baby met voor zijn snoet op tafel een iPad waarop een tekenfilmpje draaide. Ach, je kunt niet vroeg genoeg beginnen je kind tot zombie op te voeden. Een serveerster stond er verlekkerd naar te kijken. Die dacht: zo’n kind wil ik ook en dan neem ik die farang er op de koop toe bij.

Thailand, 10 december – Al drie dagen wil ik het over seks hebben. Het kwam er niet van en nu ben ik vergeten wat ik wilde schrijven. Iets over jonge vrouwen in ultrakorte broekjes en rokjes. Wilde ik schrijven: die schaamlappen kunnen ze net zo goed uitlaten; zoveel verschil maakt dat niet? Of wilde ik schrijven: wat gaat er in de psyche van de vrouw om als ze voor zo’n lapje textiel kiest? Wil ze uitdagen, het hoofd van mannen op hol brengen? Maakt ze een statement: Kijk eens wat voor sexy benen ik heb? Of heeft ze een slechte smaak en vindt ze poetsdoeken mooi? 

Thailand, 9 december – Ik zou het over seks hebben, schreef ik gisteren en eergisteren. Dat had ik mij ook voorgenomen, maar andere en belangrijker onderwerpen schoven ertussen. Vandaag moest het gebeuren: de grote onthulling over de jonge vrouwen, gekleed in kledingstukken die amper te omschrijven vallen met de term schaamlap: ultrakorte broekjes, ultrakorte rokjes. Maar laten we het eerst eens hebben over de kamerdeuren in mijn hotel. Er zitten drie sloten op: (afsluitbare) deurknop, dievenklauw en schuif. Wie bedenkt zoiets? Levensgevaarlijk bij brand wanneer gasten gered moeten worden. En stel dat een gast overlijdt: Hoe komt de hotelstaf de kamer binnen of laat ze het lijk liggen rotten?

Thailand, 8 december – Gisteren zou ik het over seks hebben, maar in mijn enthousiasme over azuurblauwe zeeën en parelwitte stranden, dwaalde ik af en voordat ik het wist was het maximum aantal woorden van mijn column bereikt. Ja, ik hanteer een maximum. Ik moet binnen 100 woorden met een uitloop van maximaal 10 procent mijn ei kwijt kunnen. Want leuteren kan iedereen, maar de ware woordkunstenaar, zoals een lezer mij eens overdreven noemde, is zuinig met woorden. Over de seks kan ik kort zijn: de jonge vrouwen die gekleed zijn in ultrakorte broekjes en ultrakorte rokjes, kunnen net zo goed… maar potverdrie, nu is mijn maximum al weer bereikt.

Thailand, 7 december – Ik weet: Thailand is meer dan seks. Maar ik ga het vandaag toch over seks hebben. En als u dat niet bevalt, dat gaat u toch lekker met uw grote teen spelen. Ja, ik weet: Thailand is ook azuurblauwe zee en parelwitte stranden, als ik de toeristenfolders mag geloven. Nou, dat doe ik niet, want ik heb het strand van Bang Saen gezien. Wat een smeerboel. Nooit naar toe gaan! Cha-Am is oké. Aan het eind van de middag maken de verhuurders van strandstoelen en andere lui hun standplaats schoon. Op woensdag is het Grote Schoonmaak. Dan worden de stoelen niet uitgezet. Oeps, vergeet ik helemaal het over seks te hebben.

Thailand, 6 december – Vitaminen voor een week-plus:
http://youtu.be/uWXUWepSak4
http://youtu.be/k5dkwQY-_tk
http://youtu.be/QR9QNivCyvE
http://youtu.be/ZVHOqrw3Jks
http://youtu.be/Jfn8wsjh9WU
http://youtu.be/8dzJhM9c62E
En mijn favorieten:
http://youtu.be/6exx0sB_iOA
http://youtu.be/Us-TVg40ExM

Thailand, 5 december – Beter goed gejat dan slecht bedacht. Dus toen ik op www.froot.nl het artikel ‘11 gedachtes over Nederland nadat je in het buitenland hebt gewoond’ las, dacht ik: leuk idee voor Thailandblog. Ik maakte ervan: 11 gedachtes over Thailand nadat je in Nederland (of België) hebt gewoond, deed een oproep op de blog om 1 gedachte plus toelichting te bedenken en zie hier: binnen 24 uur waren de eerste elf al binnengestroomd, inclusief een van mezelf (moet kunnen). Mijn gedachte was en is nog steeds: Ze spreken er Thais. En ook die gedachte is gejat want op Froot stond: Iedereen praat Nederlands. Maar deze column is niet gejat, die heb ik zelf geschreven.

Thailand, 4 december – Ineens wist ik het. Al die telefoonzombies met hun rechter- of linkerduim of beide duimen scrollend over hun mobieltje. Duimen! Regressie! Ze verlangen allemaal onbewust terug naar de babywieg, waarin ze op hun duim lagen te sabbelen. Ik ging te rade bij Freud. Die onderscheidt in de psychoseksuele ontwikkeling van het kind de orale fase, anale fase, fallische fase, latentiefase en genitale fase. Telefoonzombies zitten vastgekluisterd in de orale fase. Dat moet het zijn. Snap nu ook waarom ze niks zeggen. Dat kunnen ze nog niet, ze moeten nog leren praten. Zelfs brabbelen is er nog niet bij. 

Thailand, 3 december – 5.15 uur Neergestreken op de nu uitgestorven standplaats van de motorsai mannen in mijn straatje. Het is weldadig stil. Op de derde verdieping van het pand tegenover me is één raam verlicht. Dat moet de bron zijn van monotoon recitatief gezang. Op de terugweg naar het hotel meen ik het klateren van een sprengetje te horen. Het geluid kwam uit de rioolroosters. Stilte is overdag de Grote Afwezige. In de hal van het hotel staat de hele dag de tv aan, in het appartementengebouw in aanbouw klinkt het snerpend geluid van een slijptol, kerstklokjes tingelen in Tesco Lotus en het verkeer op de Ratchadaphisek Road raast onophoudelijk langs. 

Thailand, 2 december – Het gebeurt zelden dat iemand voor me opstaat in de metro, maar gisteren overkwam het me. Een man stond op, ik bedankte hem met een minzaam hoofdknikje. Nam plaats tussen twee telefoonzombies. De rechter zombie speelde Candy Crush, later werd zijn plaats ingenomen door twee smakelijke sexy legs. Links was een meisje aan het scrollen. Tegenover me zat een fors gebouwde Viking, ook al zombie. Type sportief te zien aan zijn gym-outfit. Misschien op weg naar een fitnesscentrum om zijn lijf op te pompen tot vormen die God nooit bedoeld heeft toen hij de mens naar Zijn evenbeeld schiep. En Hij zag dat het zeer goed was. De zesde dag.

Thailand, 1 december – Mijn columns plaats ik niet meer door op de Facebook-pagina van Thailandblog. Dat komt: onlangs vond de beheerder het nodig (om redenen die er nu niet toe doen) om regels vast te stellen voor seksueel getinte teksten en foto’s op de blog. Die regels gelden ook voor de FB-pagina. Dat kan ik billijken want beide zijn openbare media. Een columnist heeft echter een absolute vrijheid; die laat zich niet in een keurslijf dwingen. Vandaar mijn aftocht. Hier kan ik ongestraft schrijven over Thaise grietjes met pijpmondjes en homo’s die in het Oeverbos kontneuken (speciaal voor de Vlaardingers). Of ik het doe, is natuurlijk een tweede.

Thailand, 30 november – Fuck your mother, schreeuwde de man en sloeg het achterportier van de taxi keihard dicht. De man had geluk: de taxi reed weg. De chauffeur kwam niet zijn wagen uit met een knuppel of nog iets rigoureuzer een pistool. Het zou niet de eerste keer zijn dat een farang zo om het leven komt. Wanneer een Thai ontvlamt, wordt het gelijk een steekvlam. Wat de aanleiding voor de verwensing was? Waarschijnlijk ruzie om een paar luizige baht, die de buitenlander gemakkelijk kan missen. Niet iets om een ander te adviseren zijn moeder te onteren. En geen reden om een buitenlandse dood te wensen.

Thailand, 29 november – Op de walkway van BTS-station Asok liepen vijf farang vrouwen in polonaise, de handen op elkaars schouders. Ze waren gekleed in flodderige vakantiejurken die me deden denken aan de crisisjaren. Thais liepen langs alsof zo’n rijtje feestgangers de normaalste zaak van de wereld was. Een enkeling keek verbaasd, niemand durfde aan te kleven. Aan het eind liepen ze linksaf de trap af die uitkomt op Sukhumvit bij Indulge. Daar verloor ik hen uit het oog. Ze passeerden er een Thais meisje in een shirt met de tekst Funny. Die praatte in haar mobieltje en lachte. Hoe toepasselijk. Toen werd ik wakker en moest plassen.

Thailand, 28 november – Ben sponsor geworden van een voetbalteam, beter gezegd: een team van futsalspelers. Het zijn de motorsai mannen die een stukje verder in de straat staan en mij naar Big C Extra, MRT-station Huai Khwang of Fortune Town rijden. Met die mannen mag ik graag sparren. Soms geef ik ze M150, een pepdrankje. Het team heeft nu een eigen shirt met op de achterkant de tekst DIK AND AHO, hetgeen gelezen moet worden als Dick and Ao (de naam van mijn vriendin). Dat de c foetsie is, is misschien maar beter ook want Thai die Engels spreken en kunnen spellen, beginnen te grinniken als ik hen vertel hoe ik heet.

Thailand, 27 november – Om half zeven, het was al donker, streek ik neer op de standplaats van de motortaxi’s. De mannen waren futsal aan het spelen, een soort zaalvoetbal. Er zat één bestuurder. Hij speelde gitaar en zong. Voor hem lag een dik boek open geslagen met teksten. Het was een eenvoudig liedje met drie akkoorden. Er liepen zo nu en dan mensen langs en er reden zo nu en dan motortaxi’s met passagiers langs. De schuifhekken van de kruidenier op de hoek waren gesloten. Voor het appartementengebouw in aanbouw, bekleed met groen gaasdoek, stond een rij stinkende vuilnisvaten en kliko’s te wachten op de huisvuilophaaldienst. Keurig op een rijtje.

Thailand, 26 november – Sarica aan de Surawong Road is geen aggenebbis eethuisje, maar een restaurant. Je zou dus verwachten dat een besteld gerecht overeenkomt met het plaatje op de menukaart en ook dezelfde ingrediënten bevat als de vorige keer. Ik heb het over spaghetti seafood. De harde stukken inktvis en tentakels met wratten sla ik over, van de kleine schelpjes smul ik (ik weet niet hoe ze heten). Heb nu al twee keer een bordje zonder die schelpen gekregen. Mòd in het Thais oftewel op. Wijs geworden had ik de tweede keer gevraagd of ze er deze keer wel bij zaten, maar de ober zal me wel niet begrepen hebben. Vertrokken en elders gegeten.

Thailand, 25 november – Op drie plaatsen in Nathong 1, het straatje met mijn hotel, staat een batterij wasmachines: 3, 8 en 6 machines en om de hoek nog eens 6. Het zijn bovenladers, de meeste voor maximaal 9,5 kilo wasgoed en enkele grotere voor 12 kilo. Ze wassen met koud water. Een wasbeurt kost respectievelijk 20 en 30 baht. Waspoeder en eventueel wasverzachter kun je in elke kruidenierswinkel kopen. Zondag is wasdag en de rest van de week zie ik mensen wel eens ’s avonds na hun werk de was doen, maar meestal staan ze maar te staan. Ze lijken me geen melkkoetje voor degenen die ze leasen.

Thailand, 24 november – Kerstmis begint vroeg in Thailand. Al enkele weken staan voor de grote winkelcentra kerstbomen, de een nog groter en met nog meer bling-bling dan de ander. Bij Indulge, de zaak waar ik voorheen te dure koffie dronk, staat een wit kerstboompje. Handig, kunnen ze de grijs gedraaide cd waarin gedroomd wordt over een witte kerst, overslaan, want die hebben ze al. Zag ook al de eerste kerstmuts op het hoofd van een serveerster in ijssalon Swensen’s. Voor het kindeke Jezus is net als twee eeuwen geleden geen plaats. Wel voor Santa Claus en Rudolf, het rendier met de rode neus. 

Thailand, 23 november – In het pand van Big C Extra vlakbij het schuin oplopend trottoir roulant naar de hypermarkt op de eerste verdieping was het druk. Rond een ‘eilandje’ verdrongen zich tientallen mannen en wat minder vrouwen. Er stond een standwerker met een microfoontje voor zijn mond te ratelen. Heel erg hard, zoals gebruikelijk in Thailand. Hij prees een speelgoedhelikopter aan. Ze vlogen weg; nou ja, bij wijze van spreken. Daarna volgde Robot 3 Man. Was ook gewild. Ik zag dat ze modellen van auto’s gingen verkopen, onder andere van de Lamborghini. Mooi groot model, circa 20 cm lang. Maar ik wil geen Lamborghini, ik wil een Ferrari. Daar ben ik voor behandeld. (vrij naar Wim de Bie)

Thailand, 22 november – Ik weet: voor een columnist geen vijfdaagse werkweek, drie weken vakantie per jaar, snipperdagen, zwangerschapsverlof: elke dag zal en moet er op de daarvoor bestemde plaats een column staan. Regen of zonneschijn, orkaan of windstilte: maakt niet uit. Brug open, internet uitgevallen, kiespijn? Smoesjes, meneer. Schrijven die column en op tijd inleveren, want de deadline is heilig, heiliger dan de Heilige Schrift. Maar vandaag trek ik mij daar lekker niets van aan. Ik blijf in bed, trek de deken over mijn hoofd en geniet van mijn dolce far niente. Want gaat de wereld niet aan vlijt ten onder? (Max Dendermonde)

Thailand, 21 november – Volgens de website van Thailandblog is de blog ‘met 275.000 bezoeken per maand de grootste Thailand-community in Nederland en België’. Inderdaad is Thailandblog de best bezochte blog over Thailand en ik meen ook de beste, maar ik ben natuurlijk als eindredacteur niet neutraal. Maar een ‘community’, een ‘gemeenschap’ in goed Nederlands, is het zeker niet. Een gemeenschap kenmerkt zich door sociale cohesie en die ontbreekt. Er is wel interactie, soms ontaardend in felle aanvaringen, er is ook een gezamenlijke ‘liefde’ (een vaak misbruikt woord) voor Thailand (soms afkeer van), maar verder is de lezerskring een losse verzameling individuen. Daar is niets op tegen; noem die alleen geen community.

Thailand, 20 november – Toen ik voor Het Vrije Volk werkte, heb ik eens een verhaal geschreven over rioolwaterzuiveringsinstallatie De Groote Lucht, even buiten Vlaardingen. Een mooi bedrijf. Als je het niet weet, kun je niet bedenken wat ze er verwerken. Ik weet het wel, want een werknemer heeft me tijdens een reportage laten ruiken aan het product door een deksel te openen. Dezelfde penetrante stank stijgt soms ook op uit het riool in mijn straatje, waar zich om de zoveel meter een rooster in het wegdek bevindt. In de meeste putten ligt een enorme zooi. Daaraan ben ik mede schuldig, want ik mik mijn peuken erin.

Thailand, 19 november – (Vervolg van gisteren, slot) Om 4 uur liep ik al weer buiten – voor de noodzakelijke bevoorrading. Passeerde twee slapende nachtwakers. Voor het afhaalkeukentje werd een tuktuk met etenswaren uitgeladen. Allemaal verpakt in een bijdrage aan het plasticeiland in de Oceaan. Verderop stonden pannen met maïskorrels in een lange rij op het vuur. Een man vulde plastic zakjes met een melkwitte vloeistof. Het naai-atelier was gesloten. Op straat was weinig verkeer, maar het was dan ook zondag. Zag twee tieners. Wat doen twee tieners om 4 uur ’s nachts buiten? In de 7-Eleven was het diepvrieskoud. De jeugdige verkoopster hoefde ik niets te vertellen. Ze kent mijn verslaving.

Thailand, 18 november – (Vervolg van gisteren) Gevlucht voor het herriefeest bij mij om de hoek, was ik beland op het plein in soi 7, een openlucht food court met diverse keukentjes. Er is ook een 7-Eleven winkel en achteraan staat een groot pand met in neonletters op de gevel Mantra Sauna. De begane grond is gesloten, op de eerste verdiepingen lopen Thais zich op hometrainers in het zweet. Ik ging op zoek naar koffie, maar de coffeeshop had geen koffie. Bij de Red Power Bar een Banana Nutty gedronken, een krachtdrankje met whey proteine. Kreeg er geen spierballen van, maar was wel lekker. Om elf uur stopte het geschreeuw dat zingen moest voorstellen. (Wordt vervolgd)

Thailand, 17 november – (Vervolg van gisteren) Twee uur later was dat wel anders. De basdreunen werden overstemd door zangstemmen. Zangstemmen? Nee, geschreeuw dat door merg en been ging. Het aantal decibellen was inmiddels zo hoog dat ik de muziek uit mijn laptop nauwelijks kon horen. Kamer ontvlucht. In het trappenhuis was de herrie nog erger. Alleen de lift bood enige bescherming tegen het geweld. Naar het pleintje in soi 7, waar voorheen kleding werd verkocht en dat nu één groot terras is. Hier heerste een aangename rust, alhoewel het er druk was met eters (en telefoonzombies, zeg ik er voor de volledigheid bij). (Wordt vervolgd)

Thailand, 16 november – Gisteravond in een zijstraat feest ter ere van de bachelor’s graduation van een dochter, nog gekleed in de universitaire toga, het diploma in haar hand. Vraag haar niet hoeveel 7×8 is want daarop zal ze het antwoord schuldig blijven. Zakjapanner niet bij de hand. Straatje was afgezet met verkeerskegels aan beide zijden. Er stonden veertien tafels met beklede stoelen. Op elke tafel een fles Red Label, sodawater, frisdrank, soepkommetjes voor de tom yam. Verder een podium, twee speakertorens, een groot mengpaneel en een laptop. De mobiele keuken was in vol bedrijf toen ik er om 6 uur een kijkje nam. De basdreunen waren nog draaglijk. (Wordt vervolgd)

Thailand, 15 november – Ik lees wel eens op Thailandblog dat je ‘overal in Thailand lekker kunt eten’. En met ‘overal’ wordt dan bedoeld op straat of in eenvoudige eethuisjes. Onzin! Een van mijn favoriete gerechten, roergebakken varkensgehakt met basilicum en witte rijst, is het lekkerst in Sarica, het strategisch tussen Patpong (gezelschapsdames), soi Dungthawee (schandknapen) en soi Thaniya (seks voor Japanners) gelegen restaurant. Pittige saus en fijngehakte, zachte basilicum. Elders zijn de basilicumblaadjes doorgaans groot en hard en er zitten stelen aan van het het formaat bezemsteel. Die verteren niet. Hoe ik dat weet, hoef ik toch niet uit te leggen?

Thailand, 14 november – Elke keer als ik iets lelijks schrijf over voormalig premier Yingluck begint mijn goede vriend T.K. te C.M. te steigeren. Ik verdenk hem ervan dat hij in stilte verliefd is op Yingluck. Dat pleit dan niet voor zijn smaak, want Yingluck heeft verpleegstersbenen en als iets lustdodend is, zijn het wel verpleegstersbenen. Dus na mijn column van gisteren kreeg ik van mijn goede vriend T.K. te C.M. een heel epistel waarin hij het doopceel van het huidige (militaire) kabinet licht, dat hij verafschuwt. Om mijn goede vriend T.K. te C.M. te gerieven, zeg ik: Ook die zijn een stelletje intellectuele lichtgewichten. Maar zijn niet de meeste politici dat?

Thailand, 13 november – Thaise politici hebben lange tenen, want als een politieke rivaal iets lelijks over hen zegt, hollen ze naar de rechter met een smaadaanklacht. Als ze met deze attitude in het Britse Lagerhuis zaten, zouden ze er dagwerk aan hebben, want daar wordt de tegenstander ongenadig afgeserveerd, zij het op beleefde toon. Onlangs stapte de voormalig minister van Buitenlandse Zaken naar de rechter met een klacht over de woordvoerder van de oppositiepartij, want die had iets gezegd dat ‘schadelijk voor zijn reputatie’ was. Reputatie? Wist niet dat hij die had, want evenals de overige leden van het kabinet Yingluck vond ik hem maar een lichtgewicht, een intellectuele nitwit. Zo, hoe heb ik dat gezegd?

Thailand, 12 november – Op de daarvoor bestemde plaats, gemarkeerd met gele pijlen, stonden op het perron van station Sukhumvit een jongen en een meisje achter elkaar te wachten op de metro. Het meisje tuurde op haar mobieltje, de jongen las een boek. Ik zag een boekenlegger en prees hem in stilte, want lezers die het hoekje van de bladzijde omvouwen om te markeren waar ze gebleven zijn, dienen gegeseld te worden met eeuwig analfabetisme. De jongen liep ook lezend het metrovoertuig in en bleef lezen. Het meisje was niet weg te slaan van haar mobieltje. Dumpen die meid, zou ik de knaap willen adviseren. Dat wordt nooit wat tussen jullie.

Thailand, 11 november – Uitingen van genegenheid in het openbaar, tenzij het kleine kinderen betreft, zijn taboe in Thailand. Twee jongeren die hand in hand lopen, mag nog net maar alles wat verder gaat, is vies en voos. Dankzij de telefoonzombies, voor wie niets en niemand veilig zijn, staan nu op YouTube drie filmpjes van knuffelende paartjes in de skytrain met tussendoor onschuldige zoentjes. In een van de filmpjes is een felle woordenwisseling te zien en horen tussen de lesbische geliefden en een vrouwelijke passagier. Likes scoren de filmpjes niet, wel veel hel en verdoemenis valt de schattebouten ten deel. De fatsoensrakkers zijn op oorlogspad.

Thailand, 10 november – Fortune Town is een langgerekt pand aan de Ratchadaphisek Road, dat onder andere Tesco Lotus herbergt. Verder biedt het onderdak aan een keur van restaurants (in de kelder) en op de bovenverdiepingen winkels met mobieltjes, camera’s, elektronisch spul en misschien nog wel meer want ik ben nooit verder geweest dan de eerste etage. Naast de ingang van Tesco Lotus is een groot aquarium tegen het pand aangeplakt – die indruk maakt coffeeshop Arabica tenminste op mij. Ze serveren er een prima koffie, voorzien van een mooi met de hand gemaakt chocolademotiefje dat keurig op de opgeklopte melk blijft liggen. Pittiger en goedkoper dan de slappe pleur van Starbucks. Ik mijd die zaak.

Thailand, 9 november – (Vervolg van gisteren) De dure villa, die ik gisteren beschreef, wordt geflankeerd door een onbewoond vervallen huis. Achter het roestige hek ligt een enorme hoeveelheid rommel op een plaatsje dat ruimte biedt aan een auto. Erachter is het woongedeelte; er hangen gordijnen voor de ramen. Het volgende pandje is wel bewoond, maar door wie? ’s Avonds brandt er een tl-buis. En dan komen we aan de hoek van de straat, waar een appartementengebouw in aanbouw is. Het is geheel bekleed met groen gaasdoek. Daar staan ook de motorsai boys, met wie ik graag mag sparren en zij met mij. Ze noemen me Mr Dick en da’s wel zo beleefd.

Thailand, 8 november – In Vlaardingen ken ik mijn buren. Ik weet hoe ze heten, wat ze doen. Een enkele keer maak ik een praatje met ze als ik hen in het portiek tegenkom. In Bangkok ken ik mijn buren niet. De bewoonster van de kamer naast me heb ik één keer gezien in al die maanden. Andere etagebewoners nooit tegengekomen. De buren naast het hotel wonen in een dure villa. Achter het hek staan twee Mercedessen. De vrouw des huizes ziet er niet als een miljonairsvrouw uit. Heb haar wel wel eens bezig gezien haar Benz het binnenplaatsje op te manoeuvreren. Viel niet mee, want Nathong 1 is een smal straatje. (Wordt vervolgd)

Thailand, 7 november – Ik ken geen genade. Reacties van zeurpieten onder mijn columns verwijder ik. Ook van mensen die niet begrijpen wat een column is. Ik leg het nog éen keer uit: een columnist is de reïncarnatie van de hofnar die de koning bespot en onder de rokken van de koningin gluurt. ’t Is een lelijke gebochelde dwerg, die liegt en bedriegt. Voor wie niets en niemand heilig is. Laatst een zeurreactie verwijderd. Kwam tweemaal terug. Hardleers! Heb de persoon toen maar geblokkeerd. Bij een enkele reactie schiet ik in de lach. Dat zijn de beste. Die krijgen een Like (Vind ik leuk) van me. 

Thailand, 6 november – Verandering van spijs doet eten, luidt een bekend Nederlands gezegde. Waarom eigenlijk? Ik verander wel eens van spijs, maar soms valt die nieuwe spijs tegen en heb ik spijt van de verandering. Dan denk ik: laat mij maar steeds hetzelfde, bereid door dezelfde kok, in hetzelfde eethuisje eten, dan weet ik wat ik kan verwachten. Gisteren op metrostation Huai Khwang nu eens niet de metro ter rechterzijde (Hua Lamphong) genomen maar links (Bang Sue). Leek me wel gewenst als ik te bestemder plaatse wilde aankomen. Dat viel tegen: alles hetzelfde. Weer die vermaledijde telefoonzombies. Wanneer raak ik daar nu eens van verlost?

Thailand, 5 november – Twee observaties die alleen de locatie gemeen hebben: de metro. 1 Zag een jongen die een zwart T-shirt droeg met op de voorkant een logo en de letters KNVB en op de achterkant Holland Football (of Voetbal, dat ben ik vergeten). Ik had een praatje met hem willen maken, maar ik weet niets van voetbal. 2 Vlak bij mij stond een gezette vrouw, een jonge vrouw. Ze droeg een tuinbroek, evenals de broekrok, een effectief anticonceptiemiddel. Ter hoogte van mijn gezicht hield ze zich vast aan een stang. Ik keek op haar horloge, de datum stond op 5, had 4 moeten zijn. Niets van gezegd. 

Thailand, 4 november – In de hal van het hotel zat de nachtwaker (vaker een nachtslaper) iets op zijn mobieltje te doen. De dikke vrouw, die wel eens de receptie waarneemt, was in de weer met een van haar handenbindertjes en een andere vrouw had de andere helft van de tweeling in haar armen. Buiten zaten enkele mannen aan een tafel met aangebroken flessen bier, ze waren ook iets aan het doen op hun mobieltje. Andere hotelgasten, mannen en vrouwen gelijk, pakken de kindjes vaak op. Ik heb niet zoveel met baby’s. Pas als kinderen gaan brabbelen, begin ik ze leuk te vinden. Wanneer ze verder kijken dan hun peuterneusje lang is.

Thailand, 3 november – Mijn hotel wordt soms bevolkt door een zwerm kraaien. Zo noem ik ze: de geheel in het zwart geklede, overwegend werkneemsters van warenhuis Robinson. Ze blijven een aantal dagen, vertrekken ’s ochtends vroeg en komen aan het begin van de avond terug, vaak een plastic zakje met het onderweg gekochte avondvoer in de hand. Op hun zwarte shirts staat See you @ ROBINSON. Toen het warenhuis dichterbij was, kwam ik er een enkele keer. Sinds het is verhuisd naar het pand van Central Plaza Phra Ram 9, een stuk verderop, nauwelijks meer. Kan dus ook niet nagaan of ze iets hebben opgestoken van de cursus die ze volgen.

