Nieuwsgaring

‘Een journalist hoeft niets te weten, behalve bij wie en waar hij aan de weet kan komen wat hij niet weet’, schrijft kerkredacteur Bert Klei (Trouw) half-grappend in Het journalistieke ambacht. Nu is het eerste niet helemaal waar: een journalist dient wel degelijk een brede algemene ontwikkeling te hebben. Maar het tweede is zeker waar: een journalist dient nieuwsbronnen te kunnen opsporen. En, voegen we eraan toe, hij dient ook de meest efficiënte weg te kunnen kiezen, want de tijd is altijd beperkt. Of je nu voor een dagblad of een weekblad schrijft: er is altijd een deadline en die is onverbiddellijk.

Nieuwsgaren kan op drie manieren:
1 passief: persberichten, rapporten, redevoeringen, persbureaukopij, enzovoort. Dagelijks brengen post, fax en e-mail een stroom van berichten die ongewijzigd, ingekort of gecombineerd worden gepubliceerd, of in het ‘ronde archief’ verdwijnen.

2 actief: idem, maar nu wordt de informatie bewerkt en aangevuld met of gewijzigd door eigen nieuwsgaring. De informatie wordt gecheckt, aangevuld met gegevens uit het redactiearchief, enzovoort.

3 spontaan: alles wat de journalist te weten komt door goed uit zijn doppen te kijken, wat hij te weten komt via zijn netwerk, toevallig hoort, op het spoor komt door zijn boerenverstand te gebruiken, andere media te volgen, zijn agenda goed bij te houden, landelijke onderwerpen te regionaliseren, enzovoort.

Waarom komt een journalist in de kroeg?
Waarom frequenteert een journalist het café? Niet om te zuipen, want thuis heeft hij een drankvoorraad die goedkoper, verfijnder en lekkerder is. Hij komt er ook niet om chicks te versieren want die staan, nadat zijn briljante analyse van het Stabiliteitspact is gepubliceerd, in de rij voor zijn deur om zijn handtekening – en nog het een en ander – te vragen. Hij komt er evenmin om te eten, want de kookkunsten van Fagel, Bijker, Braakhekke en tal van sterrenkoks vallen in het niet bij die van hem.
Nee, hij komt er voor de CONTACTEN. Want het is genoegzaam bekend dat alcohol de tongen los maakt; zelfs zo los dat er soms geen touw aan vast valt te knopen (maar dit terzijde). Geen groter genoegen voor de journalist om de wethouder, wiens neus langzaam de kleur van de ondergaande zon krijgt, enkele pikante nieuwtjes te ontfutselen. Geen groter genoegen dan aan de bar een gesprek tussen twee middenstanders af te luisteren over de klanten die ze hebben opgelicht. Of om van de uitbater te vernemen dat de stadswachten, wier taak het is de veiligheid op straat te bewaken, het liefst koffie drinken in hun veilige kantoortje.
De journalist slaat al die verrukkelijke roddels op in zijn geheugen, noteert ze schielijk buiten het gezichtsveld van deze zegslieden in zijn blocnootje en maakt er de volgende dag een mooi verhaal van.
Maar alle gekheid op een stokje: journalisten komen nog maar weinig in het café – althans als onderdeel van hun werk. Veel redacties zijn naar een industrieterrein of buitenwijk verhuisd en veel nieuwsgaring vindt telefonisch plaats. Het typische journalistencafé als trefpunt van het journaille en de lokale elite bestaat (bijna) niet meer.

Netwerken
Het typische journalistencafé moge niet meer bestaan (zie hiervoor), de dorpspomp bestaat nog steeds en heet tegenwoordig NETWERK. Potentiële nieuwsbronnen ontmoet je op een receptie, tijdens een opening en je spreekt hen na afloop van een vergadering. Jullie tutoyeren elkaar, je bezit zijn 06-nummer en kunt hem op elk moment van de dag bellen. Hij voorziet je van nieuwtjes, achtergrondinformatie en klapt zo nu en dan off-the-record uit de boot (‘Je hebt het niet van mij hoor, maar wist je…’).
Maar je netwerk is veel groter. Je komt je bronnen ook tegen in de wachtkamer van de huisarts of op de verjaardag van tante Greet. Je vangt en passant iets op, terwijl je over de markt slentert, bij Albert Heijn voor de kassa in de rij staat of terwijl je bij de warme bakker brood koopt.

