Dokter Dick en Annemarie maken een sentimental journey (alle afleveringen)

1 ‘Schat, volgens mij…’ Oei, als Dick zo begon, wist Annemarie het al. Dan volgde er een SERIEUS onderwerp. Dat was het ook, maar het was minder serieus dan ze had verwacht. Hij maakte zijn openingszin af: ‘… moeten we maar eens op vakantie gaan. We werken alle twee hard. Als we zo doorgaan, raken we nog overwerkt. Dat mag niet gebeuren.’ Annemarie dacht na. Ja, Dick had wel gelijk. Ze werkten alle twee hard, hun enige vakantie – als je het zo mag noemen – waren weekenduitstapjes naar Cha-am. Maar die waren van korte duur. En ze waren een keer op bezoek geweest bij Peter en Marloes in Buriram.

2 Over hun bestemming hoefden ze niet lang na te denken: Nederland. Annemarie had nog familie in Nederland: tante Mathilde, Dick niet meer. Hij was enig kind en zijn ouders waren al overleden. Maar hij wilde wel Kees ontmoeten, de zaalarts uit het ziekenhuis die hij tegen het lijf was gelopen tijdens zijn retraite bij de boer. Ze spraken af de rol van toerist aan te nemen, dus namen zich voor Volendam, Kinderdijk (molens), Amsterdam (Rijksmuseum, van Gogh museum, grachtenrondvaart), de Keukenhof, Scheveningen (Panorama Mesdag) en Rotterdam (Euromast, havenrondvaart, ss Rotterdam) te bezoeken. Ze hoefden zich niet te haasten, want ze hadden drie weken uitgetrokken voor hun vakantie. Als uitvalsbasis kozen ze een hotel in Utrecht, dichtbij het station.

3 Tante Mathilde was een geval apart. Opgegroeid in ’s Gravenhage, zoals ze Den Haag consequent noemt, woont ze in Huizen in een veel te groot huis. Tot ergernis van de buren is de tuin een wildernis. Alhoewel ze slechts een klein pensioentje heeft, gedraagt ze zich als een Grande Dame. Dankzij enkele sieraden die ze geërfd had, wekt ze de indruk een gefortuneerde vrouw te zijn en die rol speelt ze met verve. Ze spreekt enigszins bekakt en schept graag op over haar buitenlandse reizen die ze volgens Annemarie nooit heeft gemaakt. Niet zo moeilijk als je de reisfolders bestudeert. Elke avond voor het slapen gaan, drinkt ze een glaasje advocaat, op zondag met slagroom.

4 Annemarie was gek op tante Mathilde. Ze hield van haar non-conformisme en vond het knap hoe ze een buitenland kon beschrijven alsof ze er zelf geweest was. Annemarie voerde haar vaak met vragen over bezoeken die ze er had afgelegd. De beste verhalen gingen over haar reisjes op de Rijn. Die zou ze trouwens wel gemaakt kunnen hebben. Dick smulde van Annemarie’s verhalen over tante Mathilde, hij zag uit naar de kennismaking met haar. Vaak vroeg hij Annemarie: Vertel nog eens over je tante. Dan volgde een of ander maf verhaal zoals over de keer dat ze in Barcelona in een zaaltje belandde waar gerepeteerd werd voor de dansscènes in de film Carmen van Carlos Saura en zij zich bij de danseressen aansloot.

5 Tante Mathilde bood onderdak voor de vakantieperiode aan, een aanbod waar Dick en Annemarie gretig gebruik van maakten. Niet alleen vanwege de financiën, maar ook vanwege de gezelligheid. Het enige minpuntje was dat de reis naar de geplande reisdoelen langer zou duren omdat ze eerst met de bus naar station Huizen moesten reizen en vandaar naar station Utrecht. Dick en Annemarie besloten in april op vakantie te gaan; dan hoefden ze Songkran niet mee te maken, een waterfestijn waar ze beiden niet gek op waren. Het was vooral in de grote stad los gezongen van zijn oorspronkelijk betekenis en een vrijbrief geworden voor misdragingen. De Keukenhof zou dan al open zijn, dus dat kwam mooi uit.

