Vervolg 2 (2)

Inhoudsopgave
Waterhyacint: Kans of plaag?
Als er geen bier meer is, drinken we…
’t Mag niet, maar ’t gebeurt toch
Dreigingen, vervolgingen en vernietiging van oogsten
Van zout naar zonnepanelen
Berucht onkruid maakt korte metten met acne
Waterwereld – Dromen over Venetië van het Oosten
De ouwetjes doen ’t nog best
Wie wil er mijn varaan zien?
Abortus pil mag, maar abortus is ‘slecht en immoreel’

 

Pa Sak rivier Ayutthaya

Waterhyacint: Kans of plaag?

Is de waterhyacint met zijn mooie lila bloempjes een kans of een plaag? Het hangt er vanaf aan wie je dat vraagt. Vraag het binnenhuisarchitect Suwan Konglhunthian en hij zal de plant roemen. Voor hem is de waterhyacint een natuurlijk materiaal voor zijn meubels.

Vraag het de autoriteiten en zij zullen de plant vervloeken, want de dikke groene matten verstikken Thailands kanalen en rivieren al meer dan een eeuw. Ze vertragen de waterafvoer met in het regenseizoen overstromingen tot gevolg, en de matten houden het zonlicht tegen, waardoor het zuurstofgehalte in het water afneemt en vissen het loodje leggen.

Premier Prayut verklaarde de plant onlangs de oorlog. Hij beval het leger en de lokale autoriteiten in Ayutthaya 120.000 ton uit de Chao Phraya te verwijderen. En in Chai Nat zijn soldaten en zwaar materieel ingezet om 50.000 ton weg te halen die zich had opgehoopt bovenstrooms van de Chao Phraya dam.

Maar het is vaak vechten tegen de bierkaai. De plant kan zich vliegensvlug vermenigvuldigen middels wortelstokken, waaraan nieuwe planten gaan groeien, en door zaad. Vooral het midden van het land biedt ideale omstandigheden omdat de viskwekerijen in de Chao Phraya chemische stoffen afscheiden waarmee de plant zich kan voeden.

‘De overheid kan goed werk doen door de planten op te ruimen, maar na een paar weken komen ze weer terug. Wat nodig is, is een lange termijn strategie om ze in toom te houden’, zegt bioloog en deken van de faculteit Agricultural Innovation van de Rangsit universiteit. ‘Waterhyacint is geen drijvende plant die je kunt opscheppen en weg gooien. Als je waterhyacint verwijdert, verspreid je de zaden en groeit die sneller. Deze plant is een overlever, hij kan zich aanpassen.’

Tafels, stoelen, manden, woningdecoratie
Yothaka stoelSuwan Konglhunthian gebruikt de plant als vlechtmateriaal, net als riet, voor zijn meubels die onder het merk Yothaka worden verkocht. Japan is een belangrijke exportmarkt, want  Japanners zijn gek op meubels van natuurlijke materialen. Het bedrijf hoopt in Europa een voet achter de deur te krijgen. Onder een andere merknaam, Ayodhya, worden voorwerpen gemaakt voor woningdecoratie.

Tegenwoordig verdienen talrijke woongemeenschappen een boterham door de zachte en flexibele steel, nadat die gedroogd is, te weven tot producten die in de Otop-winkels en op Otop-beurzen worden verkocht.

Zo kan een plaag een kans worden. Het enige probleem is dat de plant sneller groeit dan er gebruiksmogelijkheden voor zijn. Dus moet de graafmachine eraan te pas komen om de waterwegen te bevrijden van de plaag. (Bron: Bangkok Post, 22 augustus 2016)


 

Nattachai Ungsriwong bij zijn hopplanten

Als er geen bier meer is, drinken we…

De afgelopen jaren is de populariteit van ambachtelijk gebrouwen bier toegenomen, maar dat bier mag niet in Thailand gebrouwen worden. Nog steeds bestaat een wet die het brouwen van bier op kleine schaal verbiedt. Bierbrouwen is alleen in twee gevallen toegestaan: wanneer minstens 10 miljoen liter bier per jaar wordt gebrouwen, zoals Thai Beverage doet met Chang en Rawd Brewery met Singha en Leo; of door brewpubs, zoals Tawandang German Brewery, die 100.000 liter per jaar brouwt en ter plaatse verkoopt.

De kans dat het brouwen van kleine hoeveelheden bier wordt gelegaliseerd, is uiterst klein. De oprichters van Deva Farm & Cafe, een jonge onderneming van twee liefhebbers van speciaal bieren, moeten daarom noodgedwongen de hop die ze verbouwen, exporteren naar het buitenland, zoals Vietnam, Cambodja en Laos. De twee grootste Thaise brouwerijen gebruiken geïmporteerde hop, omdat ze lager bier brouwen en de smaak van hop in het recept niet zoveel nadruk heeft dat ze in het binnenlands verbouwen van de hopplant investeren.