Taak 1: Maak een lijst van personen die je kent. Noteer achter elke naam het onderwerp waarover ze je een tip zouden kunnen geven.

Taak 2: Idem van personen in je woonplaats die je nog niet kent. Noteer alleen informele bronnen, zoals de kapper, postbode, garage-eigenaar, huisvuilophaler, enzovoort.

Taak 3: Idem, nu van formele bronnen, zoals de wethouder, deelraadsvoorzitter, fractievoorzitter, enzovoort.

Taak 4: Maak een lijst van lokaties waar je deze personen toevallig zou kunnen treffen.

Taak 5: Maak een lijst van activiteiten waarbij je deze personen toevallig zou kunnen ontmoeten.

 

Postzegelbeurs
Nadat het AD op 1 september 2005 met zeven regionale kranten was gefuseerd en de redactionele ruimte van een regioredactie met een kwart was ingekrompen, zei een regioredacteur opgelucht te zijn omdat hij niet meer allerlei wat hij noemde ‘flutberichten’ in de krant hoefde te zetten. Deze opmerking getuigt van weinig inzicht in het functioneren van een netwerk. Waarom?
Toen deze regionale krant nog over meer ruimte beschikte, werden zelfs de kleinste activiteiten aangekondigd: van bingo-avond tot postzegelbeurs. Vaak ging een redacteur ook naar zo’n activiteit en maakte er een verslagje van. Nu zou je je kunnen afvragen wat de journalistieke relevantie is van een verslag van een postzegelbeurs. Maar bedenk dan:

  • Zo’n beurs wordt door honderden mensen bezocht. Die vinden het leuk een verslagje daarvan in de krant te lezen.
  • Op die beurs spreek je tientallen mensen. Wellicht zit er een werknemer van een lokaal bedrijf bij die, omdat hij jou een toffe gozer vindt, zich laat ontvallen dat zijn bedrijf de milieuvoorschriften overtreedt.
  • Door dit soort berichten niet meer te plaatsen en deze activiteiten te mijden, ben je langzaam bezig je netwerk om zeep te helpen.

Taak 6: Verzamel uit een lokaal huis-aan-huisblad aankondigingsberichten.

Taak 7: Verzamel uit een lokaal huis-aan-huisblad advertenties waarin dit soort activiteiten worden aangekondigd.

Taak 8: Bezoek een van die activiteiten en praat met zoveel mogelijk mensen.

Taak 9: Beschrijf je ervaringen in 300 woorden. Wie heb je gesproken? Waarover? Leverden de gesprekken ideeën op voor een artikel? Zou je op een andere wijze op die ideeën zijn gestuit?

Taak 10: Schrijf een betogende tekst van 600 woorden over de voor- en nadelen van krantenfusies.

 

Kerken
Het plaatselijk kerkelijk leven is een onuitputtelijke, maar vaak verwaarloosde nieuwsbron. Neem nu de Hervormde kerk in de gemeente V. We lezen in het blad van de wijkgemeente centrum:

  •  ‘Vorig jaar is de landelijke kerk officieel gefuseerd tot PKN. Dit betekende echter niet dat de plaatselijke gemeenten ook gelijk klaar waren met hun werk. We kunnen wel zeggen dat dit hele jaar besteed is om alle formaliteiten te vervullen, die nodig waren om te komen tot een fusie tot de Protestantse Gemeente te V.’
  • ‘De Hervormde gemeente te V. is de afgelopen 25 jaar erg achteruit gegaan wat betreft ledenaantal, kerkbezoek en financiële draagkracht. […] Het is wel opmerkelijk dat in die periode de kerk van de Nazarener sterk gegroeid is.’
  • In het blad staat ook dat een commissie een voorstel voorbereidt voor de pastorale bezetting en het afstoten van kerkgebouwen. Het aantal wijkgemeenten zal worden teruggebracht van tien naar vier.
  • Voorts schrijft het blad over het Andreas-project: een christelijke woon- en werkgemeenschap van gezinnen, echtparen en alleenstaanden. Al ongeveer tien jaar brainstormt een groep van vrienden over dit idee.