6 Dick moest denken aan het liedje De zusters Karamazov van drs P, waarin ene tante Constance en tante Mathilde ‘eendrachtig en knus’ bij elkaar wonen. De krassende doctorandus zing-zegt dat Mathilde Constance wil vergiftigen, maar helaas: wie een kuil graaft voor een ander valt er zelf in. Ze proeft van het gifmengsel, dat ze gebrouwen heeft, en ‘viel als een blok neer’. Annemarie kende het liedje niet. Toen ze het hoorde op YouTube, moest ze erg lachen. Ze sloeg het op haar mobieltje op om het Mathilde te laten horen, want die had er nooit iets over gezegd. Ze zou het ook wel niet kennen. (https://youtu.be/Heu7yfPLcrE)

7 Vind je ons reisprogramma niet erg overladen, vroeg Annemarie. Kan zijn, bromde Dick. Laten we de lijst nog eens doornemen en de plaatsen schrappen, die we al kennen, waaraan hij toevoegde met een knipoog naar het boeddhisme: In ons huidige en vorige leven. Er stond weinig gemeenschappelijks op de lijst. Dick stelde voor het bezoek aan het ss Rotterdam te schrappen. Hij was er al eens geweest en vond het toen tegenvallen. Het schip miste de levendigheid van passagiers en bemanning, het was een dood ding. Annemarie vond Volendam niet nodig. Te cliché en alleen op toeristen gericht die denken dat Nederlanders op klompen lopen.

8 In Den Haag vervingen ze Panorama Mesdag door Madurodam. ‘We kunnen natuurlijk ook alles schrappen en alleen naar Madurodam gaan’, opperde Annemarie, half-serieus. ‘Hebben we alles in één keer gehad. Bespaart een heleboel geld en gereis.’ Dick glimlachte. ‘Soms heb jij briljante ideeën.’ Maar zo rigoureus wilden ze het reisprogramma niet saneren. Wel voegden ze nog de grachten- en havenrondvaart in respectievelijk Amsterdam en Rotterdam samen. Het lot bepaalde dat het Amsterdam zou worden. Kinderdijk verviel, stel je voor dat het de bezoekdag niet zou waaien. ‘Als we zo doorgaan, blijft er niets over. Kunnen we net zo goed in bed blijven’, riep Dick, waarop Annemarie reageerde: ‘Of niet op vakantie gaan, maar dat wil ik Mathilde niet aandoen.’

9 Het reisprogramma was gesaneerd, tante Mathilde geïnformeerd over de datum, een afspraak met Kees gemaakt; vliegtickets waren gekocht, re-entry visa geregeld, niets stond meer hun vakantie in de weg. Nu nog koffers pakken en op naar Suvarnabhumi, de uit zijn krachten gegroeide luchthaven met de lange wachttijden voor Immigration. Dick en Annemarie zouden met Emirates vliegen en een tussenstop in Dubai maken. Wel zo aangenaam om even de benen te strekken en zich te vergapen aan dure merkartikelen. De luchthaven was een paar maatjes groter dan Suvarnabhumi en nog meer maatjes dan Schiphol. Maar je liep er niet verloren rond, wist Dick van de vorige keer toen hij er was.

10 Consumpties op luchthavens zijn nooit goedkoop en dat gold ook voor Dubai, dus bestelden Dick en Annemarie koffie met een plak cake. Ze drentelden wat rond en doodden de tijd met lezen. Alhoewel zelf geen roker meer, viel het Dick op dat de rookruimte, gesponsord door Winston, aanzienlijk groter en luxueuzer was dan op Suvarnabhumi en Schiphol. Beter geventileerd ook, stelde hij vast toen hij even naar binnen liep. In zijn jonge jaren had Dick gerookt, een gewoonte die hij had afgezworen toen hij merkte dat zijn uithoudingsvermogen begon terug te lopen. Annemarie had nooit gerookt. Ze vond het een smerige gewoonte en niet passen bij iemand met een medisch beroep.