Deva Farm & Cafe is een initiatief van de broers Nattachai en Teerapat Ungsriwong, die met het verbouwen van hop zijn begonnen vanwege hun passie voor alcoholische dranken, zoals wijn, whisky en bier. Enkele jaren geleden maakten ze kennis met het Belgische tarwebier Hoegaarden en sindsdien begonnen ze naar meer geïmporteerde bieren te zoeken.

HopplantIn een kassencomplex van 16.000 vierkante meter in Pak Kret verbouwen ze 26 verschillende soorten hopplant waarvan de bloemen een belangrijk ingrediënt van bier zijn. Hop werkt in bier als conserveringsmiddel en smaakmaker. En hierin verschilt ambachtelijk gebrouwen bier van fabrieksbier. Bij ambachtelijk bier worden verschillende soorten hop gebruikt, soms gemengd, om het bier een meer karakteristieke smaak te geven.

Om er enkele te noemen, die in Pak Kret groeien: Columbus (met een lichte citrus en houtsmaak), Chinook (enigszins scherp en met een pijnboom smaak) en Centennial (sterk citrus aroma).

Nattachai vertelt: ‘Eerst vond ik het leuk om groentes te verbouwen. Later kwam ik meer te weten over bier en ten slotte leerde ik hoe het te brouwen. Ik heb gehoord dat eerder geprobeerd is hop in Thailand te verbouwen.

Het idee bestaat dat de plant in ons type weer niet kan groeien, maar ik ben gewoon begonnen en heb hop wortelstokken uit de VS besteld, gewoon om te experimenteren. Het bleek dat ze goed groeiden en vanaf dat moment werd het ernst.

In termen van kwaliteit denk ik dat we kunnen concurreren met de hop producenten in het buitenland. Hop is gewoon een plant als alle andere, verschillende locaties produceren verschillende smaken en kenmerken.’

Het duurt drie jaar voordat de plant zoveel smaak heeft dat ze geoogst kan worden. Nattachai denkt dat de kwekerij 1.400 kilo hop per jaar kan produceren. Een andere manier om geld te verdienen is om naast de kwekerij een brewpub te openen. Dat staat binnenkort te gebeuren in samenwerking met een legerkolonel die een befaamde bar in Koh Kret heeft met ambachtelijke bieren.

De kolonel geeft al sinds 2014 in zijn bar Chitbeer wekelijks les in bierbrouwen. Tot nu toe zijn 500 personen opgeleid, en dat heeft geresulteerd in 50 merken. Elk weekend stroomt Chitbeer vol met liefhebbers, die nieuwe bieren komen proeven. Strikt genomen is dat in strijd met de wet, maar ja: This is Thailand. (Bron: Bangkok Post, 19 augustus 2016)


 

Chinese toeristen bezoeken de Temple of the Emerald Buddha

’t Mag niet, maar ’t gebeurt toch

Buitenlanders mogen niet als tourgids in Thailand werken – dat beroep is exclusief voorbehouden aan Thai – maar daar valt een mouw aan te passen, creatief [of moet ik schrijven gewiekst?] als Thai zijn.

Groepen Chinese toeristen worden begeleid door een Thaise ‘sitting guide’ voor het geval de toeristenpolitie lastig wordt, maar aan de kop van zo’n groep loopt een Chinese gids, te herkennen aan een stok met een vlaggetje die hij omhoog steekt. De ‘zittende gids’ krijgt voor zijn werk 2.000 baht per dag. De tours duren doorgaans drie tot vijf dagen, dus met twee tours heeft de Thai al een aardig maandinkomen.

Verreweg de meeste tours zijn zero-dollar tours. Dat zijn spotgoedkope pakketten, bijna gratis, maar als de Chinezen hier zijn, worden ze onder druk gezet om te duur geprijsde producten te kopen en diensten af te nemen. Kassa voor de reisagenten, want van elke zaak waar ze komen, krijgen ze commissie.

Het Berufsverbot voor buitenlanders kwam onlangs in het nieuws naar aanleiding van de opening van Thailand’s hoogste wolkenkrabber MahaNakorn. Srisuwan Janya, door de krant aangeduid als activist, diende een petitie in bij de Ombudsman met het verzoek na te gaan of de Thaise arbeidswetten zijn overtreden door de Duitse architect Ole Scheeren en projectontwikkelaar Pace Development.

MahanakornDe Thaise arbeidswetten van 1978 en 1999 verbieden buitenlanders 39 beroepen uit te oefenen, waaronder dus architect en tourgids, maar ook het beroep van verkoper, kleermaker, kapper, en zelfs traditionele beroepen als houtsnijder, zijdewever en poppenmaker alsof een buitenlander ooit zo’n beroep zou ambiëren.