Taak 11: Wie zou je hierover kunnen interviewen? Hoe bereid je je voor? Maak bij elk onderwerp een lijstje met tenminste 25 vragen.

Taak 12: Verzamel in jouw woonplaats gegevens over kerkgebouwen, kerkdiensten, gezagsdragers, aantal lidmaten en vraag publicaties aan. Schrijf naar aanleiding van je bevindingen een analyse van 600 woorden.

Taak 13: Ga in je eigen gemeente na hoe de kerkfusie is verlopen. Is de klad gekomen in het kerkbezoek? Had dit financiële consequenties? Zijn er succesvolle kerkelijke activiteiten?

 

Factchecking
Never let the facts spoil a good story, luidt een bekende uitdrukking. Inderdaad heeft de journalistiek op het gebied van nauwkeurigheid, zowel in heden als verleden, een niet al te beste naam.
Aan het eind van de negentiende eeuw schreef Liselotte van de Palts, hofdame in Versailles: ‘Als iemand hier een ander een poets wil bakken, schrijft men wat leugens over hem op een blaadje en stuurt dat samen met een bankbiljet naar een Nederlandse krant. Men kan er dan zeker van zijn dat alles wat op het papiertje staat in het blad komt.’ (Een boekje open over de journalisten)
In de Amerikaanse burgeroorlog instrueerde de Chicago Times zijn correspondenten: ‘Als er geen nieuws is, stuur dan geruchten.’ En in het satirische boek Scoop over oorlogsverslaggeving eist de eigenaar van de krant van verslaggever William Boot ‘een paar klinkende overwinningen, een paar staaltjes van persoonlijke moed, gevolgd door een feestelijke intocht in de vijandelijke hoofdstad. Dat is wat de krant onder oorlog verstaat.’
Veelzeggend zijn de titels van twee, niet eens zo oude boeken: Uit onbetrouwbare bron. De mooiste missers in de media (2000) en Regeert de leugen? Medeplichtigheid aan leugen en bedrog (2004).

Geconfronteerd met alle kritiek op hun vermeende onnauwkeurigheid zijn de media niet passief gebleven. Sommige kranten corrigeren uit eigen beweging fouten, ombudsmannen en lezersredacteuren reageren op klachten van lezers en in de ingezonden-brievenrubriek wijzen lezers op gemaakte fouten. En dan zijn er nog de fact-checkers of documentalisten: Nederland kent ze niet; The New Yorker, The New York Observer, Harper’s, Foreign Affairs, Vanity Fair en Der Spiegel wel. Ze trekken elk feit, hoe klein ook, na.

Toen Arendo Joustra, hoofdredacteur van Elsevier, in 2002 werd geïnterviewd door een verslaggeefster van The New Yorker over het Nederland na Pim Fortuyn, werd hij enkele dagen later benaderd door een fact checker om het verhaal minutieus door te nemen. ‘Heeft de Volkskrant op 6 mei geschreven dat de LPF de grootste partij zou worden en daarmee Fortuyn premier?’ tot en met ‘is Beerenburg met één of met twee e’s?’ Joustra: ‘Het interview heeft ongeveer anderhalf uur geduurd, het gesprek met de fact checker twee uur. Daarna heb ik per e-mail nog een aantal aanvullende vragen beantwoord.’ (De Journalist, 14 februari 2003)

Het gevoel dat het ‘barst van de fouten en foutjes’ in de journalistiek  was voor de Fontys Hogeschool Journalistiek Tilburg  en de Universiteit Leiden (Praktijkstudie Journalistiek en Nieuwe Media) aanleiding lesgroepen fact checken in te stellen. De studenten publiceren hun bevindingen respectievelijk op  www.fhjfactcheck.wordpress.com en www.nieuwscheckers.nl.

Taak 14: Knip een willekeurig artikel uit de krant, neem het minutieus door en controleer of de feiten kloppen.

Taak 15: Maak een analyse van de gevonden fouten en schrijf daarover een beschouwing van 600 woorden.

Taak 16: Laat een artikel van jezelf door iemand anders controleren.

Taak 17: Reageer op zijn bevindingen in een beschouwing van 600 woorden.