11 ‘Kom binnen kinders’, begroette tante Mathilde haar nichtje en Dick. Ze gaf beiden een dikke knuffel en kwam gelijk ter zake: ‘Julie zullen wel honger hebben.’ Dick en Annemarie ontkenden dat maar niet, alhoewel ze in het vliegtuig een uur voor aankomst nog hadden gegeten. ‘Ik heb sandwiches voor jullie gemaakt en chocolademelk gemaakt. Met een dikke plak ontbijtkoek erbij met echte boter.’ ‘Goed voor de stoelgang’, lispelde Dick, maar dat verstond tante gelukkig niet. De tafel was al gedekt, een grote schaal met sandwiches stond klaar, ze schonk de chocolademelk in en zei: ‘Ga je gang. Het komt uit een goed hart.’

12 Tante zag er puik uit, om door een ringetje te halen. Ook binnenshuis hechtte Mathilde  aan decorum. Ze droeg een beige mantelpakje dat perfect om haar ranke lichaam paste. Om haar nek een parelkettinkje, een van de erfstukken waarmee ze zich tooide, om haar ringvinger een ring met robijn edelsteen. Dick rook een lichte parfumgeur. Vermoedelijk Chanel no 5. Niet dat hij verstand van parfums had, maar het was de enige die hij ooit had gekocht voor een oudere kennis. ‘Vertel eens kinders, hoe gaat het met jullie?’ Ja, kinders, zo zou Mathilde hen de hele vakantie aanspreken. Bij anderen zou het neerbuigend klinken. Niet bij Mathilde, bij haar klonk het liefdevol.

13 Annemarie vertelde in grote lijnen hoe het met hen ging. Het jaar dat Dick spoorloos was, sloeg ze maar over. Ze zei elkaar voor het eerst getroffen te hebben in een vakantieverblijf op de Veluwe. Vandaar maakte ze een sprong naar de kans die ze hadden gekregen om in Thailand te gaan werken. Ze vertelde over de waanzinnige metropool Bangkok, over hun kennissen Peter en Marloes, de weekenduitstapjes naar Cha-am en natuurlijk de liefde die ze voor elkaar voelden. Mathilde luisterde aandachtig. ‘Misschien moet ik ook maar eens op vakantie naar Thailand gaan. Ik heb al zoveel landen gezien. Dat kan er nog wel bij.’ ‘Doen’, riepen Annemarie en Dick in koor. ‘Dan stippelen we een mooi reisprogramma voor je uit’, wetend dat het er nooit van zou komen.

14 Tante Mathilde was wat denigrerend wordt genoemd een ouwe vrijster. Ze was nooit getrouwd geweest en of ze ooit verliefd was geweest, wist Annemarie niet. Het enige dat Mathilde er eens over had gezegd, was: ‘Het is er nooit van gekomen. Zo gaan die dingen in het leven nu eenmaal. Heb nooit de ideale Jacob ontmoet.’ Dat Annemarie die wel had ontmoet, vond ze alleen maar fijn voor haar. ‘Doe je best, het gaat niet vanzelf’, drukte ze haar nichtje op het hart. ‘En jij ook, Dick.’ Dick knikte, hij kende de uitspraak van Márquez dat je elke dag opnieuw trouwt. Het geluk komt niemand aanwaaien, wist hij.

15 ‘Kom kinders, dan zal ik jullie je kamer laten zien.’ Tante Mathilde ging hen voor de trap op naar de eerste verdieping, waar twee kamers en een badkamer lagen. Een grote waar Mathilde sliep en een logeerkamer waar twee eenpersoons bedden stonden. Daarboven was nog een zolder met de verwarmingsketel en boiler. De logeerkamer was groot genoeg voor Dick en Annemarie. Ze zouden er toch allleen maar komen om te slapen. Het leven speelde zich af op de begane grond die bestond uit twee kamers en suite, een keuken en een serre. Dick vond de serre een fijne ruimte. Die deed hem denken aan de uren die hij had doorgebracht in de serre van het vakantieverblijf waar hij tijdens zijn verblijf bij de boer vaak zat.