Dat Chinezen, en ook Zuid-Koreanen en Russen, illegaal werken als tourgids is niet zo vreemd, want ze spreken de taal van de klanten, wat van weinig Thaise gidsen kan worden gezegd. De Professional Tourist Guide Association of Thailand is er niet gelukkig mee omdat de buitenlandse gidsen weinig weten van de Thaise cultuur. Maar de voorzitter van de vereniging geeft toe dat de kwaliteit van de Thaise gidsen te wensen overlaat.

Thailand telt 60.000 gecertificeerde gidsen en elk jaar worden er 2.000 opgeleid. ‘Niemand doet moeite de bekwaamheid van Thaise professionele gidsen te verbeteren. Wanneer het de regering lukt de zero-dollar tours onder controle te krijgen, is het tijd de kwaliteit van Thaise gidsen te verbeteren op het gebied van taal, discipline en moraal’, aldus voorzitter Wirote. (Bron: Bangkok Post, 6 september 2016)


 

Maisvelden zogenaamd in Phu Pha Man nationaal park in Loei

Dreigingen, vervolgingen en vernietiging van oogsten

De afgelopen 39 jaar verdiende Anutas Pleeta zijn brood met zijn rubberbomen op een plantage van 4 rai (foto rechts). Zijn vader begon daar in 1962 al mee, maar zonder dat de bewoners werden geïnformeerd, werd Si Phang Nga in 1988 uitgeroepen tot nationaal park.

Anutas kreeg in juni 2014, een maand na de militaire coup, het bevel zijn bomen te kappen, want hij zou het land gekraakt hebben en een grondakte had hij niet om de beschuldiging te weerleggen. Weliswaar bevatte het bevel de clausule dat de autoriteiten geen actie mogen ondernemen tegen arme mensen, maar Anutas’ verzet was vergeefs.

Eind vorige maand kapten boswachters bij twee buren van Anutas alle bomen. ‘Een van mijn buren kwam naar mijn huis en huilde. Ik zei haar te vechten, maar ze is bang dat ze naar de gevangenis wordt gestuurd. Dat is het lot van de armen die geen middelen hebben om te vechten’, vertelt Anutas. Hem zou hetzelfde zijn overkomen, ware het niet dat hij een week eerder een petitie naar de gouverneur van Phangnga had gestuurd en dat uitstel was verleend.

Rubberplantage van AnutasHet was de derde keer dat de autoriteiten dreigden Anutas’ oogst te vernielen en hij is niet de enige. Tot nu toe heeft de National Human Rights Commission (NHRC) honderd klachten ontvangen van mensen die het slachtoffer zijn van de jacht van de NCPO (junta) op ‘landkrakers’.

Tussen aanhalingstekens, jawel, want vaak woonden hun (voor)ouders al op het land voordat het een beschermde status kreeg. Het zijn voornamelijk arme dorpelingen die klagen, ondanks het bevel van de junta om de operaties te beperken tot rijke zakenmensen.

De ingediende klachten hebben betrekking op dreigementen, vernieling van eigendommen en oogsten en vervolging van arme dorpelingen. In augustus vorig jaar stelde de NHRC een rapport van 40 pagina’s samen met 42 gevallen. Het NCPO bevel, waarin wordt aangekondigd dat het afgelopen moet zijn met het kraken van land, veroorzaakt aldus het rapport ‘aanzienlijke verliezen, conflicten en stress bij mensen’.

De NHRC noemt de jacht een schending van mensenrechten. Ze roept de junta op om haar masterplan in te trekken dat voorziet in de toename van bosgebied naar 40 procent voor 2027. De NCPO keurde het plan in augustus 2014 goed en gaf het militaire commando Isoc opdracht de zaak af te stemmen met andere overheidsdiensten.

Anutas PleetaHet ministerie van Milieu reageerde in januari van dit jaar op het rapport. Die reactie kwam erop neer: de autoriteiten handelen volgens de wet. Intussen voelen de autoriteiten zich onder druk gezet door het bevel van de NCPO. Als ze in gebreke blijven, hebben ze een aanklacht wegens plichtsverzuim aan hun broek.

Zoals Sombat Suphasorn, hoofd van nationaal park Phu Pha Man in de provincie Loei. ‘Het is niet zo dat ik actie wil ondernemen, maar het beleid drukt elke dag op me.’ Hij probeerde enkele boeren te dwingen om hun land te verlaten, maar die dienden een klacht in bij de Nationale Ombudsman. Drie maanden mochten de dorpelingen niet oogsten. Het eind van het liedje was dat ze mochten blijven omdat het NCPO bevel arme dorpelingen spaart.

‘Ik kan nu weer slapen. Als ik vroeger mijn ogen sloot, zag ik alleen maar beelden van boswachters in hun camouflage pakken’, zegt een van de dorpelingen. Op de foto boven de maïsvelden van de dorpelingen.