Gierende leugens

  • In 1969 gaf de neurofysioloog Schad‚ in uitzendingen van de NTS, de tegenwoordige NOS, commentaar op de ruimtevlucht van de Apollo 9. Hij zat zogenaamd in Mission Control in Houston, waar hij belast zou zijn met het registreren van de hersenfuncties van de astronauten. In werkelijkheid bevond hij zich ergens tussen Amsterdam en Den Haag, waar hij met een radioverbinding de gegevens kon opvangen die de Nasa via de PTT aan de Amerikaanse basis in Soesterberg verstrekte. Bij Nasa kende niemand hem.
  • ‘Het verhaal van Jimmy’, zo luidde in 1980 in de Washington Post de titel van het schrijnende relaas van een achtjarige heroïneverslaafde uit de sloppenwijken van Washington. De auteur, Janet Cooke, won er de prestigieuze Pulitzer Prize mee. Het jongetje bleek een verzinsel. De journaliste moest de prijs inleveren en werd ontslagen.
  • In 1983 meldde het Duitse blad Stern dat het Hitlers dagboeken had ontdekt. Ze zouden in afleveringen gepubliceerd worden. Maar de dagboeken waren een vervalsing. Zowel de verslaggever als de vervalser belandden achter de tralies. De verslaggever, Konrad Kujau, stierf in september 2000 aan kanker. Hij zat drie van zijn 4,5 jaar celstraf uit.
  • Freelancer Jan Haerynck schreef in 1996 hoe de 10-jarige Nadja Wepper tijdens een bezoek met haar ouders aan het Parijse Euro Disneyland op mysterieuze wijze wegraakte, om uiteindelijk in een dienstlift te worden teruggevonden, donkerbruin geschminkt, met zwaar gestifte lippen, verdoofd of dronken. Hij had het verhaal uit zijn duim gezogen. Toen de kwestie uitlekte, kwam de Volkskrant met een paginagrote boetedoening.
    (Bronnen: Uit onbetrouwbare bron; De Groene Amsterdammer, 26 juli 1995, 8 januari 1997)
  • Jayson Blair was een 27-jarige rijzende ster bij The New York Times, tot hij in 2003 werd betrapt op het kopiëren van andermans werk en het verzinnen van forse delen van zijn stukken. Van de 73 verhalen van Blair die de hoofdredactie uiteindelijk liet napluizen, bevatte ruim de helft verzinsels en plagiaat.
    The Times drukte een perfect geschreven, monumentale reconstructie van de zaak af, die wereldnieuws werd: Times Reporter Who Resigned Leaves Long Trail of Deception. Blair had toen de reconstructie verscheen al ontslag genomen. Na een zelfmoordpoging belandde hij in een inrichting. Later dienden ook twee leden van de hoofdredactie van The Times hun ontslag in.
    Jayson Blair was verslaafd aan whisky en cocaïne en bleek manisch-depressief. Hij kickte af, kreeg voortaan de juiste medicijnen en begon een zelfhulpgroep. Dat werden er vijf. Een psychologenpraktijk in Ashburn, Virginia, gaf hem een baan als lifecoach.
    (Bron: NRC Weekblad, 19-25 september 2009)

Broodje Aap
Rond de jaarwisseling 2000-2001 berichtten de media over een wolf in Zeeuws-Vlaanderen. ‘Het verhaal over een loslopend wild beest duikt […] regelmatig op. We hadden een leeuwin in de duinen van Egmond, een poema in Limburg en een leeuw in het Zeisterbos. Die beesten zijn allemaal niet gevonden’, zegt Theo Meder, volksverhalen-onderzoeker bij het Meertens Instituut. Meder haalt regelmatig moderne sagen uit de kranten. Dergelijke verhalen of geruchten worden ook wel contempary legends, urban legends of broodje-aapverhalen genoemd. Ze zijn van alle tijden. In de archieven van het Meertens Instituut liggen dertigduizend volksverhalen.
(Bron: NRC Handelsblad, 21 april 2001; literatuur: Ethel Portnoy, Broodje Aap, Broodje Aap Met; Peter Burger, De gestolen grootmoeder)

IMG_0008

Fraude in de wetenschap
De Amerikaanse journalist I.F. Stone zei dat ‘elke regering bestaat uit leugenaars en niets van wat zij zeggen moet worden geloofd’. Geldt dit ook voor wetenschappers? Hopelijk niet, maar er wordt wel degelijk gelogen en gefraudeerd in de wetenschap. Enkele voorbeelden:

  • Medewerkers van de urologische afdeling van het academisch ziekenhuis in Göttingen propageerden een nieuwe therapie tegen nierkanker. Zij baseerden zich op een proefschrift van de arts Alexander Kugler, dat vervalste onderzoeksresultaten bevatte. Kugler moest zijn proefschrift terugnemen en vertrok met onbekende bestemming uit Göttingen. De Duitse autoriteiten verboden de therapie.
    (Bron: Rotterdams Dagblad, 13 augustus 2001)
  • In 1989 maakten de Amerikaanse fysici Martin Fleischmann en Stanley Pons bekend dat zij een kernfusie tot stand hadden gebracht bij kamertemperatuur. Hun claim werd door fysici met grote interesse bekeken, want als zij gelijk hadden, zou mogelijkerwijs het wereldenergievraagstuk in een klap zijn opgelost. Immers, voor kernfusie is deuterium nodig en dat is er op aarde volop. Helaas, de claim van beide heren bleek een canard.
    (Bron: NRC Handelsblad, 29 april 1993)
  • Het Journaal opende in 1990 met groot nieuws: een Nederlands team van onderzoekers onder leiding van de Eindhovense hoogleraar theoretische scheikunde Henk Buck had een stof gemaakt die vermenigvuldiging van het aids-virus blokkeerde. Binnen enkele jaren zou er een medicijn op de markt komen. Zijn voorspelling was te mooi om waar te zijn en de gelauwerde hoogleraar werd op non-actief gesteld.
  • De Zuid-Koreaanse stamcelonderzoeker Woo Suk Hwang maakte in 2004 furore door als eerste ter wereld stamcellen te isoleren uit gekloonde embryo’s. Deze stamcellen zouden in de toekomst gebruikt kunnen worden voor het genezen van bijvoorbeeld Parkinsonpatiënten. Maar Hwang, in Korea een nationale held, viel van zijn voetstuk. Bij het onderzoek was geknoeid. Hij nam ontslag en bood publiekelijk zijn excuses aan.
    (Bron: NRC Handelsblad, 23 december 2005)
  • ‘Opzettelijke misleiding komt ook voor. Een Duitse archeoloog vertelde me deze zomer dat hij bewust quatsch in een persbericht had geschreven over een of andere opzienbarende ontdekking, daardoor kreeg hij extra publiciteit, en daardoor weer meer fondsen voor z’n onderzoek. Dat is natuurlijk onaanvaardbaar. Dat een politicus een loopje met de waarheid neemt, ach, dat zijn we gewend, maar een wetenschapper? Die moet de waarheid spreken, de hele waarheid en niets dan de waarheid. Die moet vertrouwen uitstralen.’
    (Bron: Jona Lendering (1964) is historicus en beheert de website
    www.Livius.org over oude geschiedenis, Trouw, 31 oktober 2009)

Verder lezen: Valse vooruitgang : bedrog in de Nederlandse wetenschap van Frank van Kolfschooten, Amsterdam, 1993/1996; Plastic Fantastic. How the biggest fraud in physics shook the scientific world, Eugenie Samuel Reich, London, 2009.

 

 Casus waterleidinglek
Bij een onderzoek naar lekken in het Utrechtse waterleidingnet ontstaat een lek in een zinker onder de Oude Haven. Hierdoor stroomt havenwater het leidingnet in. Het Waterleidingbedrijf Midden-Nederland (WMN) neemt een aantal maatregelen en informeert de binnenstadsbewoners.  

Taak 18: Lees het persbericht en maak een nieuwsbericht over de waterverontreiniging.

Taak 19: Maak een lijstje met journalistieke vragen, die het persbericht oproept.

Taak 20: Maak een lijstje van personen en instanties, die je benadert ter beantwoording van deze vragen.

Taak 21: Schrijf naar aanleiding van je research een follow-up.

Taak 22: Bedenk ideeën voor een achtergrondverhaal.

