Twee interviews

I Natascha (25)
Als ik haar kamer binnenkom, prikkelt de geur van vers gezette koffie gemengd met een vleugje Chanel 19 mijn neus. Ik kijk terloops rond; niet opvallend, want dat zou onbeleefd zijn. De kamer straalt warmte uit. Op de tafel houden bloemen van mensen. Her en der verspreid liggen boeken, een enkel opengeslagen, en tijdschriften. Aan de muur hangt Verkerke.
‘Is dat niet een…’, vraag ik, wijzend naar een reproductie, om het ijs te breken. Ik laat een stilte vallen, want ik ken mijn interviewtechniekjes. ‘Ja, dat is een…’, antwoordt ze met een Mona Lisa-glimlachje. Ze maakt haar zin niet af. ‘Wil je koffie? Ik heb net gezet’, vraagt ze. ‘Lekker.’ ‘Melk en suiker?’ ‘Alsjeblieft.’ Ik ga zitten, ze schenkt de koffie in en neemt tegenover me plaats op de bank met foulard, in kleermakerszit. Met haar lichter dan lichtblauwe ogen kijkt ze me afwachtend aan.

II John (45)
Ik zit op de bank, hij op de vloer met zijn rug half naar me toe, zijn nieuwe echtgenote tegenover ons. Hij praat, en praat, en praat, en ik noteer zo snel ik kan. Een enkele keer informeer ik naar details, maar verder luister ik alleen maar. Zo nu en dan pauzeert hij even. Dan pakt hij met trillende handen zijn koffie. Het lukt hem niet ze onder controle te krijgen. Hij neemt het kopje tussen beide handen, slorpt en vervolgt dan zijn verhaal.
Bij de foto’s knikt zijn hoofd naar voren. Hij begint te huilen en drukt zijn handen tegen zijn ogen. ‘Zullen we stoppen?’ Mijn balpen ligt roerloos in mijn hand, ik fluister bijna. ‘Dan gaan we een andere keer verder. Er is geen haast bij.’ Hij zegt: ‘Nee, ik moet het kwijt, ik moet het allemaal vertellen.’ Ik bied aan, hem de tekst voor publicatie voor te leggen. ‘Misschien heb je er later spijt van.’ Maar het hoeft niet.

  • Geen Trackbacks
  • Reacties (0)
  1. Nog geen reacties