16 Tante Mathilde was geen nachtbraakster, ze ging vroeg naar bed, zoals elke dag. ‘Blijf gerust zitten en doe het licht uit als jullie gaan slapen’, zei ze en bond hen met een lichte glimlach om de lippen op het hart: ‘En maak niet te veel kabaal.’ Maar Dick en Marie hielden het ook voor gezien. Het was een lange dag geweest, die vroeg was begonnen in het vliegtuig. Van vrijen kwam niet veel. Daar waren ze te moe voor. De smalle bedden leenden zich er ook niet zo voor. En ze waren bang dat ze Mathilde zouden wakker houden, alhoewel ze nooit veel lawaai maakten bij hun liefdesspel.

17 Toen Dick en Annemarie de volgende ochtend beneden kwamen, stond het ontbijt al klaar. Glaasje water, glaasje jus d’orange, theepotje op comfoortje, schaal met witte en bruine boterhammen, echte boter, sinaasappel marmelade. ‘Goed geslapen kinders?’ ‘Als een blok, tante.’ Mathilde ging de keuken in om scrambled egg te maken. Dat had ze op een van haar (fictieve) buitenlandse reizen geleerd. ‘Heel populair bij de overburen. Ik heb alleen de kippers, bangers en baked beans weggelaten. Morgen krijgen jullie poached egg uit een speciale egg-poacher. Heb ik in de UK gekocht.’ Mathilde zei het met enige trots. Ze noemde Engeland UK; Mathilde hield ervan haar taalgebruik met vreemde woorden te versieren. ‘Lekker, tante. In Thailand wordt ook vaak scrambled egg geserveerd bij een continental breakfast.’

18 Dick en Annemarie deden daarna de afwas. Mathilde had geen afwasmachine, vond ze niet nodig voor haar alleen. Ze had wel een wasmachine, maar daarin kun je de afwas niet doen als je tenminste wil dat het servies er heel uitkomt. Een televisie ontbrak ook, maar ze had weer wel een computer waarop ze alles wat met Den Haag te maken had, nauwgezet volgde. Zoals de foto’s van Marc Tangel met stadsgezichten van Den Haag bij nacht en zijn verhalen over zijn werk achter de kassa van een supermarkt in een Haagse volksbuurt. Ze chatte ook veel met Haagse dametjes, veelal gefortuneerde weduwes. Mathilde’s Haagse wortels waren niet afgestorven. Ze verveelde zich geen seconde.

19 Het zorgvuldig opgestelde en aangepaste reisprogramma ging de prullenbak in. Nu ze bij tante Mathilde logeerden, leek het hen veel aardiger eerst maar eens de omgeving te verkennen. Het weer leende zich ervoor: het was frisjes, maar niet koud. ’s Middags zouden ze met Mathilde boodschappen gaan doen in de lokale Albert Heijn. Dus trokken ze hun spreekwoordelijke wandelschoenen aan en gingen erop uit. Ze gingen niet ver, want – met een knipoog naar een bekend citaat van de Utrechtste schrijver Crone – hoe verder ze gingen, des te langer was hun terugweg. En het bleek toch kouder dan verwacht, waaraan hun lichaam verwend door de Thaise warmte, nog moest wennen. Annemarie liep te rillen. ‘Vanmiddag kopen we winterjassen. Dit is geen doen’, besliste Dick.