Thailand, 2 november – Na een bezoek aan het centrum van Bangkok en een rit in de ondergrondse metro te midden van telefoonzombies, neem ik vanaf het metrostation Huai Khwang doorgaans een tuktuk. Veel bestuurders kennen me al. Ik stap in en hoef niets te zeggen. Soms staat een tuktuk klaar. Een enkele keer moet ik de bestemming opgeven. Altijd twee keer zeggen voordat ze me verstaan. De weg terug kan ik dromen, er zijn twee routes. Soms moet ik de bestuurder in soi 7 op de eerste zijstraat attenderen. Nathong weten de meesten wel te vinden, maar hoe de nummering gaat, is minder bekend. Binnen 10 minuten ben ik terug in mijn cel. Kosten 40 baht.

Thailand, 1 november – Bangkok Post, mijn bron voor de dagelijkse rubriek Nieuws uit Thailand op Thailandblog, was deze week erg dik én zwaar. Behalve de vaste bijlages ging de krant vergezeld van een aantal glossy’s. Dat zijn op glanzend papier gedrukte full-colour brochures, die voornamelijk als advertentiefuik dienen. Ik ontving: Property Focus over vastgoed, Travel Guide Phuket, Krabi en Phang Nga, een brochure ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van verffabrikant TOA en het MICE Journal, een tweemaandelijks blad over meetings, incentives, conferencing en exhibitions. De reis- en vastgoed brochures zijn het meest decadent met woningen, flatjes, hotels en vakantieparken, die ik mij nimmer zal kunnen veroorloven. Er moeten hier veel rijke stinkerds wonen.

Thailand, 31 oktober – (Vervolg van gisteren) Het is afzien in Thailand, schreef ik de afgelopen twee dagen. Heb geen oog meer voor tempel en paleis; zie alleen nog sexy benen onder ultra-mini spijkerbroeken en heb uitzicht op ‘borsten als druiventrossen’ (Hooglied van Salomo). En onderschat lippen, tanden, ogen, hals en haar niet. ‘Uw lippen zijn als een scharlaken snoer. […] Uw tanden zijn als een kudde schapen, die geschoren zijn. […] Uw ogen zijn duiven ogen. […] Uw hals is als Davids toren. […] Uw haar is als een kudde geiten’, schrijft de auteur van het Hooglied. Zo mooi kan ik het niet verwoorden. Wat een ellende!

Thailand, 30 oktober – (Vervolg van gisteren) Het is afzien in Thailand, schreef ik gisteren. Heb geen oog meer voor tempel en paleis; zie alleen nog sexy benen onder ultra-mini spijkerbroeken. Maar da’s niet het enige. Er zijn meer onderdelen van het vrouwelijk lichaam die mijn belangstelling voor kunst en cultuur verdringen. Omdat ik langer ben dan de meeste Thaise vrouwen, heb ik vaak goed zicht op wat in het Hooglied van Salomo zo poëtisch wordt omschreven als ‘borsten als druiventrossen, als trossen van de wijnstok […] gelijk twee welpen, tweelingen van een ree, die onder de leliën weiden.’ Probeer dan, zelfs als man van 67 jaar, maar eens quasi-onschuldig een andere kant op te kijken. Wat een ellende! (Wordt misschien vervolgd)

Thailand, 29 oktober – Sommige mensen denken dat een verblijf in Thailand een ervaring is, vergelijkbaar met de tijd toen Adam en Eva nog niet uit paradijs waren verbannen. Ik geef toe dat de Thaise zon heilzaam is voor botten en gewrichten. En het huidige regenseizoen stelt hier in Bangkok weinig voor. Maar verder is het afzien. Mijn plezier wordt vergald door de spijkerbroek. Ik bedoel niet de lange met scheuren en rafels, maar de ultra-mini spijkerbroek met uitzicht op doorgaans sexy benen. Ik zie hem steeds vaker, dat verleidelijk lapje textiel. Heb geen oog meer voor tempel en paleis. Wat een ellende. (Wordt vervolgd)

Thailand, 28 oktober – (Vervolg van gisteren) Gelukkig zat ik op veilige afstand, zodat het wijwater van de monnik mij bespaard bleef. Ik geloof in veel dingen, maar niet in de heilzame werking van wijwater. Na een kwartiertje of zo – nog steeds had niemand iets gegeven – reed de truck langzaam de soi in. Dat kon geen kwaad, want hetgeen boeddhistische monniken niet mogen, gebeurt er pas ’s avonds. Dan regeert de schijn, de leugen en de hebzucht. Toen ik terugging, kwam in de metro een heel dikke negerin naast me zitten. Ze porde met haar tas in mijn zij. Ik betreurde het het wijwater gemist te hebben.  Was misschien een goede bescherming tegen een ebola-besmetting geweest.

Thailand, 27 oktober – Aan de kop van Soi Cowboy of de kont, want zo kun je het ook bekijken, parkeerde rond het middaguur een pickup truck met in de laadbak een groot verguld beeld van een abt, een offerkist en een wat oudere monnik. Met zijn takkenbos besproeide hij voorbijgangers met wijwater. Misschien om hen te zegenen, misschien om hen te verleiden hun portemonnee te trekken. Maar ik zag niemand iets doneren. De meesten waren onderweg naar de lunch of kwamen er van terug, want Soi Cowboy verandert in de lunchpauze in een langgerekte ‘food court’ met karretjes waarop gerechten worden bereid die ik niet lust. (Wordt vervolgd)

Thailand, 26 oktober – Thor, ook wel Donar geheten, geselt Bangkok. Het is 20.08 uur en de hemel opent zich. Een half uur geleden zat ik nog voor het hotel op een stoepje. Er stond een heerlijk fris windje. In de verte weerlichtte het en kondigde Thor zijn komst aan. Voor het hotel onder de partytent stond de kok in korte broek en blote bast; hij was bezig een klein bloemkooltje te ontleden. Zijn vrouw was verdiept in haar mobieltje; dat is ze vaak. In het kruidenierswinkeltje stonden grote manden in de weg met inkopen uit de Makro om de schappen aan te vullen. Om 20.19 uur begint Thor zich terug te trekken.

Thailand, 25 oktober – Om half elf ’s avonds liep ik naar beneden, naar het kruidenierswinkeltje dat door mijn hotel wordt geëxploiteerd, om – laat ik het maar bekennen – aan mijn nicotineverslaving toe te geven. Ik heb een vaste route: heen via het eetzaaltje, waar nog zelden eters zitten, en terug buitenom en via de hal naar binnen. In het eetzaaltje stond de televisie aan. Ik zag beelden van een horrorfilm. Twee jochies van een jaar of zes zaten te kijken. Ik had de neiging om de tv uit te zetten en te zeggen: zouden jullie niet eens naar bed gaan. Maar ja, TIT (This is Thailand).

Thailand, 24 oktober – Zat laatst in een taxi op weg naar Thanon Phra A-Thit voor een afspraak met een Thailandblogauteur. Slechte chauffeur: schakelde schokkend en zijn koppeling slipte. Elke keer als er voor hem een gat was gevallen, gaf hij een dot gas. Van anticiperen had de goede man blijkbaar nog nooit gehoord, want al snel moest hij op zijn rem gaan staan en terugschakelen. Het valt me ook op bij tuk tuk bestuurders en motortaxiboys dat ze geen idee hebben over het verband tussen rijstijl en brandstofverbruik. De meesten hebben een Franse rijstijl: plank gas, plank rem. Bij mij in de buurt: remmen voor een verkeersdrempel en daarna het gas voluit open.

Thailand, 23 oktober – Ik had amper plaatsgenomen op het terras van The Old Dutch Corner of… maar dat vertel ik zo. The Old Dutch, u weet wel: de zaak waar de Nederlandse gerechten een aanslag op de smaakpapillen doen. Binnen ga ik nooit zitten, want als ik het koud wil hebben, had ik in Nederland moeten blijven. Goed dus, wat gebeurde? Een bestelwagentje met een grote reclame van Dilmah reed langs. Welk een toeval, want eerder die ochtend had ik in de Life-bijlage van Bangkok Post over dit beroemde theemerk zitten lezen. Een geval van helderziendheid? Jazeker. Geloof me, ik heb meer van die momenten.

Thailand, 22 oktober – Gistermiddag veranderde Soi Nathong 1, het straatje waaraan mijn hotel staat, in Khlong Nathong 1. Geen khlong die te vergelijken is met de échte khlongs in Bangkok, want het stonk niet, maar het was water en het was nat. Niet eerder heb ik het straatje van voor tot achter onder water zien staan, dus dat zegt wel iets over de hoeveelheid regen die moet zijn gevallen. Het riool was oververzadigd. Grappig gezicht:  passerende auto’s.  Ze riepen met hun boeg- en hekgolven herinneringen op aan mijn zeeverkennerskampen op het Brielse meer en de Kagerplas.  Maar daar wilt u vast niets over lezen.

Thailand, 21 oktober – Aan het eind van Soi Cowboy verkoopt overdag een man crêpes. Elke dag weer, dag in dag uit, staat hij achter zijn karretje en verricht dezelfde handelingen. Schenkt het beslag uit een plastic container in een kannetje, giet het beslag in hoopjes op de bakplaat, plet ze met de bolle kant van een opscheplepel plat en rond, breekt boven sommige een eitje, maggi en kruiden erop, op andere een worstje, wrikt ze los met een plamuurmes en rolt ze op. Met zijn blote handen. Maar als klanten een crêpe kopen, pakt hij ze op met een tang. Heb er wel eens een gegeten. Mierzoet. Melkkoe voor de tandarts.

Thailand, 20 oktober – Bangkok blijkt altijd weer groter dan ik denk. Had een afspraak met een kennis in het Chatrium Riverside hotel. Goede openbaarvervoersverbinding, maar het duurde toch langer dan ik had berekend. Met de MRT (ondergrondse metro) van Huai Khwang naar Silom. Daar een sanitaire tussenstop (ik heb zo mijn adresjes). Via de voetgangersbrug naar BRT-station Sala Daeng (bovengrondse metro). Uitgestapt op Saphan Taksin. Via lange gang naar de pier, van waar verschillende veerboten vertrekken. De hotelboot kwam vrij snel. Kort vaarttochtje over de Chao Phraya en gearriveerd in een hotel waar ik vanwege de chique toiletten al zou willen logeren. Maar ja, ik draag een eenvoudige Seiko, geen Cartier, Breitling of Patek Philippe.

Thailand, 19 oktober – (Vervolg van gisteren) De laatste 10 minuten van de terugweg gaan over de Ratchadaphisek Road. Op de kruising met de Rama IX weg links een groot wit halfrond hoekpand waarop in rood neon Amsterdam staat. Mooie versierde gevel. Moet er toch eens een kijkje nemen. Hoe komt dat gebouw aan die naam? Wat is er gevestigd? Na de kruising rechts Central Plaza Rama IX, een futuristisch gebouw met een golvende gevel. Doet me denken aan een ruimteschip. Links een lang saai pand met hotel Mercure, winkelcentrum Fortune en hypermarkt Tesco Lotus. Na massagesalon Alaina dat meer op een kantoorpand lijkt, draaien we linksaf soi 7 in en daarna Nathong 1. Einde rit.

Thailand, 18 oktober – Wanneer mijn vriendin en ik zijn uit geweest – daar zal ik niet over uitweiden – nemen we altijd een taxi terug. Kost even veel als de metro plus aansluitend tuktukvervoer en is wel zo comfortabel. Op Thailandblog lees ik vaak dat taxichauffeurs weigeren de meter aan te zetten, maar ons gebeurt dat zelden. De enkele taxi waarvan de bestuurder een vaste prijs vraagt, nemen we niet. De verschillende routes  van de terugrit kan ik zo langzamerhand dromen. Ik heb zo mijn vaste oriëntatiepunten: winkelmall MBK, Bangkok Art and Culture Centre, Lumphinipark. Wanneer ik in neon ‘Mercure’ ontwaar, weet ik: nog 10 minuutjes. (Wordt vervolgd)

Thailand, 17 oktober – Het nieuwe boek van stichting Thailandblog Charity, waarvan ik de eindredactie heb gedaan, is dinsdag gearriveerd in Thailand. Altijd spannend om iets waaraan je maanden hebt gewerkt en hebt zien groeien van typoscript naar drukproef (op beeldscherm) nu als eindproduct vast te kunnen houden. Nou klinkt ‘eindredactie’ heel gewichtig, maar het komt erop neer dat je spel- en tikfouten corrigeert, komma’s plaatst waar ze horen, eenheid in het gebruik van aanhalingstekens brengt, harde returns verwijdert waar ze niet horen, dubbele spaties weghaalt, foto’s uitzoekt, betere koppen bedenkt en nog meer ongein. Leuk werk? Mwah, niet echt. Maar nu het boek klaar is, is dat allemaal vergeten.

Thailand, 16 oktober – Was net begonnen met scheren toen mijn Philips AquaTouch ermee ophield. Prrr, prrr deed hij een paar keer als ik op het aan-knopje drukte en weer prrr, prrr als ik opnieuw drukte. De oplader deed ook niets. Het viel me tegen van dit wonder van Nederlandsche waar, hoewel in elkaar gezet door Chinese handen. Destijds gekocht in Robinson, u weet wel zo’n megawarenhuis waar je zoveel keus hebt dat je niet kunt kiezen. Maar Robinson is niet meer op die plaats. Het is nu een geraamte achter een bouwschutting. Niets is blijvend, behalve verandering (Heraclitus).

Thailand, 15 oktober – Het schijnt dat internet het uitgelezen medium is om iemand de huid vol te schelden. Op Thailandblog gebeurt dat niet en mocht iemand dat toch proberen, dan drukt de moderator op het knopje Verwijderen. Ikzelf kan me maar één keer herinneren. Iemand vergeleek me met de poppenkastpop Dood van Pierlala. Nu geef ik toe dat ik niet (meer) Moeders Mooiste ben, maar die typering trof me als onaangenaam. Ik had de schrijver willen uitschelden voor schoelje, schoft, smeerlap, hoerenjong, hufter, klootzak, pleurislijder, ploert, teringlijder, kloothommel. Niet gedaan. Hij had trouwens een onbekend emailadres, de lafaard.

Thailand, 14 oktober – (Vervolg van gisteren) In mijn ‘nieuwe’ eethuisje kookt de vader en bedient de moeder. De vader is snel en efficiënt. De moeder is snel en efficiënt. Ik ben er eenmaal bediend door een dochter met sexy maar te jonge benen. Vaste gast zijn drie duiven. Ze vliegen soms naar binnen, trippelen over de vloer, nemen plaats op de hoge koelkast. Die vogels hebben hun ogen bepaald niet in hun zak, want er draait aan het plafond een ventilator met vervaarlijk grote rotorbladen waar de guillotine kinderspel bij is. Duivenpoep heb ik er nog nooit gezien. Zou niet eens weten hoe het smaakt.

Thailand, 13 oktober – (Vervolg van gisteren) Mocht u zich afvragen of ik aan het ijlen ben: nee, die tandenborstels waren in een verbale strijd verwikkeld wie het best kon poetsen. Alle leugens over tandverzorging gooiden ze in de strijd; dat kon ik zien aan de begeleidende beelden. Op de televisie, want daar gebeurde het. Ik was dus in het eethuisje in Nathong 2, een straatje dat parallel loopt aan mijn straatje, Nathong 1. Ik heb het in mijn hart (of eigenlijk maag) gesloten want de maaltijden die uit het keukentje van mijn hotel komen, smaken me niet meer. In Nathong 2 zijn de porties groter en lekkerder. (Wordt vervolgd)

Thailand, 12 oktober – Terwijl twee tandenborstels met elkaar in gesprek zijn, observeer ik twee mannen die schuin tegenover mij in mijn lunch-eethuisje hebben plaatsgenomen. De een draagt een smetteloos wit overhemd met naar het leek gesteven boord. Andermaal viel mij op dat Thais te korte armen hebben voor een confectieoverhemd. Maar je zou het ook kunnen omdraaien. Pantalons zijn trouwens vaak ook te lang en die zijn toch gemakkelijk op maat te maken. De mannen praatten nauwelijks, dit in tegenstelling tot de tandenborstels die maar bleven kwekken. Net als hun Thaise gebruikers, die ongelukkig worden als ze niet kunnen eten en praten. (Wordt vervolgd)

Thailand, 11 oktober – (Vervolg van gisteren) Elke keer als ik in The Old Dutch Corner afwater, wordt mijn oog getrokken door dat opschrift: Van Doorn Auto’s Zaltbommel. De letters s en t zijn wat versleten, maar verder is de naam goed leesbaar. Toch maar eens op Google gekeken of de zaak nog bestaat. En jawel, aan de Bommelsekade 1. Of het bedrijf een eigen website heeft, weet ik niet. Die kan ik niet vinden. Kwam wel een Google recensie tegen die niet erg complimenteus was. Maar goed, zeurpieten heb je overal. Kan er zelf ook wat van. Om maar eens wat te noemen: Weg met alle telefoonzombies.

Thailand, 10 oktober – The Old Dutch Corner op de hoek van soi Cowboy en Sukhumvit soi 23 doet aan Nederland denken. Aan de muren veel oude ansichten met Nederlandse stadsgezichten, op de menukaart ‘Nederlandse’ gerechten. Ik gebruik aanhalingstekens, want de andijvie stamppot, zuurkool en bitterballen die ik er heb gegeten, lijken nergens op. Waag me dus niet aan de overige ‘Nederlandse’ gerechten. De zaak maakt een wat smoezelige indruk en dat geldt ook voor het herentoilet op de eerste verdieping met gescheurd behang. Een hoekplankje met een smal valletje van Brabants bont (dat een wasje kan gebruiken) intrigeert me. Er staat ‘Van Doorn Auto’s Zaltbommel’ op. (Wordt vervolgd)

Thailand, 9 oktober – In Thailand wonen Thaise mensen en die hebben soms rare Thaise ideeën. Zoals de Thaise premier van Thailand die de niet-Thaise wereldbevolking oproept: Een geen brood, maar eet rijst. Waarmee hij Thaise rijst bedoelt, alhoewel Vietnamese en Indiase rijst goedkoper is en net zo lekker. Niet-Thais zeggen: Eet meer brood en minder rijst, want de rijstverbouw zuipt water en is in Thailand één grote gifbelt. Een Thaise oud-senator stelt voor het Thaise bankbiljet van 1000 baht af te schaffen, want Thaise politici potten dat op om Thaise stemmen te kopen. Soms vraag ik mij wel eens af: wat is er toch mis met Thaise hersens?

Thailand, 8 oktober – In Thailand wonen Thaise mensen. En die Thaise mensen hebben Thaise kinderen of half-Thaise kinderen. En die (half-)Thaise kinderen eten Thaise rijst of niet-Thais junkfood bij KFC. En die Thaise mensen wonen in Thaise huizen, gebouwd door niet-Thaise mensen. Ze kijken naar Thaise televisieprogramma’s, maar ook naar niet-Thaise films. Die Thaise mensen rijden in in Thailand gemaakte auto’s en houden zich niet aan Thaise verkeersregels. En ze drinken Thais bier, maar liever nog niet-Thais Heineken. Ze spreken Thais of een dialect, maar zelden Engels. En als ze het wel spreken, zijn ze onverstaanbaar. Zo zijn Thaise mensen.

Thailand, 7 oktober – Half vier, de school gaat uit. Vele honderden lagere-schoolkinderen stromen uit twee hekken. Allemaal in zwarte korte broek of zwart rokje en wit overhemdje met korte mouwen. De meesten torsen hun schoolspullen in een rugzak. Ze kopen bij een van de wagentjes, die op een strategische plaats staan, schaafijs, een knakworst, mierzoete limonade. Aan de overkant van de straat wacht een armada van motorfietsers. Ouders halen hun kroost op. Bij een zebrapad regelt een agent de voetgangers- en verkeersstroom. Ouders met kinderen steken ook tussen de auto’s door over. De tuktuk waarin ik zit, vordert stapvoets. Een moeder passeert op de motorfiets, kleintje voorop, drie kleintjes achterop.

Thailand, 6 oktober – In de metro zat een slanke vrouw met Brigitte Bardot lippen tegenover me. Ze keek me even onderzoekend aan, nadat ik plaats had genomen, en wendde haar blik daarna af. Keek verder schuin naar beneden, slechts eenmaal onderbroken toen ze licht geamuseerd naar een groepje leerlingen keek dat was ingestapt. De vrouw had reebruin haar, geëpileerde wenkbrauwen, een gebogen zwart streepje erboven, lange slanke vingers. Haar benen stonden in de X-stand, op haar schoot rustten een roze handtasje en een plastic zakje waaruit een rietje stak. Toen ze op station Sukhumvit uitstapte, gunde ze me een blik op haar verrukkelijke billen. Het was een aangename rit.

Thailand, 5 oktober – (Vervolg van gisteren) Wat de ober mij vertelde, kwam me bekend voor. Heb het wel eens gelezen in de Bangkok Post. Stel: je bent op zoek naar een heel foute porno. Die dvd’s en vcd’s liggen niet open en bloot in kraampjes op Silom of Sukhumvit. Maar je kunt er wel je wensen kenbaar maken. Alle seksuele aberraties zijn leverbaar. Een mannetje springt dan op de motorfiets en haalt het spul uit een magazijn. Dat vertelde de ober mij en dat werd korte tijd na de inval bevestigd: een paar mannen verhuisde de koopwaar naar een ander pand voor het geval de soldaten zouden terugkomen. Honderden schijfjes . Niet gevonden.

Thailand, 4 oktober – Terwijl ik aan de koffie zat na een smakelijke en voedzame avondmaaltijd scheurden vier soldaten op twee motorfietsen langs. Ze stopten bij een kapsalon en stormden er naar binnen. Eén soldaat, fors gebouwd, vermoedelijk de commandant van de ploeg, bleef buiten. Hij stond voortdurend te telefoneren. De actie trok wat bekijks, niet eens erg veel. Na een kwartiertje vertrokken ze weer. Hadden ze hun haar laten knippen? Denk het niet; dat lukt niet binnen zo’n korte tijd. Bovendien waren alle stoelen bezet met klanten. Maar wat kwamen ze er dan wel doen? Ik vroeg het de ober, die was wezen kijken. Die vertelde mij – maar dat vertel ik morgen. (Wordt vervolgd)

Thailand, 3 oktober – Thaise logica is onnavolgbaar. Ik bestel soms eten bij de catering van S&P. Mooi kleurenfoldertje met duidelijke foto’s van de gerechten, teksten tweetalig. Dus bel het bedrijf. Juffrouw verstaat en spreekt nauwelijks Engels. Ik wil Combo C, zo staat het in de folder. Als ze me uiteindelijk begrijpt, zegt ze: Hebben we niet. Ik wilde bij Big C Extra een printer kopen. Het door mij gewenste model stond op het schap. Hebben we niet, zei de verkoper. Zeg niet: nou, dan pakt u deze toch voor me in. Dat is verkeerde logica. En toch vind ik Thailand een fantááástisch land.

Thailand, 2 oktober – Terwijl in Incheon (Zuid-Korea) atleten op verschillende afstanden hard liepen, rende een rat voor het hotel van rechts, waar het keukentje is, onder drie auto’s door, de kapsalon en het wasserijtje passerend, naar links. Een poes kwam er op z’n dooie gemak achteraan sjokken. Drie auto’s stonden er schuin geparkeerd: een zwarte Toyota Innova, witte Toyota Civic en een witte Ford Fiesta. Ik was mijn opgewarmde kamer ontvlucht. Maar buiten was het niet veel koeler. Het was nog niet donker; de dag en de avond waren in gevecht met elkaar. De nachtwaker (vaak: -slaper) ontstak de buitenverlichting. En ik bedacht deze column.

Thailand, 1 oktober – Vuurspuwende vingers, verpulverende personen, schiet- en vechtpartijen, kijvende mannen en vrouwen, geestverschijningen, duivels – je kunt het zo gek niet bedenken of het komt langs in de meeste Thaise soaps. Zelden nog suikerzoete scènes van twee geliefden die hand in hand op het strand langs de branding lopen. De Thaise soapmakers zijn volledig doorgeslagen in hun jacht op de kijker. En Thaise kinderen zien die ellende allemaal, want het klokje van zeven uur tikt niet in Thailand. Nou ja, de gemiste slaap halen ze de volgende ochtend wel in het klaslokaal in. Gelukkig zijn er uitzonderingen, zoals de serieuze zender PBS, maar wie kijkt daarnaar?

Thailand, 30 september – Wat verklaart toch de fascinatie met het DING? Ik zie de kokkin van het hotelkeukentje telefoneren, terwijl ze aan het koken is. Ze klemt het DING tussen rechteroor en schouder, waardoor haar hoofd schuin staat alsof ze niet goed snik is. Op een motorsai schuift de bestuurder het DING in zijn helm. Als hij geen helm draagt, stuurt hij met één hand. Aan tafel wordt het eten op smaak gebracht met het DING. Waarom? Altijd moet er gepraat worden, geluld, geouwehoerd, ge-weet-ik-veel wat. Waarover? Over futiliteiten. Nooit barst iemand telefonerend in tranen uit of springt een gat in de lucht.

Thailand, 29 september – Een mug had zich ongevraagd de toegang verschaft tot de badkamer. Red Alert, want ook in de grote stad kun je besmet raken met dengue fever en da’s geen lolletje. De mug was lastig te spotten, behalve als hij voor de spiegel vloog. Ik hoopte maar dat het geen homofiele mug was, want ik stond in mijn blootje. Moest denken aan de declamatielessen op de HBS. Een leerling droeg een Zuid-Afrikaans gedicht voor over een muggenjacht. Dat deed hij heel beeldend. In de laatste regel sloeg hij de ellendeling dood en dat deed ik ook in de badkamer, voordat hij zich aan mijn bloed tegoed had kunnen doen.

Thailand, 28 september – De manager van (hotel) Sukhumvit Suites en het bijbehorende café-restaurant Indulge heeft een zilvergrijze Mercedes E230 2,5 liter. Mooie wagen, staat geparkeerd voor de zaak, een beetje verscholen achter de plantenbakken op het trottoir. Ben getuige van zijn vertrek. Meneer wacht aan de rand van het trottoir. Hij kijkt richting het groepje motortaxibestuurders dat een stukje verder een standplaats heeft. Na een minuutje haast zijn security-man zich naar hem. Haalt de rood-witte verkeerskegel weg die voor de wagen staat, en opent het portier van de Mercedes. De directeur stapt in, de security sluit het portier, meneer zoeft weg en de security zet de kegel terug. Vat u ‘m?

Thailand, 27 september – Ook de volgende dag lag internet er nog uit. Op mijn hotelkamer twee postings en Nieuws uit Thailand gemaakt. In Word, zoals ik altijd doe. Als ik verbinding heb, zet ik de losse postings direct op de blog, nu moest dat wachten. Om half elf laptop afgekoppeld en vertrokken naar Sukhumvit. Voor de wifi-verbinding in Old Duch, Bradman’s en een derde adresje was Thailandblog.nl een onneembare horde. In Indulge, waar ik voorheen te dure koffie dronk en met een kittige serveerster flirtte, niet. Hoofdredacteur khun Peter had zich al zorgen gemaakt waar de kopij bleef. De serveerster was er niet; dat was minder.

Thailand, 26 september – Gisteren: onweer, bliksem, bakken water. Kort voor de spits opende de hemel zich boven Bangkok. Probeerde in mijn kamer het natuurgeweld te overstemmen met Bach. Werken was onmogelijk, internet lag eruit. Toen het droog was, naar het metrostation gelopen. Het rioolwater in de put voor het hotel had het rooster genaderd. Op soi 7 stond een file tot aan de Ratchadaphisek Road. Op het plein voor de grote gym/sauna zaten eters met hun voeten in het water. Moest laveren tussen plassen, maar kwam verder geen overstroomde straten tegen. De metro was drukker dan anders. Op Rama IX stond het verkeer vast, tot waar het oog reikte. De bomen zagen er verfrist uit.