Bovenstaande informatie is ontleend aan het artikel Forest clampdown hurts poor in Spectrum, de zondagbijlage van Bangkok Post. Er komt nog veel meer aan de orde, maar de kern van de problemen is nu wel voldoende belicht. (Bron: Spectrum, Bangkok Post, 11 september 2016)


 

Zoutwinning in Samut Sakhon

Van zout naar zonnepanelen

Als de ernstige droogte van dit jaar zich tijdens het droge seizoen van volgend jaar herhaalt, komen uncle Wai Rodtayoy en andere boeren in Samut Sakhon in de financiële problemen. Dit jaar duikelde de prijs van zeezout (klua sin thao) al naar 450 baht per cart [?, op internet lees ik alleen prijzen per ton] terwijl minstens 1.500 baht nodig is om in leven te blijven. Meestal lijden andere agrarische producten onder droogte, maar zeezout vaart er wel bij. De twee achtereenvolgende jaren van droogte hebben tot een overproductie geleid en de prijs gedrukt.

Maar oom Wai heeft meer om zich zorgen over te maken. Jonge mensen werken liever in minder arbeidsintensieve banen, waarmee ze meer geld kunnen verdienen. Wat oom Wai ook boos maakt: de regering heeft de afgelopen tientallen jaren het belang van de zoutwinning niet erkend.

De 70 rai die hij bezit, is deel van een groter gebied dat door koning Rama VIII is geschonken, maar regeringen geven nu meer de voorkeur aan zoutmijnbouw in het Noordoosten, ondanks bezwaren van rijstboeren en milieuactievoerders die bezorgd zijn over milieuverontreiniging en de verzilting van de grond.

Oom Wai: ‘Voor de autoriteiten bestaan er alleen rijstboeren, rubberboeren en suikerrietboeren. Zoutboeren zoals wij worden vergeten. We krijgen zelden subsidie.’

Nee tegen fabriek, ja voor zonnepanelen
De teloorgang van de zoutwinning is te zien langs de Sukhumvit Road naar Chon Buri en de Rama II Road naar de zuidelijke provincies. De zoutvelden zijn vervangen door vastgoed, fabrieken en winkelcentra. Zoutboeren hebben hun land verkocht, anderen schakelen over op het kweken van garnalen, een riskante investering die waterverontreiniging veroorzaakt.

De boeren die trouw blijven aan hun professie, willen hun land beschermen. De vestiging van een fabriek in Koek Kharm, de tambon van oom Wai, stuitte op protesten, maar de boeren verwelkomen wel met open armen zonnepanelen. Verschillende zonne-energie bedrijven hebben al rijen zonnepanelen geïnstalleerd, een bedrijfstak die geen milieu-effectrapportage vereist.

Maar nu komen milieuactievoerders en vogelaars in het geweer. De zoutboerderijen en kustzones zijn tien jaar geleden geregistreerd als wetland. Een paar jaar geleden wilde het Interior Department ze beschermen als conserveringszone, maar dat is begin dit jaar afgeschoten door de junta. Industriële projecten mogen nu.

Wij zijn geen romantische natuurbeschermers
De Bird Conservation Society of Thailand is een campagne begonnen tegen zonnepanelen, omdat vogels erdoor worden kunnen afgeschrikt.

‘Wij zijn geen romantische natuurbeschermers die tegen verandering zijn. We hebben helemaal geen bezwaar tegen zonne-energie. De kern van het probleem is niet zonnepaneel versus vogels, maar het ontbreken van een zoneringsbeleid’, zegt voorzitter Boripat. Hij legt uit dat vierhonderd rai in het gebied een tussenstop is voor kustvogels die van China naar India vliegen. Bovendien wordt al 18 jaar een vogelobservatie festival gehouden dat vele vogelaars trekt.

Uncle Wai RodtayoyOom Wai besloot vorig jaar 42 rai te verhuren aan een zonne-energie bedrijf, maar het ministerie van Energie wil er een stokje voor steken. Om door te gaan moet hij bewijzen dat zijn land niet in de wetland categorie valt.

‘Ik heb niets verkeerds gedaan. Geef ik mijn land voor een kolencentrale? Dit is schone energie. Ik vind dat onze gemeenschap de keus moet hebben om land te verhuren voor het opwekken van elektriciteit die aan Bangkok wordt verkocht, zodat de rest van het land behouden blijft voor zoutwinning. Vogels vinden hier sowieso geen plaats om te overleven.’

Ten slotte bioloog Round van de Mahidol universiteit: De regering moet een manier vinden om de zoutboeren te helpen hun beroep te blijven uitoefenen. Ze moet echte duurzaamheid creëren. Op die manier kunnen ecologie en kustvogels in harmonie bestaan. (Bron: Bangkok Post, 14 september 2016)


 

siam weed

Berucht onkruid maakt korte metten met acne

Sumalee Sansirikul (52) had in februari na 30 jaar sappelen genoeg van haar baan bij een bedrijf van bouwkranen, waar ze 150.000 baht per maand verdiende. Maar geld maakt blijkbaar niet gelukkig, want ze nam ontslag. Nu is ze zzp’er met een eigen bedrijf, Herbal Republic Co, dat een anti-acne gel op de markt brengt, gemaakt van Siam weed.