20 Alhoewel volgens de weerstatistieken april vrij zonnig kan zijn met maxima van boven de 20 graden, hadden Dick en Annemarie pech. Het bleef aan de koude kant met een gemiddelde van 8 graden, dus de winterjassen kwamen zeer van pas, maar het wende niet. En had Nicolaas Beets niet gedicht: Niet klagen maar dragen en vragen om kracht, een wijsheid vereeuwigd op een tegeltje. Als ze dat tegeltje zouden tegenkomen, zouden ze het zeker meenemen naar Thailand, want het paste wel in de Thaise boeddhistische cultuur.

20a ‘Zo, jullie zijn al snel terug’, merkte Mathilde op toen ze na nog geen uur terugkwamen. Dat verbaasde haar niet, want ze had al kritisch naar hun kleding gekeken en geconstateerd dat die beter bij de zomer paste. ’s Middags deden ze met zijn drieën boodschappen en kochten Dick en Annemarie winterjassen. Annemarie hielp Mathilde bij het bereiden van de avondmaaltijd, een stevige zuurkoolstamppot. Dick dekte de tafel en gedrieën genoten ze van de winterkost.

21 Dick maakte een afspraak met Kees, de zaalarts die hij tegen het lijf was gelopen tijdens zijn retraite. Ze hadden na die ontmoeting in het vakantieverblijf geen contact meer gehad afgezien van verjaardagswensen op Facebook. Kees reageerde direct enthousiast. Hij popelde om te horen hoe het Dick was vergaan sinds die keer. Ze maakten er een sentimental afspraak van die qua vervoer nog heel wat voeten in de aarde had. Streekvervoer blinkt niet uit in frequentie. Maar het lukte en eigenlijk viel het wel mee. Met de trein van Huizen naar Utrecht, overstappen op de trein naar Apeldoorn en daar de bus nemen. Kees had het gemakkelijker, die had aan één trein en bus genoeg.

22 Het was die dag mild weer. Ze konden zelfs op het terras van het vakantieverblijf zitten. De hereniging was hartelijk. ‘Long time no see’, begroette Dick Kees met een in Thailand bekende uitdrukking. ‘Zeg dat wel. Wat leuk om elkaar weer te zien. En wat zien jullie er goed uit’, vond Kees. Hij wist dat ze elkaar gevonden hadden want hij was de postillon d’amour die Dick destijds te hulp had geroepen. Maar veel meer wist hij niet. Er viel dus heel wat bij te praten. Ze gebruikten een lichte lunch in de serre van het vakantieverblijf en maakten daarna een wandeling over het terrein. Enkele huisjes waren zowaar al in gebruik dankzij de paasvakantie.

23 ‘Leuk ding. Handig ook.’ Annemarie wees op een man die met een stapel pannetjes in een frame langs liep op de terugweg naar zijn huisje of tent. ‘Da’s een gamel, een etensdrager’, wist Dick. ‘Ja handig en ook nog milieuvriendelijk. Beter dan die polystyreen bakjes van tegenwooordig.’ Het vakantiepark was duidelijk niet met zijn tijd meegegaan of was milieubewust. De keuken verkocht het menu van de dag in gamellen: vier gestapelde emaille pannetjes, bijeen gehouden met metalen strips aan de zijkanten. ‘Eet smakelijk’, zei Annemarie. ‘Wat schaft de pot vandaag?’ ‘Dank u wel. Capucijners, aardappels, slavink en als toetje dubbelvla.’ ‘Mmmm. Da’s een echt Hollandse pot’, merkte Annemarie nog op. Maar de man was al doorgelopen. Zal wel honger gehad hebben.

24 Terug in het hoofdgebouw troffen ze de beheerder, hij kende Dick nog. ‘Da’s lang geleden meneer dat ik u gezien heb. Alles goed?’ Dick knikte, hij liet zijn gebruikelijk antwoord ’99 procent’ deze keer maar achterwege. Hij zou de verwijzing naar het Thaise geluksgetal 9 niet begrijpen. ‘En hoe gaan de zaken hier’, informeerde Dick. ‘Mag niet klagen. We hebben deze week een goede bezetting voor de tijd van het jaar. Het varieert, je kunt er soms geen peil op trekken. Maar we maken nog steeds winst en kunnen op eigen benen staan.’ Dick legde uit dat ze een kleine reünie met zijn drieën hadden. ‘Roept warme gevoelens op.’ ‘Kan ik mij voorstellen’, zei de beheerder. ‘Ik zeg altijd: wij verkopen herinneringen.’