 

PERSBERICHT

Een levende watervlo in het drinkwater gevonden
Watervlooien zijn beslist niet schadelijk voor de gezondheid van de mens. Het is zelfs zo, dat ze alleen in schoon water kunnen leven. Maar het is natuurlijk niet zo smakelijk, als je ze in je drinkwater vindt.
De Gemeentelijke Energie- en Waterleidingbedrijven (G.E.W.B.) kregen gisteren van een inwoonster van Vlaardingen-Ambacht de mededeling, dat zij een watervlo in het drinkwater had gevonden.
Uit voorzorg hebben de G.E.W.B. daarom gisteravond en vannacht het leidingnet intensief doorgespoeld. Hierdoor hoopt men de organismen uit het leidingnet te hebben gespoeld. Door het nemen van monsters zal dit worden gekontroleerd. Tot nu toe zijn er geen klachten van dezelfde aard uit andere wijken van Vlaardingen. gekomen. Het ziet er dan ook naar uit, dat dit incident tot de wijk Vlaardingen-Ambacht beperkt zal blijven.
Hoe de watervlo in het leidingwater terecht is gekomen, is niet bekend. Uit de literatuur blijkt, dat watervlooien een heel enkele keer in distributienetten kunnen voorkomen.

Afdeling Voorlichting
G.E.W.B., tel. 354444, ts. 116 23 juni 1983

Taak 23: Maak op basis van het persbericht een nieuwsbericht.

Taak 24: Lees het voorbeeld nieuwsbericht. Verzamel aanvullende informatie en maak een nieuw bericht. Plaats een illustratie bij je bericht.

 

Taak 25: People in the know
Zoek tenminste tien mensen in je woonplaats, die geen officiële positie hebben, maar wel als mogelijke bron kunnen fungeren en geef aan welke informatie ze zouden kunnen geven, die interessant is voor je medium. Voorbeeld: garage-eigenaar, bioscoopexploitant, huisvuilophaler.

Taak 26: A walk around
Loop door je woonplaats en let op mededelingenborden, posters, advertentieborden (supermarkt) enzovoort. Wat ga je ermee doen? Voorbeeld: affiche Creabeurs op raam woonhuis. De bewoonster is een getalenteerd kantklosster. Interviewen die dame.

Taak 27: The local angle
Houd de landelijke dagbladen een week bij en noteer onderwerpen, die je kunt regionaliseren. Geef aan, hoe. Voorbeeld: meer geld voor politie, wat zijn de lokale gevolgen?

Taak 28: Diary jobs
Maak aan de hand van de evenementenagenda in de krant en de gemeente-agenda een weekplanning.

Taak 29: Organizations
Maak een inventarisatie van organisaties, bedrijven, overheidsdiensten in je woonplaats en geef bij elk aan wat het journalistiek nut zou kunnen zijn.

Taak 30: Classified advertisements
Lees de kleine advertenties in je plaatselijke dagblad of huis-aan-huisblad en zoek journalistiek interessante onderwerpen. Wat ga je ermee doen?

Taak 31: Knowing the firms
a Breng het plaatselijk bedrijfsleven in beeld. Maak een lijst van tenminste tien bedrijven en verzamel gegevens over hun producten, aantal werknemers, afzetmarkten enzovoort. Welke zijn interessant voor een artikel?
b Ga na welke bedrijven een interne publicatie hebben: bedrijfskrant, tijdschrift, nieuwsbrief. Vraag een exemplaar aan en ga na of het nieuwswaardige onderwerpen bevat.
c Zoek in de vacaturebank van je plaatselijke arbeidsbureau naar journalistiek interessante onderwerpen.
d Ga na welke vakbonden een plaatselijke afdeling hebben. Verzamel gegevens: aantal leden, activiteiten enzovoort. Welke activiteiten ga je bezoeken?

Taak 32: Kerken
Breng het plaatselijk kerkelijk leven in beeld. Verzamel gegevens over kerkgebouwen, kerkdiensten, gezagsdragers, aantal lidmaten. Vraag publicaties aan. Lees ze en bepaal welke onderwerpen zich voor een artikel lenen.

Taak 33: Summarizing
a Maak een samenvatting van 500 woorden van de letterlijke tekst van deze toespraak.
b Maak een samenvatting van 500 woorden van dit jaarverslag.