Sumalee heeft er hoge verwachtingen van, want uit marktonderzoek blijkt dat meer mensen ontevreden dan tevreden zijn over de beschikbare producten. De medicinale eigenschappen van het (on)kruid zijn ontdekt door de Kasetsart universiteit, die elk jaar research verricht op het gebied van voedsel, landbouw, medicijnen en cosmetica, gebaseerd op natuurlijke grondstoffen. Het kruid bleek werkzaam te zijn tegen schimmels en bacteriën.

Siam weed (Chromolaena odorata) werd ooit beschouwd als het ergste tropische onkruid omdat het extreem snel groeit en met zaden strooit. Het dringt natuurlijke milieus binnen en vernielt oogsten en inheemse vegetatie. Maar de KU ontdekte dat het in de vorm van een gel acne doet verdwijnen en in tegenstelling tot andere gels littekens kan voorkomen. Bovendien is het een volledig organisch product zonder synthetische chemicaliën. En het verzacht ook ontstoken acne en brandwonden.

acneSumalee vatte de koe bij de horens. Ze verwierf het patent van de KU, richtte een eigen bedrijf op en vond een bedrijf dat de gel kan produceren. Ze is nu bezig de verpakking te ontwerpen en werkt aan een marketing campagne. In december moeten de tubes in de winkel liggen. Een 10ml tube gaat 300 baht kosten, wat volgens Sumalee betaalbaar is.

Alhoewel ze 52 jaar is, denkt Sumalee dat het niet te laat is om haar eigen bedrijf te starten. ‘Mijn nieuwe onderneming profiteert van mijn leeftijd in termen van ervaring en toegang tot fondsen.’ Maar de meeste fondsen komen uit haar eigen spaargeld van 2 miljoen baht. ‘Gelukkig heeft de KU een eigen bedrijfs incubatie eenheid, die startup bedrijven helpt zich te ontwikkelen en helpt research te leiden naar commercialisering.’ (Bron: Bangkok Post, 19 september 2016)

De foto toont een willekeurige vrouw met acne.


 

Veerboot op Khlong Pradung Krung Kasem

Waterwereld – Dromen over Venetië van het Oosten

Of de bijnaam Venetië van het Oosten terecht was, is betwistbaar. Maar Bangkok telde vroeger wel 64 kanalen en Thonburi 31 kanalen. Met de ingebruikneming (nu nog als proef) van een veerdienst op het Padung Krung Kasem kanaal steken nostalgische gevoelens weer de kop op, want Bangkok telt naast dit en het Saen Saep kanaal nog vier kanalen die zich lenen voor vervoer over het water.

Destijds vormde de boot het belangrijkste vervoermiddel. Inmiddels zijn tal van kanalen gedempt om ruimte te maken voor wegen of ze zijn geblokkeerd dan wel volgebouwd met huizen. Nog steeds wonen veel mensen langs de kanalen en een rondvaart per longtail boot is een populaire vakantieattractie voor toeristen.

De proef met een veerdienst op het Padung Krung Kasem kanaal is een schot in de roos. Vanaf het begin op 5 september stonden de passagiers in de spits in de rij om tussen Hua Lamphong en Twewes (5 km) te reizen. De eerste zeven dagen stapten 8.212 mensen aan boord van de vier boten, omgebouwde boten waarmee afval werd opgehaald.

De meeste passagiers zijn studenten, omwonenden en personeel van regeringskantoren langs het kanaal. De route telt negen steigers, in Thewes is een nieuwe steiger in aanbouw. Het enige nadeel zijn nog de lange wachttijden van 20 minuten en 15 minuten in de spits.

Het kanaal werd in 1852 gegraven als dijk voor Rattanakosin Island en was een belangrijke route voor goederenvervoer tussen de Chao Phraya en het centrum van Bangkok. Toen wegen en auto’s boten vervingen, raakte het kanaal in verval en eind jaren zestig werd het water vervuild door afvalwater van gammele textielververijen.

Nu het verkeer in Bangkok steeds drukker wordt en het openbaar vervoer geen oplossing biedt, zijn de kanalen en waterwegen van Bangkok waarschijnlijk nuttiger dan gedacht wordt. Een vergelijking met vroeger toen er geen wegen waren, gaat niet op, maar het Padung kanaal symboliseert een mogelijke oplossing van de verkeersnachtmerrie.

Stadsplanoloog en architect Yanyong Boonlong is een fervent voorstander van het vervoer over water. De bijnaam Venetië van het Oosten vindt hij iets voor toeristen. ‘Bangkok kan beter doen. Ik denk dat ons kanalen netwerk dat gecreëerd is tijdens het bewind van koning Rama V qua bereik beter is dan de BTS en MRT.’