25 Na een snelle hap in de recreatiezaal van het hoofdgebouw, reisden Dick, Annemarie en Kees gezamenlijk terug naar Utrecht. Daar scheidden hun wegen zich. ‘Ik zet Thailand op mijn verlanglijstje van vakantiebestemmingen’, waren Kees’ afscheidswoorden. ‘Maar daar moet ik eerst wel een tijdje voor sparen. Twee weken Thailand met vier personen, hoeveel zou dat kosten?’ Dick wist het niet, hij wist alleen dat de luchtvaartmaatschappijen uit het Midden-Oosten vaak goedkope aanbiedingen hebben. ‘Doe je vrouw de groeten.’ ‘Ook van mij’, voegde Annemarie eraan toe. Een uur later zaten ze met tante Mathilde aan de chocolademelk. ‘Leuk gehad, kinders?’ ‘Nou en of, tante.’

26 Hun laatste uitstapje zou naar Madurodam gaan. Maar dat viel in het water omdat de weergoden beslist hadden het land een stevige wasbeurt te geven. Beiden hadden nog een vaag beeld van het ministadje. Ze waren er als kind geweest. Dick had een grote bewondering voor maquettebouwers. Hij vergeleek ze met chirurgen. Beiden moeten gevoel voor detail hebben. Wat zou er als laatste zijn bijgekomen? Misschien het Centraal Station van Rotterdam met zijn opvallende dak. Dick was in Rotterdam geboren, het was een stad naar zijn hart. Annemarie kwam uit de buurt van Amsterdam, maar ook zij was Rotterdam en de Rotterdamse mentaliteit van Niet lullen maar poetsen gaan waarderen.

27 De regen kwam met bakken uit de hemel en de temperatuur zakte. Dick werd er somber van. In Thailand vond hij regen niet erg. De buien waren meestal van korte duur en de gezakte temperatuur zorgde voor aangename verkoeling na uren van hitte. Maar de Nederlandse regenbuien duurden doorgaans langer, soms miezerde het de hele dag en de lucht kleurde donkergrijs. Hij kon niet wachten om op het vliegtuig te stappen en terug te keren naar de zon. Nog één nachtje slapen en dan was het zover. Dag Nederland, hallo Thailand. Tante Mathilde zou hen uitzwaaien op Schiphol. Ze vond het jammer dat ‘de kinders’ niet langer konden blijven.

28 Het werd een emotioneel afscheid in de vertrekhal van Schiphol. Ze gebruikten nog een laatste consumptie en kusten elkaar daarna vaarwel. In de ogen van tante Mathilde welden tranen op. Ze had genoten van de aanwezigheid van de kinders alhoewel ze dat nooit zo had gezegd. Ze wist ook dat het de laatste keer zou zijn dat ze hen zag. Ook tantes Mathilde hebben niet het eeuwige leven. Dick en Annemarie waren geroerd. ‘Daar gaat ze, eenzaam en alleen’, zeiden ze tegen elkaar. ‘Maar het is een moedige vrouw, ze slaat zich er wel doorheen. Kunnen wij een voorbeeld aan nemen als we oud zijn.’

29 De vliegreis verliep heel verschillend voor Dick en Annemarie. Annemarie viel in slaap en werd pas in Dubai weer wakker, waar ze een tussenstop maakten. Dick maakte haar alleen wakker voor de maaltijd. Dick was een moeilijke slaper, hij dommelde zo nu en dan wat in, maar slapen zoals Annemarie kon hij niet. Het boek dat hij had willen lezen, sloeg hij al na enkele bladzijden dicht. Het lukte hem niet zich op de tekst te concentreren. Daarna doodde hij de tijd met het bekijken van fimpjes en luisteren naar klassieke muziek. Na de overstap in Dubai ging het beter. De vermoeidheid sloeg toe, hij viel in slaap en werd pas wakker toen het vliegtuig de grond raakte.