Thailand, 25 september – Bij het woord strippen denk ik niet als eerste aan zwangerschap. Woonachtig in het Land van de Seks (pardon: Glimlach) denk ik aan een tijdverdrijf dat hier redelijk populair is. Soms zelfs, tragisch genoeg, onder dwang (Koh Tao). Mijn dochter meldde mij dat met strippen geprobeerd was de bevalling te stimuleren. Spruitje, zoals zij de kleine noemde, inmiddels herdoopt tot Evan, wilde niet naar buiten komen. En gelijk had hij in dat kouwe kikkerlandje dat ik een groot deel van het jaar achter me laat. U begrijpt al waar ik op doel. Maar zeg nooit dat ik opa ben ‘geworden’, want aan mij is niets veranderd.

Thailand, 24 september – Is de Ice Bucket Challenge (ijsemmeruitdaging) nu al weer voorbij? Ik lees er niets meer over. Ik heb ook niemand ontmoet die zich door het ijskoude water liet martelen. Min of meer vrijwillig want als een goede vriend je vraagt de volgende te zijn, is het moeilijk weigeren. Ikzelf heb die hele uitdaging niet nodig. Hoef alleen maar de koudwaterkraan van de douche open te draaien. Maar uitsluitend ’s ochtends; het middag- en avondwater is lauw, nadat de brandende zon het heeft opgestookt. Wilt u natuurlijk weten of ik dat ook doe. Natuurlijk niet, zou wel gek zijn.

Thailand, 23 september – Voor Le Garage, wat misschien de oorspronkelijke bestemming van mijn maaandageethuisje was, zat een Indiase man aan een granieten tafel luidkeels te bellen. Hoorde ik ‘Ali Baba’? Van de luifel druppelde uit een pijpje onophoudelijk water, precies in een put. Moest lang wachten. Tafel van zes ging voor. Zes mannen, te oordelen aan hun kleding geen bouwvakker, geen automonteur, maar ook geen kantoorpersoneel. Een las de krant, twee praatten met elkaar, een was bezig met zijn mobieltje. In de keuken werd hun bestelling door de kok stuk voor stuk gewokt; de kokkin dribbelde het naar de tafel. Onafgebroken klonk meditatief vrouwengezang. Monotoon en slaapverwekkend. Het eten was lekker.

Thailand, 22 september – Hotpant, minirok, miniplooirok, opwaaiend zomerjurkje, sexy benen, fraai frontje, pijpmondje: Thailand kent vele verlokkingen voor de man. Dat wil zeggen als je er oog voor hebt en zelfs als je al op wat hogere leeftijd bent zoals ik. Mijn vader zou zeggen bij het aanschouwen van zo’n verleidelijk schepsel: ze is de zonde waard. Maar nu heb ik een methode ontdekt om me ertegen te wapenen. Zag namelijk in de hal van het hotel waar ik verblijf, een aantrekkelijke jongedame. Maar ze was iets aan het doen op haar mobieltje. ZE WAS EEN TELEFOONZOMBIE. Ineens verging me alle lust. En sindsdien is dat mijn schild.

Thailand, 21 september – Het hotel waar ik verblijf, heeft een eetzaaltje. Stelt niet veel voor; er zitten zelden eters. Ik kom er tegenwoordig regelmatig, want de nieuwe uitbater weet een van mijn favoriete gerechten smakelijk te bereiden: roergebakken varkensgehakt en basilicum met witte rijst. Pulk wel de knoflookvliesjes uit het eten; die worden door Thai altijd mee gehakt. Naast het zaaltje ligt een strook grond ter breedte van 1,5 meter. Nu beperkt mijn botanische kennis zich tot madeliefje en herderstasje, maar ik kan wel zien dat de begroeiing uit onkruid bestaat. En er ligt afval. Mijn vingers jeuken om er eens flink tegenaan gaan, maar – helaas – ze zijn niet groen.

Thailand, 20 september – (Vervolg van gisteren, slot) Na een korte kennismaking met de koerier, die ’s ochtends was aangekomen in Thailand, het hol van de leeuw verlaten en op weg naar J.J. Market, een groot marktgebouw bij de bekende weekendmarkt Chatuchak. Daar werkt een kennis van mijn vriendin in een printshop. Ze maken er prints ter grootte van ik schat twee meter. Leuk om te zien hoe zo’n poster lijntje voor lijntje wordt opgebouwd. Aan een opsomming van wat in het gebouw allemaal te koop is, waag ik me niet. Hou het maar op: veel. En wat me telkenmale opvalt zijn de enorme voorraden in elke winkel. Blijkbaar is renteverlies geen kostenpost.

Thailand, 19 september – (Vervolg van gisteren) Ik ging naar de Shinawatra Tower 3 om er exemplaren van ons eerste boek op te halen, die waren meegenomen door een werknemer van het bedrijf dat er kantoor houdt. Had hij meegenomen uit Nederland. Terwijl ik in de koele receptie (nog steeds geen personeel) wachtte, verscheen een farang. Hij stond voor een gesloten deur. Die had ik van binnen kunnen openen, maar dat leek me iets te brutaal. Naar later bleek was de man degene die de boeken had meegenomen. Hij kwam voor een meeting, waar de inmiddels verschenen receptioniste hem even heeft uitgehaald. Lekker ding trouwens en ze sprak mijn naam correct uit. (Wordt vervolgd)

Thailand, 18 september – (Vervolg van gisteren) Naar boven op vloerbedekking en gewaarschuwd door een vrouwenstem toen de bestemming was bereikt. Het kantoor waar ik moest zijn, was gesloten. Tuurlijk, het was lunchtijd en eten is heilig in Thailand. Kon naar binnen glippen dankzij twee werknemers die terug van de lunch kwamen. Prachtig kantoor, mooie receptie met comfortabele fauteuils en grote kleurenfoto’s van boorplatforms. Gelukkig lijd ik niet aan claustrofobie want geen raam. Thaise werknemers: jawel, maar Thailand: nee. On-Thaise temperatuur met dank aan de airco. Je zult er toch de hele dag in zitten. Dat wordt permanent snotteren. (Wordt vervolgd)

Thailand, 17 september – Ik ging naar ‘t hol van de leeuw. Want zo mag je de Shinawatra tower 3 wel noemen. Eigendom van SC Asset, het vastgoedbedrijf van de familie Shinawatra met pater familias Thaksin, die in 2006 door een militaire coup (de vorige) is afgezet en in Dubai in ballingschap woont. Thaksin: je haat hem of je houdt van hem. Moest op de 17e verdieping zijn, dus stapte naar de lift. Maar ho, zo gaat dat niet. Teruggestuurd door een mannetje om een pasje op te halen bij de receptie. Kreeg een sticker met 18 erop. Mocht toen van het mannetje de lift in, die de onderste helft van de toren bedient. (Wordt vervolgd)

Thailand, 16 september – Op maandag is het keukentje van het hotel gesloten. Hotel? Kan het beter een kamerverhuurbedrijf noemen, want het aantal passanten is miniem. Eet dus op maandag in een zijstraatje van een zijstraatje. Merkwaardige ruimte, vijf meter hoog, achterin een trap en een Chinees altaartje. Aan de muur veel portretten van beroemde abts, (heilige?) teksten in het Thai, Chinese karakters, een poster van een driemaster. Er staan zes tafeltjes met een eenvoudig zeiltje. Keukentje vooraan, half onder een luifel. Kokkin ergens in de veertig. Bediening door sexy legs, maar te jong en telefoonzombie. Mijn favoriete gerecht scoort er een puntje hoger. 

Thailand, 15 september – Ik ben in blijde verwachting. Schrik niet: ik ben geen biologische afwijking, want ik ben blij dat ik geen kinderen kan baren. Heb er bij gestaan en was niet jaloers. Met de blijde verwachting doel ik op de naderende verschijning van ‘Exotisch, bizar en raadselachtig Thailand’, het boek van stichting Thailandblog Charity, waarvan ik eindredacteur ben. Inmiddels van producent Free Musketeers te Zoetermeer twee proeven ontvangen. Jongens, jongens, wat wordt dat een mooi, veelzijdig, boeiend en ook grappig (maak de quiz t.z.t.) boekwerk: 157 pagina’s, waarvan 13 fotopagina’s met  43 unieke verhalen uit Land van de Glimlach. Nog twee weken, dan ligt het kindje in mijn armen.

Thailand, 14 september – De vrouw die achter de bar in Old Dutch staat en de kas beheert, spreekt Nederlands. Niet vloeiend maar voldoende om mij te vragen waarom de bananen krom zijn. Wie dat zinnetje kent, is wat mij betreft geslaagd voor het inburgeringsexamen. De vrouw is getrouwd geweest met een Nederlander. De man is op 22-jarige leeftijd aan kanker overleden. Een jaar nadat de diagnose was gesteld, overleed hij in het Christian Hospital in Bangkok en is hij in Nakhon Ratchasima, de geboortestreek van zijn vrouw, volgens de traditie gecremeerd. Hij wilde niet behandeld worden, vertelde ze, hij vond dat hij lang genoeg geleefd had.

Thailand , 13 september – Ik ga nog even door met generaliseren. Neem de broer van mijn vriendin. Heeft zes vrouwen zwanger geschopt en alimentatie betalen: ho maar. Zijn vorige vriendin was zo slim het kind bij hem te dumpen. Daar mag oma nu voor zorgen. Oma is geopereerd aan haar ogen. Die operatie kostte 15.000 baht. Zo moet nog een tweede keer geopereerd worden. Kosten 15.000 baht. Wie gaat dat betalen? Broertje niet, de andere kinderen niet. Mijn vriendin dokt. Daarom gaat ze drie maanden werken, want ze wil mij er niet mee belasten. Ik heb met haar te doen. Er rust een zware last op haar schouders.

Thailand, 12 september – Ik weet, ik mag niet generaliseren, maar ik doe het toch. Ik vind Thaise mannen een stelletje luie donders, wier enige belangstelling uitgaat naar gokken, drinken, naar Muay Thai kijken en  nog een aantal dingen die zich niet voor publicatie lenen. Neem de jongeman die in het kruidenierswinkeltje achter de kassa zit. Als hij de tijd die hij doorbrengt met gamen, had besteed aan het leren van Engels had hij die taal nu redelijk beheerst en kans gemaakt op een beter betaalde baan. Of neem mr Boon, de receptionist. Spreekt mondjesmaat Engels. Als hij minder naar soaps had gekeken (die toch allemaal hetzelfde zijn) dan …  Ach, laat maar, het is verspilde moeite.

Thailand, 11 september – Soms verbaas ik me over de snelheid waarmee nieuwe winkeltjes en eethuisjes opengaan, maar ik verbaas me vaak nog meer over de snelheid waarmee ze na korte tijd weer verdwijnen. Neem nu Morgan’s Coffee Restaurant & Drinks, waarover ik op 10 juni schreef, uitgebaat door een Engels-Thais echtpaar. Een pijpenla met erachter een tuinterras, volledig ingerichte keuken en koffiebar, grote drankvoorraad, keurig gedrukte folder, nette menukaart – het zag er allemaal picobello uit. De laatste weken gaat het rolluik niet meer omhoog. En dat verbaast me dan weer niet, want ik zag er zelden klanten. Wat beweegt iemand om zoveel geld te investeren in een bij voorbaat kansloze onderneming?

Thailand, 10 september – (Vervolg van gisteren, slot) Wat is de correlatie tussen de naam van een gogobar en de aantrekkingskracht op opwinding zoekende mannen? Met deze onderzoeksvraag begon ik vier dagen geleden de serie over gogobars in Soi Cowboy. Tenzij het u niet kan schelen (dan bent u een verstandig mens) kan ik mij voorstellen dat u op een antwoord wacht. Welnu, dan kunt u wachten tot sint juttemis. De enige bar in de cowboystraat die ik van binnen heb gezien, is de Cocktail club; in de andere heb ik nimmer een voet binnen gezet. Ik weet het dus niet en dat lijkt me een heel verantwoorde onwetenschappelijke conclusie om de serie mee te eindigen.

Thailand, 9 september – (Vervolg van gisteren) De naam, die met kop en schouders boven alle andere namen uitsteekt, is Insanity. Inderdaad: het is allemaal gekkigheid, krankzinnigheid, daar in Soi Cowboy. Doll House en Toy Bar zijn ook wel toepasselijk, want de meiden zijn stuk voor stuk poppetjes. Dikkerdjes en ouderen zie je er niet. Wanneer je Doll House als dolhuis schrijft, laat het zijn ware gezicht zien. Een dolhuis was in vroeger tijden namelijk een inrichting voor de opvang van geesteszieken en die patiëntengroep werd heel ruim genomen: lijders aan epilepsie, asocialen, oproerkraaiers, verslaafden, dementerenden enzovoort. De bedenker van Insanity zat er niet ver naast. (Wordt vervolgd)

Thailand, 8 september – (Vervolg van gisteren) In de Cocktail club kwam de uitbater altijd bij me zitten. Een gezette man die elke keer vroeg of ik een leuke landgenoot voor hem wist. Let wel: niet zomaar een landgenoot, maar het moest ook nog een leuke zijn. Alsof ik die ken. Hij bedelde altijd om een drankje, maar toen ik hem vroeg wanneer hij mij eens een drankje aanbood – ik was ten slotte een soort van stamgast – was meneer in zijn wiek geschoten en ik had hem nog wel mijn stamcafé in Vlaardingen ten voorbeeld gesteld. Sindsdien negeerden we elkaar. (Wordt vervolgd)

Thailand, 7 september – (Vervolg van gisteren) Toen ik nog regelmatig een stoute jongen was, kwam ik in de Cocktail club. Een smalle ruimte met rechts een lange bank en links achter de bar een verhoging waarop de bar girls, zoals ze eufemistisch worden genoemd, zich aan palen stonden te vervelen. Het moest ons mannen verleiden ze bij ons te noden, een drankje aan te bieden om vervolgens te constateren dat het Engels dat ze zeiden te spreken, zich beperkte tot de riedel: What your name, where you come from, how old are you, you have children, you buy me drink, I want come with you…  (Wordt vervolgd)

Thailand, 6 september – Ik ben gek op onwetenschappelijke onderzoeken. Heb eens een vergelijkend onderzoek gedaan naar de roltrappen van de BTS, de bovengrondse, en MRT, de ondergrondse metro. Ik zal u niet vermoeien met het resultaat, want dat is uitermate onwetenschappelijk verantwoord.  Lopend door Soi Cowboy, een van de drie bekendste hoerenstraatjes in Bangkok, vroeg ik mij af wat de correlatie is tussen de naam van een gogobar en de aantrekkingskracht op opwinding zoekende mannen. Ik noem een paar namen: Corner (2x), Cocktail bar, Suzie Wong, Tilac, Moonshine Joint, Cockatoo, Deja Vu, Cowboy 2, Baccara, Rawhide, Country Road, Insanity, Toy Bar, Doll House… Morgen een eerste beoordeling.

Thailand, 5 september – In het kader van mijn actie ‘Ga eens wat vaker met de benenwagen, Dick’ besloot ik naar metrostation Thailand Cultural Centre te lopen, iets van 20 minuten in mijn slentertempo. Ik passeerde groepjes motortaxibestuurders, ze hadden nog niet veel te doen zo rond het middaguur. Ik passeerde appartementengebouwen, okergeel-lichtgroen, in zuurstok kleuren en beige. Kwam langs kapsalons, eethuisjes, afhaalkeukens, internetcafés, koffiebalies, een moskee. Nieuw en oud, lelijk en mooi, schoon en smerig: alles door elkaar. Verroeste hekken, een villa achter een strenge muur, houten huizen met een gevel van overnaadse planken. Het laatste stuk onder een lange gang van zeildoek met aan beide zijden winkeltjes; de meeste nog gesloten.

Thailand, 4 september – Halverwege het nachtelijke hoerenstraatje Soi Cowboy sprak een wat oudere Thai mij aan. Rohn (Het is warm), zei hij. Ik antwoordde: Nit nohj (Een beetje). Hij vroeg of ik bier ging drinken. Wijzend naar het terras van The Old Dutch, ik: Kaa fae rohn (Warme koffie). Hij vroeg waar ik vandaan kwam. Holland, leverde een omhoog gestoken duim op en ‘Voetbal. Nummer 3’. Voetbal uitgesproken als foetbon, want Thai hebben moeite met de eindletter L. Aan de overkant van soi 23 zag ik een groepje toeristen. Een vrouw had een boezem, perfect bruikbaar als dienblad in de horeca. De koffie was oké, de champignonsoep te waterig.

Thailand, 3 september – Om kwart voor zes ging het stortregenen. De lucht was grijs, maar het werd niet donker. Wel zakte de temperatuur aanzienlijk en dat voelde ik want ik was gekleed in korte broek en hemd. Onder de partytent voor het hotel werkten de keukenprins en –prinses stug door. Ik bestelde roergebakken rijst met gehakt en basilicum, een gerecht dat me al tweemaal eerder was bevallen. En weer brandde het in de keel, wat een aangename sensatie gaf. Zat in het eetzaaltje, waar een blind paard weinig schade kan aanrichten. Flesje Singha water erbij ad 8 baht. De regenbui duurde niet lang. Elders in het land zijn weer overstromingen.

Thailand, 2 september – En God zag dat het goed was: zo eindigt elke dag waarop stukje bij beetje de aarde vorm kreeg met als sluitstuk op de zesde dag de mens. Volgens de tekst in Genesis schiep Hij de mens naar Zijn evenbeeld, maar dan moet Hij bij sommige farang die ik hier zie, even niet hebben opgelet. Zag ze weer: immense bierbuiken, flodderige spijkerbroeken, tussen hoofd en romp iets wat je nauwelijks een hals kunt noemen, tatoeages. Ik geef toe dat ik niet moeders mooiste ben, maar zij spannen de kroon. Het zijn Tokkies in het kwadraat. Gods evenbeeld? Ik kan ‘t niet geloven.

Thailand, 1 september – En weer een kakkerlak. Op dezelfde dag als die ik eergisteren beschreef. Weer in de badkamer. Wat hebben ze daar toch te zoeken? Ditmaal kwam mijn vriendin in actie. Ze pakte de wc-borstel en begon te meppen. Had weinig effect want met het goedkope plastic ding (van Chinese makelij?) viel geen krachtige klap uit te delen. Het beestje was minder snel dan dat van gisteren. Ik pakte weer het blik en plantte het op zijn rug. Even doordrukken. Hoorde ik: krak? Daarna was kakkerlak een platte kakkerlak. Twee kakkerlakken op één dag: het moet niet gekker worden.

Thailand, 31 augustus – De kortgeleden ontruimde afhaalkeuken voor het hotel is weer bezet. Er staat nu een eenvoudige partytent met een andere uitbater, een keukenprinses en keukenprins. Beter gezegd: een koningin-grootmoeder gezien haar leeftijd, en een keukenprins, ook niet meer piep. Bij de vorige keukenprinses, meer een koningin-moeder, heb ik nooit gegeten. Het voer dat ze verkocht, deed me denken aan het plattelandsvoer. Samengevat: ziet er niet uit, stinkt en smaakt niet. Maar de nieuwe serveert een gerecht dat ik vaak eet: roergebakken rijst met basilicum en gehakt. De stoute schoenen aangetrokken en ik moet toegeven: smaakt goed en is lekker pittig. Daar houd ik van. En een bescheiden prijsje, maar da’s niet doorslaggevend.

Thailand, 30 augustus – Ik schrok. Ja, ik schrok. Maar hij schrok ook. Nietsvermoedend was ik in adamskostuum de badkuip ingestapt, toen opeens een kakkerlak opdook. Was het dezelfde waarop ik enkele nachten eerder jacht had gemaakt? Kon het niet zien, die beesten lijken erg op elkaar. Ik pakte weer het blik met de lange steel en probeerde hem in het bad te executeren. Maar hij ontsnapte en kroop onder het blad met de wastafel. Ontsnappen uit de badkamer was er niet bij, want ik stond in de deuropening. Met het blik en een bezemsteel zette ik hem klem. Na wat gespartel blies hij de laatste adem uit. Niet in mijn armen.

Thailand, 29 augustus – Sinds het begin van het regenseizoen hangen lange, smalle plastic zakken bij de ingang van metrostations. Reizigers doen er hun druipende paraplu in, zodat de perrons en metrovoertuigen geen smeerboel worden. En dat worden ze ook niet; Thai zijn soms een gedisciplineerd volkje. The Old Dutch waar ik had geluncht, had me een paraplu geleend. Prima ding, lekker groot. In het metrovoertuig zag ik een klein plasje ontstaan. De boosdoener was de scherpe punt van de paraplu. Handig als je belaagd wordt, maar die keerde zich nu tegen me. Paraplu horizontaal gehouden en onschuldig gekeken. Zag geen afkeurende blikken. Dat viel weer mee.

Thailand, 28 augustus – Er is van alles gebeurd in en om het hotel waar ik verblijf. De receptionist – ik noem hem mr Boon, want zo heet hij ook – is na een lang ziekteverlof terug. Eindelijk weer iemand die iets van Engels spreekt. De afhaalkeuken voor het hotel, gekoppeld aan het eetzaaltje en de hotelkeuken, is verdwenen. De vrouw die de overigens goed lopende negotie bestierde, doet nu hetzelfde vanuit haar woning in een zijstraatje. Het beschadigde hek van de buren schittert weer. Niet kant-en-klaar geleverd maar plank voor plank, (metalen) strip voor strip opgebouwd; de gaatjes moesten nog geboord worden, de planken nog gebeitst. Hebben drie mannen een paar dagen aan gewerkt.

Thailand, 27 augustus – Toen ik mijn zwager nog niet had ingedeeld in de orde der blattodea stapte ik eens bij hem op de motorfiets achterop. Ik wilde mijn helm opzetten, maar hij gebaarde dat dit niet hoefde. We gingen immers niet naar de stad waar op geld beluste agenten op helmloze rijders loeren. Het kwam niet in hem op dat de helm diende om mijn hoog-intelligente hersens te beschermen. Logisch natuurlijk, als je zelf geen hersens hebt. Weggezopen en weggeneukt bij een stuk of zeven exen, die allemaal met een alimentatieloos kind van hem zitten. Zou God dan toch niet bestaan?

Thailand, 26 augustus – Tijdens een nachtelijke onderbreking zag ik een kakkerlak. Welnu, dan slaap je niet meer als een roos. Moet via de afvoer van de badkuip naar binnen zijn gekomen, want de stop lag er weer uit (foei, vriendin!). Zwabber en blik gepakt en ten strijde getrokken. Maar de vijand was slim. Hij vermeed het open veld. Het werd een kat-en-muis spelletje waarbij het mij niet lukte hem de genadeklap te geven. Hij verdween onder het bed. Met de flashlight van mijn mobiel gekeken, nergens te bekennen. Kom op lafbek, probeerde ik hem uit zijn tent te lokken, maar hij bleef zoek.

Thailand, 25 augustus – Mensen zeggen wel eens: Ik kan er een boek over schrijven. Ik heb dan de neiging te vragen: Wat let u? Want schrijven is gaan zitten en blijven zitten tot het er staat. Die definitie gaf ooit Kees van Kooten. Ik kan er een boek over schrijven, hoef ik niet te zeggen, want dat heb ik in 2009 gedaan. Het heet ‘Thuis in Thailand’ en bestaat uit een verzameling wat langere columns, die dus niet op Facebook hebben gestaan. Het is nooit verder gekomen dan een manuscript. Enkele uitgevers van cadeauboeken benaderd, maar die zagen er geen brood in. Toen niet, misschien nu wel. Wie weet?

Thailand, 24 augustus – Mensen observeren blijft een boeiende bezigheid. Proberen te raden wat ze voor de kost doen, hoe ze psychologisch in elkaar zitten. Zoals die jonge Thaise dame, gekleed in een zwart mantelpakje, jasje fraai getailleerd, rood bloesje, nylon kousen. Het haar strak achterover gekamd, gave blanke huid, felrode lippen, zwaar aangezette wenkbrauwen en wimpers, lichtrode blosjes op de wangen, felrood gelakte nagels. Een poppetje, te chic gekleed voor een verkoopster, misschien de bedrijfsleidster van een parfumerie. Moet er niet aan denken met zo’n vrouw samen te wonen. Dwangmatig veeleisend, denk ik, op het zeurderige af. Daar ben ik allergisch voor.

Thailand, 23 augustus – Eerst waren ze er in groten getale. Ze wisten feilloos de eierschilletjes in de prullenmand te vinden alsof ze een Michelin sterrenrestaurant betraden. Ze krioelden in mijn niet afgewassen koffiemok en op mijn dito ontbijtbordje. En ineens waren ze verdwenen, de mini mini miertjes. Als sneeuw voor de zon, wat in Thailand een beetje rare uitdrukking is. En toen waren ze er weer. Met een ingekrompen leger. Hun reukvermogen moet achteruit gegaan zijn, want koffiemok en bordje lieten ze met rust. En nu zijn ze weer weg op een loner na, zo nu en dan. Ik denk dat ze er achter zijn: met deze meneer valt niet te spotten.

Thailand, 22 augustus – (Vervolg van gisteren) De champignonsoep werd gebracht door de barkeeper, niet door de serveerster die normaal het terras doet. Schaamde ze zich voor het verkeerde bestek, waar ik haar vriendelijk lachend op had gewezen? Bij de  soep kreeg ik twee stukjes stokbrood, die zo hard getoast waren dat ik het café ervan verdenk gemene zaken te hebben gemaakt met een tandarts. De soep had dezelfde kleur en samenstelling als de soep van Indulge, die – zo vermoedde ik later – pompoensoep was. De vraag is dus: waarom wijkt de kleur van deze soep af van de champignonsoep die ik ken, en waarom ontbreken stukjes champignon?

Thailand, 21 augustus – Ik had champignonsoep besteld aan de bar, was op het terras van de Irish pub Flann O’Brien’s gaan zitten, waar de serveerster even later een vork en mes neerlegde. Dat was geen dommigheid, want ze wist niet wat ik besteld had en dacht dat het wel hetzelfde als de voorgaande keren zou zijn. Dit soort personeel kan ik nou omarmen, met kussen bedekken, een huwelijksaanzoek doen en er een Maserati voor kopen. Helaas zijn ze een grote uitzondering in de Thaise horeca. Ik zie te vaak personeel dat de andere kant op kijkt, met elkaar staat te klessebessen of bezig is met een mobieltje. Chapeau voor deze serveerster! (Wordt vervolgd)

Thailand, 20 augustus – In de Nederlandse metro zijn de (meeste) stoelen in de breedte opgesteld, in de Thaise metro in de lengterichting tegen de zijkanten aan. Dat heeft het voordeel dat er meer staanplaatsen zijn, hetgeen vooral in de spits ruimte biedt voor Japanse aantallen reizigers. Bij die opstelling doet het volgende probleem zich voor: kun je het best met je rechterzijde of je linkerzijde naar voren reizen? Dat is eigenlijk hetzelfde probleem als in bed: op welke zijde slaap je het best? Nu heb je slapend geen keuze, maar in de metro kun je kiezen. Wat is beter? Ik leg deze vraag graag aan mijn gewaardeerd lezersforum voor. 

Thailand, 19 augustus – Thailandblog, waarvan ik eindredacteur ben, is een zogeheten interactief medium wat volgens mij wil zeggen dat mensen het laatste woord willen hebben wanneer ze op een posting (zo heet een artikel) en op elkaar reageren. Dat laatste met mate, want chatten mag niet. Mensen mogen ook vragen insturen. Soms zijn ze onnozel en wordt naar de bekende weg gevraagd. Dan denk ik: kun je niet beter een vakantiehuisje in Epe huren, dan weet je zeker dat je bij de drogist in het dorp Prodent tandpasta kunt kopen. Veel reacties lees ik niet. Gelukkig hoeft dat niet; dat doet de moderator. Arme man, ik benijd hem niet.