‘Bangkok was oorspronkelijk een kanalenstad. Er zijn 1.161 kanalen met een lengte van 2.272 km [?]. Heden ten dage zijn er slechts vijf routes voor kanaal- en riviertransport: Khlong Saen Saep, Khlong Phra Khanong, Khlong Phasi Charoen, Khlong Rangsit en de Chao Praya rivier. Dertig jaar geleden was er ook transport op de Khlong Lat Phrao, maar die dienst is geëindigd.’

Routekaart Saen Saep kanaal

Het kanaal met het meeste verkeer is Saen Saep. De veerdienst begon in 1990 en bedient dagelijks 40.000 forenzen tussen Bang Kapi en de Phan Fah brug. De Chao Phraya Express Boat tussen Nonthaburi en Thanon Tok vaart al 40 jaar en biedt sinds 15 jaar in Sathon een aansluiting op de BTS.

Bangkok is berucht vanwege de verkeerscongestie. Het Kasikorn Research Center heeft berekend dat de files 11 miljard baht per jaar kosten. Uit de begin dit jaar verschenen Tom Tom Traffic Index blijkt dat Bangkok het op een na meest rampzalige verkeer in de wereld heeft na Mexico City. Automobilisten zijn in de ochtendspits 85 procent extra reistijd kwijt om hun bestemming te bereiken en in de avondspits 114 procent, ondanks de (verhoogde) expressways.

Volgens cijfers van de gemeente bedroeg de gemiddelde snelheid van auto’s in 2015 15 km per uur tijdens de ochtendspits en 22 km ’s avonds. (Bron: Bangkok Post, 19 september 2016 plus eigen archief)


 

Narin Chuenarome

De ouwetjes doen ’t nog best

Ik wilde niet de hele dag thuisblijven en tv kijken. Voelde me nutteloos, alsof ik voor niemand iets betekende, zegt de 72-jarige Prapai Ritthiya. En daarom reist ze elke ochtend om 8 uur met minibusje en BTS naar haar werk in het Centara Grand hotel.

Dertig jaar kookte ze er voor het personeel, maar nu ze wat ouder is laat ze het zwaardere werk over aan jonge collega’s en beperkt zich tot het op smaak brengen van gerechten en het voorbereiden van ingrediënten. Je zou niet zeggen dat ze 72 is, want ze werkt even hard als tevoren en elke dag tot 6 uur.

Prapai is een van de vele ouderen die zijn blijven werken of weer gaan werken na hun pensioenleeftijd. Alhoewel sommigen snakken naar een welverdiende rust en blijven werken als een marteling zien, geldt dit niet voor hen. En het mes snijdt aan twee kanten want met hun kennis en ervaring, in vele jaren verworven, vormen ze een waardevolle tak van ’s lands beroepsbevolking.

Ook vliegtuigtechnicus Narin Chuenarome (63) had geen zin om achter de geraniums te zitten suffen. Enkele maanden na zijn vervroegde pensionering had hij er genoeg van om elke dag de plantjes in zijn tuin water te geven. Hij voelde zich niet senang. Dus toen budgetmaatschappij Nok Air een ervaren technicus zocht, aarzelde hij geen moment. Zijn familie had geen bezwaar, als hij maar niet overdreef.

En dat doet hij ook niet, hij werkt nu parttime en dat bevalt goed. ‘Werken is net een drug. Je kunt er niet vanaf blijven’, zegt hij. Niettemin is hij van plan na zijn 65ste te stoppen. ‘Naar huis gaan, bomen snoeien en kleinkinderen opvoeden – het werk van een oude man, weet je wel.’

Bevolking vergrijst snel
Bij de overheid begint intussen het besef door te dringen dat maatregelen nodig zijn, nu de bevolking vergrijst. In 1994 was 6,8 procent ouder dan 60 jaar, vorig jaar 14,9 procent en in 2030 naar schatting 25,2 procent. De opbrengst uit de inkomstenbelasting zal teruglopen en de kosten van gezondheidszorg en pensioenuitkeringen gaan omhoog. Eén optie is verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd, maar daarvoor lopen nog weinigen warm. Een andere is wat Prapai en Narin doen: doorwerken.

Het ministerie van Werkgelegenheid heeft daarom een arbeidsbureau voor ouderen opgericht, het Employment Service Centre for Elderly Workers, gevestigd op het terrein van het ministerie in Din Daeng (een district in Bangkok). Van oktober vorig jaar tot augustus werd proef gedraaid. Vijfhonderd ouderen meldden zich aan, van wie vierhonderd een baan kregen.