(Bron taak 25-33: Practical Newspaper Reporting, bewerkt)

 

Verhalenwedstrijd
De Vleermuis uitgeverij b.v.
Postbus 1155
6040 KD ROERMOND

REGLEMENT VERHALENWEDSTRIJD 1992
1 . Voor deze wedstrijd komen in aanmerking alle niet uitgegeven, nooit bekroonde verhalen in het nederlands.
Elke kandidaat kan slechts een verhaal maximaal inzenden. Getypt, persklaar en in viervoud. Voorzien van eigen naam, adres, telefoonnr. en geboorte d.d. Indien er gepubliceerd moet worden onder pseudoniem dient men dit erbij te vermelden. Retourenveloppe, voorzien van porto en vermelding eigen naam en adres bijsluiten voor de uitslag.
2. Het thema is vrij.De verhalen mogen niet langer zijn dan drie A4. Regelafstand anderhalf. Marge vanvoren drie centimeter. Aantal regels per bladzijde 34. De inzendingen worden niet geretourneerd.
3. Sluitingsdatum inzendingen 1-4-92.Inzendingen als volgt te adresseren: Jury Verhalenwedstrijd p/a De Vleermuis Uitgeverij b.v.
De prijs is publicatie. Daarnaast stelt de uitgeverij een boekenpakket ter waarde van ± f.250,- beschikbaar uit eigen fonds voor de beste inzending.
4. De winnende auteurs verklaren zich akkoord door hun inzending met publicatie in een boek dat uitgegeven zal worden door De Vleermuis Uitgeverij b.v. De verkoopprijs van het boek zal in de erkende boekhandel f.24,95 bedragen. De winnende auteurs verklaren zich akkoord met een minimum afname van 15 boeken tegen de reduktieprijs van f.15,-.
5. Een deskudige jury zal de beslissingen nemen waarover geen enkele vorm van correspondentie zal worden gevoerd. De jurybeslissingen zijn bindend en zonder beroep.
6. De uitgeverij behoudt zich het recht voor taal- en interpunctiefouten te corrigeren. De Vleermuis Uitgeverij b.v. wenst haar naam enkel aan een goed verzorgde uitgave te verbinden. ( Inzake eventuele stijlwijzigingen/fouten wordt overleg gepleegd met de auteur.)
De auteurs zijn vrij om hun medewerking aan een eventuele herdruk te weigeren.

Taak 34: Maak een lijstje met vragen die je aan de directeur wilt stellen.

 

Jacob van Strij
Taak 35: Lees bijgaand persbericht en bedenk aanvullende vragen.

 

Vlaardingse totempalen
Taal 36: Lees bijgaand
fotobijschrift. Wat heeft  de schrijver nagelaten?

 

Kopvoddentaks
Onderzoeksjournalistiek: het klinkt ingewikkeld en vaak is het dat ook, maar soms is het opvallend simpel en niet zo tijdrovend: gewoon je geheugen raadplegen en op internet zoeken. Zo informeerde PVV’er Fritsma in schriftelijke vragen naar de kosten van allochtonen en fractievoorzitter Geert Wilders stelde tijdens de Algemene Beschouwingen in september 2009 voor om een ‘kopvoddentaks’ in te stellen: een belasting op het dragen van hoofddoekjes.
Columnist Frits Abrahams dook in zijn geheugen: Wilders wist het tijdens de Algemene Beschouwingen van een jaar eerder al, want toen haalde hij een studie van het Centraal Planbureau aan, waarin de kosten op 230.00 euro per allochtoon, bij elkaar 100 miljard, werden berekend.
Voor de uitdrukking ‘kopvoddentaks’ dook Abrahams het internet op en wat bleek: de term kopvod werd in 2002 door een anonieme Limburger (!) gebruikt op de website van Stormfront. Het woord bleef hem intrigeren. Een lezeres zag er een letterlijke vertaling van het Engelse woord ‘head rag’ in. Verdere research onthulde dat het woord in de VS vaker wordt gebruikt en al in 1908 in een tekst voorkwam.
In de berekening waar Fritsma om had gevraagd, zag de regering geen heil. Het instituut voor multiculturele ontwikkeling Forum daarentegen gaf hoogleraar economie Peter Nijkamp opdracht een kosten-baten analyse van immigratie in Nederland te maken, maar volgens Forum was het onderzoek niet bedoeld als antwoord op de Kamervragen. (Bronnen: NRC Handelsblad, 17, 22 en 25 september 2009)

  • Geen Trackbacks
  • Reacties (0)
  1. Nog geen reacties