Thailand, 18 augustus – Laat ik ’t weer eens proberen, dacht ik: champignonsoep bij Indulge. De vorige keer kreeg ik een soepje dat, zo is me later gebleken pompoensoep was (FB 24 juni), maar misschien was dat een vergissing. Nee dus, weer dat uit zijn krachten gegroeide cognacglas met een beige vloeistof en daarop schuim dat cappuccino van koffie onderscheidt. Zei tegen de serveerster: Dit is geen champignonsoep, hetgeen ze opvatte als: O, u heeft alleen koffie besteld. Bij The Old Dutch de herkansing. De stukjes champignon waren op de vingers van één hand te tellen, maar de soep was romig en smaakte naar champignonsoep. En dat behoort champignonsoep te doen.

Thailand, 17 augustus – In de metro worden reizigers geacht op te staan voor monniken, zwangere vrouwen, kleine kinderen en ouderen die moeilijk ter been zijn. Vier duidelijke pictogrammen wijzen daar op. Dus toen ik een hoogzwangere vrouw zag en geen van de (Thaise) medepassagiers opstond, maakte ik mijn stoel vrij. De vrouw aanvaardde mijn aanbod in dankbaarheid. Een andere keer stond ik op voor een oude vrouw, maar die schudde haar hoofd. Ik bleef toen maar staan. Toen de stoel naast de mijne vrij kwam, ging ze wel zitten. Maar die was dan ook door Thaise vrouwenbilletjes voorverwarmd. Laatst twijfelde ik: was de vrouw zwanger of dik? Ben maar blijven zitten.

Thailand, 16 augustus – In een buurprovincie van Bangkok is een flatgebouw in aanbouw ingestort. De pilaren waren te zwak voor het gewicht dat er op kwam te rusten. Dus zakte het zaakje in elkaar, een aantal bouwvakkers de dood en het ziekenhuis injagend. In mijn straatje is ook zo’n pand in aanbouw, zij het aanzienlijk kleiner. Elke keer als ik er langs loop, moet ik aan de ingestorte grote broer denken. Voorheen slenterde ik erlangs, nu zet ik de pas erin. Misschien moet ik maar eens een Boeddha amulet kopen om mij te beschermen. Die dingen schijnen te helpen. Dat zeggen de verkopers.

Thailand, 15 augustus – Soms gebeuren dingen die té toevallig zijn om met toeval verklaard te kunnen worden. Er moet een mechanisme in mijn brein zitten dat die dingen stuurt. In de metro ontmoette ik gisteren een man die mij enkele dagen eerder had benaderd via Linkedin. Een lezer van Thailandblog. Hij herkende mij van de foto op de blog, alhoewel die zwaar verouderd is. Zo mooi zie ik er allang niet meer uit. Nog geen uur later zag ik in restaurant Sarica een man, typisch een drag queen, die weggelopen kon zijn van de set van The Birdcage, een film met Robin Williams. Hij kon een kloon van huilebalk Albert, artiestennaam Starina, zijn.

Thailand, 14 augustus – Ik waan mij in Jericho. Aan drie kanten wordt het hotel, waar ik woon, belaagd door geluiden. Bouwgeluiden, want er verrijzen appartementenpanden. Als ik bouwvakker was, zou ik de geluiden kunnen determineren, maar als leek kom ik niet verder dan drilboor, slijptol, hamer en de Thaise Black & Decker. Met uitzondering van de lunchpauze gaat het de hele dag door. Soms wordt het orkest versterkt met een naaimachine. Dat geluid herken ik feilloos. ’t Is allemaal handwerk, niks prefab en acrobatiek op gammele stellingen, waar de arbeidsinspectie in Nederland zenuwachtig van zou worden. Mijn hotel staat er nog. Maar er klinken dan ook geen ramshoorns.

Thailand, 13 augustus – Tweemaal Dik Trom. In schooluniform. De een met een grote rugzak, de ander met een valies op wieltjes. Die komt naast me in de metro zitten. Hij ritst zijn koffer open en haalt er twee boekjes uit. Ha fijn, eindelijk een verstandige jongen die zich niet te buiten gaat aan Candy Crush, want daar blijf je dom bij. Ik probeer een blik in de koffer te werpen, maar kan niet goed zien wat er verder nog in zit. Begrijp niet wat die knapen allemaal meesjouwen, ’t zijn nog lagere-schoolleerlingen. Het joch begint te bladeren. Ik zie strips, enkele raadsels en kleine stukjes tekst. Maar lezen doet hij niet.

Thailand, 12 augustus – Voor me liep een vrouw, eigenlijk een meisje. Ze droeg een bloemetjesjurk. Eenvoudig jurkje, niet te kort, niet sexy. Aan de achterkant zat een rits. Die liep van haar hals tot haar taille, het lipje stak eigenwijs omhoog. Ik had de rits willen openen. Is dat raar? Voor me liep een man. Zijn overhemd kwam uit zijn broek. Ik had hem willen terug stoppen. Is dat raar? Ik zag een man, gekleed in een strak gesneden donker kostuum. Ik had hem willen vragen: mag ik even het merkje zien. Is dat raar? Een meisje had een tas met het LV-logo, echt of namaak. Ik had…, maar nee, da’s raar.

Thailand, 11 augustus – Sinds kort klinkt op metrostation Huai Khwang door de omroepinstallatie een muziekje. Vrolijke muziek die het wachten veraangenaamt, alleen onderbroken door de mededeling dat roken verboden is, een omroepbericht dat op elk station om de vijf minuten te horen is. Als ik het goed heb begrepen, is de muziek een traktatie vanwege de verjaardag van de koningin op 12 augustus (tevens Moederdag). Maar ze zou evenzeer een service aan de junta kunnen zijn die happiness to the people wil laten terugkeren, zoals haar slogan luidt. Het lied waarvan de coupleider de bombastische tekst heeft geschreven, heb ik nog niet gehoord. Leuk melodietje, dat wel.

Thailand, 10 augustus – (Vervolg van gisteren en eergisteren) Na een tijdje komt een oude man aanlopen. Hij loopt moeizaam en steunt op een wandelstok. Twee trapjes van twee treden moet hij op weg naar binnen passeren. Ik denk: Mont Blanc en ik denk: gepensioneerde Engelse legerofficier. Iets in zijn motoriek is nog over van een stramme soldatenmars. Hij komt naar buiten met de krant en verdwijnt buiten beeld, een hok staat in de weg. Ik zoek naar een passende naam. Neutebeum? Heiligenleven? Te Wigchel? Of een collega? Remigius, Keska, Donkers? Of Bint himself? Bint dan maar. Dat maakt het plaatje compleet.

Thailand, 9 augustus – (Vervolg van gisteren) Op het tafeltje staat ook een glas witte wijn, half vol, en een glas dat doorgaans voor wit bier wordt gebruikt. Ze blijken bij een vrouw en een jongen te horen die later aanschuiven. De vrouw in minirok van zwarte vitragestof lijkt me geen type voor ‘De hel’, zoals de bijnaam van klas 4D luidt. Stientje of Mabelle uit de bloemenklas? Meer Mabelle dan Stientje. Ik kan niet goed zien of ze Thais of Indonesisch is. De jongen, een jaar of 12, likt aan een ijsje. Hij lijkt een type voor de Bruinen, het klasje met leergierige leerlingen. En ik? Ik ben meester De Bree. (Wordt vervolgd)

Thailand, 8 augustus – Het smalle terras van Irish pub Flann O’Brien’s op de hoek van Silom en Thaniya, het straatje waar ’s avonds Japans de voertaal is, doet mij denken aan klas 4D uit de school van Bint. Niet vanwege het uitzicht; dat bestaat uit druk auto- en voetgangersverkeer op Silom. Ook niet vanwege de rust, die wordt verstoord door het verkeer. Maar de klanten wekken bij mij associaties met leerlingen. Een lange man, expat-gebruind, met lange benen lijkt met zijn vooruitgestoken hoofd – ik gok – op Van der Karbargenbok. Hij heeft een grote rode neus. Niet zo verwonderlijk, want om 12 uur heeft hij al twee lege flesjes Singha  voor zich staan. (Wordt vervolgd)

Thailand, 7 augustus – Wanneer het regent of de zon brandt, is de taxi het meest aangename openbaar-vervoermiddel. Goedkoop, comfortabel, hoewel niet altijd het snelst als het verkeer in de knoop staat. Bijna alle taxi’s zijn Toyota’s Corolla met naar Thaise begrippen een onbeperkt aantal zitplaatsen. De meeste zien er redelijk uit en bevinden zich motorisch in goede staat. Onlangs zat ik in een uitzondering: slippende koppeling. Was een schokkend ritje. Een ander: stuur met speling. De chauffeur moest voortdurend bijsturen. Heb bij één chauffeur in de wagen gezeten die zijn rechterhand niet kon gebruiken. Wanneer hij schakelde, liet hij het stuur los. Over chauffeurs die denken dat ze Niki Lauda zijn, schrijf ik nog wel eens.

Thailand, 6 augustus – In een eethuisje, gerund door een farang (buitenlander, niet-Aziatisch) verwacht je dat ze een behoorlijk spiegelei kunnen bakken en een behoorlijke toast kunnen serveren. Niet laatst bij Bradman’s aan Sukhumvit Soi 23. Twee dagen achtereen deugde de toast niet: de eerste keer waren het vuistdikke boterhammen, de tweede keer leek het of ik in beschuit hapte. Een dag later was de toast oké, maar de eierdooier was hard. Baas aangesproken. Die was blij met mijn commentaar. Hij zou er iets van zeggen, hij had de keukenstaf zelf geleerd hoe ze een ei moeten bakken. Haalde een streep door de rekening. Dat zou een Thai nooit hebben gedaan.

Thailand, 5 augustus – ‘3 idiots’ las ik op het T-shirt van een jongeman, die geleund stond tegen het glazen paneeltje naast een deur van de metro. Of hij er één van was, kon ik niet zien, want ik keek op zijn rug. De uitdrukking leek me wel van toepassing op drie van de zeven passagiers die achter hem zaten. Die waren verdiept in hun mobieltje. Wanneer zo’n telefoonzombie naast me staat, kijk ik vaak wat die doet. Dit doet een zombie: scrollen door foto’s of Facebook-berichten, chatten of een dom spelletje spelen. Nooit kom ik iemand tegen die online verdiept is in het verzameld werk van Shakespeare. Primitief volkje hoor, die telefoonzombies.

Thailand, 4 augustus – Als ik kan kiezen tussen motortaxi en tuktuk, neem ik bij voorkeur de tuktuk. Iets meer comfort, iets veiliger bij een ongeluk, alhoewel de bestuurders even hard scheuren als hun tweewielige concurrenten. Sommigen beschouwen de verkeersdrempels bij mij in de buurt, de Engelse naam speedbrake negerend, als een uitnodiging om gas te geven. Mijn billen kunnen er over mee praten. Laatste zat ik in een splinternieuwe tuktuk. Iets langer en iets hoger dan andere. Mooi Barbie-roze dak, comfortabele leren (?) bank. Bestuurder was zuinig op zijn inkomstenbron. Stapvoets over verkeersdrempels; dat maak ik zelden mee. Heb niet eens fooi gegeven. Stom eigenlijk.

Thailand, 3 augustus – Als ik op het tv-journaal naar een nieuwsitem over het bezoek van een koninklijke hoogheid kijk, moet ik altijd denken aan de riedel: koning, keizer, admiraal, Popla gebruiken ze allemaal. Eigenlijk mag ik dit niet schrijven want Thailand kent een uiterst strenge wetgeving op het gebied van majesteitsschennis. De beelden zijn altijd hetzelfde. Een rij mannen, vrouwen, in ceremonieel wit geklede functionarissen, schoolkinderen in uniform: ze staan stram naast elkaar, vaak met gebogen hoofd, ze buigen en gaan door de knieën als ze een cadeau aanbieden. Geen lachje, geen geanimeerd gesprek, maar dodelijke ernst en onderdanigheid. Ben blij dat ik er niet tussen hoef te staan.

Thailand, 2 augustus – Er zat een kakkerlak in de badkuip. Eerst de douche erop gezet. Koud water. Ik dacht: als bewoner van de tropen houdt hij daar misschien niet van. Hij (of zij, dat kon ik niet zien) leek ervan te schrikken, want hij vluchtte alle kanten op. Maar meneertje liet zich niet verzuipen en ook niet in de afvoer weg spoelen. Toen maar een paar flinke dreunen met de douchekop gegeven. Daar had hij niet van terug. Zijn laatste rustplaats is de prullenmand. Ik heb nooit eerder een kakkerlak gedood. Wel mini mini miertjes. Ben ik nu een recidiverende moordenaar?

Thailand, 1 augustus – Bangkok Post ging gisteren vergezeld van de glossy bijlage ‘The Big Day, A special guide for your intimate wedding & honeymoon’. Een snelle blik erin geworpen, alhoewel ik geen plannen voor beide heb. Als eerste viel mijn oog op een advertentie van Villas Hua Hin. Kost 25.800 baht per nacht en op zaterdag 31.800 baht. Omgerekend bij de huidige koers € 603 en € 743. Maar daarvoor krijg je dan ook ‘all the private luxury and romance that couples on honeymoon desire’. Ik las dat de vier-woorden vraag ‘Will you marry me’ je leven voor altijd kan veranderen. Als je ’t mij vraagt, je financiële positie ook als je voor Villas Hua Hin kiest.

Thailand, 31 juli – Heb gisteren een usb-stick met 146 bestanden op de post gedaan. 123 MB aan tekst en illustraties is onderweg naar Zoetermeer om daar te worden vormgegeven tot een boekje van circa 164 pagina’s (als mijn berekening klopt). Boekje? Zeg maar boek. Ik heb het over ‘Exotisch, bizar en raadselachtig Thailand’, het tweede boek van stichting Thailandblog Charity. Er staan 44 unieke verhalen in van 44 auteurs over het Land van de Glimlach/Corruptie/Seks. Dat zijn 38.653 woorden, op 65 pagina’s voorzien van een foto. Volgende maand zie ik de proef, in september kan ik het in mijn handen houden. Het ultieme beschuit-met-muisjes moment.

Thailand, 30 juli – Ik zou elke column wel kunnen vullen met spel- en grammaticale fouten in Engelse teksten. Ik kom ze ook tegen op de verpakking van gerenommeerde merken. In de metro staat in de gebruiksaanwijzing van de intercom ‘The red light means Operator is respond’. Respond? De ing-vorm lijkt me hier meer op zijn plaats. Soms is er geen sprake van een fout maar van een woordspeling. Het Fish and Ship (van de smerige steak and kidney pie, zie FB 25 juli) vind ik wel grappig gevonden. In Soi Cowboy zit een gogobar met ladyboys. Die heet Cockatoo. Snapt u ’m?

Thailand, 29 juli – Niet eerder meegemaakt: een taxichauffeur die met de taximeter rommelt. Hij niet eerder meegemaakt: een farang die dit in de gaten heeft en het ritje voortijdig beëindigt. Het viel me direct al op: een schakelaartje bij de meter dat ik nooit eerder heb gezien. De meter liep al, toen hij erop drukte. Vervolgens versprong het bedrag wel erg snel op de route die ik als mijn broekzak ken en vaak genoeg met een taxi heb gereden. De conclusie was snel getrokken: zwendel. Niets gezegd, taxi naar het trottoir gedirigeerd, meterbedrag betaald, uitgestapt en rit vervolgd met een andere taxi.

Thailand, 28 juli – In de straat waaraan mijn hotel staat, is een appartementengebouw in aanbouw. Dat kan niet missen, want een groot deel van de dag wordt mijn levensvreugde verpest door het irritante geluid van een slijptol of i.d. Er werkt een ladyboy, die na gedane arbeid neerstrijkt bij de kapsalon schuin aan de overkant van mijn hotel. Mijn vriendin en een andere hotelbewoonster komen er ook vaak. Ze praten dan over de grote filosofen van de wereld; waar zouden ze anders over moeten praten? Mijn vriendin zegt dat ladyboy goed kan pijpen. Ik vroeg: hoe weet je dat? Zij: I know. Kost 1.000 baht. Helaas is ze lelijk.

Thailand, 27 juli – De motortaxibestuurders in Bangkok hebben een nieuw hesje. Het heeft nog steeds dezelfde kleur oranje, maar op de voor- en achterkant zijn nu fluorescerende strips bevestigd. Er zitten ook twee zakken in. In een dient een registratiebewijs te zitten. Om dit kleinood draait het allemaal. Alle bestuurders hebben zich moeten laten registreren bij het Land Transport Department. Bij elke standplaats hangt nu ook een banner met de tarieven. Al deze maatregelen hebben tot doel een eind te maken aan criminele praktijken. Ja, de junta, door sommigen verketterd, houdt een grote schoonmaak. De vraag is natuurlijk: wat gebeurt er als het land weer door een burgerregering wordt bestuurd?

Thailand, 26 juli – De kantoorbedienden die in de RS Tower werken (zie FB 18 juli), dragen allemaal een onberispelijk geknoopte stropdas. Dat wekt mijn wantrouwen. Ikzelf kan heel goed een stropdas knopen: de eenvoudige knoop, want de Windsor vind ik te grof. Maar dat ze allemaal deze kunst beheersen, gaat er bij mij niet in. Dus ik denk: de stropdas wordt geknoopt gekocht en onder het boord moet een bandje zitten. Zoals ik dat ook ken van mijn vlinderstrikje (die techniek beheers ik niet). Ik zou aan een van de mannen willen vragen: wilt u uw boord optillen? Is dat een brutale vraag?

Thailand, 25 juli – Love Scene, het restaurant in Sukhumvit 23 waar mijn favoriete gerecht gebakken rijst met zoute vis is, was dicht. Private Party. Dus in het kader van mijn actie ‘Soms moet je eens wat anders doen (Waarom eigenlijk?)’ (FB 4 juli) neergestreken bij Fish and Ship. Geen spelfout; de naam Fish and Chips was niet beschikbaar. Steak and kidney pie en baked beans besteld; mijn vriendin cod en chips. Als bestek kreeg ik een vork en ongekarteld mes. Een kettingzaag was beter geweest. De pie was keihard en smerig, de chips waren (te kort) gebakken aardappelen in patatvorm. Aan de baked beans viel weinig te verzieken. Ik stop met mijn actie.

Thailand, 24 juli – Voor mijn vorige vriendin was neuken een plicht. Ik verdenk haar ervan haar hormoonhuishouding de opdracht te hebben gegeven haar maandstonde zo lang mogelijk te laten duren. Wanneer we naar bed gingen, vroeg ze soms: You want make love? Dat klonk als een dienstbevel. Toen ik de relatie met geldwolfje verbrak, was ze furieus. Een wilde kat ontwaakte in haar. Ze smeet met cd’s door de kamer en wilde alles meenemen waarop ze meende recht te hebben (betaald door mij). De nachtwaker die ik te hulp had geroepen, adviseerde me om mij niet verzetten. Dat was een verstandig advies in een land waar de huurmoordenaars uitverkoopprijzen rekenen.

Thailand, 23 juli – Trouwe lezers van mijn columns zijn inmiddels vertrouwd met mijn huisdieren: de mini mini miertjes. Ze marcheren vanuit hun holletje rechtsboven de spiegel  in de badkamer naar beneden op weg naar een nog niet afgewassen koffiemok of de prullenmand in de kamer ernaast. Daar hebben ze het gemunt op de minuscule restjes van mijn ontbijt en ze verdringen zich rond mijn geïmproviseerde asbak met water. Dus ook nog nicotine-verslaafd. Heb trouwens nog kleinere exemplaren ontdekt. Eigenlijk logisch want ze zullen net als grote mensen seksuele verlangens hebben. Dat nageslacht zijn dus mini mini mini miertjes. Gelukkig zijn ze te jong om zich voort te planten, want anders…

Thailand, 22 juli – De metrobuis was onverlicht, de monitorschermen gaven geen signaal, op het perron stonden meer passagiers dan normaal. Elektriciteitsstoring, dacht ik. Dat kan wel eens lang gaan duren. Maar het viel mee. Het metrovoertuig rolde voor, ik stapte in en werd omringd door een zevental telefoonzombies. Gelukkig waren het geen echte zombies, anders was de stank niet te harden geweest. Een groepje Taiwanese of Chinese toeristen bekeek stadsplattegronden op hun mobieltje, één fotografeerde het routebord boven de deur. Bij de zittende passagiers telde ik zes zombies op een rij, op één na Full House. Ik moest er gelukkig al het eerstvolgende station uit.

Thailand, 21 juli – Ze waren er als de kippen bij, de mini mini miertjes (volgens bioloog Van Leijen faraomieren) om zich in de wastafel tegoed te doen aan de kruimeltjes en eigeel die er na mijn ontbijt nog aan kleefden. Een compagnie miertjes krioelde over het bord. Een forse waterstraal. Allemaal verzopen. Blijkt: die miertjes kunnen niet zwemmen. En daar moet de mini mini miertjes regering toch eens wat aan doen. Schoolzwemmen, zou ik zeggen. Eenmaal per week naar het Sportfondsenbad , eerst in het kikkerbadje en daarna in het diepe. Spreid, wijd en sluit. Hoe vaak heb ik dat zelf niet gedaan?

Thailand, 20 juli – (Vervolg van gisteren) Evenals het vorige boekje, ‘Het Beste van Thailandblog’, laten we dit boekje maken door Free Musketeers te Zoetermeer. Daar hoefden we niet lang over na te denken, want de samenwerking vorig jaar verliep soepel en het product zag er prima uit. Ons tweede boekje krijgt dezelfde lay-out; dat staat zo leuk in de boekenkast. ’t Wordt dikker, dus ook duurder, maar je krijgt wel waar voor je geld. De opbrengst gaat weer naar een goed doel: ditmaal een tehuis voor weeskinderen en kinderen uit probleemgezinnen. In september moet het boekje klaar zijn. Mijn advies: kopen!

Thailand, 19 juli – Ben druk (geweest) met de eindredactie van een nieuw boekje dat stg Thailandblog Charity gaat maken. Deze keer geen selectie van verhalen die al op de blog hebben gestaan, maar kakelverse stories, exclusief geschreven voor ‘Exotisch, bizar en raadselachtig Thailand’, zoals de titel luidt. 28 lezers hebben een verhaal ingestuurd met als thema ‘Mijn favoriete plekje in Thailand’ en onze vaste auteurs hebben een verhaal naar eigen keuze geschreven. Ik kan nu reeds verklappen dat er prikkelende en ondeugende tussen zitten, want voor het boekje geldt: alles mag. De seks is redelijk vertegenwoordigd; drugs en rock ’n roll ontbreken. Blij toe, houd niet van die tering herrie. (Wordt vervolgd)

Thailand, 18 juli – (Vervolg van gisteren) Achter de Glass View Bar torent de RS Tower richting God. Rond half één gaat de mond van het gebouw open en stromen de kantoormensen naar buiten. Sommigen zijn gekleed in bedrijfskleding, de meesten in eigen kleding. Spijkerbroeken en korte broek, het tenue de ville van expats en toeristen, ontbreken. Keurige pantalons, veel witte overhemden met stropdas. Geen minirokjes bij de vrouwen, maar lange broek, jurk of rok tot de knie of iets erboven. Enkelen lopen te telefoneren. Bij het passeren van het altaar met de vierhoofdige Boeddha maken velen een wai. De omgekeerde stroom is grotendeels identiek. Elke werkdag weer.

Thailand, 17 juli – (Vervolg van gisteren) Ik gebruik er een American breakfast. Wat er American aan het gerecht is, weet ik niet; behalve de naam dan. Op mijn bordje liggen een spiegelei, een paar plakjes ham, twee ingesneden worstjes, twee halve boterhammetjes en soms wat groenvoer, verstopt onder mayonaise. Het is altijd weer een verrassing of het eigeel zacht is, want een gaaf spiegelei bakken schijnt erg moeilijk te zijn. De plakjes ham worden meestal ook gebakken, waardoor ze taai als leer  zijn. De boterhammen zijn besuikerd. Ze zijn ook taai of het kartelmes heeft dringend behoefte aan de scharensliep. Dit culinaire hoogstandje kost 95 baht. Zou ik het daarvoor doen? (Wordt vervolgd)

Thailand, 16 juli – Ik woon in een volksbuurt. Dat betekent dat ik nergens Europees kan ontbijten en als het wel kan, kan het de toets der kritiek niet doorstaan. Soms ga ik naar een paviljoen naast de ingang van metrostation Thailand Cultural Centre. Glass View Bar en dat klopt ook wel want drie wanden zijn van glas. Het uitzicht houdt niet over: voortrazend verkeer op de Ratchadiphisek Road. Ik ga er altijd buiten zitten. Weliswaar zijn de stoelen met de zitting van metalen staaldraden een kwelling, maar je mag er roken. Binnen is het aangenaam koel, maar de tafeltjes zijn te laag om aan te eten. (Wordt vervolgd)

Thailand, 15 juli – De temperatuur bedroeg er 22,9 graden, de luchtvochtigheid 64 procent. Dat weet ik uit betrouwbare bron: bouwer Siemens van het metrovoertuig waarin ik mij bevond. Ik keek naar een man, gekleed in een glanzend grijs kostuum met dunne donkergrijze verticale strepen over colbert en pantalon. Een fatje, een dandy. Hij deed mij denken aan Louis Couperus. Van oude menschen, de dingen die voorbij gaan. Een kloon van Charles Pauws, trefzeker getekend met ‘… hij keek naar de punten van zijn bottines, en vond, dat ze goed zaten’. De Thaise Charles droeg puntschoenen, scherp genoeg om iemand mee dood te steken. Heb je in Thailand wel nodig.

Thailand, 14 juli – Weer een probleem met mijn laptop: mijn Dvd-rw-station deed het niet. Vervelend, want ik had een printer gekocht, een Canon Pixma E510, en nu kon ik de setup cd-rom niet draaien. Mailtje gestuurd naar mijn adresje in Vlaardingen (zie FB 10 juli), maar dat bood geen uitkomst. Liep vast in onbegrijpelijke websites. Maar niet getreurd. Panthip Plaza, het walhalla van de computernerds, bood uitkomst. PP is een groot pand waar alles op computergebied te koop is – en met alles bedoel ik werkelijk alles. De diagnose was snel gesteld door Poo computerservice. Driver kaduuk. Nieuwe geïnstalleerd, half uurtje wachten, 1.500 baht.

Thailand, 13 juli – Laten we eens een experiment doen. Wat associeert u met ‘Thailand’? En als ik vervolgens ‘paal’ zeg, wat schiet u dan spontaan te binnen? Lantarenpaal? Ik vermoed van niet. Of doelpaal? Zou kunnen vanwege de WK. Maar het meest waarschijnlijk lijkt me dat u aan paaldansen in een gogo bar dacht. Bargirls die zich schaars gekleed als een wurgslang om een paal kronkelen om de aandacht van de barklanten te trekken. Ik denk aan de palen in de metro, die in het midden over de gehele lengte staan met verbindende stangen en lussen. Soms heb ik de neiging er een paaldans te doen. Zouden ze dat gek vinden?

Thailand, 12 juli – 4.53 uur Heb ik op dit tijdstip in Nederland wel eens buiten gelopen? Misschien toen ik mij nog te buiten ging aan nachtbraken, maar dat was lang geleden. Ik liep op dit tijdstip naar de 7-Eleven. Verslaving hè. Weinig straatlantarens, het meeste licht kwam van tl-buizen aan de buitenkant van huizen. In enkele huizen brandde al, of nog steeds, licht. In één werd gewerkt. Er stond een rij grote pannen op het vuur. In een wasserette bestudeerde een jongeman zijn mobieltje. In het straatje voor de 7 reed al wat verkeer. Een tuktuk, een pickup. Een vrouw duwde een etenskarretje. In de 7 was het ijskoud.