30 Die avond in hun eigen huis deden ze wat ze in het huis van tante Mathilde nauwelijks hadden gedurfd om haar niet wakker te maken.’t Was een heerlijk gevoel om elkaar weer te kunnen kussen op intieme plekjes, want die stuwden de hartstocht op. Dick masseerde Annemarie’s borsten, Annemarie masseerde Dick’s geslacht. ‘Time out’, riep Dick na een tijdje. ‘Ik sta op barsten.’ Het werd een lang liefdesspel, waarbij ze soms even pauzeerden om op adem te komen. Na het hoogtepunt namen ze weer een douche, dronken een nachtmutsje en vielen dromend over Holland en tante Mathilde in slaap.

31 ‘Ik hou van Holland, ’t landje aan de Zuiderzee. Een stukje Holland, draag ik in mijn hart steeds mee’, galmde Dick de volgende ochtend toen hij een douche nam. Hoe het liedje verder ging, wist hij niet. Het liedje was bekend geworden door Heintje, die met zijn Amsterdamse accent hou zong als hauw, maar voor het eerst in het interbellum gezongen was door de Oostenrijkse tenor Joseph Schmidt (1904-1942). Het was geschreven door een Rotterdamse componist, wat een band schiep met Dick als geboren Rotterdammer. (https://youtu.be/sogEOcrZq1E)

32 ‘Schat, er is een zanger aan je verloren gegaan’, riep Annemarie vanuit de slaapkamer, waar ze haar nagels aan het lakken was. ‘Zeg, ik ben helemaal vergeten Mathilde dat liedje van drs P te laten horen.’ ‘Misschien maar beter ook’, vond Dick, ‘want die Mathilde was een jaloerse en gemene teef. En dat kun je van onze Mathilde toch niet zeggen. Wat een lief mens. Had ik maar zo’n tante gehad, dan was het nog goed gekomen met me.’ ‘Goh, je bent wel in vorm zo vroeg op de ochtend’, merkte Annemarie snedig op. Dick stapte poedeltje naakt uit de badkamer, wat Annemarie de opmerking ontlokte: ‘Sla eens een handdoek om je heen, potloodventer.’ Daar moest Dick erg om lachen. Ja, die twee hadden vaak de grootste lol.

33 De vakantie in Nederland en tante Mathilde zouden nog vaak opduiken in hun gesprekken. ‘Ik heb genoten van Madurodam. Alsof ik weer kind was’, grapte Dick, alhoewel dat bezoek in het water was gevallen omdat het die dag pijpenstelen regende. ‘Ik vond de treintjes het leukst’, haakte Annemarie aan. ‘En wat dacht je van de Keukenhof. Wat een bloemenpracht’, maar ook dat uitstapje hadden ze niet gemaakt. ‘Vond ik tegenvallen’, zei Dick. ‘Tulpen. Pfft. Ik vind lotusbloemen en orchideeën stukken mooier. En de bougainvillea heeft de mooiste naam.’ ‘Maar je hebt in de Keukenhof ook andere bloemen’, verdedigde Annemarie zich. Ze hield van dit soort twistgesprekken, nou ja gespeelde.

Epiloog: En met deze constatering eindigt het vijfde feuilleton. Even recapituleren: De eerste twee gaan over dokter Dick en zuster Annemarie, het derde over dokter Mac, een collega van Dick, en de Filipijnse verpleegster Theresia  en het vierde over Peter, het poolmaatje van Dick uit deel 1, en Marloes, die Annemarie kent sinds haar trip naar Wenen. Het wordt nu tijd de aandacht te richten op zuster Petra, de aanstichter van Dick’s deconfiture.

Reacties niet mogelijk