Geschikte werkplek
Prapai RitthiyaDirecteur-generaal Arrug van het Department of Employment hoopt dat zijn bureau de werkgelegenheid van ouderen een zetje kan geven. Maar hij begrijpt ook dat bedrijven niet staan te trappelen om oudere werkers in te huren. ‘Wat als ze ziek worden? Of sterven? Moet het bedrijf daarvoor de verantwoordelijkheid nemen? Onze wet voorziet daar nog niet in.’

De gezondheidstoestand en het gezichtsvermogen kunnen ook een handicap vormen. Maar, zegt Arrug: ‘Het is aan de bedrijven om een werkplek te zoeken die voor ouderen geschikt is. Die niet te zwaar is, zoals assemblage of consultant.’

Hij vervolgt: ‘Het baantje levert voor de oudere inkomen op, wat hard nodig is als hun kinderen hen niet (kunnen) ondersteunen. In de gemeenschap neemt de geldstroom toe. En als ze voor zichzelf kunnen zorgen, kan de overheid met het bespaarde geld mensen helpen, die nog ouder zijn, of in dingen investeren, die nuttig zijn voor de samenleving en de ouderen zelf.’

En wat zit erin voor de werkgevers? Vice-president personeelszaken van Centara Hotels and Resorts meent dat oudere werkers heel waardevol zijn voor bedrijven. ‘Sommige werkers zijn al vanaf het begin bij ons. Onze leiding beschouwt hen als deel van ons succes. Als ze nog steeds kunnen werken en wij een plaats beschikbaar hebben, kunnen wij hen op onze beurt helpen.’

Thans werken 120 ouderen in het bedrijf. Centara streef ernaar personeel te rekruteren dat uit de directe omgeving van vestigingen komt. Pattara: ‘Ze kunnen ingezet worden in de wasserij of als schoonmaker, eventueel parttime.Of wanneer ze goed met papierwerk zijn en Engels beheersen, kunnen ze zelfs reserveringen verzorgen. Ze vormen een goed voorbeeld voor de jongere werknemers. Werken hard, klagen niet en geven niet snel op. Ze zijn ook verantwoordelijk en heel loyaal aan het bedrijf. Ja, ze kunnen ziek worden, maar wie wordt dat niet?’ (Bron: Bangkok Post, 21 september 2016)


 

Lumpini park 3

Wie wil er mijn varaan zien?*

Chaotische scène in Lumpini park, dinsdag 21 september. Gadegeslagen door Thaise en buitenlandse media proberen twaalf parkwachters varanen te vangen. Ze zijn gewapend met lange stokken waaraan een lus, en meerval om de dieren te lokken. Het eerste halfuur lukte het niet erg, maar aan het eind van de dag hadden de mannen van de gemeente Bangkok toch kans gezien er 40 te vangen.

Een touw om de bek en poten vastgebonden aan het lichaam gingen de dieren richting wildlife breeding centrum Khaoson in Ratchaburi, waar een speciale ruimte van 2 rai voor de varanen is ingericht. 87 waren de afgelopen twee maanden er al naartoe gebracht.

Naar schatting leven 400 varanen (varanus salvator) in het park van 360 rai. Ze zijn de onofficiële mascotte van het Lumpini park, de grootste groene long van Bangkok waar bewoners ’s ochtends vroeg tai chi oefeningen doen, joggers hardlopen en fietsers door het park peddelen. Volgens een gemeenteambtenaar zouden de varanen een last zijn, maar daarover lopen de meningen uiteen. In ieder geval zijn het er veel, te veel en er komen steeds meer bij. Varanen leggen een of twee keer per jaar 30 tot 50 eieren, waarvan 80 procent overleeft.

In het verleden was de varaan een gewild jachtobject vanwege de huid, maar in de jaren negentig werden ze geplaatst op de lijst van beschermde dieren en is de jacht gestopt. Eigenijk verbazingwekkend want Thai staan er niet om bekend zich aan de wet te houden.

In het Lumpini park vinden de dieren een ideale habitat met veel water. Hun aanwezigheid is ook een indicatie van de overvloed die het park biedt. Het dier staat aan het eind van de voedselketen. Ze eten zo’n beetje alles, ook dode dieren. Wanneer ze er niet meer zouden zijn, is de kans groot dat andere dieren het park overnemen, zoals slangen en ratten.

De hamvraag is: hoeveel dieren kan het park aan? Suwanna Jungrungruang van de gemeentelijk milieudienst zegt: ‘Daarop hebben we nog steeds niet het antwoord. We zullen met experts moeten overleggen.’ Maar het recente aantal was te groot, zoveel is duidelijk. Ze schrikken parkgebruikers af en vernielen struiken, bloemen en oevers.

Man met gevangen varaanDe dieren vangen en verhuizen, zoals deze keer is gedaan, is één optie. Een andere is om de eieren weg te halen of de dieren te steriliseren. Khaoson is voorlopig een noodoplossing.