Thailand, 11 juli – In het kader van mijn actie ‘Soms moet je eens wat anders doen (Waarom eigenlijk?)’ (zie FB 4 juli) stapte ik voor de lunch restaurant CoCo Ichibanya binnen. CoCo bevindt zich naast de ingang van Esplanade; weer zo’n gigagrote winkelmall waar Bangkok in excelleert. Ik had in de vitrine een bord spaghetti met Japanse saus en champignons gezien en die zag er aantrekkelijk uit. Bleek ook voortreffelijk te smaken: niet naar Italië, maar naar Japan – heel bijzonder. Thai kunnen er niets van, Thaise spaghetti smaakt doorgaans naar Heinz tomato ketchup. Laatst nog in het restaurant bij mij op de hoek. Leek wel tomatensoep. Smerig. Gaf ’t halverwege op.

Thailand, 10 juli – Mijn laptop wordt beschermd door Norton 360. Norton kreeg het druk toen ik een usb-stick aansloot, die ik had gebruikt in een internetcafé. Kreeg de melding: er zijn bedreigingen. Moest mijn laptop meerdere keren opnieuw opstarten. De documenten op de usb-stick waren niet te openen en de documentnamen op mijn laptop waren ineens uitgebreid met de extensie docx. Ik wist: die extensie kun je verbergen, maar hoe doe je dat? Dat uitzoeken kostte me een deel van mijn nachtrust. Gelukkig bood het winkeltje in Vlaardingen waar ik mijn laptop heb gekocht, de volgende dag per email uitkomst. Fluitje van een cent. Die lui van MEGA3 zijn goud waard.

Thailand, 9 juli – Terwijl ik een column zat te tikken – ik weet niet meer welke – begon ik spontaan een liedje te zingen. ‘Kom mee naar buiten allemaal, dan zoeken wij de wielewaal en horen wij die muzikant, dan is zomer weer in ‘t land. Dudeljo klinkt zijn lied (2x), Dudeljo en anders niet.’ Het is een kleine zestig jaar geleden dat ik dit lied geleerd heb en ineens was het daar. Op een hotelkamer in Bangkok, terwijl een ventilator voor enige koelte zorgde. De wielewaal zou het in Bangkok druk krijgen, want het is hier altijd zomer. Wat ze hier winter noemen, mag geen naam hebben.

Thailand, 8 juli – Had ik toch bijna een score van zeven, zat er potverdrie één wat oudere man tussen, die roet in het eten gooide. Ik heb het over het rijtje stoelen tussen twee deuren in de metro: dat zijn er zeven. Op zes waren telefoonzombies verdiept in een spelletje of ze scrollden voortdurend door berichten. Ik keek die meneer eens streng aan. En jawel, hij deed een greep in zijn broekzak, haalde er een mobieltje uit en bracht het naar zijn oor. Hij zei niets. Dat kon ook niet, want hij deed het louter op bevel van mij. Gelooft u dat niet? Waarom zei hij dan niets?

Thailand, 7 juli – Het kruispunt Asoke-Montri Rd – Sukhumvit Rd kan op drie manieren worden overgestoken, d.w.z. over de Asoke-Montri Rd, als u begrijpt wat ik bedoel (en als u het niet begrijpt, slaat u mijn column maar eens een keer over). Drie manieren: op maaiveldniveau, door een tunnel en via een voetgangersbrug. De tunnel en de brug zijn het veiligst, de tunnel is voor luie mensen, je hebt er een roltrap naar beneden en naar boven. De brug heeft aan één kant een looptrap, dus is vermoeiender. Bij de maaiveldpassage moet je oppassen voor het links afslaand verkeer dat bij rood mag doorrijden. Waar geef ik de voorkeur aan?

Thailand, 6 juli – (Vervolg van gisteren) Als ik een grap vertel, kijk ik daar altijd ernstig bij. Als je namelijk zelf lacht, is de grap niet meer grappig. Mijn vriend keek mij dus ongelovig aan. Tja, mijn humor is nu eenmaal van een ander kaliber dan de humor die ik op de Thaise tv zie. Man slaat andere man met een (hopelijk rubber) hamer op zijn hoofd en het publiek ligt in een deuk. Ik spreek geen waardeoordeel uit, constateer slechts een verschil. Na een tijdje drong het tot mijn vriend door dat ik hem in het ootje nam. En ik zag dat de uitgestapte vrouw een passagier was. Achter het stuur zat een man.

Thailand, 5 juli – In de taxi, onderweg naar mijn (hotel)appartement, zei ik tegen mijn Thaise vriend met wie ik had geluncht: Weet je dat vrouwen de meest belabberde chauffeurs zijn? Ik stelde die retorische vraag omdat voor ons een vrouw uit een wagen was gestapt, die panne had. Wij zaten klem; in de rijbaan naast ons raasde onophoudelijk het verkeer. Vrouwen kunnen niet autorijden, legde ik uit, want ze gebruiken het achteruitkijkspiegeltje om te zien of hun haar goed zit en ze hebben meer aandacht voor hun nagellak dan voor het verkeer; als ze atletisch zijn, ook van hun teennagels. Mijn vriend keek mij ongelovig aan. (Wordt vervolgd)

Thailand, 4 juli – Soms moet je eens wat anders doen (Waarom eigenlijk?). Dus stapte ik voor de lunch op goed geluk Furama Exclusive aan de Asok-Montriweg binnen. Een chic restaurant, strak ingericht. Er zat welgeteld één klant. Niet zo verwonderlijk, want het restaurant straalde weinig warmte uit. Ik bestelde congee met kip, een dikke rijstsoep. Daar was niets op aan te merken. Maar het bestek, jongens en meisjes, dat moet ontworpen zijn door iemand die nog nooit de menselijke hand heeft bestudeerd. Mes, lepel en vork hadden een gladde buisvormige steel ter dikte van een rietje. Gelukkig kreeg ik bij de soep een Chinese porseleinen lepel, anders was ik van de honger omgekomen.

Thailand, 3 juli – Ik moest ’t even opzoeken, het sprookje van Goudlokje. Oorspronkelijk een Engels sprookje, voor het eerst gepubliceerd in 1837. Zo, weet u dat ook weer. Goudlokje stond op het perron van metrostation Huai Khwang. Een lange rijzige gestalte, gekleed in lichtgele pantalon met lange gele slierten en iets donkerder geel blousje, alsof ze naar een chique party ging. Haar hoofd was naar verhouding iets te klein. Maar dat haar, o dat haar was goddelijk goudkleurig, en het hing tot haar taille. Eigenlijk leek ze helemaal niet op de Goldilocks van de negentiende eeuw. Ze was veel mooier. Goudlokje stapte op hetzelfde station als ik uit. Toen zag ik haar geheim.

Thailand, 2 juli – De ploeg motortaxibestuurders in mijn straatje is met een nieuwe uitgebreid. Het is altijd de vraag: zit ik met mijn magere billen comfortabel en rijdt de bestuurder een beetje beschaafd? Hij had een nieuw model Honda: een PCX150, gestileerd, wit en zwart, met een front dat op een haviksneus lijkt. Mijn eerste rit viel niet tegen. Het zadel zat uiterst comfortabel, beter dan de zadels bij de anderen. De man reed pittig beschaafd, de fiets accelereerde lekker fel. Ik had een grotere cilinderinhoud verwacht, maar die bleek 150 cc te zijn. Wat mij betreft een blijvertje.

Thailand, 1 juli – Vandaag herdenk ik, op zijn geboortedag, het overlijden van mijn op één na oudste broer. Hij zou 74 jaar zijn geworden als hij nog had geleefd. Hij overleed een maand voordat hij zou trouwen; de kaarten waren al gedrukt. Op weg naar zijn werk kreeg hij op zijn racefiets een hartaanval. Mijn broer was op en top sportman, hij heeft meegedaan aan de Finse (?) alternatieve elfstedentocht. Samen hebben we veel gezeild. Zijn eerste boot was een 16 kwadraat, zijn tweede een Varianta. Hij heeft op de grote vaart gewerkt als hutbediende, ober en kok, en later na een studie in de kinderbescherming. Vandaag is hij in Thailand; sommige doden gaan nooit dood.

Thailand, 30 juni – Zag een jonge vrouw die op schoenen met opvallend lange stilettohakken liep. Een kleine 20 cm lang, schat ik (de hakken, niet de vrouw). Ze had balletdanseres kunnen zijn, gezien haar slanke postuur en paardenstaart. Maar dat kan ze niet geweest zijn; dan zou ze bevalliger gelopen hebben. Het was nu meer zwikken. Misschien waren de schoenen nieuw en was ze die aan het inlopen; dat zou kunnen. Dus misschien was ze toch ballerina. De vrouw was in het zwart gekleed. In de grote stad is zwart niet meer de kleur van rouwkleding. Op het platteland wel. Als je daar zwart draagt, denken ze dat er iemand overleden is.

Thailand, 29 juni – Ik houd van mosselen. Nee, ik ben gek op mosselen. En omdat ik gek op mosselen ben, ben ik een kritische mosseleter. Ik ben niet overdreven chauvinistisch, maar ik zeg wel: Er gaat niets boven de mosselen uit Yerseke. In Thailand heb ik nog nooit mosselen gegeten, die eraan kunnen tippen. Onlangs in het protserige winkelcentrum Terminal 21 de lunch gebruikt in een visrestaurantje. Ik koos mosselen met penne. Het plaatje zag er veelbelovend uit. Bleken Nieuw-Zeelandse mosselen te zijn. Groot, grof en vrij smakeloos en nog verrekt lastig uit de schelp te wurmen. Daar mogen ze wat mij betreft in blijven.

Thailand, 28 juni – Ik zag een heel dikke man met (van boven naar beneden) een heel dikke kop, een heel dikke nek, heel dikke armen, heel dikke vingers, een heel dikke buik en vermoedelijk ook heel dikke benen, maar die zaten verstopt in een pantalon. Over de esthetiek van dit schepsel Gods zal ik het niet hebben. Mijn moeder zou zeggen: Hij heeft zichzelf niet gemaakt (maar misschien wel volgevreten). Ik heb niets tegen Dikkertje Dap plus nakomelingen, maar meneer had een belachelijk kapsel. Opgeschoren tot de kruin met bruinige stoppels en bovenop vlasachtig stekelhaar alsof hij een egel die gevaar ziet, wil imiteren. Verdiept in een mobieltje – ook dat nog.

Thailand, 27 juni – De Nederlandse arbeidsinspectie zou in Thailand zwaar overwerkt raken. Terwijl ik zit te lunchen bij The Old Dutch, een restaurant dat al lang niet meer in handen van een Nederlander is, hetgeen de kwaliteit van de stamppot bewijst, stopt er een bestelwagentje. Aan de overkant wordt het rolluik van een bar naar boven geschoven. Twee mannen dragen dozen met bierflessen naar binnen, van die bijna literflessen. Alhoewel in de laadruimte een steekwagentje ligt, laden ze drie dozen op hun rug en lopen gebukt naar het afleveradres. Hoeveel kilo zouden ze torsen? Hoe lang zou het duren voordat hun rug het laat afweten?

Thailand, 26 juni – De ochtendstond heeft goud in de mond. Nou, dat geldt niet voor mij momenteel, want de ochtendstond wordt gekenmerkt door het geluid van een heimachine, generator en motor. Geluid? Herrie, zeg maar gerust teringherrie (Dick, ga je mond spoelen). In een straatje achter het hotel is bebouwing gesloopt (niet gezien, want was op vakantie) en er wordt nu iets moois geconstrueerd. Zal wel weer een appartementengebouw worden; daarvan zijn er al twee op korte afstand van mijn hotel in aanbouw. Schijnt nog steeds een lucratieve business te zijn. Kamers verhuren aan plattelanders die in de grote stad hun fortuin proberen te maken.

Thailand, 25 juni – Fish and ship staat er in koeieletters op het uithangbord. Het eethuisje in Sukhumvit Soi 23 zit er nog niet zo lang. De voorganger heette Fish and Chips. Ondanks de correcte spelling heeft het zaakje het niet kunnen bolwerken. Zag er ook wat ontoegankelijk uit. Ik heb de kaalslagoperatie kunnen volgen, de inrichting van de opvolger niet want toen was ik in Nederland. Keurige zaak. Mooie houten vloer, indrukwekkende frituur. Ga er minimaal één keer eten: patat (60 baht), cod (180 baht). Niet omdat ik daar zo’n liefhebber van ben, maar dan kan ik weer een column vol leuteren.

Thailand, 24 juni – De champignonsoep in Indulge is de champignonsoep niet meer. Indulge is de zaak, weet u nog, waar ik vaak koffie drink na Nieuws uit Thailandblog te hebben getikt. Te dure koffie, maar alla, je betaalt ook voor de ambiance. Was er onlangs met een gast voor de lunch. De door hem bestelde saté was perfect, de pindasaus lekker pittig. Na lang wachten kwam de ‘champignonsoep’. Opgediend in een groot cognacglas (!). De soep had de kleur van slappe chocolademelk en er lag iets van wit schuim op. Over laten gieten in een kom. Geen champignon gezien of geproefd. De rekening was tweemaal zo hoog als verwacht. Met een stiff upperlip betaald.

Thailand, 23 juni – Al verschillende keren in de metro gezien. Twee mannen, identiek gekleed: wit overhemd met korte mouwen, zwarte pantalon. Millimeterhaar, baby face. Het zou een eeneiige tweeling kunnen zijn. Zendelingen dus. Amerikanen. Ze klampen je op een onverwacht tijdstip aan en vragen of je Jezus kent. Jazeker, zeg ik dan, die heb ik gisteren nog gezien in het gezelschap van een bargirl. Dan kijken ze je verschrikt aan, hetgeen een bewijs is dat ze de Heilige Schrift slechter kennen dan ze voorgeven. Want Jezus verkeerde liever in het gezelschap van hoeren en tollenaars dan van farizeeërs. Goeie gozer, die Jezus. 

Thailand, 22 juni – Praatjes vullen geen gaatjes, zeggen wij, maar in Thailand vullen praatjes wel gaatjes. Alle Thaise praatjes bij elkaar kunnen met gemak de Marianentrog in de Grote Oceaan vullen. Dagelijks neem ik de praatjes van politici en functionarissen via de krant tot mij. Als je hen mag geloven, is Thailand het meest efficiënt geleide land ter wereld. Dat het vier jaar geen moer heeft gedaan aan mensenhandel, seksslavernij, kinderarbeid en uitbuiting van huishoudelijk personeel: ach… Voor de VS was de maat vol. Die heeft het land naar de Tier 3 lijst  van het Trafficking in Persons rapport verbannen. Maar er worden toch vorderingen geboekt, kletsen de autoriteiten.

Thailand, 21 juni – Heb gisteren voor het eerst sinds de staatsgreep soldaten gezien. Ze stonden bij de motortaxibestuurders in mijn straatje. Wat ze daar deden, kon ik wel raden, want ’s ochtends had ik een bericht gemaakt over deze duivelskunstenaars in het verkeer. De junta haalt de bezem door het openbaar vervoer (minibusje, taxi, motortaxi) dat geplaagd wordt door afpersingspraktijken door bendes; chauffeurs die de meter niet willen aanzetten, een te hoge ritprijs vragen of botweg passagiers weigeren. Ikzelf heb recent tweemaal meegemaakt dat een tuktuk bestuurder 10 baht te veel vroeg voor een ritje van 40 baht. Was voor het eerst. Bij het afrekenen gaf ik 40 baht en 10 baht  ‘tip’.

Thailand, 20 juni – De mini mini miertjes die ik in mijn column van 16 juni beschreef, zijn faraomieren (Monomorium pharaonis). Dit meldt mij bioloog Van Leijen en die kan het weten. Hij overlaadde mij ook met enkele prikkelende gegevens over het beestje. Een gemiddelde faraomier is 2,0 mm lang, heeft 32 ommatidia, heeft antennes die aan de uiteinden verbreed zijn, leggen bij een temperatuur van 27 C 5 tot 7 eitjes, is polygyn, leeft in een kolonie van 3000 exemplaren en heeft over het algemeen een opgeruimd karakter. Volgens Van Leijen kan ik met deze kennis eeuwige bewondering afdwingen van mijn aanhang op Facebook. Zou het?

Thailand, 19 juni – Er is hoop. Telde in de metro 14 passagiers, van wie 3 (!) zaten te lezen en slechts 3 telefoonzombies waren; de overigen deden niets. Een meisje was verdiept in een dik boek, een man las de krant en een vrouw las een tijdschrift. Eén zombie stapte bij het volgende station uit. Haar plaats werd ingenomen door een vrouw die een tijdschrift tevoorschijn haalde. Dat maakte de stand 4-2. Maar ze las niet, dat was minder, ze bladerde en raadpleegde daarna even haar telefoon. Naast mij zat een telefoonzombie. Zal toch niet besmettelijk zijn.

Thailand, 18 juni – De bouwplaats in mijn straatje is verlaten. De bouwvakkers hebben zich al enkele dagen niet vertoond. Niet omdat zij elders een klusje moeten doen. Nee hoor, het moeten Cambodjanen zijn die momenteel in groten getale het land ontvluchten. Soms vrijwillig, soms met harde hand gedwongen als ik de berichten mag geloven. Ja, er is een exodus aan de gang. Een omgekeerde, want ze verlaten het ‘Beloofde Land’ waar ze meer verdienen dan in eigen land. Ze doen het werk waar Thai hun neus voor ophalen en krijgen niet eens het wettelijk minimumloon. Buitenlanders als zondebok: waar heb ik dat meer gehoord?

NB Liep vandaag langs de bouwplaats. Er werd gewoon gewerkt. Blijken geen Cambodjanen te zijn, maar Thais. De rest van mijn column klopt wel. Bouwvakkers zijn doorgaans Cambodjanen.

Thailand, 17 juni – Zondagavond en maandagochtend stortregende het. Heerlijk! Wat zeg je me nou, Dick? Ja, heerlijk, want de temperatuur zakt dan naar een aangename hoogte, beter gezegd laagte. Maar het wordt nooit zo kil en grauw als in Nederland. Het waren beide keren korte, hevige buien. Even opende de hemel zich, niet om het engelenkoor te laten kwelen of vuur naar een struikje te sturen (bijbelvaste lezers begrijpen waar ik het over heb), maar om de aarde te bewateren, wat na maanden van droogte meer dan welkom is. De metro is voorbereid op het regenseizoen. Bij de ingang hangen langwerpige plastic zakken om druipende paraplu’s in te doen.

Thailand, 16 juni – De mini mini miertjes zijn op oorlogspad in de badkamer. Lange tijd hebben ze zich niet vertoond, maar ineens waren ze er weer. Ze kruipen uit de overloop van de wastafel. Angst voor de dood hebben ze niet. Alhoewel ik met een schuursponsje een eind aan hun leven maak en de lijkjes als afschrikwekkend toekomstbeeld laat liggen, blijven ze komen. Ik heb ook ontdekt dat ze een verfijnd reukorgaan hebben. Ze duiken namelijk ook op bij de prullenmand, waarin de schillen van mijn hardgekookte ochtendeitje ligt. En da’s toch een hele tippel, naar verhouding minstens een paar kilometer. Ik zou bijna bewondering voor ze krijgen.

Thailand, 15 juni – De Pizza Company en Swensen’s ijssalon, beide Amerikaanse bedrijven, maken dezelfde culinaire fout, ze denken: meer is beter. Dus wordt de (te dikke) bodem volgepakt met zoveel ingrediënten dat de pizza een nondescripte smaak heeft. En bij Swensen’s wordt de American Tower, een ijsje met twee bolletjes, bestrooid met nootjes en chocoladehagelslag. Verder bevat de coupe weke aardbeitjes, plakjes banaan, gesmolten chocolade, een wafel en een kers met steeltje. In de slagroom gestoken staat fier de Stars and Stripes. Dat mag. Als u maar niet denkt dat Hitler Duitsland door de Amerikanen is verslagen, want 95 procent van het Duitse leger is door de Russen gedood.

Thailand, 14 juni – In het grijze (of niet zo grijze, want het is hier zelden grijs) verleden heb ik een vergelijkende studie gedaan naar de roltrappen van de BRT (bovengrondse metro) en MRT (ondergrondse metro). Ik stelde vast dat de roltrappen van de BRT langzamer gaan dan die van de MRT en weet dat aan de zwaartekracht. Onzin natuurlijk, want er zijn ook roltrappen die de andere kant opgaan, anders zou je ten eeuwigen dage op een metrostation zijn opgesloten. Gisteren ontdekte ik een nog tragere roltrap; in beide richtingen. Dat was op station Ramkhamhaeng van de Airport Rail Link, de metroverbinding tussen Suvarnabhumi en het centrum. Tjonge, wat was die sloom.

Thailand, 13 juni – Gisteren was mijn zevende dag in Thailand. Hoe snel went mijn habitat weer, hoe snel ook went de warmte. De tussenliggende vakantieperiode is ineen geschrompeld tot een seconde, lijkt het wel. Alles functioneert hier als vanouds: de lift gaat op en neer, de krant wordt om half zes bezorgd (behalve gisteren; was een Boeddha-dag), ik tik weer elke ochtend trouw de berichtjes voor de rubriek Nieuws uit Thailand, en redigeer bijdragen van medewerkers. Bij goede schrijvers is dat een feest, bij de mindere goden is dat vervelend werk. En zoo gaat alles z’n gangetje en wee hem die vraagt: Waarom? (Nescio)

Thailand, 12 juni – Op zaterdagavond 3 mei zette ik voet op Nederlandse bodem. Omdat Nederland geen 24-uurs economie kent, zoals Thailand, met een 7-Eleven die het gehele etmaal open is (behalve nu even vanwege de avondklok), kon ik geen brood, broodbeleg en melk inslaan. De volgende dag ontbeten bij Subway en die zaak bleek een exacte kopie van de Subway in Sukhumvit soi 23, waar ik wel eens lunch. In dezelfde volgorde, achter dezelfde vitrinetoonbank groeide mijn bestelling naar een half sesamstokbroodje Italian spicy met zwarte olijven. Alleen de koffie was aanzienlijk slechter en de prijs was uiteraard hoger. Maar de smaak was vertrouwd.

Thailand, 11 juni – Er zijn van die dagen dat veel zo niet alles tegenzit. De dag begon met een Engels ontbijt dat geen Engels ontbijt was en andermaal bevestigde dat Thai geen behoorlijk spiegelei kunnen bakken. In de taxi naar het metrostation, normaal om 16 uur een ritje van 5 minuten en even duur als in een tuktuk: file. Duurde en duurde maar. In ijssalon Swensen’s moest ik lang wachten en kreeg ik een ijsje dat ik niet had besteld. En in restaurant Sarica, eveneens na lang wachten, werd het verkeerde gerecht voor mijn neus gezet. Het was niet eens vrijdag de dertiende, maar een ordinaire dinsdag.

Thailand, 10 juni – Het zaakje heet Morgan’s Coffee Restaurant & Drinks. Het ligt op loopafstand van mijn pied à terre. Pijpenla, spiegels aan de wand, tuinterras: het ziet er allemaal keurig en schoon uit. Goed verzorgd drukwerk zonder pijnlijke spelfouten, keurig gedrukt foldertje, buiten banners met plaatjes van de gerechten. Had er al eens in de tuin koffie gedronken. Een zesje, met misschien een half erbij vanwege de schappelijke prijs. Onlangs een ‘Full English Breakfast’ besteld. Na lang wachten kwam iets wat me niet herinnerde aan mijn jaar in Engeland. Twee toastjes, twee spiegeleieren met meegebakken spek; meer niet. En die zaak heeft nog wel een volbloed Engelse eigenaar.

Thailand, 9 juni – Wat trekt je in Thailand? Laat ik die vraag eens aan mezelf stellen: Dick, wat trekt je in Thailand? Dick antwoordt: Niet de Thaise keuken, want de Indiase en Italiaanse keuken vind ik lekkerder. Niet de bezienswaardigheden, tempels, schilderende olifanten, gesol met krokodillen, schijngevechten met slangen. Ook niet de lagere kosten van levensonderhoud (valt tegen als je er in Bangkok een westerse levensstijl op na wil houden). Niet de Thaise vrouwen, ook niet de Thaise mannen. Niet het uitgaansleven, niet de bargirls die zeggen Engels te spreken als ze hooguit vier woorden kennen. Wat dan wel? Heel Nederlands: het weer. Zo heilzaam voor spieren en gewrichten.

Thailand, 8 juni – De ziel reist met de snelheid van een kameel, luidt een bekende uitdrukking. In een kleine twintig uur, inclusief incheck- en overstaptijd in Singapore, reisde ik van Nederland naar Thailand. Het lichaam is gearriveerd, de ziel zou nog onderweg moeten zijn, maar dat geldt niet voor mij. Als ik naar Nederland reis, gaat het knopje op Schiphol om, als ik op Suvarnabhumi arriveer, gaat de stand op Thailand. Net een draaiend decor. Ik vloog deze keer met Singapore Airlines en dat is me goed bevallen. Uitstekende maaltijden en attente verzorging tussendoor. Daar kan de KLM, die ik meestal neem, nog een puntje aan zuigen.

Thailand, 7 juni – Vlaardingse lezers opgelet! De roem van onze woonplaats is nu ook doorgedrongen tot Bangkok, althans tot 1 van de 10 miljoen (of misschien wel meer) inwoners van Thailand’s hoofdstad. Deze bekendheid is te danken aan een zakflesje Vlaardingse ijsmoppenlikeur met anijs en kaneel, een product van distilleerderij H. van Toor Jz. Ik had het gezien bij Hazenberg, ‘De Echte Bakker’, waar ik tijdens mijn vakantie zijn onvolprezen volkorenbrood met sesam en kampioentjes kocht. Leuk cadeautje, nam niet te veel ruimte in mijn koffer in beslag, dus meegenomen en aan mijn ‘zwager’ gegeven. Ik heb het even geproefd en moet concluderen: het strekt Vlaardingen tot eer.

Thailand, 6 juni – Ik ben weer thuis. Mag ik dat zeggen als ik het grootste deel van mijn leven in Nederland heb gewoond? Ja dat mag, want ik werd vandaag hartelijk begroet door de receptioniste van mijn hotel, de klusjesman, de motortaxibestuurders van de standplaats in mijn straatje en de kapster, die eenmaal op aanwijzing van mijn vriendin iets te enthousiast met schaar en tondeuse tekeer is gegaan. Dat voelt als thuiskomen. Morgen weer aan het werk voor thailandblog. Er is genoeg te melden

Deze serie wordt tijdelijk voortgezet als Bericht uit Holland. Klik hier.

Thailand, 2 mei – Deze jongen gaat morgen op vakantie in Nederland. Ja, op vakantie, want Thailand en Nederland hebben stuivertje gewisseld. Elf uur verveling, onderbroken door hazenslaapjes, twee maaltijden, een ijsje en meestal wat turbulentie boven de Golf van Bengalen. Op Schiphol misschien een temperatuurschok en een douanier die in mij een (drugs)smokkelaar ziet. Hij grasduint door mijn zorgvuldig ingepakte koffer. Mijn eerste kopje Nederlandse koffie in de aankomsthal en in mijn woonplaats haring, Dobbe kroketten, volkorenbrood en cappuccino. Slippers worden schoenen, korte broek wordt pantalon. Hoe was ’t in Thailand? Dat hoef ik de lezers van mijn Facebook-columns niet meer te vertellen, toch?

Thailand, 1 mei – Zijn ze er nog in Nederland: geluidswagens? Of mag dat niet meer? Want er mag niet veel meer in Nederland, is mijn indruk als ik Facebook lees. In Thailand is ook veel verboden. Maar This Is Thailand (TIT). Als iets verboden is, betekent dit niet dat het niet mag. Dus piep je nog even langs de spoorbomen die gezakt zijn. Tja, en dat dan net de trein komt aanstormen die gehakt van je maakt, is pech hebben. Regelmatig rijden bij mij in de buurt geluidswagens. Gewoon pickup trucks met een luidspreker. Ze worden vaak gebruikt door fruitverkopers. Gelukkig blijven ze nooit lang op één plaats staan.

