Geen goedemorgen

20-1

Twee observaties:
1 In de koffiebar van Hua Lamphong, het centraal station van Bangkok, zet een serveerster een beker met koffie neer voor een westerse toeriste. Die antwoordt: ‘Khohp khoen kha’, wat bedankt betekent. Ze wil waarschijnlijk laten merken dat ze enige moeite heeft gedaan om tenminste een paar woordjes Thais te leren, hetgeen door Thai zeker gewaardeerd wordt. Maar het is geen gewoonte in Thailand om in dit soort gevallen te bedanken, dat doe je alleen in bijzondere gevallen.
2 Een jong stelletje komt een visrestaurant in Huai Khwang (een wijk in Bangkok) binnenlopen. De jongen voert een telefoongesprek met de telefoon aan zijn linkeroor. Ze gaan tegenover elkaar zitten aan een tafeltje met zinken tafelblad. De serveerster legt de menukaart voor hem neer, een dik album met vage foto’s van de gerechten die worden geserveerd. De jongeman bladert, al telefonerend, door het boek; zijn partner, een niet onaantrekkelijke vrouw met een glitterblousje, kijkt wat in het rond. Na een tijdje verhuist het album naar de vrouw. Ze bestelt eten, het eten wordt gebracht en nog steeds telefoneert de jongen. Hij klemt de telefoon tussen oor en schouder en neemt een hap. Dat gaat zo ongeveer tien minuten door, totdat het gesprek wordt beëindigd en hij aandacht aan zijn partner besteedt.
20-2’s Lands wijs, ’s lands eer. Wat in het ene land onbeleefd is, is dat in een ander land niet. Telefoneren tijdens de maaltijd en van tafel weglopen om te telefoneren: niemand zal er aanstoot aan nemen. Zelfs tijdens ceremonieën in tempels gaat er wel eens een telefoon af, die onmiddelijk wordt beantwoord. Tal van beleefdheidsfrasen die in Nederland normaal zijn, ontbreken in Thailand. Dus wordt me bij het boodschappen doen geen ‘prettige dag’ gewenst, zoals bij mijn bakker. Hoef ik ook niet te zeggen ‘Van hetzelfde’ of zoiets. Ook ‘alstublieft’ en ‘dank u wel’ ontbreken. En de restaurant-trits ‘eet smakelijk’, ‘smaakt het?’ en ‘heeft het gesmaakt?’ heb ik hier nog nooit gehoord. Daar ben ik eigenlijk wel blij om.
Opstaan in trein, bus en metro gebeurt ook volgens andere regels. Reizigers staan niet op voor bejaarden, tenzij ze heel slecht ter been zijn, en verder staan ze alleen op voor monniken en kleine kinderen. Alhoewel ik 62 ben en daar toch enige rechten aan zou mogen ontlenen, is in Thailand nog nooit iemand voor me opgestaan. Overigens gebeurt me dat ook in Nederland zelden, hetgeen een indicatie is dat ik er nog appetijtelijk uitzie.
Betekent dit nu dat Thai lompe, onbeleefde mensen zijn? Nee, natuurlijk niet. Je moet alleen de beleefdheid in de taal zoeken. De woorden ‘khrap’ (bij mannen) en ‘kha’ (bij vrouwen), die vaak aan het eind van een zin worden geplakt, zijn beleefheidsfrasen en onvertaalbaar in het Nederlands. Loop ik op straat, vraagt de buurvrouw – heel beleefd – ‘Paj naj kha?’ (‘Waar ga je naartoe?’), waarop ik met de toevoeging ‘khrap’ antwoord geef. In Nederland zou de buurvrouw, afhankelijk van het tijdstip van de dag, mij ‘goedemorgen’ wensen en ik zou iets soortgelijks brommen, maar ‘goedemorgen’ heb ik nog nooit iemand horen zeggen in Thailand. Zelfs mijn vriendin niet bij het wakker worden.

 

  • Geen Trackbacks
  • Reacties (0)
  1. Nog geen reacties