‘De varanen moeten kunnen overleven in het wildlife centrum, maar dat is niet de meest ideale omgeving voor hen. De bodem in Khaoson is droog, terwijl varanen van een vochtig milieu houden. Bovendien moeten ze er gevoerd worden, maar het centrum heeft slechts een beperkt budget’, zegt Rujira Mahaprom, researcher bij de Zoological Park Organisation die gespecialiseerd is in de soort.

Uiteindelijk komt het neer op de vraag of dieren en mensen in de grote stad kunnen samenleven. Athipat Wusilpakit van de Green World Foundation zegt: ‘De aanwezigheid van sommige in het wild levende dieren die zich hebben aangepast aan het stadsleven, is belangrijk om een gebalanceerd ecosysteem te creëren.’ Rujira: ‘De varaan is representatief voor het stedelijk wildlife dat in het park ruimte kan delen met mensen.’ (Bron: Bangkok Post, 23 september 2016)

* De titel is een variant op het televisieprogramma Wie wil er mijn marmotje zien? uit mijn kinderjaren. Daarin ontving bioloog Han Rensenbrink kinderen met hun huisdieren. De marmot kreeg vaak extra aandacht.


 

Veilige en legale abortus; niet iedereen staat te juichen

Abortus pil mag, maar abortus is ‘slecht en immoreel’

Woensdag 29 september was International Safe Abortion Day. Het goede nieuws is, schrijft Sanitsuda Ekachai in haar wekelijkse rubriek Questions Marks op de opiniepagina van Bangkok Post dat veilige, gemakkelijke en legale abortussen hier eindelijk werkelijkheid zijn. Maar het slechte nieuws is: Het is nog steeds voor vrouwen erg moeilijk om in een staatsziekenhuis een abortus te krijgen.

‘Het probleem is niet een gebrek aan medische technologie. Of de wet. Het is de onuitroeibare hypocrisie die onze samenleving voor vrouwen en jonge meisjes met een ongeplande zwangerschap kenmerkt’, zegt Kritaya Archvanitkul, actievoerder en docent demografie.

Veilige en legale abortus door het gebruik van mifepristone en misoprostol voor zwangerschappen korter dan 9 of 12 weken (in 2014 toegelaten door het ministerie van Volksgezondheid) moge nog beperkt zijn, maar ze zijn verkrijgbaar en dat is een overwinning voor de pro-choice beweging.

Volgens cijfers van het National Health Security Office zijn de afgelopen tien jaar 300.000 vrouwen behandeld in staatsziekenhuizen wegens onvolledige abortussen. Honderdduizend hadden ernstige complicaties, twintig zijn overleden.’Het echte aantal vrouwen die gebruik maken van particuliere of ondergrondse bronnen is ongetwijfeld veel hoger en dat geldt ook voor het aantal ernstige en fatale complicaties ’, zegt Kritaya.

Abortuspil in zestig landen legaal verkrijgbaar; ook in Thailand
Volgens de huidige abortuswet is abortus alleen toegestaan als de fysieke gezondheid van de moeder in gevaar is, als de mentale gezondheid in gevaar is vanwege een onvolkomen foetus of wanneer de zwangerschap het gevolg is van verkrachting. Seks met meisjes jonger dan 15 jaar wordt beschouwd als verkrachting ongeacht toestemming van het meisje.

Logo Sanitsuda EkachaiDe veilige abortuspillen zijn volgens de WHO in zestig landen legaal verkrijgbaar. Sanya zegt de pil al aan meer dan duizend vrouwen te hebben voorgeschreven. ‘Ze zijn bijna honderd procent safe en effectief voor zwangerschappen korter dan negen weken. Ze zijn net zo veilig als de anticonceptiepil en pijnstillers.’

Artsen moeten melden wanneer ze de abortuspil voorschrijven. Maar de restricties op verstrekking en de bureaucratie zijn niet de enige barrière tussen vrouwen en de abortuspil. Een grotere is dat veel artsen de pil als ‘zonde’ beschouwen, dus weigeren ze hem voor te schrijven. Ze beschouwen vrouwen en meisjes die om een abortus vragen als ‘slecht en immoreel’ en hekelen collega’s die de pil wel voorschrijven.

‘Maar is het niet zondig om vrouwen het illegale circuit in te dwingen, dat voor velen op het doodsbed eindigt’, zegt Ouyporn Khuengaew, voorvechter van boeddhistisch feminisme. ‘De samenleving zegt dat abortus een zonde is. Maar juicht als soldaten de “vijand” doden om oorlogen te winnen, terwijl ze vrouwen en jonge meisjes in nood veroordelen die een kind niet kunnen opvoeden vanwege allerlei sociale stigma’s en druk. Waarom is het doden door mannen en vrouwen verschillend?’ (Bron: Bangkok Post, 28 september 2016)

En met die retorische vraag wil ik mijn samenvatting maar beëindigen. In bijgaande pdf kunt u het hele artikel lezen: Hypocrisy holds back use of abortion pills

Reacties niet mogelijk