Thailand, 30 april – Hoe vaak ik iemand al niet heb zien lopen met de volgende tekst op zijn T-shirt: I am not perfect  but I am limited edition. Erg ‘limited’ kan die editie dus niet zijn. Leugenachtig tekst. Iets geheel anders: Aan het eind van de roltrappen van de MRT (ondergrondse metro) staat de waarschuwing ‘Please mind your step’. Elke keer hoor ik de Schipholdame aan het eind van het trottoir roulante ‘Mind your step’ zeggen. Zeggen? Nee, ze zingt mi-mi-do. U kunt mij niet zien, maar ik maak er nu de bijbehorende handgebaren bij. Die heb ik op de kweekschool geleerd van de muziekdocent.

Thailand, 29 april – (Vervolg van gisteren) Pim’s haringen plus andere inkomsten zorgden er zondag voor dat we het mooie bedrag van 225.000 baht konden overhandigen aan Operation Smile Thailand, een organisatie die schisis en open gehemeltes bij kinderen opereert. Onderschat die handicap niet: 1 op de 10 baby’s, die hiermee geboren worden, overlijdt in het eerste levensjaar. De donatie hebben we verdiend met de verkoop van het boekje ‘Het Beste van Thailandblog’ plus enkele giften. Dit jaar gaan we ons (d.i. Thailandblog) inzetten voor een ander doel met de verkoop van een E-boek. Daarin komen verhalen met als thema ‘Mijn favoriete plekje in Thailand’. Dat van mij is Indulge (zie FB 27 april).

Thailand, 28 april – Expat Pim, die haringen importeert uit Nederland, had haringen meegegeven met een minibusje dat tussen Bangkok en Hua Hin, zijn woonplaats, rijdt. Diepgevroren, vacuüm verpakt in een foamdoos. Die busjes zijn berucht, want veel chauffeurs rijden als een gek om maar zoveel mogelijk ritten te kunnen maken. Ik zou de haringen ophalen op Victory Monument, een plein vergeleken waarmee de Dam in Amsterdam een dorpspleintje is. Probeer daar maar eens de aankomstplaats van het busje te vinden. Maar laat ik nou geluk hebben gehad. Die bleek vlakbij de airconditioned koffieshop te zijn, waar we op het busje hadden gewacht. (Wordt vervolgd)

Thailand, 27 april – Ik heb al enkele keren geschreven over Indulge, het verhoogde deel van het café restaurant van hotel Sukhumvit Suites. Indulge betekent gulzigheid, onmatigheid, vraatzucht. Het is een van de zeven ondeugden of hoofdzonden uit het christendom. Commerciële overwegingen zullen de manager op de naam hebben gebracht, want zelf lijkt hij (een slanke Indiër) er niet aan te lijden en zijn personeel evenmin. De uitnodiging is aan mij ook niet besteed. Ik drink er koffie, een enkele keer een biertje en als ik uit de band wil springen een bananenshake, maar die drink ik niet gulzig op. Indulge zou Restraint moeten heten. Dat is een van de zeven deugden.

Thailand, 26 april – ’s Ochtends is het warm. Rond het middaguur is het heet, gloeiend heet en dat blijft het tot het eind van de middag. ’s Avonds zakt de temperatuur via heel warm naar warm. ’s Ochtends komt er koud water uit de koudwaterkraan. ’s Middags is het water even koud, daarna lauw en dat blijft het de rest van de dag en avond. De ventilator verliest de strijd tegen de hitte, die verplaatst alleen hete lucht. Op Asok staat een straffe wind, maar ook die wind is heet. Overal loeien airconditionings, beschermen Thai zich onder een paraplu tegen de brandende zon. Mijn vaste motortaxibestuurder draagt een bivakmuts. Hij zegt ‘rhon’ (warm), hetgeen ik bevestig.

Thailand, 25 april – Ik zat een beetje te dagdromen, toen opeens een versje kwam bovendrijven dat ik eens geschreven heb. Mijn dochter had de kleuterleeftijd en sprak in die tijd nog Frans. Ze kon zich aan mij ergeren wanneer ik haar kinderfrans niet begreep. ‘Toi, tu ne comprends rien.’ Ze tutoyeerde me, hetgeen gebruikelijk is voor francofone kinderen. Het versje ging als volgt: ‘Op een klein stationnetje, zit mijn lieve meisje, vrolijk in betovering, klaar voor het vertrek. Papa, in herinnering, laat het treintje rollen. Trappe-trappe-puf-puf; wereldreis.’ Ja, we waren in de Efteling en Diana zat in het treintje. Ze bleef er heel lang in zitten. Richting Thailand?

Thailand, 24 april – Bezocht weer eens Tawan Daeng (De rode zon), de tent ter grootte van een veilinghal waar elke avond muziek uit de Isaan, het Noordoosten van Thailand, klinkt. Saudade, zouden de Portugezen zeggen: heimwee naar de geboortestreek die de bezoekers van De Rode Zon ijlings hebben verlaten omdat er geen cent te verdienen valt. Mijn favoriete zangeres kreeg weer 100 baht van me. Niet dat ze mooi kan zingen – dat kunnen ze eigenlijk geen van allen – maar met zo’n gebaar maak je als farang de blits. Later kwam ze aan ons tafeltje zitten. Waar kom je vandaan, vroeg ik haar. Dat vragen Thais altijd als eerste. De volgende keer ga ik haar zoenen.

Thailand, 23 april – Hoorde een doffe klap. Onmiskenbaar een aanrijding. In het spitsuur met langzaam rijdend verkeer. Een personenauto die uit de parkeerstand wegreed, schampte een stadsbus. De passagiers stapten allemaal direct uit. Die wisten al dat het lang zou gaan duren. Dat klopte: na meer dan een half uur kwam een agent, en weer een uur later vertrokken bus en auto. Al die tijd blokkeerden ze één van de drie rijstroken van de Sukhumvit Rd. Ramptoeristen waren er niet. De aanrijding stelde niet veel voor: geen doden en/of gewonden, dus geen foto’s. Ik bezag het vanuit mijn uitkijkpost Indulge, die ik eerder beschreef, en dacht: da’s geen nieuws.

Thailand, 22 april – Ik moest 390 baht afrekenen in restaurant Sarica. Dat was voor twee maaltijden: een van 200 baht en een van 190 baht. Ik gaf een briefje van 1.000 baht. Zou dus 610 baht terugkrijgen. Dat kun je als volgt doen: 6 briefjes van 100 en een muntje van 10 baht. Maar de caissière van Sarica is slim, ze weet dat doorgaans fooien van 20 baht worden gegeven. Da’s een bankbiljet. Dus kreeg ik terug: 5 briefjes van 100, 3 van 20 en 1 van 50 baht. Een fooi heb ik niet gegeven, want het personeel staat me te vaak met de rug naar de klanten.

Thailand, 21 april – Laat ik weer eens enkele teksten op T-shirts met u doornemen en van een doorwrocht, soms filosofisch getint commentaar voorzien. 1 Life is not a race. Stond op het shirt van een jongen met beginnende obesitas. Neemt zich duidelijk het advies ter harte. 2 Make life simple. De knaap die dat propageert, lijkt me geen zwaargewicht. Alcohol en sanoek: daar zal het wel bij hem om draaien. 3 Less people, less bullshit. Geen aardige jongen en dat al op jonge leeftijd. Maar misschien heeft hij wel gelijk. 4 Why I’m single. Geen vraag, maar een statement. Waarom, weet ik niet. 5 It’s Me. Da’s een echte filosoof.

Thailand, 20 april – Ik ga nog even door over de vader van mijn vriendin, wiens dood ik gisteren toejuichte. De man was bijna elke dag dronken en soms zo ladderzat dat hij ter plekke neerstortte. ’s Ochtends begon hij al aan de lao khao, een goedkope witte likeur van 35 procent alcohol, gemaakt van kleefrijst. Vader had een kwaaie dronk. Soms draaide hij de hoofdschakelaar van de elektriciteit om. Soms vloog hij mijn vriendin aan; moeder en dochter werkten hem dan vakkundig tegen de grond. Eenmaal gooide hij een hakmes naar haar. Miste gelukkig zijn doel. Toen zijn we naar een kamer verderop in het dorp verhuisd. Tot schande van de familie.

Thailand, 19 april – Op het hemd (geen T-shirt) stond Good Girl. Eronder: Shopping, drinking, dancing. Voor elk woord een vierkantje. Die waren aangevinkt. Ze zag er wel als een goede meid uit, vriendelijk gezicht. Ik schatte haar op een jaar of twintig. Aan de bovenkant van het hemd was iets te zien dat mij een lelijke brandwond leek. Welk drama heeft zich hier afgespeeld? Een pan met kokend water over haar heen gekregen? Straf van een vader met een kwaaie dronk? Dat zou zo maar kunnen. Mijn vriendin is veel geslagen door haar vader. Die man had ook een kwaaie dronk. Gelukkig is hij dood.

Thailand, 18 april – Mijn zelfopgelegde huisarrest tijdens Songkran heeft me drie dagen verlost van de telefoonzombie. Woensdag stonden ze er weer: op het perron van metrostation Huai Khwang, in de metro naar Sukhumvit: de hersenlozen die met hun wijsvingertje of duimpje dingen verschuiven op het schermpje. Nou ja, ze mogen van mij, maar het is geen aangenaam gezicht. Dankzij het huisarrest ook kennis gemaakt met de bezorgdienst van Oishi en S&P. En ik moet zeggen: dat voer viel niet tegen, zij het dat de porties aan de bescheiden kant waren. De Curry Rice (Oishi) en Chicken with Cashew Nuts (S&P) smaakten voortreffelijk, alhoewel de kip varken was.

Thailand, 17 april – Het café-restaurant gedeelte van hotel Sukhumvit Suites heeft sinds kort een naam: Indulge. Indien dit een uitnodiging is voor mateloosheid, is de naam slecht gekozen. Alhoewel… Ik zat schuin achter de Dikke Man. Hij had een buik waar een bierfust van 50 liter in past. Op de tafel stond, nog onaangeroerd,  een glas koffie verkeerd. Er lag ook een kleine telefoon ter grootte van een speelgoedmobieltje. Met zijn dikke Unox-vingers hield hij een matzwarte iPhone vast, of zoiets. Die bestudeerde hij. In zijn oren stak een oortelefoontje. Dat was mijn uitzicht toen ik in Indulge koffie dronk.

Thailand, 16 april – Songkran is voorbij. Het driedaags kinderfeestje is aan mij voorbij gegaan, want ik had mezelf huisarrest gegeven. Kinderfeestje ja, want schieten met een waterpistooltje is een kinderding. Het appelleert aan het Piet-de-Smeerpoets gen in ieder kind of zo u wilt Pippi Langkous. Dat zijn archetypes, die voortdurend in de kinderlectuur opduiken. In Nederland heeft Annie M.G. Schmidt de traditie van het stoute kind voortgezet, maar het is niet doorgedrongen tot de volwassen wereld, Tijl Uilenspiegel uitgezonderd. In Thailand wel. Anderen nat spuiten. Lekker stout zijn. Is dat leuk? Ja, dat is leuk als je de rest van het jaar in het gareel moet lopen.

Thailand, 15 april – Trippel, trappel, trippel, trap. Parmantig stapte voor mij een jonge vrouw de trap af naar het perron van metrostation Huai Khwang. Ze leek haast te hebben, want bij het tourniquet piepte ze voor me. Vrij overbodig: de monitoren meldden dat de wachttijd 5 minuten was. Dus vanwaar die haast? Maar misschien lag de verklaring verborgen in de twee grote bruine enveloppen die ze bij zich had. In de hal van metrostation Sukhumvit, waar ik uitstapte, stond een medewerkster van de Citibank te tetteren. Had ook een man kunnen zijn. Ik discrimineer niet. De parkeerwachter van de Interchange-parkeergarage stond onder een parasol. En gelijk had hij, want de zon brandde genadeloos.

Thailand, 14 april – Ik heb huisarrest. Drie dagen lang zet ik geen stap buiten de deur. Want drie dagen regeert de opgelegde jolijt van Songkran in Thailand. Op het platteland doorgaans ingetogen volgens traditionele gebruiken, in veel grote steden een vrijbrief om bezopen te worden, bezopen op de motorfiets te stappen, anderen te belagen met supersoakers en tuinslangen, in te smeren met talkpoeder, vooral farang zoals ik. Mijn vorige vriendin goot zich tweemaal per jaar in hoog tempo vol met Spy, een mousserende rode wijn: met Nieuwjaar en met Songkran. Anders had ze geen lol, zei ze. Mijn huidige vriendin houdt er gelukkig niet van. Zou ik daarom van haar houden?

Thailand, 13 april – Een Thaise vrouw sprak mij aan bij het verlaten van de metro. Ze had in de metro al onderzoekend naar me zitten kijken. U woont hier zeker al lang, zei ze. Zag ik er zo uit? De vrouw vertelde 20 jaar in de VS te hebben gewoond, wat niet uit haar Engelse accent bleek. Nu was ze teruggekeerd. Back to the roots. Ze vroeg uit welk land ik kwam, wat ik deed en wat Thailand aantrekkelijk voor me maakte. Gelukkig vroeg ze niet wat ik van Thaise mensen vind, want dat is zo’n onzinvraag. Ik heb dan de neiging te antwoorden dat er erg veel Thaise mensen zijn.

Thailand, 12 april – Songkran, het Thaise Nieuwjaar (13 tot 15 april), werpt zijn schaduw vooruit. In de metrostations klinkt muziek – op z’n Thais: hard. Sommige Thai hebben zich al getooid in het Songkran uniform: een flodderig shirtje met bloemmotief. Op Silom Road, een van de plaatsen waar de feestgangers elkaar opzoeken, liggen de supersoakers en emmertjes hoog opgestapeld. Er hangen spandoeken met de tekst dat alcohol en het gebruik van talkpoeder zijn verboden. Maar een verbod in Thailand betekent niet dat je het niet mag doen. En het betekent ook niet dat de politie erop toeziet. Tenzij Oom Agent geld nodig heeft; dan wordt hij ineens erg streng.

Thailand, 11 april – Verdomme. Ben ik eindelijk verlost van mijn disfunctionele schoonfamilie, die kinderen en honden slaat en zich te buiten gaat aan goedkoop gedistilleerd, word ik weer geconfronteerd met het slaan van een kind. In dit geval een meisje dat lijdt aan het syndroom van Down. Het gebeurde voor mijn ogen in Pedros, een barretje dat lang mijn stamcafé was, maar dat ik inmiddels mijd. Op die ene keer na. Begint een van de vrouwen die er animeren, het arme kind met een rietje te slaan. Kutwijf. Lelijk als de nacht ook nog. Ongetwijfeld een kanshebber in de verkiezing van de ouwe hoer (twee woorden) van het jaar.

Thailand, 10 april – Sukhumvit Suites, het restaurant waar ik na de lunch koffie drink, heeft een nieuw kassasysteem aangeschaft. Een systeem met een touch screen, dat gemakkelijker schijnt te zijn dan het oude. Mijn vingers jeuken om de manager erop te wijzen dat de software niet deugt. Ik betaal nu niet 110 baht voor een koffie (da’s behoorlijk aan de prijs, maar daarover zeur ik niet), maar ik moet 111,82 baht neertellen. Dat is de uitkomst van 95 + 9,5 service + 7,32 VAT (7 pct – VAT over service?). Beter is: 93,46 + 6,54 VAT = sub-totaal 100 + 10 service = 110 baht. En ik vraag niet eens een honorarium voor dit advies.

Thailand, 9 april – Ik heb het op deze plaats nog nooit over de Thaise tiet gehad; trouwens ook niet over andere erogene zones – dat komt misschien nog wel een keer. Mannen voor wie de tiet het toppunt van lustbeleving vormt, moet ik waarschuwen. Laat u niet misleiden door wat u in verpakte vorm ziet, want dat kan bij het uitpakken knap tegenvallen. Ik weet dit niet alleen uit eigen ervaring maar ook omdat een voormalige vriendin van mij een naai-atelier heeft (waaraan ik nog een bescheiden financiële bijdrage heb geleverd). Ik heb er bikini’s zien maken; de bh’s werden standaard voorzien van een dik inlegstukje.

Thailand, 8 april – Een Thai en een farang stapten de metro in. Identiek gekleed, wit overhemd met korte mouwtjes, stropdas en identieke rugzak. Geen twijfel mogelijk: familie van de Jehova’s getuigen die je zondagochtend uit je bed bellen. De farang had een blote-billengezicht en vaalrood gemillimeterd haar. Hij haalde een plaatje tevoorschijn, waarop twee mannen in het water staan. Leek me geen plaatje van een homo-zwemuur of een poging tot verdrinking, meer een ticket to Heaven. Hij probeerde tevergeefs drie reizigers te bekeren. In vloeiend Thais; dat moet ik hem nageven. Na twee stations werd zijn plaats ingenomen door een man die naar verschaald bier stonk.

Thailand, 7 april – (Vervolg van gisteren) Is er dan niets aan te merken op Sukhumvit Suites? Jawel. De tv staat op Fox News, een rabiate anti-Obama zender die een modderstroom van kritiek op hem uitspuwt. Het geluid staat aan en er draait gelijktijdig een muziekbandje. En dat is niet de enige bron van geluidsoverlast: het verkeer raast op enkele meters afstand onafgebroken langs, wat bij een gesprek in de open serre een aanslag op de stembanden doet. Maar de inrichting is stijlvol met een mooie plantenbak en stoelen die me aan robuust Zweeds Ikeahout doen denken. En ik word overladen met twee wensen die ik wel kan gebruiken. Wipe that smile on your face (servet) en Live happ-illy (kopje).

Thailand, 6 april – Bestaat er water waar je niet nat van wordt? Ja, dat bestaat, het bewijs wordt onder andere in Sukhumvit Suites geleverd. Daar draaien ventilatoren, elk uitgerust met twee spuitmondjes. Ze spuiten een fijne waas van water de lucht in. Maar de stemmig zwartmarmeren tafelbladen worden niet nat, mijn brillenglazen worden niet nat, het papier waarop ik aantekeningen voor mijn columns maak, wordt niet nat. In Sukhumvit Suites drink ik rond het middaguur koffie. Ze schenken Illy, een van de topmerken. Krijg er een kannetje warme melk en suikerklontjes bij, beide vrij uitzonderlijk hier. Inmiddels ben ik gepromoveerd tot stamgast, resulterend in 20 baht korting op de koffie. (Wordt vervolgd)

Thailand, 5 april – Sinds kort wordt in de metro gewaarschuwd voor zakkenrollers. Een rood gestileerd geslachtsloos poppetje doet bij een dito wit figuurtje een greep in een handtasje. In tuktuks ben ik al een waarschuwing tegengekomen voor lieden die op de motorfiets passeren, en passant een tasje weg graaiend. En op straat kwam ik ook al een waarschuwingsbord tegen. Het lijkt wel hoogseizoen voor het dievengilde. Laat ik een simpele tip geven, gebaseerd op wat de meeste Thaise vrouwen doen. Draag het tasje kruiselings over de schouder en hang het voor uw buik. Niet op de rug, want u heeft geen ogen in uw rug.

Thailand, 4 april – (Vervolg van gisteren) Goed. Ik hoorde dus een stem. Een Thaise stem. Een strenge stem. Voor zover ik dat kon volgen, werd dezelfde boodschap tweemaal herhaald. Wat was er gebeurd? Ineens drong het tot me door. Had tegen de zijkant geleund en moet met mijn schouder het knopje hebben ingedrukt. De ontwerper heeft duidelijk geen rekening gehouden met die mogelijkheid. Hij zou in de leer moeten gaan bij de ontwerper van de roltrappen, want daar liggen de noodstopknoppen verzonken in een kokertje. Ik denk dat de constructeur uitgegaan is van de gemiddelde lichaamslengte van Thais. Op misbruik van de intercom staat een boete. Niet gekregen.

Thailand, 3 april – Opeens hoorde ik een stem. Hij kwam niet van boven – nee, stel je voor. Hij kwam van de zijkant. Daar zit in de metro aan één kant naast de deuren de intercom met een luidsprekertje en een knopje. Die biedt de mogelijkheid met de bestuurder te praten. Niet dat ik daar behoefte aan had, hooguit om hem te vragen de airco een paar graadjes omhoog te draaien, want ik stond weer eens te rillen van de kou. Ik hoefde hem niet te vragen op te schieten, want dat deed hij al. Ik had hem natuurlijk een goeiemorgen kunnen wensen, want een metro besturen lijkt mij een eenzaam bestaan. (Wordt vervolgd)

Thailand, 2 april – (Vervolg van gisteren) Daar zat ze, prinses Malee. Het moest haar zijn. Ik herkende haar van het plaatje in mijn sprookjesboek. Grote vragende ogen, eigenlijk te groot voor haar kleine en fijne gezichtje. Een prachtig wit zijden  jurkje, dat haar erg goed stond, met een grote witte strik van tule. Daar overheen een roze vestje. Aan haar schattige voetjes staken twee slippers met diamantjes verwerkt in de bandjes. Ze was verdiept in haar mobieltje. Dat hield ze vast met haar slanke vingers. Maar wat deed ze? Ze speelde geen spelletje, want prinsesjes spelen geen domme spelletjes. Ik denk dat ze naar foto’s van kikkers keek.

Thailand, 1 april – Jongens en meisjes. Er was eens een prinsesje. Ze heette Malee en woonde in een land hier ver vandaan. Haar vader was de koning van dat land en haar moeder de koningin. Malee was een vlijtig Liesje, altijd maar bezig. Op zekere dag dacht ze: gewone mensen gaan op vakantie, ik ga ook op vakantie. Ze ging naar Thailand, dat leek haar een mooi land met vriendelijke mensen, die altijd lachen. En een beetje lach kon ze wel gebruiken want prinsesje spelen is een serieuze zaak. Laat ik haar nou vandaag in de metro gezien hebben. (Wordt vervolgd)

Thailand, 31 maart – Geen alledaags gezicht: een vrouw die in de metro de bijbel staat te lezen. Kon het bijbelboek niet zien, maar zag wel dat het een boek van het Oude Testament was. De vrouw (geen Thaise) zag er gewoontjes uit. Vuile sneakers, vormeloze spijkerbroek, flodderig bruin shirt. Onmodieus krulhaar, de zonnebril boven op het hoofd, paars rugzakje. Ze stapte in Phetchaburi in en in Sukhumvit uit en las het gehele traject. Heb in Khao San Road, het walhalla van de rugzaktoerist, wel eens twee vrouwen gezien die het evangelie verkondigden. Misschien was zij ernaar op weg. Had ze nog een hele reis voor de boeg.

Thailand, 30 maart – Veel expats in Thailand vervelen zich dood, luidde een ‘Stelling van de week’ op Thailandblog. De posting scoorde 3.635 pageviews door 3.167 unieke bezoekers en 79 (sic!) reacties. Ik heb van mijn levensdagen nog nooit zoveel ontkenningen zien langskomen. De een heeft het nog drukker dan de ander, nu hij Nederland voor Thailand heeft verruild. De vleesgeworden verveling zag ik aan de kop van Soi Cowboy. Twee stevige, getatoeëerde  kerels in flodderige, in Thailand gemaakte korte broek zaten voor een biljartzaal aan het bier. Het was twaalf uur. Toen ik na de lunch terugkwam, zaten ze er nog.

Thailand, 29 maart – Eén gek kan meer vragen dan tien wijzen kunnen beantwoorden. Die gek ben ik en jullie zijn de wijzen. Vertel me eens: blijft een rugzak een rugzak heten als hij op de buik wordt gedragen, zoals ik hier vaak zie. Of moet ik hem buikzak noemen? Heet een paraplu nog steeds een paraplu als ik hem ter bescherming tegen de brandende zon uit klap. Of loop ik dan onder een parasol? Waarom draagt iemand een pet met een zonneklep achterstevoren? Die klep dient er toch voor om te voorkomen dat de zon in je ogen schijnt. Draait de zon dan ineens 180 graden? Zijn dat gekke vragen?

Thailand, 28 maart – ‘k Heb mijn wagen volgeladen, vol met… Ik moest aan dit kinderliedje denken toen ik een metrorijtuig instapte, waarvan de meeste stoeltjes werden bezet door moslimleerlingen van de Prasanwithaya school. Allemaal junior highschool meisjes, gestoken in een schooluniform bestaande uit zwarte trainingsbroek met brede groene bies, groen shirt en zwarte hoofddoek. Een mooie kleurcombinatie: diepdonkergroen en zwart, en een mooi contrast: de sportieve broek vs de strenge hoofddoek. Het waren geen stadsmeisjes, ze hadden de donkere huidskleur van het platteland. Er werd maar weinig gepraat en geen enkel meisje was verdiept in een mobieltje. Dat beviel me zeer.

Thailand, 27 maart – (Vervolg van gisteren) Een tuktuk arriveert, volgeladen met groente, vis en andere benodigdheden. Allemaal verpakt in een plastic zak. De plastic eilanden in de oceaan moeten Thais grondgebied zijn. De bestuurder helpt mee met uitladen. Uit de keuken klinkt het gerammel van potten en pannen. Daar worden de gerechten voorbereid die buiten voor het hotel onder een afdak van zeildoek worden verkocht. Drie eenvoudige tafeltjes, een wagentje en een vitrine. Het zaakje is populair, er staan altijd veel klanten, de hoeveelheid voedsel is fors. Om half zes wordt de krant bezorgd en begint mijn werkdag. De grens tussen donker en licht zal pas later opengaan.

Thailand, 26 maart – Ik zoek graag om 5 uur de koelte van de nakende ochtend op. Een van de drie werksters is al aan het werk, ze dweilt de hotelhal. In de receptie ligt de nachtreceptioniste op de vloer te slapen met haar baby. Ze is nog net zo dik als toen ze zwanger was. De nachtportier ligt onderuit gezakt op een fauteuil die zijn beste jaren heeft gehad. Buiten passeert een enkele motorfietser. Een jongedame in een hotpant van spijkergoed koopt in het kruidenierswinkeltje limonade. Het flesje wordt uitgeschonken in een plastic zakje. Berg ijs erbij, rietje en lebberen maar. (Wordt vervolgd)

Thailand, 25 maart – Da’s nou pech hebben. Een week te laat zag ik een uitnodiging voor een cocktail reception. Twee uur gratis drinken en slap ouwehoeren, niet te versmaden. De vernissage was gehouden in Dick’s Café Bangkok, waar ik na het avondmaal doorgaans koffie drink. Had de schilderijen al zien hangen, was er trouwens getuige van geweest dat de kunstenaar prijskaartjes maakte. Vond er niet veel aan, enkele deden me denken aan Picasso, maar die kon het beter. De prijzen waren niet misselijk: ik noteerde 18.000 en 25.000 baht. Zijn laatste werk noemt hij op zijn Facebookpagina ‘My new masterpiece’. Grote productie, dat wel. Actief baasje, die Justin Love.

Thailand, 24 maart – De open serre van Sukhumvit Suites (zie FB 1 feb 2012), destijds mijn uitkijkpost, is niet meer. Ook de receptie van het hotel, restaurant en het zitje erachter zijn niet meer. De receptie is verhuisd naar de eerste verdieping, het restaurant is opgeschoven en op de plaats van serre en receptie bevindt zich nu een échte uitkijkpost, ruim 1 meter boven straatniveau. Stijlvol gemaakt met marmer en hout en dat vertaalt zich in de prijs van een kopje koffie van 110 baht. Langs de post passeren onafgebroken voetgangers. Het valt me op dat kledingontwerpers geen rekening houden met mijn zichtlijn. Soms is dat een genoegen.

Thailand, 23 maart – Een fikse regenbui met enkele welluidende donderslagen deed zaterdag het kwik zakken naar een temperatuur die we hier ‘jen sabaaj’ (lekker fris) noemen. En dat konden we wel gebruiken na dagen ‘rhon’ (heet). Hoeveel graden C daarmee corresponderen kan ik niet zeggen, want ik meet de temperatuur niet in graden maar in kledingstukken. ‘Rohn’ is T-shirt weer, ‘jen sabaai’ poloshirt weer. Zaterdag was het dus poloshirt weer, maar ik ging in T-shirt op pad en dat viel tegen, met name in de metro waar de airconditioning doorgaans op vrieskou staat. Volgende maand is het ‘rohn maak maak’ (heel heet). Welk kledingstuk zou daarvoor geschikt zijn?

Thailand, 22 maart – Ik had het weer (zie FB 10 maart). Een observatie en het decor verschoof abrupt van Thailand naar Nederland. Dat kwam door het rokje van een meisje dat voor me in de metro stond. Ik zat en keek er recht tegenaan. Het was een rokje met dunne verticale rode strepen en dunne witte tussenruimtes. Ik was ineens in Scheveningen. Waren het windschermen? Ligstoelen? Tentjes? Ik weet het niet. Daar zat ik op mijn knieën bij een berg zand, maakte gangen en goten waardoor een tennisbal kon rollen. En ik bouwde een kasteel aan de waterkant, dat door de branding werd aangevallen.

Thailand, 21 maart – Beste jongens en meisjes, vandaag gaat de aardrijkskundeles over Thailand. Dat is een groot land, veertien keer zo groot als Nederland – groot hè – en het ligt een heel eind weg. Als je ernaar toe wil, moet je het vliegtuig nemen. Daar krijg je lekker eten, je kunt filmpjes bekijken en spelletjes spelen. Maar je kunt natuurlijk ook je eigen spelcomputer meenemen. Als je aankomt, moet je je paspoort laten zien. Daar krijg je een mooi stempel in. Dan mag je 30 dagen blijven. Hoeveel weken is dat? Vier weken plus twee dagen. Heel goed. En dan gaan we nu de tafel van zeven oefenen. Allemaal: 1×7 is 7….

Thailand, 20 maart – Ik was nog nooit binnen geweest, wel er vaak langs gelopen: Terminal 21, een vrij nieuwe gigagrote winkelmall op de hoek van Sukhumvit en Asok-Montri. Het complex viel me erg mee, want in tegenstelling tot andere malls bevat het veel lucht, zodat je geen last van claustrofobie krijgt. Elke verdieping heeft een thema: Londen, Istanboel, San Francisco, Parijs. Hoogtepunt van mijn excursie was een bezoek aan de wc. Op de leuning van de combi bidet-wcpot bevindt zich een paneel met 13 knopjes, onder andere om de watertemperatuur en de temperatuur van de zitting te regelen. En een stop-knop. Wat die stopt, weet ik niet. ‘k Heb wel een vermoeden.

Thailand, 19 maart – Ik spreek een heel klein beetje Thais. Genoeg om te vragen waar de wc is, te weinig voor een gesprek. Als een Thai me niet verstaat, ergert me dat. Een zelfde uitdrukking wordt soms door de een wel en door een ander niet verstaan. Dat gebeurde me lange tijd bij tuktuk bestuurders als ik Nathong 1 zei, het straatje met mijn hotel. Tot ik erachter kwam, dat ik de toon verkeerd had. Nu verstaan ze me altijd. MRT Huai Khwang zeg ik ook niet meer, het is nu rod faj fa. Rod faj betekent trein, de toevoeging fa (?) brengt me bij het metrostation.

Thailand, 18 maart – Ik heb iets dwangmatigs met lezen. Als ik iemand zie die een T-shirt met tekst draagt, moet ik die lezen. Wanneer er dan een tas voor hangt, zou ik de persoon het liefst vragen die even opzij te schuiven. Teksten zijn soms hilarisch, soms seksueel getint, soms uitdagend, soms raadselachtig. Zag een farangvrouw die wist te melden ‘I am not a tourist, I live here’. So what? Zag het logo van Pepsi, waarbij de merknaam was veranderd in Sexsi. Humor?! Op het zwarte T-shirt van een meisje las ik ‘Boy’ (O ja?) en ik bespeurde ‘Amsterdam’ op een T-shirt. Dat maakte mijn dag goed, alhoewel ik Rotterdammer ben.

Thailand, 17 maart – ‘Die winter is vergangen, Ik zie des meien schijn, Ik zie die bloemkens hangen, Des is mijn hart verblijd’, neurie ik zacht voor me uit, terwijl de zon mijn botten masseert. De zon mag dat, masseuses niet want die doen mij pijn. Ja, de winter is vergangen in Bangkok, maar in plaats van ‘meien schijn’ zie ik een zomerzon, die nu nog welkom is, maar volgende maand verandert in een koperen ploert. In mijn hotelkamer staat bijna de hele dag de ventilator te draaien. Ik heb weliswaar een airconditioning, maar die gebruik ik niet. Te duur, te koud, te ongezond.

Thailand, 16 maart – Voor het hotel waar ik een kamer heb, heb ik al tweemaal een Mercedes-Benz SLK 200 Roadster in het parkeervak gezien. Splinternieuw want (tijdelijk) rood nummerbord. Het is een tweezitter, chic-grijs, met een fantastische stroomlijn. Als alle vrouwen zo’n stroomlijn zouden hebben, zouden er geen lelijke vrouwen zijn. In Nederland kost dit juweeltje 50.000 euro (exclusief accessoires), hoeveel je er in Thailand voor moet neertellen, weet ik niet. Wat doet zo’n wagen voor Baan Kaew Mansion, een hotel waar de duurste kamer 800 baht (€ 20) per nacht kost? Zo’n wagen verwacht je op het parkeerterrein van het Oriental Hotel. (P.S. Hij is niet van mij.)

Thailand, 15 maart – Wanneer iemand mij vraagt: hoe was Thailand, sta ik met mijn mond vol tanden (voor zover ik die nog heb). Meestal zeg ik: het was warm en laat het daarbij. Waarom? Wat weerhoudt me meer te zeggen? De vooroordelen en clichés over Thailand? De gedachte dat het meer een beleefdheidsvraag was dan oprechte belangstelling? Ja en nee, dat hangt van de vraagsteller af. Maar de eigenlijke reden is dat ik het zelf niet goed weet. En daarom schrijf ik sinds november 2011 dagelijks een column. Over hoe Thailand is. Het Verhaal Thailand komt nooit af, dat weet ik wel.

Thailand, 14 maart – Ik meende laatst een succesje te kunnen boeken in mijn onwetenschappelijk onderzoek naar het gebruik van het iMonster in de MRT (ondergrondse metro). Mijn ultieme doel is een rijtje van zeven passagiers te signaleren, die zich niet schuldig maken aan dit tijdverdrijf dat tot verweking van de hersenen leidt. Van de zeven die ik zag, luisterden twee naar muziek. Oké, mag. Eén vrouw haalde een mobieltje uit haar tas. Oei. Maar ‘t was voor een kort telefoongesprek. Mag ook. Bij een station nam een mooie meid de plaats in van een luisteraar. Ze gebruikte haar mobieltje als spiegeltje bij het lippenstiften. Ik ben soepel: mag.

Thailand, 12 maart – Waar ’s avonds het neon regeert en de lucht bezwangerd is van lust, heerst overdag de rust van een begraafplaats. Er staan enkele keukenwagentjes waarop gerechten worden bereid die mijn goedkeuring niet kunnen wegdragen. Soy Cowboy, een van de drie bekendste straten van vertier in Bangkok, dommelt, maar rond het middaguur stroomt de straat vol met kantoormiepen. Ze nemen plaats op de krukken, waarop ’s avonds de bargirls in piepkleine bikini’s zitten, vanaf die positie Welcome roepen en wat ernstiger is mij negeren. De metamorfose tot lunchroom duurt niet lang. Wanneer de soep met noodles is verorberd, vertrekken de dames en dommelt SC weer in.

Thailand, 11 maart – Als ik metrostation Sukhumvit uitstap, krijg ik telkens een schok. Het beeld dat de kruising zes weken vertoonde met podium, videowalls, tenten, EHBO-post, keukentent, iglotentjes, verkooppunten met actieprullaria zit nog steeds – om een computerterm te gebruiken – in mijn cache. Het duurt even voordat het geactualiseerde beeld voorschuift van files en voor verkeerslichten wachtende rijen auto’s en motorfietsen. Iets anders: ik zie soms dubbelgangers van Nederlanders in Thailand. Laatst een vrouw die en profile sprekend op Monique van de Ven leek. Gelijk begon Turks Fruit in mijn hoofd te draaien. Zie ook wel eens dubbelgangers van Vlaardingers. Maar nog niet van mezelf.

Thailand, 10 maart – Soms duikt ineens Nederland op in Thailand in de vorm van een associatie en een herinnering. De roltrap naar de hal van metrostation Huai Khwang is lang. Die doet me denken aan de roltrap van de voetgangers- en fietserstunnel onder de Nieuwe Maas. De lengte zal niet veel schelen, maar hij lijkt me minder steil dan zijn Rotterdamse broertje. En hij is beduidend minder mooi, want broertje is van hout (nog steeds?). Als kind was het een feest heen en weer te gaan, telkens weer. Op fiets en bromfiets moest je stevig leunen om hem in bedwang te houden. Die beelden komen steeds terug als ik er sta.

Thailand, 9 maart – (Vervolg van gisteren) Laat ik eens de rijstijlen van de bestuurders onder de loep nemen. Ik beschrijf het ritje van hotel naar metrostation Huai Khwang: straatje uit, rechtsaf soi 7 in, einde links Ratchadaphisekweg, na massagesalon Emmanuelle de weg af, parkeerterrein op. De vrouw rijdt beschaafd, remt voor de verkeersdrempels in soi 7, geeft daarna geen dot gas en rijdt ook langzaam over de ongelijk liggende putdeksels op de Ratchadaphisekweg. De gevaarlijke jongens scheuren als een gek, negeren vaak de verkeersdrempels (arme billen) of remmen wel en draaien daarna het gas weer vol open. Dat ze daarmee een aanslag op hun portemonnee doen, lijkt hen niet te deren.

Thailand, 8 maart – In mijn straatje is een standplaats met motortaxi’s. Er zijn vijf mannelijke bestuurders en er is één vrouw. Bij de vrouw zit ik het liefst achterop. Niet omdat ze van het vrouwelijk geslacht is, want zo mooi is ze niet en ze kijkt altijd gemelijk, maar omdat ze voorzichtig rijdt. Bovendien is het zadel comfortabel breed. De motorfiets van haar vriend [?] heeft een smal klein zadel, maar hij rijdt wel oké. Bij twee bestuurders ga ik niet meer achterop zitten. Die scheuren als een gek en halen gevaarlijke inhaalmanoeuvres uit. Als die er als enigen zitten, loop ik door en neem een tuktuk. (Wordt vervolgd)

Thailand, 7 maart – Wie zich in Thailand vestigt en niets omhanden heeft, kan maar beter in Nederland blijven, is mijn overtuiging. Ik herinner me een bar in Buri Ram, Junglebar geheten, waar elke ochtend een groepje expats al aan het bier zat en ouwehoerde over Thaise vrouwen (die natuurlijk niet deugden) en voetbal. In het restaurant waar ik gisteren de avondmaaltijd gebruikte, lag een man – of was het een vrouw, dat kon ik niet goed zien – te slapen in zijn stoel. Hoofd op de armleuning, twee aangebroken flesjes bier op tafel. Groezelige kleding, piekhaar. Een toonbeeld van verloedering. Gelukkig snurkte hij niet.

Thailand, 6 maart – Mijn op 16 februari gestart onwetenschappelijk onderzoek naar de telefoonzombie heb ik moeten beperken tot de MRT (ondergrondse metro) omdat ik zelden met de BTS (bovengrondse metro) reis. Zegt dat iets over mijn karakter? In de MRT bevinden zich tussen de deuren aan beide zijden van een voertuig zeven kuipstoeltjes. Mijn eerste cohort scoorde links 7 en rechts 3. Een score van 0 wil maar niet lukken. Dacht er pas een te pakken te hebben, maar de achterste passagier zat toch haar iMonster te bespelen. Bonuspunten voor een man die een boek las, een moeder die haar baby de fles gaf en een studente die met een viltstift collegestof markeerde.

Thailand, 5 maart – Proviand voor een week (2):
Maandag: http://youtu.be/cVY95jKfNug
Dinsdag: http://youtu.be/Us-TVg40ExM
Woensdag: http://youtu.be/h02pNUKInBo
Donderdag: http://youtu.be/JKPvx38D4GM
Vrijdag: http://youtu.be/ERYY8GJ-i0I
Zaterdag: http://youtu.be/1Kl6u6rIbPo
Zondag: http://youtu.be/fl2WJdn3qOE
Toegift: http://youtu.be/W9iQ0pcSVIM

Thailand, 4 maart – (Vervolg van 2 maart) Terwijl ik bedachtzaam de spaghetti om mijn vork draaide, vier Japanners naast me een wedstrijd ‘wie kan het hardst praten’ hielden en de geluidsinstallatie mij trakteerde op de leugenachtige zin ‘You’re so beautiful’, was ik getuige van de eerste fase van een onderhandelingsproces dat horizontaal zou kunnen eindigen. Recht tegenover me voerden een Thaise deerne en een oudere Japanner een geanimeerd gesprek. Ze lachten veel. De deerne raakte telkens het bovenbeen van de man aan. Terloops, maar niet per ongeluk. De man steunde met zijn rechterarm op de leuning van de bank maar raakte haar niet aan. Ze vertrokken samen. (Wordt niet vervolgd)

Thailand, 3 maart – Het kruispunt is weer kruispunt, waarvoor een kruispunt ook bedoeld is. De geluidsoverlast van hysterisch actiegeschreeuw, ondersteund door gefluit, is vervangen door uitlaatgassen. Ja, beste mensen, vier protestlocaties in Bangkok zijn dit weekend (vrijwillig) ontruimd. Na zes weken. Kwam zondag op Asok. Raar gezicht: geen iglotentjes, tenten, tafels, videowalls, podium, EHBO, keukentent meer. Binnen een dag en een nacht weggehaald en schoongemaakt. De uitgedunde protestbeweging heeft zich genesteld in het Lumpinipark. Maar daar kom ik zelden. Ik denk dat ik het nog ga missen. Overdag was Asok één grote markt, ’s avonds stroomde de locatie vol en leek het kruispunt op een buitenbioscoop. Gezellig hoor!

Thailand, 2 maart – Nadat ik de spaghetti bolognese had afgekeurd als te zwaar, was de vraag: wat nu? Ik gokte op de spaghetti chicken steak. Die spaghetti bleek prima bereid met behoorlijk veel knoflook waar ik geen bezwaar tegen heb (misschien mijn gezelschap wel). De frietjes en kip nam ik er voor lief bij. Voor goeie frieten moet je in België zijn. Ik heb het over Sarica, een restaurant waar veel Japanners komen. Luidruchtige lui. Ze arriveren vaak in gezelschap van Thaise deernen. Thaise deernen komen ook wel eens alleen binnen, ze kijken zoekend rond en vertrekken weer. Sugar daddy is er dan zeker nog niet. (Wordt vervolgd)

Thailand, 1 maart – Zat in de metro tegenover een aantrekkelijke vrouw. Een ladyboy, te zien aan haar strottenhoofd. Goddelijke benen, slanke vingers, lang ravenzwart haar en een verrukkelijk klein pijpmondje. Iets te bolle wangen en een gelaatsuitdrukking die het midden hield tussen neutraal (positief bezien), en verveeld en chagrijnig (negatief). Het lukte me niet haar blik te vangen. Bij de tweede stop stapte ze uit en werd haar plaats ingenomen door een vrouw. Een gewone vrouw, niets bijzonders. Ze had een linnen tas van Harrods bij zich met een tekening van de gevel. Prachtige art nouveau gevel; had ook wel wat.

Thailand, 28 februari – Ik werd gisteren met een existentieel probleem geconfronteerd. Nou ja, existentieel? Eigenlijk een probleem van niks. Ik liep naar beneden met twee plastic zakken: een met het afval uit de prullenmand en een met wasgoed. Beneden had ik de keus tussen rechtsaf slaan naar de afvaltonnen achter het hotel en rechtdoor naar het wasserijtje in het pand. Wat als eerste te doen? En wat als ik de zakken zou verwisselen? In elke ton zit een vuilniszak die mij doet denken aan mijn Komo-zakken in Vlaardingen; ze zijn alleen een forse maat groter. Dat schept een band. De keus was niet moeilijk.

Thailand, 27 februari – Soms wandel ik naar metrostation Thailand Cultural Centre. Goed voor de spieren en spaart 1 baht op de metrorit uit. Gisteren liep ik er weer. Zag zoals gebruikelijk veel groepjes mannen die zaten te zuipen. Ik had net op de website van de krant gelezen dat roodhemden het kantoor van de staatscommissie tegen corruptie met kettingen hadden gebarricadeerd. Die commissie doet onderzoek naar corruptie in het subsidiesysteem voor rijst en de rol van premier Yingluck. Ze zou de zaak op zijn beloop hebben gelaten. Op zo’n moment denk ik: Thailand is een primitief land, Thai zijn primitieve mensen, politiek is vier keer niks. Heel ongenuanceerd. Mag het een keer?

Thailand, 26 februari – Als op metrostation Huai Khwang een beeldschoon meisje een sprintje neemt naar een trein, die op het punt staat te vertrekken, is de vraag: volgen? Maar waarom zou ik dat doen? Om de afspraak niet te missen, die ik niet heb? Om niet het risico te lopen dat het eten op is in het restaurant waar ik naartoe wil gaan? Geen probleem, er zijn talloze andere eetgelegenheden in de buurt. Om niet de kans te lopen dat de volgende metro panne heeft en dat het metroverkeer de rest van de dag gestremd is? Misschien gebeurt er wel iets heel engs met de metro die voor mijn neus vertrekt.

Thailand, 25 februari – Er is veel bijgeloof in Thailand. De amulettenhandel floreert. Daar schijnt veel geld in om te gaan. Vooral amuletten, ingezegend door een monnik, zijn goud waard – voor de verkopers, maar ook voor monniken die niet vies zijn van een leuke bijverdienste. Bij monniken kun je trouwens ook terecht om een lucky number te ‘kopen’.  Voor de staatsloterij. Een merkwaardig gebruik vind ik een muntje in je oor. Het 1 baht muntstuk past er geloof ik in. Brengt geluk en beschermt. De poep van het koalabeertje doet het ook erg goed als talisman. In Japan weliswaar, maar misschien waait het nog eens over.

Thailand, 24 februari – Losse flodders. 1 Een vrouw draagt een wit shirt met de afbeelding van Donald Duck. Hij heeft zijn bek opengesperd. Ik hoor in gedachten de kwaakstem van DD in films van Walt Disney en vraag me af: zou die vrouw ook zo kwaken? 2 Zie de laatste tijd veel vrouwen in rokjes, jurken en laatst nog een in een jasje met een bloemetjesbehang motief. Wat willen ze daarmee zeggen? 3 Een rijtje tuktuks. Ik moet de achterste nemen, want die is aan de beurt. Dat valt me nu pas op. In Nederland zou de voorste aan de beurt zijn.Thailand,

23 februari – Vinden Thaise mensen een metroritje dermate vervelend dat ze, eenmaal gezeten, direct hun iDing tevoorschijn halen om te gaan gamen, sms-en of telefoneren? Of nog erger: deze bezigheden bedrijven terwijl ze instappen? Vinden Thai een etentje in een restaurant dermate vervelend dat ze, eenmaal gezeten, direct hun iDing in stelling brengen? Of nog erger: daarmee onder het eten doorgaan? Vinden Thai een face-to-face gesprek dermate onbelangrijk dat ze het zonder blikken of blozen abrupt onderbreken, wanneer ze gebeld worden? Ik noem ze zombies, alle mensen die het iDing behandelen alsof het door Onze Lieve Heer geschapen is. Ze zijn al dood, alleen ze stinken nog niet.

Thailand, 22 februari – De padvinderij is een grote jeugdbeweging in Thailand. Da’s niet zo vreemd, want lagere-school leerlingen zijn er automatisch lid van. Eenmaal per week verruilen de leerlingen hun schooluniform voor het padvindersuniform. Wat ze die dag doen, weet ik niet. Misschien leren ze de platte knoop, schootsteek, paalsteek en mastworp knopen of een houtvuurtje aansteken met maximaal drie lucifers. Over uniformen gesproken: als iets Thailand typeert, dan zijn het uniformen. Parlements-,  kabinetsleden en de rechtelijke macht dragen bij bijzondere gelegenheden een hagelwit uniform. Bank- en winkelpersoneel, fabrieksarbeiders, gedetineerden, agenten, soldaten, defensievrijwilligers, de dienstertjes van MK Restaurants – ze zijn allemaal uniform gekleed. Saai hoor.

Thailand, 21 februari – Ik zit in de metro te midden van zombies, drie ter linkerzijde, drie ter rechterzijde; allen verdiept in mobieltje of iDing. Recht tegenover mij een kathoey of lady-boy. Op een schaal van 1 tot 10 (baggervet tot anorexia) scoort ze een 7. Ze is langer dan de gemiddelde Thai, ze heeft Marlene Dietrich-benen, mooi golvend lang haar en donkere ogen. Kortom een beauty. Ze leest een dik boek. Is al halverwege en moet soms licht glimlachen. Een kassabon dient als boekenlegger. Daarmee wint ze mijn sympathie, want mensen die het hoekje van de bladzijde omvouwen, zijn barbaren.

Thailand, 20 februari – Uitzicht op zeven passagiers in de metro. V.l.n.r.: Vrouw in geel shirt met rode strepen op de mouw, verdiept in mobieltje. Jong ernstig kijkend meisje met Assepoester-muiltjes (getoverd door de fee), kort actief op mobieltje. Twee vrouwen in gesprek met elkaar. De een heeft een papieren boodschappentas met een mooie tekening en de tekst ‘Pattani. Cultural Tourism’, de ander een plastic tas van Harrods. Een jongeman met flaporen en een Gandhi-brilletje. Een man, ik vermoed ex-vrachtchauffeur, nu eigenaar van een transportbedrijf. Zijn vrouw, ogen dicht, type handwerkjuf voor het helaas afgeschafte mooie lagereschoolvak nuttig handwerken, dat ik niet mocht geven. Wel handenarbeid en gymnastiek.

Thailand, 19 februari – Ik ga nu een vies praatje houden. Het gaat over pies en poep. Nou, die woorden moet je niet gebruiken, anders ga je er naar ruiken (Stratemakeropzeeshow) Dus als je er niet tegen kunt, moet je nu stoppen met lezen. Ze zeggen dat vrouwen veel beter dan mannen kunnen multitasken. Misschien is dat zo, maar ik kan ook multitasken. Ik kan tegelijk mijn tandenpoetsen, poepen en een column bedenken. Deze column is op die manier ontstaan. Ik heb wel gemerkt dat je even moet pauzeren met tandenpoetsen als die bruine jongen eruit wil. Maar dat is een enkele seconde. Dat telt niet. Zeg, is dit praatje vies of niet?

Thailand, 18 februari – Behalve het onwetenschappelijk onderzoek naar telefoonzombies (FB 16 febr) doe ik nog een tweede onderzoek. Waar en wanneer kun je in Bangkok het gemakkelijkst oversteken? In een drukke straat of in een stille straat? Een drukke straat heeft als voordeel dat het verkeer er vaak stil staat, dus dat zou gemakkelijk moeten zijn. Maar je moet wel beducht zijn op motorfietsers, die als vlooien opduiken. Een stille straat heeft als voordeel dat er weinig verkeer rijdt (goeie observatie, Dick!), maar dat maakt je misschien balorig. Je denkt: hier kan ik wel met mijn ogen dicht oversteken. Dat moet ik beslist afraden.

Thailand, 17 februari – Protesteren leidt tot creatieve ideeën, wellicht ook om na twee maanden de verveling te verdrijven. Op de protestlocatie Asok waar ik vaak kom, zijn enkele kermisattracties verrezen. Niet altijd even smaakvol zoals het bord met portretten van politieke tegenstanders waar je met pijltjes naar kunt gooien. Nee, dan ringwerpen naar portretten met verlengde neuzen. Die lange neuzen moeten een statement zijn. Er staan ook zetstukken: twee grote Valentijnsharten en een zetstuk met een levensgrote afbeelding van de Führer, Herr Suthep Thaugsuban. Je gaat er naast staan. Klik. En je hebt een mooie herinnering aan een hete koele winter in Bangkok.

Thailand, 16 februari – Mijn trouwe lieve lezeressen en beste lezers weten dat ik gek ben op onwetenschappelijke onderzoeken. Mijn jongste project is een vergelijkende studie naar telefoonzombies in de MRT (ondergrondse metro) en BTS (bovengronds). In welke metro zitten meer zombies? De sub-studie gaat over de verschillen tussen de linker- en rechterkant van het voertuig – alleen de zitplaatsen. Ik nummer de cohorten. MRT 1: Links 7, rechts 3. Dat gaat al de goede kant op, nu nog wachten op een gelijkspel. BTS 1: Links 6+, rechts 0 plus bonus. Het plusje omdat een jonge vrouw haar mobieltje op haar schoot had liggen. De bonus voor een vrouw, die een boek las.

Thailand, 15 februari – Gisteren was (ook in Thailand) Valentijnsdag. Een flink deel van de jongeren denkt dat je op die dag je meisje moet bespringen om te tonen dat je van haar houdt. Als ze dat niet wil, zeg je: Je houdt niet van me. Ik bedenk het niet, maar jongens zeiden dat in een peiling. Het verwijt ‘Je houdt niet van me’ is wel het meest belegen argument dat ik ken. Als meisje zou ik zeggen: Dus ik ben alleen goed voor de seks? Een verstandige jongen zegt: ‘Je wil niet? Dus je houdt niet alleen vanwege de seks van me.’ Maar te veel jongens denken alleen met hun pik.

Thailand, 14 februari – Zowel op de heen- als op de terugreis zag ik in de metro dezelfde knaap met op zijn shirt in knoertgrote letters Fuck the police (in kapitalen). Niet een verwensing waarmee je je karma bevordert, dunkt me. Nu kan het zijn dat hij op de gelijknamige band doelt. In dat geval zou het een terechte sneer kunnen zijn, alhoewel ik besef dat ik hiermee Police-fans op hun tenen trap. Ernstiger is het als hij het politiekorps bedoelt. De Thaise Hermandad mag dan de meest corrupte staatsdienst zijn, je mag oom Agent niet beledigen. Het is goed dat hij er niet het bijbehorende vingergebaar bij maakte.

Thailand, 13 februari – Ik weet ‘t: het klinkt hard, maar als ik langs een bedelaar loop, doet me dat niks. Man, vrouw met kind, kind alleen, gehandicapte – soms geef ik wat, kleingeld, meestal niets. Een vervuilde zwerver die op straat ligt, een dronkelap die zijn roes uitslaapt – het is geen aangenaam gezicht, maar het doet me niks. Maar iemand in een vuilnisbak zien graaien om er iets van waarde uit te halen – blikjes, flessen, papier – doet me veel. Dat vind ik zo mensonterend. Zo smerig ook want dat gebeurt met blote handen. Ik stel me zo voor wat die handen allemaal kunnen tegenkomen en dat leent zich niet voor publicatie.

Thailand, 12 februari – Lijden Thais collectief aan een burgariisfobie (inbraakfobie)? Elke keer als ik door het achterbuurtje achter mijn hotel loop, verbaas ik me over de hekken voor elk huis: rolluiken, hekken, harmonicahekken. Zelfs de meest armoedige woningen hebben een hek. Wel een lelijk hek, maar ’t is een hek. En wat zou daar nou te stelen zijn? In mijn hotel hebben deuren aan de binnenkant een dievenklauw en aan de buitenkant een uitsteeksel bestemd voor een hangslot. Beide extra beveiligingen, want de deurknop kan vergrendeld worden. Mijn overburen zijn het levende bewijs. Als hij of zij arriveert, hoor ik altijd geklop op de deur. Waar zijn ze bang voor?

Thailand, 11 februari – Wanneer ik in metrostation Huai Khwang de trap afdaal naar het perron – ik ben geen jonge hond meer die traptreden overslaand naar beneden hol – zie ik op een langwerpige videowall een reclame van het Zwitserse merkhorloge Breitling anno 1884. Ik vermoed een horloge waarvan de prijs mijn budget te boven gaat. Maar als ik geld had, zou ik het niet eens willen kopen, tenzij ik snobistisch ben. Op de wijzerplaat bevinden zich namelijk drie kleinere wijzerplaten, waardoor je nauwelijks kan zien hoe laat het is. Dus houd ik het maar bij mijn Seiko van titanium. Stukken lichter dan die zware Breitling en loopt geen minuutje achter. 

Thailand, 10 februari – Soms strijkt een duif neer op het balkonhek. Nou ja, het is meer een balkonnetje. Je kunt er niet in een ligstoel zitten, nauwelijks staan, want de ruimte wordt ingenomen door de ac-kast. En waarom zou je ook? Enkele meters verderop kijk je op een ander pand van het hotel, waar de kamers goedkoper zijn. De duif kondigt zijn komst altijd met gekoer aan. Na een tijdje vliegt hij weer weg. Naar binnen kan hij niet; een horrendeur houdt hem tegen. En houdt mij tegen hem te vangen, in een kistje te stoppen en aan meneer Hartmann te geven. Hier, een nieuwe doif!

Thailand, 9 februari – Gisteravond was een treurige avond. Kwam er nu pas achter dat Maarten van Roozendaal vorig jaar is overleden. Ik was, ben en blijf een groot bewonderaar van hem. Nederland kent maar weinig échte chansonniers en hij was er één van. Heb hem enkele keren gehoord en gesproken, toen hij in Vlaardingen optrad. Heb een paar cd’s van hem, 1 gesigneerd. Zijn teksten zijn wonderschoon, doorleefd. Ze snijden in de ziel, zoals ‘We zijn doden met verlof’. Zijn verlof duurde te kort, hij werd 51. Gisteren zong hij ‘Red mij niet’ op een hotelkamer in Bangkok. Er zat één man in de zaal.

Thailand, 8 februari – Proviand voor een week:
Maandag: http://youtu.be/f_FfAi68aW8
Dinsdag: http://youtu.be/nHO4Ucw9zL4
Woensdag: http://youtu.be/KzfBP0pPhUQ
Donderdag: http://youtu.be/XVniOVWPs0E
Vrijdag: http://youtu.be/ERYY8GJ-i0I
Zaterdag: http://youtu.be/KhgGRuEsUU0
Zondag: http://youtu.be/Ub4xQQPXc4Q
Toegift: http://youtu.be/Jmnj7DPdqy4

Thailand, 7 februari – Toen ik mijn barsletjes vertelde dat ik de dag tevoren had overgegeven, was het eerste wat ze vroegen: was je dronken? Voor alle duidelijkheid: dat vroegen ze in een mengelmoes van Engels en Thai. Of ze me geloofden toen ik antwoordde dat ik iets verkeerds moet hebben gegeten, weet ik niet. Sinds ik in Thailand kom – voor het eerst 14 jaar geleden – heb ik twee keer overgegeven. Eenmaal na het eten van mosselen (niet zo raar) en nu na scrambled egg en later koffie, gekocht bij een straatkraampje (wel raar). Na een stevige nachtrust ben ik weer het mannetje.

Thailand, 6 februari – Verschillende keren heb ik mij bezondigd aan het eten van spaghetti in food-courts en niet-Italianen. Vaak overheerste de ketchup smaak en spaghetti bolognese leek bereid met een verkruimelde bal gehakt, altijd te vet. Ben ermee gestopt. Nu was ik al vaak langs Little Italy gelopen op de hoek van Sukhumvit en soi 23. Dacht: dat moet een echte zijn en dat is het. Heb er laatst lasagne gegeten (zonder mijn mond te branden) en die was werkelijk verrukkelijk. Mooie uitgebreide kaart heeft die zaak. Hij wordt geëxploiteerd door Caruso Ltd. Dat kan nooit verkeerd zijn, toch?

Thailand, 5 februari – Mijn kinderjaren doken ineens op toen een meisje de metro binnenstapte. Dat kwam niet door haar – ik heb haar nauwelijks goed kunnen zien – maar door haar rokje. Een licht geplooid rokje met een rood ruitmotief. Herkenning! De gordijntjes van de poppenkast, die ik als kind voor sinterklaas kreeg, hadden hetzelfde motief. Die gordijntjes kon je met een touwtje aan één kant bedienen. Open en dicht, want daar zijn gordijntjes voor. Mijn vader, bepaald geen doe-het-zelver, had de poppenkast gemaakt. Van latjes en hardboard. En een decor geschilderd. De bewoners waren Jan Klaasen, Katrijn, de Dood van Pierlala en een agent. Daar kan Candy Crush niet tegenop.

Thailand, 4 februari – Ik ben gisteren vreemd gegaan. Ik beken schuld. Sinds de nieuwe lift in gebruik is genomen, ben ik gestopt met traplopen. Want oh, wat is die lift met haar roestvrije stalen panelen mooi, en oh, wat openen en sluiten de deuren soepel. Maar gisteren nam ik de trap naar beneden. Ik liet de lift rechts liggen. Ik geef toe: ik voelde me schuldig. Maar mijn liefje stond op 1 en ik had geen zin op haar te wachten. Toen ik terugkwam, heb ik het goed gemaakt. De trap links laten liggen en ben ik met mijn liefje meegegaan. Het was weer een feest.

Thailand, 3 februari – In het toilet van mijn stamcafé (eigenlijk een bar) zijn tegen de muur twee pictogrammen geplakt. Het ene toont een toiletpot met iemand die erop hurkt. Een diagonale rode streep vormt een aanwijzing dat deze houding verboden is. Een nuttige aanwijzing voor mensen die alleen het hurktoilet kennen. Het andere toont een mannelijk persoon met een wolkje achter zijn derrrière. Ook op dit plaatje een strenge diagonale streep. Ik laat het verder aan de verbeelding van mijn lezers over wat hiervan de betekenis is. In het ouderlijk huis van mijn vriendin heb ik zelf mogen genieten van het hurktoilet. Het went snel.

Thailand, 2 februari – Sinds de nieuwe lift is geïnstalleerd, ben ik gestopt met traplopen. Helemaal fout natuurlijk, want ik moet van mijn privé-arts in beweging blijven. Maar ja, die nieuwe lift is zo mooi. De deuren gaan zo soepel open en dicht en als de lift op 4 stopt, klinkt er een grappige 4-toons riedel. In de lift zit een toetsenbordje. Daar moet ik mijn chipkaart voor houden, dan mag ik naar boven. Wow! Ik ben ook gebiologeerd door het display waarop de nummers van de verdiepingen verspringen en een uit puntjes opgebouwd pijltje wandelt. Ik kan er geen genoeg van krijgen.

Thailand, 1 februari – Na drie weken kan ik weer met de lift omhoog en omlaag. Het was een heel karwei: alles uit de liftschacht slopen en een nieuwe lift, die in onderdelen werd aangevoerd, monteren. Ik heb het op de voet gevolgd. Was verbaasd over de hoeveelheid techniek bovenop de liftkooi. Zag ook twee oliereservoirs waarmee de geleiderails worden gesmeerd. De lift is beveiligd. Alleen met behulp van mijn chipcard kan ik hem naar boven laten gaan. Mooie bescherming tegen lieden die kwaad in de zin hebben. Op een plaatje in de kooi staan Intructions. Hopelijk heeft de liftfabrikant meer verstand van liften.

Thailand, 31 januari – Heb gisteren Suthep Thaugsuban, hét gezicht van de protestbeweging, in levende lijve gezien. Hij stond op het actiepodium in Asok te oreren. Het was er niet eens erg druk, toen ik om kwart over vijf passeerde. Later stroomde de Asoke-Montriweg vol met mensen die uit hun werk kwamen. Nog later was hij te zien op de videowalls, toen hij op een andere plaats oreerde. Het moet knap vervelend zijn om hem en andere sprekers voortdurend te horen afgeven op de Shinawatra clan. Of nemen de bezoekers dat voor lief, terwijl ze gezellig met elkaar babbelen, eten en drinken en vergast worden op optredens, zoals een avond eerder op een enthousiast kinderkoor?

Thailand, 30 januari – Soms verdenk ik mezelf ervan telepathische gaven te hebben. Voorbeeld 1: Ik kreeg een mailtje van de Thailandblogbaas, waarin hij schreef: ‘Er lijkt niet veel te gebeuren in Bangkok. Gaat het als een nachtkaars uit?’ Ik antwoordde: ‘Wil je bloed zien?’ Amper een minuut later meldde Breaking News van Bangkok Post dat twee granaten waren ontploft bij het Victory Monument. 28 personen raakten gewond. Voorbeeld 2: Mijn nicht in Geldermalsen schreef dat ze op een nacht wakker schrok, de radio aan zette en de presentatrice hoorde zeggen: ‘We gaan nu naar Dick van der Lugt in Thailand.’ Ik heb deze ervaringen vaker.

Thailand, 29 januari – Vorige week woensdagnacht was in Bangkok de koudste nacht in 30 jaar meldde Bangkok Post. Omdat het motto van de krant luidt ‘The newspaper you can trust’ zal ik dit maar geloven, alhoewel ik als journalist nooit iets voor zoete koek slik. Maar dat het frisjes was, kan ik niet ontkennen. Het dunne dekentje waaronder ik slaap, bood onvoldoende bescherming tegen de ‘ijselijke’ nachttemperatuur. Volgens de krant zakte het kwik naar 15,6 graden. Mijn Nederlandse achterban hoor ik al schamperen: noem je dat ijselijk? Ja, beste mensen, dat is een wintertemperatuur hier. En omdat ik Nederlands onderdaan ben, mag ik daarover klagen.

Thailand, 28 januari – Er worden verkiezingen gehouden in Thailand, dus staan er weer verkiezingsborden op de Ratchadaphisek Rd bij mij in de buurt. Niet zoveel als bij de vorige verkiezingen en de verkiezingen voor de gouverneurspost van Bangkok, want oppositiepartij Democraten doet niet mee. Omdat Thailand een seksimage heeft, ga ik de borden aan de hand van dit criterium beoordelen. De seksthermometer erin. Nummer 15 toont premier Yingluck. Geen seksbom, ze heeft stevige verpleegstersbenen. Kwik beweegt nauwelijks. Nummer 14 toont een bedaagde man. Wekt vertrouwen, kwik beweegt niet. Bij nummer 17 schiet het omhoog. Wat een stuk! Jammer dat ik niet mag stemmen.

Thailand, 27 januari – (Vervolg van gisteren) Toen juffrouw schreeuwlelijk het overnam van het jazzcombo, smaakte de koffie ineens niet meer, de zon verschool zich achter de wolken en de meisjes die langsliepen waren ineens minder sexy. ’s Avonds was ik er weer. Lekkere muziek van een blazersorkest en een redelijk toonvaste zangeres. De straat was van voor tot achter gevuld met demonstranten die op matjes zaten. Hoezo demonstranten? Publiek! Want ik zag geen demonstratie tegen de regering, maar een openluchtbioscoop met grote videowalls. Het zijn gezellige bijeenkomsten, die rally’s. Schrijven de media in Nederland dat wel eens of willen ze bloed zien?

Thailand, 26 januari – Zaterdag rond 13 uur zat ik in Pedros, mijn stamcafeetje aan Sukhumvit, te genieten van een jazzcombo dat niet onverdienstelijk speelde op het actiepodium op de kruising Asok-Sukhumvit. Lekkere drumsolo ook. Daarna begon dat irritante actiewijf met haar schelle stem, dat ik de afgelopen dagen al talloze malen heb gehoord, door de microfoon te gillen. Het instemmend gefluit bleef deze keer achterwege, want de locatie was zo goed als leeg. Toen ik terugliep naar het metrostation, zag ik dat ze klein van stuk was. Mijn oma zei over kleine mensen: Hun stront zit te dicht bij hun mond. (Wordt vervolgd)

Thailand, 25 januari – (Vervolg van gisteren en eergisteren) Ik ga nog even door met het stellen van vragen en ik geef gelijk maar de antwoorden. Neem nou de nachtwaker in mijn hotel. Die wordt toch geacht te waken? Maar hij ligt vaak te slapen als ik in het holst van de nacht naar beneden kom om een nieuwe voorraad nicotine in te slaan. Je zou hem dus beter nachtslaper kunnen noemen. Daarentegen zie ik de man in het kruidenierswinkeltje zelden slapen. Da’s dus een nachtwaker. De receptionist, die aan zijn stoel vastgeplakt lijkt te zijn, slaapt wel eens overdag. Hij is ..?.

Thailand, 24 januari – (Vervolg van gisteren) Ook op andere momenten wellen vragen in me op. Zo zat ik laatst op een soort van terrasje aan een drukke weg en ik dacht: waarom heet een tuktuk eigenlijk tuktuk? Want het geluid dat ik hoorde, klonk meer als plof-plof, niet als tuk-tuk, maar het was dan ook een tuktuk met een tweetakt motor. Een ouwetje dus, want de nieuwere hebben een viertakt motor, heb ik eens gelezen. Elektrisch aangedreven tuktuks ben ik nog nooit tegengekomen, behalve in Rotterdam, en een prototype met zonnecellen is nooit verder gekomen. Hoe zouden die heten?

Thailand, 23 januari – Als ik in de metro zit of op het perron sta te wachten, wellen allerlei vragen in me op. Geen filosofische vragen, geen wereldvragen, maar simpele vragen – eigenlijk volkomen zinloze vragen. Vraag 1: Uit hoeveel verschillende onderdelen bestaat een metrovoertuig? Ik heb wel eens gelezen dat een auto uit 30.000 onderdelen bestaat; de metro zit daar vast niet onder. Vraag 2: Op het metroperron is een emergency help point met een telefoon. De gebruiksaanwijzing zegt dat je op antwoord moet wachten, nadat je de hoorn hebt opgepakt. Denkt de maker nu werkelijk dat ik achterlijk ben en in een hoorn praat als niemand luistert? (Wordt vervolgd)

Thailand, 22 januari – De mini-mini miertjes, die ooit in lange colonnes door mijn badkamer marcheerden, zijn niet teruggekeerd. Ook niet in het nieuwe jaar. Ik begin ze te missen. Want, och, ze deden geen kwaad. Beten niet, staken niet. En ik, barbaar, ging ze te lijf. Met een schuursponsje drukte ik ze in één lange haal dood. Berouw komt nu na de zonde. Een enkel miertje duikt nog wel eens op in de wastafel of in mijn dan nog niet afgewassen koffiemok, maar dat aantal zet geen zoden aan de dijk. Ze mogen van mij terugkomen. Deze keer laat ik ze ongemoeid. Dat verklaar en beloof ik.

Thailand, 21 januari – Zondag werd mijn zondagsrust wreed verstoord. Ze waren aan het heien op de hoek van het zijstraatje. Het pand daar is inmiddels gesloopt – met gereedschap uit de hamertje-tik doos. Alles met de hand, kwam geen drilboor aan te pas. Het betonijzer is apart afgevoerd, het beton is in kleine stukken geslagen en is blijven liggen. De hoeveelheid nieuw aangevoerde betonijzer wijst op een flink gebouw dat er gaat komen. Een tweede aanslag op mijn oren deden de liftmonteurs. Ze waren aan het boren om de geleiderails te monteren. De nieuwe liftdeuren zijn antraciet grijs. Chic hoor.

Thailand, 20 januari – Het is een raar gezicht: de liftdeuren ontbreken, ze liggen nu op elke verdieping horizontaal voor de liftschacht om te voorkomen dat iemand (met zijn dronken kop?) probeert de lift in te stappen. De kooi is verdwenen, de kabels, geleiderails en wat er verder nog aan techniek in behoort te zitten, zijn verwijderd. De werkzaamheden gaan twee weken duren. Vier mannen zijn er druk mee. Elke keer als ik er langs loop, kijk ik in een gemetselde verticale gang. Ik fantaseer: naar beneden kom je in de onderwereld, naar boven in de hemel. Waar zou het gezelliger zijn?

Thailand, 19 januari – Voor Bradman’s Bistro aan Sukhumvit soi 23 stond een pickup truck, volgeladen met eieren. Ik dacht nog even: zal ik een 30.000 eieren omelet bestellen? Toch maar niet gedaan en voor de derde keer een drie eieren omelet verorberd. Mr Bradman bleek niet mr Bradman te zijn, maar Thomas Williams, een stevig gebouwde Aussie met oog voor de klanten. Bradman was een bekende cricketspeler († 1947) uit Australië, vertelde hij, wat een mooie klantentrekker is voor cricketlovers uit Engeland, India en Down Under. Zo heette de zaak eerst, maar toen kwamen er alleen Aussies. Na de lunch over het nabijgelegen protestterrein gekuierd en de achterkant van een videowall bestudeerd.

Thailand, 18 januari – Bangkok Shutdown, zoals de acties van de anti-regerings demonstranten heten, ging gisteren zijn vijfde dag in. Voor sommige mensen is het te hopen dat ze nog lang duren, want de voorraden fluitjes, lintjes, oorbellen, speldjes, hoedjes, T-shirts, polsbanden, hoofdbanden, diademen, badges, allemaal in de nationale kleuren rood-wit-blauw-wit rood, zijn nog lang niet uitverkocht. Het zijn er zoveel dat de gehele Thaise bevolking wel kan worden voorzien van de protestparafernalia. Ik dacht even een vrouw te zien met de Nederlandse vlag op haar niet misselijke boezem, want ik zag rood-wit-blauw. Bleek dat de rest van de vlag verborgen ging achter een tas die voor haar eveneens niet misselijke buikpartij hing.

Thailand, 17 januari – (Vervolg van gisteren) Nadat de omelet mij opnieuw prima had gesmaakt, kuierde ik soi 23 uit, Sukhumvit op. Daar begon het actieterrein met een hek en zes bewakers. Er stonden tientallen iglotentjes en op een groot videoscherm speelde een popgroep. Hard, verder geen commentaar. Liep langs ambulances, een grote EHBO-post, het podium, partytenten, een keukentent en raakte onder de indruk van de logistiek. Anticiperen kunnen ze slecht in Thailand, van preventief onderhoud lijken ze nog nooit gehoord te hebben, maar organiseren kunnen ze als de beste. Het was nog stil, pas ’s avonds zou het terrein vollopen. Maar toen zat ik aan de tv gekluisterd.

Thailand, 16 januari – Ik had trek in een omelet. Kan gebeuren, toch? Dus op naar een eethuisje-bar in Sukhumvit 23. Niet naast de deur, maar de vorige keer was de omelet me bevallen. Een stevige boerenomelet van drie eieren met frietjes en twee getoaste boterhammen. En ik viel gelijk met mijn neus in de boter (die er niet bij geserveerd werd) want het kruispunt Soi 21 (Asok) – Sukhumvit is een van de zeven protestlocaties van Bangkok Shutdown. Zo heet de laatste machtsstrijd tussen regering en protestbeweging. De ambassade zegt: ga er niet naar toe, ik ging er wel naar toe. Stoute jongen, Dick! (Wordt misschien vervolgd)

Thailand, 15 januari – Gisteren om vijf uur met de metro van Huai Khwang naar Sam Yan. Op station Huai Khwang was het rustig, op station Sukhumvit zag ik dat de gebruikelijke rijen van forenzen aan de overkant van het perron ontbraken, bij de uitgang van Sam Yan geen mobiele keukentjes en geen tientallen eters die er normaal zitten. Terug hetzelfde beeld. Op Huai Khwang hoefde ik me niet naar buiten te wurmen. Je zou niet zeggen dat Bangkok op zijn kop staat. Dat staat ‘de stad’ ook niet, wat de media ook proberen te suggereren. Mijn avondmaaltijd was 20 baht in prijs verhoogd; dat was de enige tegenvaller.

Thailand, 14 januari –‘Sukhumvit’, zei de lokettiste toen ik ‘Sukhumvit’ wilde zeggen. Ik was op weg naar het centrum van Bangkok voor een afspraak met een Nederlandse kennis. Zoals altijd eerst achterop de motortaxi naar metrostation Huai Khwang. De vrouwelijke security bij het poortje lachte mij beminnelijk toe. Bij het loket werd ik niet alleen op een lach getrakteerd, maar ook op herkenning. Ik legde het geld gepast neer en nam het zwarte fiche in ontvangst. Als ik terugkom en een tuktuk neem, weet ik, dan starten de bestuurders al hun motor als ze mij zien aankomen. O, wat voel ik mij hier thuis.

Thailand, 13 januari – Als Thaise mensen mij niet verstaan, zijn er twee mogelijkheden: ze zijn doof of ik maak een fout met de tonen. De eerste mogelijkheid kan niet geheel worden uitgesloten, want trouwe bezoekers van karaokebarretjes worden blootgesteld aan een volume dat het geluid van een turbojet te boven gaat. Maar meestal zal het aan mij liggen. De Thaise taal kent 5 tonen; die zijn essentieel voor de betekenis: laag, midden, hoog, stijgend, dalend. Dus: do, re en mi of in één riedel doremi respectievelijk miredo. Op de piano is dat c-d-e. Als u een Thai echter groet met ‘Hallo, do-re-mi’, zal hij u glazig aankijken.

Thailand, 12 januari – (Vervolg van gisteren) Behalve door de man met de regendruppels werd ik in Sarica Bar & Restaurant op meer gekweel getrakteerd. Een vrouw zong ‘You’re so beautiful’. Nou, daar kan ze mij niet mee bedoelen. Ze zong ook ‘Give me everything tonight’. U denkt misschien dat ze een seksueel hoogstandje verwacht, maar ik denk – want This is Thailand – eerder poen-poen-poen. Het restaurant bevindt zich op een strategische plaats. Hetero’s kunnen na de maaltijd linksaf naar Patpong, homo’s steken over naar Soi Pratoochai en Japanners slaan tweemaal rechtsaf naar Thaniya, een straat waarin alleen Japanners (in het Japans) door overwegend jonge deernen worden aangeroepen.

Thailand, 11 januari – Terwijl ik zat te eten, zong een man dat er regendruppels op zijn hoofd vielen. Ik dacht: wat krijgen we nou? Waar is het fatsoen, zijn er geen geheimpjes meer? Verbeeldt die man zich nu echt dat het mij interesseert dat hij nat wordt? Had je maar een paraplu moeten opsteken, domoor. Dit ernstige incident deed zich voor in een restaurant dat ik pas heb ontdekt. Ze serveren er grote porties, rekenen daarvoor niets extra, zetten bij binnenkomst direct een glaasje water op tafel en vullen dat tijdens de maaltijd bij. Prima toch? Maar de muziek deugt niet. Ik wil Thaise songs horen; die kan ik gelukkig niet verstaan. (Wordt vervolgd)

Thailand, 10 januari – Met opschriften op T-shirts zou ik elke column kunnen vullen. Helaas – of niet helaas – vergeet ik de meeste snel. Een enkele grift zich in mijn geheugen, zoals onlangs ‘Kiss me’ en ‘I may be your next mistake’. De kus heb ik maar achterwege gelaten, zo aantrekkelijk was de draagster nu ook weer niet en over die andere zou ik willen opmerken: retorisch gezegd, dame. De vraag is natuurlijk: wat was het aankoopcriterium? Dat kan niet het model, de kleur of de kleurvastheid zijn geweest. Ook niet de tekst, tenzij ze het kledingstuk in een dolle dronken bui kochten. Ik denk de prijs van 100 baht.

Thailand, 9 januari – Twee ladyboys. Beiden lang, grof gebouwd, grof gezicht, grove neus, zwaar aangezette wenkbrauwen. De een heeft lang zwart haar en draagt een lange zwarte jurk tot de enkels. De ander heeft reebruin haar, ze draagt een roze minirokje en ze heeft Marlene Dietrich-benen, waarover Godfried Bomans ooit iets zei, maar dat weten alleen de ouderen onder ons. Ze kletsen met hun basstemmen aan één stuk door. In het metrovoertuig, op het perron, door de tourniquets en op de roltrap. Bij de uitgang scheidden onze wegen zich. Ik weet dat ik het niet mag zeggen of zelfs maar mag denken, maar ik dacht aan een freakshow.

Thailand, 8 januari – Vandaag ben ik jarig, ik word 66 jaar volgens onze telling en 67 volgens de Thaise telling. Het appartementenhotel waar ik verblijf, verblijdde me vanochtend met een verjaardagscadeau: de lift is in reparatie. Maakt voor mij niet veel uit, want die liet ik toch al rechts liggen. Voor de twee verdiepingen boven mij moet het uitvallen een kleine ramp zijn, want nimmer beklimt iemand de trap. De lift, waarde landgenoten, is een kooi die op en neer gaat. Op is naar boven en neer is naar beneden. Da’s in elk land zo, ook in Thailand. Dat maakt het verblijf hier zo heerlijk vertrouwd.

Thailand, 7 januari – Op het perron van metrostation Sukhumvit stond een jongeman tegen de liftschacht geleund. Hij droeg een koningsgeel shirt en was verdiept in zijn iPad. De liftschacht was van onder tot boven beplakt met een reclame van Kasikorn bank. Daarop holden twee kleine kinderen achter een vlinder aan. Het jochie had een vlindernet in zijn hand. Dat bevond zich precies boven het hoofd van de jongeman. Het leek alsof niet de vlinder maar hij de prooi was. Later stond hij in de metro naast me. Hij speelde tennis op zijn iPad en leek zich niet bewust van het gevaar waaraan hij was ontsnapt.

Thailand, 6 januari – Tijdens mijn journalistieke missie naar de protestlocatie in Sam Yan (zie FB van 23 dec) liep ik een straatje in dat – zo bleek later – Soi Pratoochai heet. Die kennis ontleen ik aan een kassabon, want een straatnaambordje heb ik niet gezien. De bars in het straatje heten Hot Male, X Size, Bad Boys, Dream Boys, namen die mij – want ik weet waar Abraham de mosterd haalt – wel een indicatie geven wat er zich afspeelt. Ik stuitte er ook op Dick’s Café Bangkok, een keurig etablissement met een terras. U begrijpt: die zaak heb ik in mijn hart gesloten. En ze schenken er ook nog een goeie koffie.

Thailand, 5 januari – Terwijl mijn vriendin pool speelt met een van de los in de heupen zittende jongens, drink ik een kopje koffie voor de BBB Inn. Een hotel, volgens de eigenaar, maar ik heb er een andere naam voor (zie FB van 25 dec). Er staat een goede pooltafel zonder hinderlijke pilaren ernaast, zoals in Twins waar we vaak spelen. Het uitzicht valt tegen: een brede weg, onderbroken door een brede berm met daarboven een verhoogde weg. Het verkeer raast in afleveringen langs, losgelaten door verkeerslichten. Mijn enige gezelschap was een kakkerlak. Rende paniekerig heen en weer. Stom beest.

Thailand, 4 januari – Zondag 29 december stond ik in de metro. Ineens dacht ik: waarom is Kortjakje midden in de week ziek en zondags niet? Want op zondag gaat ze naar de kerk met een boek vol zilverwerk. Is Kortjakje wellicht werkschuw dat ze op weekdagen ziek is of was de preek van de dominee zo zwaar dat ze een week nodig had om ervan te herstellen? Wat moet je trouwens met zilverwerk in de kerk? In de collectezak deponeren? Ik vind het maar een gek mens, die Kortjakje. Dat dacht ik allemaal in de metro van Huai Khwang naar Sam Yan (17 baht, seniorentarief) te Bangkok (Thailand).

Reacties niet mogelijk